Illustrator en stripmaker Typex maakte een imposante beeldroman over Rembrandt van Rijn. ‘Ik heb heel veel over Rembrandt gelezen, maar besef heel goed dat alles wat in de boeken staat een kwestie van interpretatie is.’
Met de striproman Typex’ Rembrandt heeft stripmaker/illustrator Typex (Amsterdam, 1962) de verwachtingen overtroffen. Net als in de televisieserie De Gouden Eeuw brengt Typex die periode op een toegankelijke wijze tot leven: hij laat de lezer getuige zijn van gebeurtenissen uit het leven van Rembrandt van Rijn. In de 240-pagina dikke beeldroman schetst hij in potlood een gelaagd beeld van de beroemde schilder door de relaties met de mensen uit zijn directe omgeving te belichten, zoals zijn vrouw Saskia die al jong stierf, collega-schilder Jan Lievens en Hendrickje de huishoudster met wie Rembrandt een relatie had. Rond de tijd van zijn faillissement zette zij met zoon Titus een kunsthandel op waar Rembrandt in dienst was, zodat zijn inkomen niet direct naar de schuldeisers zou gaan. Eerder had Rembrandt vijf jaar een verhouding met huishoudster Geertje Dircks die hem later voor de commissie voor huwelijkse zaken daagde en geld eiste omdat hij zijn belofte met haar te trouwen niet nakwam.
Reflecties
‘Ik hou er erg van om de ontwikkeling van een personage te laten zien. Rembrandt is eigenlijk een stille, bijna autistische hoofdpersoon die niet praat over zijn gevoel of de dingen die hij doet. Hij uit zijn gevoelens vooral in stille blikken, maar ja, een boek vol stille blikken, daar word je natuurlijk gek van,’ vertelt Typex. ‘Iets over Rembrandt vertellen kan daarom alleen door hem te reflecteren in de mensen om hem heen. Daarom heb ik ervoor gekozen om die mensen als leidraad voor het verhaal te gebruiken. Zij hebben ieder een sterke relatie tot Rembrandt en kenmerken allemaal een unieke periode uit zijn leven. Met Jan Lievens deelde hij een atelier in Leiden toen ze vroeg-twintigers waren. Ze hebben een soort vriendschappelijke concurrentie, zoals het bij jongens gaat moet je tussen de regels door lezen om affectie te zien. Als Jan later in het boek Rembrandt op zoekt in Amsterdam, zijn het oude kerels. In de tussenliggende jaren dat ze elkaar niet zagen zijn ze eigenlijk betere vrienden geworden. In die scène hebben ze meteen fysiek contact, dat hadden ze vroeger niet. Toch zitten er in de dialoog nog steeds veel steken onderwater, net zoals vroeger.’
Elsje
De ontstaansgeschiedenis van Rembrandt kent een trage start. Op initiatief van stripmaker Gerrit de Jager wilde het Rijksmuseum een strip over de schilder laten maken. Toenmalig stripintendant Gert Jan Pos zou het scenario schrijven en stelde Typex voor als tekenaar. ‘Er was een korte synopsis die de basis legde voor de eerste twee hoofdstukken, maar het was nog geen rond verhaal. Dat scenario kwam maar niet en ondertussen had ik mijn agenda voor een jaar vrijgemaakt om aan dit boek te werken. Ik ben een harde werker en hou er niet van om maar af te wachten. Ik had al een stapel boeken over Rembrandt gelezen en kladblokken vol aantekeningen. Toen ben ik zelf maar aan de slag gegaan.’
De stripmaker kreeg als opdracht mee dat het geen educatief boek moest worden. Hulp kreeg hij van Martijn Pronk, hoofd publicaties van het Rijksmuseum en van Marijn Schapelhouman, de senior conservator tekeningen bij het Rijks. ‘Schapelhouman ging over de historische correctie en die zag écht alles. Die zei soms “Dat stoeltje daar klopt niet.” Verder was hij heel coulant. Eigenlijk is hij de grootste fan van het boek, daarom heb ik hem ook voor het voorwoord gevraagd.’
Helemaal historisch correct is de striproman niet. In een kroegscène ontmoet de schilder Elsje, het meisje uit Denemarken dat haar hospita doodsloeg met een bijl en daarvoor de doodstraf kreeg. In het boek verlaat Rembrandt vlak voor de moord haar huis, terwijl de schilder daar nooit is geweest. Typex: ‘Elsje heeft bestaan en toen ze dood in het galgenveld bij het IJ hing heeft Rembrandt haar getekend. In het boek speelt die scène af in zijn glorietijd terwijl het eigenlijk pas aan het einde van zijn leven speelde. Hij heeft haar ook nooit ontmoet. Zijn zoon Titus had over haar gehoord en toen is Rembrandt daar naartoe gegaan.’
