Van grafisch vormgever en stripmaker Erik de Graaf verscheen recent Scherven, een grafische roman over verlies. De geliefden Victor en Esther verliezen elkaar aan het begin van de Tweede Wereldoorlog uit het oog en ontmoeten elkaar weer in mei 1946. De oorlog heeft hen onherroepelijk veranderd. De Graaf baseerde zijn verhaal deels op oorlogsherinneringen van zijn oom, die voor en tijdens de eerste dagen van de oorlog als soldaat van de 4e Batterij Luchtdoelartillerie op de boerderij van de grootouders van de auteur verbleef.
De Graaf debuteerde op zijn veertigste met de semi-autobiografische strip Verbleekte herinneringen. Daarna volgden nog twee delen, allen inmiddels gebundeld in het album Verzamelde Herinneringen. Na het verstrippen van zijn eigen jeugdherinneringen wilde De Graaf een grafische roman over de Tweede Wereldoorlog maken, een onderwerp dat hem in zijn jeugd al fascineerde.
Later raakte hij ook geïnteresseerd in de oorlog in voormalig Joegoslavië. De Graaf: ‘Ik las bijvoorbeeld dat buren waarvan de een moslim was en de ander christen, altijd fantastisch met elkaar om waren gegaan, maar in de oorlog toch voor zichzelf en hun geloof kozen. Ik vroeg me af hoe dat mogelijk was. Werkt het inderdaad zo dat, als het erop aankomt, je voor jezelf kiest en bij wijze van spreken je beste vrienden in de steek laat?’ De Graaf is geboeid door wat oorlog met gewone mensen doet: ‘Mensen die jong waren aan het begin van de oorlog zijn in feite vijf jaar van hun jeugd kwijt, de tijd waarin je je persoonlijkheid vormt. Het lijkt me verschrikkelijk als je door oorlog familieleden, geliefden en ook je toekomstdromen kwijtraakt. Het thema verlies raakt me.’
Oom Gijs
Het verhaal kreeg een persoonlijke insteek toen de stripmaker Gijs van Dam bezocht, een van de soldaten die tijdens de mobilisatie in de oorlogsdagen bij De Graafs grootouders verbleef en die als soldaat van de 4e Batterij Luchtdoelartillerie de taak had het vliegveld Waalhaven bij Rotterdam te verdedigen. De Graaf: ‘Gijs heeft altijd contact met mijn opa en oma gehouden en na de oorlog goed voor ze gezorgd. Toen ik jong was heeft hij me gestimuleerd iets met mijn tekentalent te gaan doen.’
Toen De Graaf bij Gijs langs ging om zijn eerste stripboeken te laten zien en vertelde dat hij een verhaal over de Tweede Wereldoorlog wilde maken, kwam de oud-soldaat met allerlei spullen uit de oorlogsdagen op de proppen: een dagboekje, foto’s en documenten. ‘Eigenlijk heel bijzonder, want tot dan toe praatte oom Gijs bijna nooit over de oorlog,’ vertelt De Graaf die dankbaar deze gegevens in zijn verhaal verwerkte.
Gijs overleed voordat Scherven af was. Naar wat hij van het boek gevonden zou hebben kan De Graaf alleen raden:
‘Ik denk dat hij zou vinden dat ik de sfeer van die tijd goed heb neergezet. Al komen de soldaten er in mijn verhaal natuurlijk niet heel goed van af. Ze zijn bang en ze kunnen niet veel doen als de Duitsers eenmaal binnenvallen. Uiteindelijk heeft Gijs in Vlaardingen ook alleen maar gevangenen kunnen bewaken. Ik weet niet of hij die kant van het verhaal prettig had gevonden.’ De stripmaker legt uit dat hoofdpersoon Victor ook iets wegheeft van oom Cor, de soldaat die later met de zus van De Graafs vader trouwde. ‘Cor heeft later wel een aantal dingen in het verzet gedaan. Van oom Gijs weet ik dat niet.’
Daarmee hint De Graaf naar het tweede deel van Scherven waar hij nu aan werkt. ‘Tijdens de meidagen is Victor vrij passief. Daarin zit ook iets van mezelf,’ bekent de stripmaker. ‘In verloop van tijd wordt hij steeds kwader en voelt Victor dat hij iets moet doen tegen alle verschrikkingen om hem heen.’
