Het is een vraag die geregeld op feestjes, bedrijfsborrels of andere sociale gelegenheden de kop op steekt: wie vind jij de beste James Bond? Toen ik laatst op een terrasje genoot van een goede cappuccino en een conversatie met de illustere Merel B., kwam bij toeval dit onderwerp ter sprake. Het toeval, of uitstekende overeenkomstige smaak – het is natuurlijk maar net hoe je het bekijkt – wilde dat Merel B. en ik allebei Timothy Dalton verkiezen boven Roger Moore, Pierce Brosnan of zelfs Sean Connery. Dalton speelde slechts twee keer James Bond, maar dat deed hij in een paar van de beste films uit de serie: The Living Daylights (1987) en Licence to Kill (1989).Dalton zet een meer realistische Bond neer. Met Moore was de filmreeks verzand in foute slapstick vermengd met camp. Iets wat prima werkte voor de jaren zeventig overigens. Tegen de tijd dat Moore meer terug naar de roots van de geheim agent ging met For Your Eyes Only (1981), was hij eigenlijk al wat aan de oude kant. In A View to a Kill was hij zeker te oud om nog met jonge blonde meisjes in bed te rollebollen. Daarentegen vat de film prima de toon van de jaren tachtig, met dank aan de titelsong van Duran Duran. Dankzij de aanwezigheid van Grace Jones en Christopher Walken mag A View to a Kill een van de beste Bonds met Moore genoemd worden. Keihard
Maar goed, Dalton dus. In Licence to Kill zien we een keiharde Bond die wraakbelust op jacht gaat naar de drugsbaron Sanchez (Robert Davi). Sanchez heeft de vrouw van Felix Leiter vermoord op hun huwelijksnacht en Leiters been aan haaien gevoed. Genoeg voor Bond om zijn baan te riskeren en als een losgeslagen agent in de organisatie van Sanchez te infiltreren om deze kapot te maken. De Bond van Dalton spreekt weinig en vaak in cynische oneliners. Wanneer hij de moordenaar van hulpje Sharky met een harpoen doorboort, zegt hij: ‘Met de complimenten van Sharky!’Bond baalt in principe van zijn baan. Als geheim agent is hij niet meer als een doeltreffend bot wapen tegen de misdaad, in dienst van Hare Majesteit. Dalton omschreef Bonds houding als volgt:
‘The interesting thing about the Bond of the Fleming books, which I think Sean Connery got hold of extraordinarily well in spirit, is that he is in a way a writer’s paradox. Fleming could write about a man who was ruthless and hard, a thorough professional, absolutely capable of carrying out his assignment but at the same time he could, through his writing, give this complex character an awareness, sensibility, cynicism and what he referred to as “accidie, this distaste with the nastiness of his job.’ (Dalton geciteerd in The Making of Licence to Kill, Sally Hibbin, Hamlyn 1989).
Daltons Bond geeft dan ook zijn werk op om een persoonlijke wraak uit te vechten. Dit feit maakt hem des te menselijker. In tegenstelling tot de bijna kogelvrije Moore en onfeilbare Brosnan, is Daltons Bond kwetsbaar. De wereld van Licence to Kill is hard en doet daardoor realistisch aan – een opmaat gemaakt verhaal voor Daltons meer realistische weergave van Bond. Wanneer Bond zich aan het einde van de film gewroken heeft, komen voor het eerst de emoties van verlies boven. We zien een bebloede Dalton rouwen om het lot van zijn vriend en diens bruid. Emotie hebben we weinig gezien bij andere Bonds, behalve dan bij George Lazenby, maar dat is een verhaal apart. Connery
Eigenlijk is een voorkeur uitspreken voor iemand anders dan Sean Connery net zoiets als vloeken in de kerk, want vaak wordt het argument aangedragen dat Connery toch altijd de eerste James Bond was en daarom alleen de ware. Dit klopt echter niet helemaal. Nog voor de filmreeks van start ging, werd in 1954 Amerika een televisiefilm geproduceerd van Casino Royale, het eerste Bond-boek van Ian Fleming. De rollen werden echter omgedraaid: James Bond was een Amerikaanse geheim agent terwijl vriend Felix Leiter Engels was. Jimmy Bond werd gespeeld door Barry Nelson. Los daarvan (want bovenstaande is natuurlijk een beetje flauw argument) moet ik toegeven dat Connery hoog scoort in mijn lijstje van favoriete Bonds: Connery zette een sexy, humorvolle en gevaarlijke Bond neer die perfect paste in de jaren zestig. Het was echter Dalton wie ik voor het eerst op het grote scherm zag als Bond, en die eind jaren tachtig, de juiste Bond voor die tijd neerzette. En een drugsbaron als vijand was ook geen onlogische keuze aan het einde van de Koude Oorlog. Smaak
Eigenlijk is voor iedere acteur die ooit Bond speelde wel iets te zeggen – ze vertolkten de Bond van hun tijd. Een voorkeur uitspreken voor een bepaalde vertolking is net zoiets als je uitspreken over je muzieksmaak, kledingvoorkeur of haardracht. Het zegt iets over wie je bent en hoe je jezelf wil profileren. Met het juiste antwoord maak je vrienden, met een fout antwoord krijg je een scheve blik. Maar eigenlijk is er geen fout antwoord. Bond is een kwestie van smaak, en over Bond valt flink te twisten.
Lees ook: Recensie Casino Royale en Bond mag met pensioen.
6 reacties op “Bond wie?”
ik vind de films met moore op a fiew to a kill na ruk. ik vond de laatste wel aardig alleen wat hak op de takkerig. mijn favoriete bond is denk ik connery. maar vooral goldfinger. die kan ik honderd keer zien.
..frommel, ruk?? ken ik niet, meneer Graig wel, vooral die “stijfe” scene tussen Lara Croft en Craig in Tomb Raider, waarop Lara zegt: nice to meet you too…erg grappig en de andere bond mannen mmm, ach…
Ik heb ooit de orginele Casino Royal op tv gezien. Zelden was er zo’n grote verzameling van bagger in 1 film.
Niet alleen is de keuze voor de beste Bond een kwestie van smaak overigens. Ook speelt de verhaallijn mee. De beste Bondfilm hoeft geenszins de beste James Bond acteur te bevatten.
@Frommel: Goldfinger zette de toon voor de andere Bond – Connery zat goed in zijn vel en Pussy Galore (do I need to say more…)
@Henk: Wat mij betreft heeft Licence To Kill ook het beste verhaal, samen met On Her Majesty’s Secret Service.
[…] een onderhoudende flick. In ieder geval onderhoudend voor een aflevering uit een voorspelbare filmreeks die een strakke formule volgt. (Zie voor uitgebreidere recensies: Bond mag met pensioen en Daniel […]
[…] Bond wie? […]