Je kunt tijdens je vakantie gaan bruinbakken op een strand aan de Middellandse Zee, maar je kunt ook de voetsporen van een Hobbit nalopen in Nieuw-Zeeland of de Hogwarts Express nemen die door Schotland rijdt. Mediatoerisme heet dat: plaatsen bezoeken waar films of televisieseries zijn opgenomen.
In tegenstelling tot religieuze dwaallichten die te bedevaart naar Mekka of Lourdes trekken, weet de mediatoerist dat de verhalen en de personages die hem fascineren, fictie zijn. Maar dat maakt ze niet minder boeiend. Sterker nog, door het bezoeken van deze plekken wanen we ons ook even een held en lijkt ons leven een spannend avontuur.
Het aftasten van de grens tussen fictie en werkelijkheid vind ik eindeloos fascinerend. Daarom bezoek ik graag exposities met props uit films, zoals die over David Cronenberg in Eye. Fantastisch om vlak bij de Telepod uit The Fly te staan en alle details goed in je op te kunnen nemen. Je kunt er omheen lopen en het voorwerp van alle kanten bekijken. Maar je mag het niet aanraken. Dichtbij en toch onbereikbaar. De props, ooit aangeraakt door Acteurs en Regisseurs, zijn relikwieën en als zodanig gaat er een magische werking van ze uit. Je kunt je voorstellen dat je de deur van de Telepod opendoet en er in gaat zitten om geteleporteerd te worden.
Wanneer je voorwerpen uit films in het echt ziet, is het alsof deze via een magische daad van de fictieve wereld in de onze terecht zijn gekomen. Toch is hun aanwezigheid een paradox. Aan de ene kant maken de voorwerpen de fictieverhalen waarachtiger, want ze zijn tastbaar. Aan de andere kant maken ze vaak heel duidelijk hoe artificieel de fictiewereld is. De Telepod werkt natuurlijk niet. Het is een knap stukje handvaardigheid, maar net zo bruikbaar als je smartphone wanneer je in 1920 terecht zou komen of wanneer je anno nu gebruik wil maken van wifi in de trein.
In 2012 bezocht ik in Parijs de expositie over Tim Burton. Daar stonden drie maskers van zijn Batman-films in een vitrine. Dichter kon ik als Batman-fan niet bij Gotham City komen. Ik bekeek de maskers aandachtig: Michael Keatons hoofd had hier immers in gezeten en gezweten. Meenemen kon natuurlijk niet en zelfs foto’s nemen was ten strengste verboden. Overal stonden Franse bewakers met priemende oogjes de bezoekers in de gaten te houden. Toch waagde ik het erop en pakte zo onopvallend mogelijk mijn mobieltje om drie snelle foto’s van de maskers te schieten. Betrapt werd ik niet en triomfantelijk liep ik het filmmuseum uit. Deze anarchistische daad maakte nog geen Batman van me, maar even waande ik me in een spannend avontuur. Hoe klein ook. Ook dat is filmmagie.
Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #109. Het is mijn laatste column voor Neerlands tofste filmblad. Ik ben trots op de 12 afleveringen die ik ervoor heb mogen schrijven en heb in het bijzonder genoten van de samenwerking met illustrator Paul Stellingwerf die iedere keer weer grappige en pakkende illustraties wist te tekenen.
2 reacties op “Column: Magische artefacten”
[…] wordt hoog tijd dat we een teleportatiemachine uitvinden. Niet zoals die uit The Fly natuurlijk, want dat geeft alleen maar problemen. Misschien zo’n ding uit Star Trek. Hoewel, die […]
[…] zomer was er een grote, indrukwekkende tentoonstelling over de films van David Cronenberg in Eye. Zijn nieuwste film kwam rond die tijd uit, maar toen kwam ik er niet aan toe om deze te bekijken. […]