Op mijn blog zul je geen advertenties en advertorials aantreffen. We worden iedere dag al doodgegooid met reclame, daarom hou ik mijn webstek graag reclame-vrij. Advertorials plaats ik niet, want ik vind dat dit mijn geloofwaardigheid als journalist zou aantasten.
Maandag 3 december is bij blogpraat het thema advertorials aan de beurt. Karin Ramaker nam eerder deze week al een voorschot op het onderwerp advertenties op je blog plaatsen. Dit is mijn antwoord op die kwesties.
Advertorials, dat zijn commerciële teksten, reclames, verkleed als redactionele bijdragen. Teksten over een product met de bedoeling dat je dat product gaat aanschaffen.
Als journalist is voor mij waarheidsvinding heel belangrijk. Je moet erop kunnen vertrouwen dat wat ik schrijf, strookt met de waarheid. We weten allemaal dat reclames allesbehalve de waarheid verkondigen. Die twee gaan dus niet samen op een journalistiek blog. Punt.
Bloggers als Nalden neem ik niet serieus: Nalden claimt dat hij alleen schrijft over producten die hij tof vindt, en misschien is dat ook wel zo en wordt zijn mening niet gekleurd door het bedrag dat hij voor een blogpost krijgt. Toch zie ik zijn blog als niet meer dan een verlengstuk van het pr-apparaat van de bedrijven en producten waar hij over blogt. Een virtuele reclamefolder van een blogger wiens smaak mij niet interesseert overigens.
Iedere blogger moet natuurlijk voor zichzelf bepalen of advertenties en advertorials bij ze past. Je hebt bijvoorbeeld genoeg beautybloggers op het web die geregeld advertorials plaatsen. Zolang je die advertorials duidelijk onderscheid van de rest van je content kan het wel, denk ik. Het is belangrijk dat je bezoekers duidelijk kunnen zien wat reclame is en wat niet.
Wil ik dan geen geld verdienen met bloggen?
Natuurlijk wel en dat doe ik ook. Ik krijg opdrachten op basis van wat ik op mijn blog publiceer, ik geef lezingen over mijn specialisaties, ik ben gespreksleider, interview mensen in opdracht en soms geef ik les over bloggen. Dat komt allemaal onder andere omdat ik een levendig blog heb.
Als ik een strip recenseer of onder de aandacht breng via Minneboo leest, maak ik toch ook reclame voor die strips?
Strips onder de aandacht brengen is wat ik doe. Daar ben je stripjournalist voor. Soms doe ik dat door een interview me stripmakers. Soms doe ik dat door een duidelijk oordeel over een bepaalde strip te vellen middels een recensie. Ik probeer vooral aandacht te geven aan strips die ik goed vind, maar soms voel ik ook de neiging om uitgaven te behandelen die je naar mijn mening beter niet kunt kopen.
Betekent dit allemaal dat ik nooit ads zal toelaten op mijn blog?
Misschien dat ik in de toekomst advertenties zal plaatsen over bijvoorbeeld nieuwe stripuitgaven en stripwinkels. De advertenties moeten dus thematisch verantwoord zijn, ik moet de uitgeverij en stripwinkel sympathiek vinden en de advertenties moeten het design van mijn site niet overheersen.
25 reacties op “Bloggen: Waarom ik nooit advertorials zal plaatsen”
[…] blogger wel ‘commercieel’ mag zijn. Zie hierover onder andere het artikel van Karin en het artikel van Michael, als […]
Interessant stuk! En hoe denk je bijvoorbeeld over winacties? Is dat dan ook meteen een advertorial? Ik ben weleens een winactie met een bedrijf aangegaan waarbij ik gewoon de feiten vertelde (welke merken het bedrijf verkocht, hoe het zat met de levering en de service) en aan het eind een waardebon van vijfentwintig euro mocht verloten onder mijn lezers. Naar mijn mening is dat dan toch weer anders, omdat je lezers er iets aan hebben (ze kunnen iets winnen). Aan pure reclame hebben ze niets.
