Een tijdje geleden vroeg Santiago Martín van de site StripSter of hij me mocht interviewen over mijn werk als stripjournalist. Omdat hij in Slovenië woont, werd het een schriftelijk interview dat vandaag op de site is geplaatst.
Hier enkele fragmenten uit het interview.
Kun je iets over je ontwikkeling als (strip)lezer/criticus vertellen?
Ik heb filmwetenschap gestudeerd aan de UvA en daar heb ik als criticus veel aan gehad. Films analyseren is bijna hetzelfde als strips analyseren. Deze twee media zijn erg aan elkaar verwant. Ik ben mijn hele leven al striplezer dus toen ik besloot om me als journalist te specialiseren, was de keuze snel gemaakt.
Ik lees veel van wat er uit komt. Nu komt er natuurlijk heel veel uit en je kunt niet alles bijhouden. Omdat ik voor media schrijf die eisen dat een stuk tot op zekere hoogte actualiteitswaarde moet hebben, ben ik veel bezig met wat er nu uit komt. Daar gaan de meeste artikelen over.
Verder heb ik een aardige stripverzameling die gestaag groeit. Ik lees ook boeken en blogs over strips. Mijn ambitie is om een van de beste stripjournalisten van Nederland te worden.
Zijn Nederlandse stripjournalisten vrienden of vijanden onder elkaar?
Echte stripjournalisten, dus journalisten die gespecialiseerd zijn in strips, zijn er maar weinig. Er zijn ook niet zo heel veel plekken om professioneel over strips te publiceren. Het grote probleem is meer dat veel kranten en tijdschriften denken dat de boekenrecensent er ook wel een stripje bij kan doen en dat is natuurlijk onzinnig. Je moet mij als striprecensent ook geen toneelstuk laten recenseren. Niet mijn vakgebied, net zo min dat Arie Storm, om maar een bekende naam te noemen, het gereedschap in huis heeft om een graphic novel te beoordelen. Die mensen missen achtergrondkennis over strips en denken te vaak alleen in tekst. Overigens ervaar ik mijn mede stirpjournalisten niet als vijanden, dat zou een ongezonde houding zijn. Het is natuurlijk wel zo dat als Joost Pollmann een stuk heeft gepubliceerd in de Volkskrant er minder ruimte is voor een artikel van mijn hand.
Hoe gaat het met het Nederlands stripklimaat?
Dat is een lastige vraag om zo maar te beantwoorden. Er is de laatste jaren meer aandacht voor de strip in de media, dat is goed lijkt me. Recent waren er 8 afleveringen Beeldverhaal op televisie bij de VPRO. Erg leuk om een enthousiaste Jean-Marc van Tol door de stripwereld te zien reizen.
We hebben 2½ jaar een stripintendant gehad die allerlei projecten heeft opgestart om strips onder de aandacht te brengen. Sommige projecten zijn wat mij betreft beter geslaagd dan het andere. Dankzij Gert Jan hebben wat meer stripmakers het subsidiepotje van BKVB gevonden waardoor ze tijd hadden om aan hun albums te werken.
Ik vind het ook heel positief dat er zoiets is als een BNS en dat deze organisatie steeds meer van zich laat horen. Ik denk dat er nog wel een grote inhaalslag gemaakt moet worden als het gaat om de professionalisering van de stripmakers. Die moeten zich meer als ondernemers gaan opstellen om hun brood te verdienen.
Wat ik ook positief vind is dat de Eppo alweer een paar jaar bestaat. Daar wordt ook een specifiek lezerspubliek mee bediend.
Dat betekent overigens niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn is wat de Nederlandse stripwereld betreft. Stripspeciaalzaken hebben het zwaar, evenals reguliere boekwinkels waar soms ook een aardige stripafdeling is, zoals Selexyz in Amsterdam. De distributie van strips is nog steeds een probleem door de lage oplagen van de albums en de relatief hoge kosten van de distributie. Het is daarom terecht dat er de laatste tijd aandacht voor is. Dat zowel het Stripschap als Lambiek Ron Poland recent een prijs gaven voor zijn harde werk als distributeur is een teken aan de wand dat dit probleem eens op de agenda moet komen.