(Zelf)portretten
‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen. Ik geloof niet in dé waarheid. Ik denk dat je een waar verhaal alleen maar kan vertellen door een parabel. Het verhaal zit in hoe mensen eruit zien en hoe ze bewegen, niet in de gebeurtenissen. Die zijn geïnterpreteerd en telkens herverteld. Er zijn natuurlijk feiten en die staan in de documenten die er nog zijn. Data van wanneer hij trouwde, wanneer zijn zoon Titus stierf. Je hebt de feiten en de rest kleur je in met je eigen ervaringen. Ik heb heel veel over Rembrandt gelezen, maar besef me heel goed dat alles wat in de boeken staat een kwestie van interpretatie is. Toen men in de negentiende eeuw over Rembrandt schreef, werd er een romantisch beeld van hem geschetst: de onuitstaanbare man met een artistieke bevlogenheid. Dat zit ook in mijn boek, maar ik probeer het wat te nuanceren. Sommige mensen zullen mijn Rembrandt een ontzettende hufter vinden, want hij is een botte beer in zijn manier van praten. Toch zijn er ook mensen die van hem kunnen blijven houden. Ik heb zeker mededogen met Rembrandt: het is vreselijk om een moeilijk mens te zijn. Voor jezelf is het eigenlijk het zwaarst, want de mensen in je omgeving kunnen weglopen, maar jij niet. Ik heb me voor de personages in eerste instantie laten leiden door de schilderijen. Bij Rembrandt heb ik veel gehad aan zijn zelfportretten, die heb ik als uitgangspunt genomen om over hem te fantaseren. Hij schilderde die portretten niet om een psychologisch beeld van zichzelf te maken maar als studie van tronies. Uit die portretten spreekt zo veel karakter, zo veel tegenstellingen. Er spreekt een soort pappige jongensachtigheid uit, maar ook arrogantie en verlegenheid. Ook zie je in die zelfportretten het ouder worden heel goed. Niet alleen de rimpels, maar ook de moedeloosheid en het verlies. Alles wat we in de zelfportretten zien is tegelijkertijd een reflectie van onszelf.’
Gezichtspunt
Behalve de portretten baseerde Typex veel op mensen uit zijn eigen omgeving. In bovengenoemende kroegscène zitten veel Nederlandse stripmakers: Typex en Peter Pontiac zitten op de achtergrond aan de bar. ‘Het uiterlijk van Rembrandt lijkt wel wat op mijn vader, al had hij niet zo’n karakter. Voor het uiterlijk van de vrouw van Titus heb ik mijn eigen vrouw als uitgangspunt genomen. Voor de dochter van Rembrandt stond mijn eigen dochter model. Als een personage niet bekend was van een schilderij dan tekende ik ze gewoon als iemand die ik ken, want elk figuur moet een inleefbaar iemand zijn. Daarbij zat ik zo lang eenzaam aan het boek te werken, zo zag ik mijn vrienden nog eens.’
Rat
Point-of-view, het individuele vertelperspectief, is een belangrijk thema in het boek. Niet alleen gebruikt Typex mensen uit Rembrandts naaste omgeving om zijn karakter uit te lichten, ook ligt er veel nadruk op het observeren van de wereld en wordt er soms rechtstreeks in de camera gekeken. Wanneer Saskia doodziek op bed ligt, zien we de wereld door haar ogen: het gezichtsveld wordt letterlijk begrenst door een ovaal, de vorm van haar ogen. ‘Dat is mijn hommage aan de strip The Spirit van Will Eisner, mijn favoriete striptekenaar,’ legt Typex uit.
‘Rembrandt is natuurlijk zelf een observator en heel af en toe zien we de wereld vanuit hem, maar meestal door de ogen van anderen. In het zwaarste hoofdstuk heb ik het perspectief van een rat gekozen. Mensen stierven toen vroeg, dus de tweede helft van het boek, waarin ik de lange ondergang van Rembrandt beschrijf, vallen ze bij bosjes. Ik wilde herhaling vermijden en op zich kent Rembrandts leven veel herhaling. Twee van zijn vrouwen zijn aan ziekte gestorven. De dood van Saskia is een intiem gebeuren, want zij was zijn grote liefde. Ik werd er zelf ook hopeloos verdrietig van toen ik die scènes maakte. De dood van Hendrickje, die stierf aan de pest, mocht daar niet op lijken, want dat was een heel ander soort verhouding. Dus toen dacht ik: voor de ziekteoverbrenger is het allemaal niet erg wat er gebeurt. De rat doet gewoon wat hij doet en voor hem gaat het gesmeerd. Door het gezichtspunt van de rat te kiezen kon ik vaart in het verhaal houden. Ik ben als de dood voor ze, dus ik vond het leuk om me in die beesten te verplaatsen. Tegelijkertijd staat de rat symbool voor dreiging, als lezer voel je dat het niet de goede kant opgaat.’