Interessante vraag, Rosalinde. Indertijd hebben we met Eeuwigweekend.nl, waar ik co-hoofdredacteur van was, ook prijsvragen gedaan. Maar goed, die site stond los van mijn activiteiten als journalist.
Ik kan me voorstellen dat als een (strip)uitgeverij een x-aantal exemplaren beschikbaar stelt om te verloten en het is een boek dat ik goed vind, dat ik dat wel zou doen. Heel veel over een bedrijf vertellen, info over levering en service, zou ik dan wel weer achterwege laten. Dat wordt naar mijn gevoel weer te veel reclame maken voor dat bedrijf.
Waar ik wel faliekant tegen ben, zijn die ‘vind-ik-leuk’-acties op Facebook. Dat jij bijvoorbeeld aangeeft dat je een bedrijf leuk vindt zodat je kans maakt op een prijs of iets anders. Ook dat soort Twitteracties vind ik niks.
Bij dat soort winacties is het toch vaak dat een bedrijf je benaderd om er zelf ook voordeel uit te halen. Ze zullen niet met tegoedbonnen gaan strooien wanneer het bedrijf er zelf niets aan heeft. Maar reclame waarbij je je aan de feiten houdt, vind ik anders dan reclame waarbij je producten of bedrijven de hemel in prijst.
Ik vroeg het omdat ik benaderd ben door een bedrijf om een stuk over ze te schrijven waar ik dan een winactie aan kan koppelen zodat mijn lezers een tegoedbon kunnen winnen die ze bij dat bedrijf kunnen besteden. Ben op het moment aan het twijfelen of ik dat wel of niet zal doen!
Ben het zeker eens met het laatste, over de Facebook acties. Dan vind iemand de pagina alleen maar leuk vanwege de winactie en niet vanwege het bedrijf zelf. Al moet ik zeggen dat ik toch ook bij winacties voorstel om mijn Facebookpagina te liken, alleen stel ik het niet als eis. Op die manier doen mensen het toch alleen wanneer ze het zelf willen.
Ik weet natuurlijk niet om welk bedrijf het gaat, maar zoals je het nu beschrijft zou ik het zelf niet doen denk ik. Een stuk over het bedrijf schrijven zodat ze een paar tegoedbonnetjes kunnen uitdelen. Tenzij je het echt een tof bedrijf vindt waar je je naam aan wilt verbinden, want dat is wat je doet als je reclame voor ze maakt.
Een uitgeverij is ook een bedrijf, Michael. En daar zeg je zelf over: “Ik kan me voorstellen dat als een (strip)uitgeverij een x-aantal exemplaren beschikbaar stelt om te verloten en het is een boek dat ik goed vind, dat ik dat wel zou doen.” Dat is hetzelfde.
Jeroen, niet dat ik de behoefte heb om de hele middag met je op iedere slak zout te gaan strooien, even deze uitleg en dan laat ik het daar bij: het is voor mij wat anders wanneer een bedrijf/uitgever mij een x-aantal exemplaren aanbiedt om aan mijn lezers uit te delen dan wanneer die uitgeverij mij vraagt om dan ook nog eens een reclameboodschap voor ze te schrijven, oftwel die blogpost vullen met allerlei informatie over het bedrijf. Rosalinde heeft het daar namelijk over, ze schrijft: “Ik ben weleens een winactie met een bedrijf aangegaan waarbij ik gewoon de feiten vertelde (welke merken het bedrijf verkocht, hoe het zat met de levering en de service) en aan het eind een waardebon van vijfentwintig euro mocht verloten onder mijn lezers.”
Dat vind ik reclame maken en dat zou ik dus niet doen. Een simpele actie om een boek onder de aandacht te brengen dat ik toch al goed vind, dat zou ik eventueel wel overwegen.
Wat ik bedoel is dat als iemand je maakt of je reclame voor een bedrijf zou maken, dat je dat dan naar jouw specifieke situatie moet vertalen om er echt iets over te kunnen zeggen. Dat jij en ik geen reclame gaan maken voor een wildvreemd bedrijf dat ons belt, lijkt me evident. Vell interessanter zijn de situaties die dichter aanschuren tegen ons dagelijkse werk. Dat is het spannende grijze gebied. Dáár wordt de discussie interessant.