Ook is het jammer dat bepaalde initiatieven niet de tijd krijgen om zich te ontplooien. Van Eisner kwamen maar vijf nummers uit bijvoorbeeld. Ook ZozoLala is verdwenen. Dat geeft maar aan dat de stripmarkt een moeilijke is.
En toch heeft voormalig stripintendant Gert-Jan Pos veel kritiek op zijn werk en houding gekregen. Hierbij enkele opmerkingen die op het Forum op StripSter aanwezig waren. Hoe denk jij erover? Hij had bijvoorbeeld zich minder moeten “concentreren op stripmakers die al heeeeel lang stripsmaken” (Johan de Neef). “Er is nog steeds weinig aanbod aan strips in de winkels” (Eric Hebben). “Gert-Jan Pos had zoeits als een FACTS.NL op poten moeten zetten” (Gerben den Heeten).
Natuurlijk krijg iemand als Gert Jan veel commentaar, iedereen die zo’n positie bekleedt krijgt dat. En hij heeft hier en daar ook wat steekjes laten vallen, maar ook veel goede dingen gedaan. Het is naief om te denken dat een intendant in twee jaar wel even alle problemen van de Nederlandse strip oplost. Belangrijker vind ik dat iemand met het hart op de goede plek zich heeft ingezet voor de strip. Natuurlijk mag je wel kritisch kijken naar de projecten die hij heeft opgezet of waar hij bij betrokken was, vooral omdat er overheidsgeld mee gemoeid is. Openheid van zaken mag geeist worden.
Had hij meer aan het distributieprobleem moeten doen? Jazeker! Dus ik ben het wel eens met die stelling dat we weinig strips in de reguliere winkel tegenkomen, al is dat ook weer afhankelijk van waar je shopt.
Is na Mooi is dat! zo’n boek als Filmfanfare een beetje teveel van hetzelfde? Dat vind ik wel, maar het leverde wel weer aandacht voor de strip op. Al moet je je afvragen of je strips alleen onder de aandacht wil brengen als medium dat geschikt is om verhalen uit andere media te adapteren. Ik ben het trouwens met de stelling dat hij zich alleen heeft geconcentreerd op oude rotten niet juist: je ziet dat Gert Jan ook veel is bezig geweest met jong talent. En de Kunststripbeurs blijkt toch iedere keer een succes te zijn.
Jammer dat niet een ander het stokje na Gert Jan mocht overnemen. Dan hadden we weer andere invalshoeken gekregen om het medium mee te benaderen. Iedereen heeft immers zo zijn stokpaardjes. De strip in Nederland kan nog steeds hulp gebruiken.
Hoe zie jij in de praktijk dat een striptekenaar “zich meer als een ondernemer moet gaan opstellen om zijn brood te verdienen”. Welke stappen moet hij hierbij zetten?
Dat is een nogal uitgebreide vraag, maar belangrijk is dat je als stripmaker moet beseffen dat je je professioneel moet opstellen en dat je door het maken van strips geen dikke boterham verdient. Dat geldt in ieder geval voor de meesten. Je kunt niet van de albumverkoop leven, er zijn maar weinig plekken waar je je strips kwijt kunt. Neem Erik Kriek die net een prachtig boek over Lovecraft heeft gemaakt. Hoeveel talent Erik ook heeft als stripmaker, hij verdient zijn geld met het maken van illustraties. Ook komt het niet vanzelf aanwaaien, je zult net als iedere freelancer de boer op moeten gaan. Een portfolio samenstellen, jezelf presenteren. Een goede website beheren, je werk onder de aandacht brengen en zorgen dat je opvalt. Dat soort dingen.
16 reacties op “‘Veel kranten denken dat de boekenrecensent er ook wel een stripje bij kan doen’”
Ik pleit voor een goede recensent bij de bibliotheekdienst zodat bibliotheken een verantwoorde keuze kunnen maken uit het stripaanbod. Wat ik nu onder ogen krijg is werkelijk bedroevend. Daar zien ze niet dat striprecensent een echt vak is. Betere recensies = meer strips in bibliotheken = een groter en jong publiek = goed.
Misschien leuk om eens een artikel aan te wijden. Het is een vrij onbekend gebied waar veel promotie voor de strip gemaakt kan worden.
