‘Ik verhuis nooit meer…’ dacht ik toen ik maandagmiddag onder het genot van een tropisch temperatuurtje een poging deed om mijn tweepersoonsbed uit elkaar te halen.
Hoewel alle belangrijke spullen de week ervoor naar mijn nieuwe onderkomen waren ondergebracht, met behulp van een paar trouwe vrienden en schoonfamilie, stond in mijn oude huis vooral meuk die rijp was voor het grofvuil. Dus dat werd weer een dagje sjouwen.
Grappig trouwens, zo’n bezoek aan de vuilnisbelt. Alle geledingen van de burgerbevolking komen er samen. De verloren huisvader met twee linkerhanden die oude Ikeameubels komt inleveren tot en met de doorgewinterde klusser die wekelijks een bezoekje brengt. Allen delen een gemeenschappelijke factor, namelijk het vuil dat ze komen achterlaten. Spullen die ooit met veel plezier zijn gebruikt, die op een mooie dag voor veel geld zijn aangeschaft en die nu worden afgedankt als bejaarden in een verzorgingstehuis. Ze worden gezien als niet meer nuttig, zijn gebroken of passen gewoonweg niet meer in het nieuwe interieur.
Er is veel poëzie op de belt, de begraafplaats van de consumptiemaatschappij. En er is een duidelijke hiërarchie, want je kunt maar beter luisteren naar de vuilnismannen die bij de containers staan. Als de vuilnisman zegt dat dit stukje hout niet in deze container hoort, dan is dat zo. Zij zijn immers de specialisten en wij zijn slechts hulpzoekende bezoekers die afstand komen doen van onze consumptiegoederen.
Na al het puinruimen kon er worden schoongemaakt. Want de stofinspecteur van de huisbaas zou bij het sleutel inleveren met een grote loep alles even nalopen. Dat gaat volgende week gebeuren, als ik dan eindelijk de verhuissoap kan afronden. Wederom dankzij schoonfamilie werd het huis aan kant gemaakt. (Wat voor mij een nieuwe betekenis aan het woord schoonfamilie geeft, maar dat even terzijde.)
‘Ik verhuis nooit meer…’ is natuurlijk een onzinnige stelling. Zoals in echte soaps zal deze plotwending nog wel vaker terugkomen. Het is een noodzakelijk onderdeel van het leven. Maar voorlopig even niet. Eerst genieten van mijn nieuwe woning.
Lees ook (of niet, mag je helemaal zelf weten ;):
3 reacties op “Begraafplaats van de consumptiemaatschappij”
Geniet van je nieuwe huis Mike!
Vuilnisbelten hebben iets vervreemdends inderdaad. Ik kom er niet vaak, maar ALS ik er ben vind ik het toch altijd een beetje vreemd. Een soort schaamte ook..vanwege al die verkwisting.
@Edwin Mijnsbergen: Thanx. Erg vervreemdend inderdaad, zo'n bezoekje aan de stortplaats. Het afvoerputje van de beschaving.
[…] zei ik mijn oude huisje vaarwel. Mijn appartementje werd door een vertegenwoordiger van de huisbaas geïnspecteerd en goedgekeurd, waarna ik de sleutels kon inleveren en voor de laatste keer het pand verliet. Ik verliet mijn […]