‘iemand je maakt’ –> ‘iemand je vraagt’
Even een feitelijkheidje: dit soort acties zijn op Facebook verboden. Het liken an sich mag niet direct leiden tot een prijs. Er moet altijd ook nog aan een echte wedstrijd worden meegedaan. Het kan dus tegenwoordig niet meer zo zijn dat je alleen maar ‘like’ hoefde te klikken om mee te dingen naar een prijs.
Je kaart twee héél verschillende zaken aan in deze blogpost, Michael. Het wezenlijke verschil tussen advertenties en advertorials is namelijk dat advertorials deel uit maken van juw contentstroom, terwijl advertenties apart staan vermeld. Om die reden ben ik niet tegen advertenties: ik zie daar geen moreel bezwaar tegen. Juist omdat de hele wereld doordrongen is van reclame, zijn banners op blogs voor mij geen bezwaar. Al kan ik me prima voorstellen dat je er als blogger voor kiest ze niet te plaatsen. Dat doet mijns inziens echter niets af aan de kwaliteit van een blog.
Advertorials zijn inderdaad een ander verhaal. Als het onderscheid niet duidelijk is, vind ik het geniepig. Overigens is de scheidslijn nog veel vager, want als blogger laat je je geregeld voor een karretje spannen. Jij en ik zijn daar misschien op berekend, maar veel niet-journalistieke bloggers niet. En in feite plaatsen we allemaal wel eens zonder het te beseffen een advertorial, bijvoorbeeld door een viraal filmpje van een berdrijf te embedden. Ook dat is reclame.
Goed punt, volledig begrijpelijk en ook mijn keuze, maar toch… Dilemma:
Stel een uitgever vraagt je om voor nu.nl zo’n advertorial blokje samen te stellen met 5 stripboeken die de nu.nl-lezers moeten gaan lezen. Ze bepalen met jou welke boeken dat zijn. Jij bent vrij om een eigen tekst te schrijven maar die moet sterk wervend zijn. Je krijgt er veel geld voor. Zou je die klus aannemen?
Interessant dilemma, maar nee, ik zou de klus niet aannemen. De tekst moet namelijk sterk wervend zijn en wat als ik de strip niet goed genoeg vind?
Als ik ooit gevraagd word zo’n must read blokje samen te stellen en ik ben vrij in mijn keuze en het mag van verschillende uitgevers zijn: dan doe ik het meteen.
Het wordt wat anders wanneer mijn naam er niet aan verbonden is wellicht. Stel dat je de opdracht krijgt om advertorials te schrijven voor een publicatie zonder dat je naam erbij staat. Dan komt je geloofwaardigheid niet in het gedrang. Dat is dan eigenlijk copywriting.
Ik snap het.
Vraag me tegelijkertijd wel af of ik geloofwaardig ben. Neutraal ben ik niet. Ik laat mijn politieke voorkeur merken en heb vaak de onderwerpen van bv Hofstijl afgestemd op persoonlijke smaak en voorkeur. Er zat vaak teveel gevoel achter. Misschien is dat juist wel geloofwaardig maar in ieder geval niet objectief. Dat is ook iets dat ik niet nog eens zo zou willen doen, zeg ik nu.
Ook in de muziek moet ik klussen aannemen puur omdat het een opdracht is die betaalt. Zo heel veel klussen zijn er niet voor mij, dus ik heb niet zo veel te kiezen en eisen te stellen. Helaas. En ja, wellicht sloopt dat mijn geloofwaardigheid en doe ik soms muziek waar ik geen reet mee heb. Je raakt daar een snaar met je blog, moet ik zeggen.
Vroeger was ik een paar keer heel heel dapper. Bijvoorbeeld toen ik kapte met de HEAO en blind muziek besloot te gaan maken. Er was geen afhankelijkheid van geld of wat dan ook. Sommige van mijn vrienden hebben dat hun leven lang volgehouden. Die bleven gaan voor wat ze wilden. Niets kon hun ervan afhouden. Eentje ging er te jong dood. Niet helemaal geslaagd maar hij was er wel altijd 100% voor blijven gaan. Ik kan niet zeggen dat ik dat ook precies zo gedaan heb. Misschien is dat laf. Is dat kiezen voor zekerheid. En tast dat je geloofwaardigheid aan. Ik denk dat dat waar is. En zal er eens verder over gaan nadenken…
Een mooie, openhartige overpeinzing, Marco die mij zelf ook weer aan het denken zet.