De tekenaar heeft zich grafisch ook laten inspireren door zijn onderwerp. ‘Ik heb dit boek helemaal met potlood getekend terwijl ik normaal gesproken penseel gebruik. Penseel vond ik hier niet bij passen. Ik wilde een wat losse stijl gebruiken die Rembrandt ook hanteert in zijn tekeningen en in zijn schilderijen. Vooral zijn latere werk is vrij los van streek. Daarbij heb ik veel met licht-donkercontrast gedaan en veel met schaduwen. Het kleurenpalet bestaat vooral uit ingeschoten kleuren, er zit een laag overheen met een beetje bruintint. Dit soort boeken moet je niet in te felle kleuren doen, het moet iets ouderwets uitstralen.’
Vrouwenhater
Toen Typex na tweeëneenhalf jaar het tekenwerk afhad, is hij samen met vormgever en beeldredacteur Borinka Beeke om de tafel gaan zitten. ‘Omdat het verhaal per hoofdstuk van tijdsperiode verspringt, moest er een duidelijke scheiding tussen de verhaaltjes komen. Borinka stelde voor de hoofdstukken op de rechterpagina te eindigen en te beginnen. Op de linkerpagina vóór een nieuw hoofdstuk moest er dus nog een beeldelement komen en daarvoor hebben we telkens een andere inheemse vogelsoort gekozen die met dat hoofdstuk te maken heeft. In de inhoudsopgave heb ik mezelf getekend: terwijl ik aan het verhaal bezig ben, gaat mijn vrouw voor de zoveelste keer alleen naar bed. Ik zet in dat opzicht Rembrandt en mezelf naast elkaar. In wezen zijn Rembrandt en ik allebei freelancers die in opdracht werken. Het gedoe met geld en opdrachtgevers herken ik dus. Ook herken ik me in zijn weigering om dingen te idealiseren. Er werd over Rembrandt gezegd dat hij beroerd vrouwen tekende omdat hij ze uitbeeldde met puttige dijen en dat soort zaken. Zelf ben ik een tegenstander van het tekenen van pin-ups van geïdealiseerde vrouwfiguren. Dat zijn geen vrouwen, dat zijn stripfiguren! Ik wil ze wel aantrekkelijk maken, maar dan wel aantrekkelijk zoals een vrouw ís. Ik ben wel eens een vrouwenhater genoemd, omdat ik ze soms lelijk teken. Ik vind je juist een vrouwenhater als je vrouwen mooier tekent dan dat ze werkelijk al zijn. Dan teken je een mannenfantasie.’
Typex’ Rembrandt (Oog & Blik, De Bezige Bij), verkrijgbaar als paperback, als e-book en als gelimiteerde gesigneerde luxe-editie. Tegelijk verschijnt in Groot-Brittannië en de VS een Engelstalige versie bij uitgeverij SelfMadeHero (Londen) en een Spaanstalige bij uitgeverij Norma (Barcelona.)
Zondag 14 april is de grote boekpresentatie in Paradiso Amsterdam met o.a. de bands Spilt Milk en ET Explore Me, een lezing van Joost Swarte en de korte documentaire Typex tekent Rembrandt van Lex Reitsma.
Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #15 (2013).
6 reacties op “Typex over zijn Rembrandt: ‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen’”
Met veel plezier gelezen! Nu binnenkort maar eens de strip lezen.
Merci. De strip is een aanrader, maar dat komt wel duidelijk uit het stuk naar voren, volgens mij 🙂
[…] Typex over zijn Rembrandt: ‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen’ […]
[…] Typex over zijn Rembrandt: ‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen’ […]
[…] Typex over zijn Rembrandt: ‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen’ […]
[…] recente reeks spraakmakende en in vele landen vertaalde biografieën over onder anderen Rembrandt (Typex’ Rembrandt), Vincent van Gogh (Vincent, Barbara Stok), Edvard Munch (Munch, Steffen Kverneland) en Kurt […]