@Marc: Bedankt voor de tip, geen slecht idee. Ik vrees dat niet alleen de bibliotheekdienst striprecensent niet als echt vak zien. Hetzelfde geldt helaas ook voor tijdschriften en kranten.
Ik kan me herinneren dat de bibliotheek bij mij in de buurt een ruim aanbod had vroeger en dat ik veel interessante strips heb ontdekt in de bieb. Tijden veranderen.
Dat distributie’probleem’ heb ik mijn twijfels over. Ik heb een aantal jaren bij een kleine regionale uitgever gewerkt en uitgebreid kennis gemaakt met de distrubutie via het Centraal Boekhuis. Daar zijn ook allerlei mogelijkheden voor kleine uitgevers, dus ook voor stripuitgevers. Eventueel via kringen van kleine uitgevers met een CB-aansluiting.
Zodra een boek in het CB te krijgen is, kan het overal worden afgeleverd. Dat is natuurlijk niet goedkoop, maar een eigen pakhuis en verzendorganisatie opzetten is duurder. En als er grotere hoeveelheden strips worden in/verkocht dan zullen de productiekosten weer omlaag gaan.
Maar volgens mij ligt het probleem er nog steeds in bij de ‘onwil’ bij de boekhandels om flink in te slaan van strips en daar een prominente plaats voor in te ruimen in winkels.
Daar had Pos zich wél veel meer voor inkunnen zetten. Waarom liggen graphic novels niet bij de literatuur, maar bij de Suske en Wiske’s? Zelfs bij de Selexys boekhandels is het vaak een verdomhoekje. Die positionering van serieuze strips moet daar veranderen om een nieuw publiek aan te kunnen boren en dus meer te kunnen verkopen!
@Tjalling: Ik hoor veel stripuitgevers klagen dat het CB te duur voor ze is. De oplagen van de albums en graphic novels zijn te klein om zich het CB te kunnen veroorloven.
De zichtbaarheid van de strips is een probleem. Hoeveel graphic novels zie jij bij de AKO liggen bijvoorbeeld? Doorgaans geen. Wel Donald Duck en dat soort uitgaven, ook de Eppo maar dat is het dan wel zo’n beetje.
Ik weet niet of er sprake is van onwil bij de boekhandels: ze kopen weinig in omdat over het algemeen weinig strips worden gekocht door het publiek. En daar komt bij dat veel boekenverkopers van de hoed noch de rand weten als het om strips en graphic novels gaat. Een tijdje geleden is er zelfs een folder uitgegeven om hen te informeren. Een knullig foldertje met daarin uitgelegd wat graphic novels zijn… Maar misschien beter dan niets. Had Gert Jan iets aan de bekendheid van de strip kunnen doen bij de boekhandels? Ik denk dat je daar wel gelijk in hebt. Misschien heeft hij dat wel geprobeerd, maar daarvan ben ik niet op de hoogte.
Het CB is duur, maar is verlies maken op je uitgaven niet duurder? Zoals ik zei, er zijn ook mogelijkheden voor kleine uitgevers. En waar ik werkte hadden we ook oplagen van 500 – 1000 en die lagen ook bij het CB. Je houdt er gewoon rekening mee in je prijs!
Is de AKO je doelgroep? Je ziet er ook weinig andere echte literatuur liggen, dus ik denk het niet.
Een goed gesprek met de moederholding van Selexys of Libris had veel kunnen opleveren. Wat gebeurt er als je bijvoorbeeld een strip in een landelijke huis-aan-huisfolder van Libris opneemt?
Ik heb jaren geleden ook in een stripwinkel gewerkt. Als Joost Pollmann iets recenseerde in de VK kwamen er zelfs in Leeuwarden zo maar zeker 3 man naar zo’n boek vragen. Dat is misschien niet veel, maar bekijk dat eens landelijk!
Onbekendheid van het medium is een groot probleem, dat je bij de gatekeepers aan moet pakken. Volgens mij zijn dat de inkopers van de boekwinkels.
Ja, het publiek voor literaire strips is klein, maar met goede marketing kan het wel. Kijk maar eens naar het succes dat Strips in Stereo had. Bepaald geen goedkoop boek, maar wel 2 drukken.