Ik schrijf als freelancer ook wel eens over onderwerpen die me minder aan het hart gaan omdat een opdrachtgever me ervoor gevraagd heeft. Op zich is daar niets mis mee, zolang je maar bijvoorbeeld niet dingen gaat beweren waar je niet achter staat.
Ik denk juist dat jouw geloofwaaardigheid juist bevestigd wordt door het feit dat je op een blog als hofstijl je persoonlijke smaak en voorkeur laat spreken. Of dat de site ten goede komt is een ander verhaal, dat vind ik zo even snel moeilijk te beoordelen, maar het maakt de lezer in ieder geval duidelijk wat hij aan je heeft.
Hmm, stof om vanavond bij het eten te bespreken…
ik vind dus dat mijn zwakte. teveel gevoel heeft niets met betrouwbare journalistiek te maken.
“persoonlijke smaak en voorkeur”, dat moet er juist niet in. misschien bij een recensie handig maar bij mistanden in Den Haag dient dat objectief te gebeuren. vanuit een helicopterview moet journalistiek bedreven worden, met zo min mogelijk kleur. geen vriendjespolitiek. geen deals.
het is een utopie. maar wel een streven als ik nog eens zoiets als Hofstijl opzet. en omdat het een utopie is en je alleen als mens nooit 100% gekleurd kan werken moeten je daar totaal open in zijn. je moet uitleggen wat je overwegingen zijn. total transparancy is heden ten dage het toverwoord. wat mij betreft is dat noodzaak voor de journalistiek.
Transparantie is goed als het om geloofwaardigheid gaat van bloggers. Ben het met je eens dat als je journalistiek bedrijft je wel objectief de zaken moet benaderen en vooral hoor en wederhoor toepassen. Daarom is wat Pownews doet ook geen journalistiek: die hebben hun verhaal al klaar en gaan dan een item draaien om de beelden zo te knippen dat hun vooringenomen verhaaltje ook klopt met de werkelijkheid. Van een journalistiek journalist wil ik bijvoorbeeld niet weten wat hij of zij stemt.
Maar dat je op Hofstijl je interesse als leidraad neemt in wat je behandelt en wat niet, dat is wel te snappen. Je kunt immers niet al het nieuws behandelen en je moet een accent leggen. Je voorkeur bepaalt voor je als (hoofd)redacteur waar je het over wilt hebben.
Heftige bespiegeling, Marco. Het leven zit vol dilemma’s, stabiliteit versus uitdaging bijvoorbeeld. Je kunt niet van beide alles hebben, maar misschien wel van beide een beetje.
Dat andere punt deel ik ook: bloggers zijn inderdaad vaak niet objectief. Daarmee ben je vatbaar voor manipulatie door diegenen waarmee je sympathiseert. Dus plaatsen bloggers volop filmpjes door van de merken die ze leuk vinden, zoals Apple of Nike. Ze hebben niet door dat ze daarmee commercie bedrijven, zonder er nota bene geld mee te verdienen. In dat opzicht vind ik het streven naar onafhankelijkheid altijd lovend, maar is zeggen dat je onafhankelijk bent iets anders dan het ook echt zijn.
Ja eens.
Ik denk ook dat je als blogger, journalist of wat dan ook soms onafhankelijk kunt zijn en soms helemaal niet.