Dieselmotor
De stripmaker herkent zichzelf wel in Victor: ‘Ik ben ook een laatbloeier, zeker als het om strips maken gaat. Ik zie mezelf als een dieselmotor, ik moest op gang komen voordat ik meer mezelf durfde te laten zien. Dat was vroeger wel anders. Toen was ik behoorlijk verlegen en vermeed ik conflicten.’ Door zijn conflictontwijkend gedrag en de stress van het werk raakte De Graaf in een depressie: ‘Ik ontdekte toen dat ik mijn werk belangrijk vind, maar dat ik daarnaast iets nodig heb waar ik me echt in kan verliezen. Iets wat een tegenwicht biedt aan het constant werken met deadlines en het werken in opdracht.’
De Graaf, die altijd een groot liefhebber is geweest van het beeldverhaal, ging strips maken: ‘Ik vond het moeilijk om een onderwerp te kiezen, dus toen ben ik korte verhaaltjes over mijn jeugd gaan maken. Niets bijzonders: klein leed, klein geluk.’ Al snel bleek dat uitgeverij Oog & Blik interesse had. Inmiddels is een Franstalige versie van Uitgeverij La Pastèque onderweg.
Grafische insteek
In de afgelopen vijf jaar werkte De Graaf in de avonduren en in het weekend aan Scherven, naast zijn werk als creatief directeur bij een designbureau. Het resultaat is een zeer gestileerde vertelling in de atoomstijl (een afgeleide van de Klare Lijn-stijl) waar je zijn achtergrond als grafisch ontwerper duidelijk kunt afzien: ‘Het ontwerpen van verpakkingen heeft me getraind om de essentie van een boodschap in een beeld te vatten. Mijn eerste boeken kregen vaak de kritiek dat ik teveel close-ups gebruikte. Dat heb ik nu wat meer gedoceerd. Soms kies ik ook juist een uitsnede die minder voor de hand ligt. Dat kunnen twee handen zijn die elkaar loslaten of aan een broek zitten te friemelen. Op die manier wil ik de lezer laten ervaren hoe de persoon zich op dat moment voelt.’
De Graaf gebruikt in Scherven ook veelvuldig flashbacks. Soms herhaalt hij een bepaalde gebeurtenis, maar visualiseert deze de tweede keer anders:
‘Ik heb geprobeerd te laten zien dat je hetgeen er is gebeurd vaak ook anders kunt bekijken. Als Victor aan Esther vertelt hoe Chris is neergeschoten, suggereert Victor eerst dat hij er alles aan gedaan heeft om Chris tegen te houden. Later laat ik zien dat Victor toen meteen wegrende en voor zichzelf koos. Al vraag ik me af of ik daarin niet te subtiel ben geweest en lezers dat wel opvalt.’
Zie voor een uitgebreide making of van Scherven www.erikdegraafcomics.blogspot.com en http://www.stripspeciaalzaak.be/Commentator.php#ErikdeGraaf01.
Scherven van Erik de Graaf is verschenen bij uitgeverij Oog & Blik | De Bezige Bij
(ISBN 978 90 5292 281 0, € 22,90).
Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #20.
7 reacties op “Erik de Graaf: ‘Het thema verlies raakt me’”
En de recensie van Scherven in het zomer/humornummer van Zone 5300 😉
Daar mag je best reclame voor maken, 🙂
Het thema verlies raakt mij ook en dan met name hoe verschillende culturen met verlies en rouwen omgaan. Zo heeft de ene cultuur prachtige rituelen om samen met de hele gemeenschap het verlies te vieren (wij noemen dat rouwen), verlies als overgang naar iets nieuws. En zo is er onze cultuur waar je achter gesloten deuren en gordijnen mag rouwen, tenminste, als het werk er niet onder lijdt. Verlies vieren is een kunst op zich geworden.
Ja, dat is inderdaad een rijk thema, verlies. Je kunt er veel kanten mee uit. Het houd mij soms ook bezig, soms als ik in een nostalgische bui ben, of wanneer er iemand overlijdt. Ik vind het grappig om bepaalde trends bij begrafenissen te ontdekken. Niet zozeer wat nu weer in de begrafenis top 3 staat, maar wel dat het steeds meer een feestje dient te zijn, dat afscheid. De opzet van begrafenissen wordt steeds groter lijkt wel. Stof tot nadenken.
[…] gebruikt worden als levende illustratie. Recent kreeg ik een mailtje van stripmaker Erik de Graaf. Ik heb hem een paar maanden geleden geïnterviewd over zijn boek Scherven. De Graaf heeft een blog waar hij zijn lezers op de hoogte houdt van […]
[…] over Scherven kun je lezen in het interview met Erik dat ik schreef voor Stripgids en check natuurlijk zijn eigen site. Deel met de […]
[…] de belangrijkste representant van de atoomstijl, de stijl die De Graaf ook hanteert in zijn werk. Vorig jaar sprak ik hem uitvoerig over Scherven voor […]