Trouwens prijs is ook een interessant marketingtool waar uitgevers een naar moeten kijken. Waarom verkoopt manga ook goed? Goedkoop!
Excuus, maar ik heb het probleem van de distributie een beetje gemist. Kan dat in het kort wat duidelijk gemaakt worden? Wordt daaronder verstaan dat strips en GN’s maar bij beperkt aantal boekwinkels te krijgen zijn?
in mijn ogen is distributie geen probleem. Boekenwinkels, stripwinkels en internetwinkels in Nederland worden gedekt door een drietal distributeurs: Strips in Voorraad, Centraal Boekhuis en Van Ditmar. De kunst is juist om de winkels ervan te overtuigen de mooiste producten op voorraad te nemen. Dat is de taak van de uitgever, de striprecensent (om bij het oorspronkelijke onderwerp te blijven) en de distributeur. De auteur kan in deze ook een rol spelen door zijn of haar producten te promoten via een website, blog, fb of Twitter.
Wat Marc zegt. Hoewel je niet de recensent kunt aanmerken als ‘schuldige’, want hij is weer afhankelijk van of media zijn werk willen plaatsen.
@Tsjalling: Daar heb je gelijk in: los van mijn blog waarop ik van alles kan publiceren wat ik wil, ben ik wat betreft schrijven in opdracht afhankelijk van wat de opdrachtgever wil. Meestal schrijf ik dan ook geen recensies voor mijn opdrachtgevers, maar geven we aandacht aan boeken en makers middels interviews of achtergrondartikelen.
de recensent is ook niet ‘schuldige’. Ik wil alleen zeggen dat een striprecensent een betere strip-vertegenwoordiger is dan een boek recensent die er strip-werk bij doet. Dat in de geest van het oorspronkelijke artikel.
@Marc: Daar ben ik het als stripjournalist natuurlijk volmondig mee eens 🙂
@Marc: Hebben jullie bij Syndikaat dan niet te maken met hoge distributiekosten? Ik hoor zoveel stripuitgevers klagen dat het Centraal Boekhuis te duur voor ze is omdat de oplagen laag zijn.
@Michael, Wij hebben CB niet als distributeur. Van Ditmar dekt voor ons de lading (namelijk bol.com, de AKO site, e.d.). Evenals Strips in Voorraad natuurlijk. We missen hierdoor wel een stukje markt, maar dat weegt wel op tegen de kosten. Verder maken wij gebruik van directe verkoopkanalen.
@Jules: Wat je veel hoort is dat distributie via het Centraal Boekhuis te duur is voor veel stripuitgeverijen omdat de kosten dan te hoog worden. Veel strips, vooral graphic novels, worden maar in een kleine oplage verspreid. Zie onder andere mijn interview met Gert Jan Pos toen hij net begonnen was als intendant: http://mikeswebs.blogspot.nl/2009/06/interview-met-de-stripintendant.html. Ook het stripschap heeft het probleem van distributie aangestipt dit jaar en daarom Ron Poland mede in het zonnetje gezet door hem de Frankfurtherprijs te geven: http://www.stripschap.nl/pages/topics/bekendmaking-van-de-p.-hans-frankfurtherprijs-2012-2.php
Ok duidelijk. Maar dan heb je strips en GN’s en dat zijn werkelijk juweeltjes, zowel qua verhaal/tekst en ook beeld. Die hebben ook werkelijk kansen tot verkoop. (het volgende is eigenlijk een vraag aan de uitgever) Maar hoe komt het dan dat je soms zoveel slecht werk ertussen hebt liggen, waarvan je eigenlijk al kan inschatten als uitgever dat het een ‘jammer joh-geval’ is. Op die manier wordt er niet echt bijgedragen aan een positief klimaat voor strips en GN’s. Uiteraard heb je je doelgroep, waarvoor je het doet, maar die lijkt in veel gevallen totaal ongedefinieerd.
@Jules: Dat zou je inderdaad aan de uitgevers moeten vragen. Hoewel er een paar literaire uitgevers zijn die geen verstand hebben van strips, maar graag op de graphic novel bandwagon willen springen omdat het een trend is. Tonio van Vugt heeft daar een paar nummers terug van Zone 5300 een interessant stuk over geschreven, Graphic novelty geheten.