Wil je onafhankelijk kunnen zijn dan moet je in dit vak 0 vrienden maken, alle gratis aanbiedingen van boeken en dergelijke afslaan. Wat dat betreft kan een blogger al betrouwbaarder zijn als hij/zij alle gratis aanbieding afslaat en alles zelf betaalt, in combinatie met advertenties, dan dat Jan en Alleman de blogger bestook met gratis aanbiedingen. Dat laatste is een gevaar voor veel bloggers. Speelde ook met Hofstijl. Je wordt gevoerd met persberichten. Je krijgt gratis toegangskaarten. Ze komen zelfs op je opuh koffie langs om even een artikeltje bij je neer te leggen. De echt onafhankelijke blogger/journalist zegt daar nee op. En ja, ik zie kansen op dat vlak. Als ik het nog eens doe, zou ik het zo doen. Beter, zuiverder. En het geeft ook te denken voor mijn eigen blog als ik het commerciëler wil gaan maken.
Anyway, goeie discussie heren 🙂
@Marco: Ik ben van mening dat ik als recensent toch onafhankelijk ben of dat in ieder geval zo goed mogelijk probeer te zijn. Ik krijg strips toegestuurd door uitgevers. Soms gevraagd omdat ik ze interessant vind om te behandelen, soms omdat ik de stripmaker ga interviewen. Soms krijg ik ook op de bonne fooi door ze strips toegestuurd in de hoop dat ik er iets mee doe. Gratis boeken, ja, maar dat weerhoudt mij er niet van om mijn eerlijke oordeel te laten horen als ik die boeken recenseer. Ik laat me dus niet leiden door ‘gratis’.
Maar recenseren brengt wel een ander probleem met zich mee. Stel je recenseert het nieuwe album van auteur A negatief en de volgende week vraagt de VPRO Gids mij om auteur A te interviewen, dan kan dat een lastig gesprek worden. Daarom bespreek ik bepaalde boeken juist niet omdat ik mijn werk als interviewer belangrijk vind. Het blijft een spel waarin constant overwegingen gemaakt moeten worden.
Ik ben wel benieuwd geworden naar je verhalen over gratis. Naar wat men allemaal geprobeerd heeft.
Met name wat je in de 2e alinea schrijft geeft afhankelijkheid aan. Ook al ga je dat dus bewust uit de weg. Of jij een boek wel of niet goed vindt mag geen invloed hebben op een interview. Of je de persoon mag of niet ook niet. En of je z’n vorige boek goed vond. Telkens moet je dat neutraal beschouwen.
Een journalist kan nooit bevriend zijn met uitgevers en auteurs. Zo niet, dan ben je totaal niet onafhankelijk. Daarom zou je eigenlijk nooit een gratis boek moeten aannemen want als jij er positief over bent is jouw recensie toch echt een dankbaar promotiemiddel geworden.
Het vak journalistiek is rete interessant. Met name omdat Geen Stijl en dergelijke er geen reet van snappen. Die doen gewoon een beetje pesten en uitlokken en hebben vooral heel veel inteelt vrienden. En wijs niet naar hun want dan gaan ze schouder aan schouder huilie huilie doen. Ze zijn totaal niet neutraal. Ze bereiken de massa. Albert Verlinde doet dat ook. Leuk voor de financiers, maar uiteindelijk zijn zij slechts commerciële hoeren die dansen naar de pijpen van de financiers en zullen zij niet de geschiedenisboeken ingaan als De Kritische Pers.
De journalistiek heeft het misschien wat lastig. Zeker door internet. Door bloggers. Burgers zeggen en zien meer. Maar goeds, de neutrale journalist zonder vrienden en met 1 opgetrokken wenkbrauw… ja, dat lijkt mij wel wat.
@Marco: Ik bedoelde met dat voorbeeld dat de geinterviewde dan bevooroordeeld is naar mij toe en dat komt het gesprek niet ten goede. Ik heb graag een open gesprek met mensen als het om interviewen gaat, als zij denken: die eikel heeft net een boek van me afgekraakt, is dat een probleem. Daarom staat recenseren het interviewen in de weg in dat soort gevallen. Dat betekent niet dat ik afhankelijk ben, wel dat ik als journalist duidelijke keuzes moet maken. Wat vind ik belangrijker: interviewen of recenseren?
Ik heb weleens een wethouder een paar keer stevig aangepakt in Den Haag. Helaas heb ik die persoon nooit kunnen interviewen. Leek mij juist te gek. En ik zou de aangewezen persoon ervoor zijn.
Boeken en recensies en interviews. Zeg eens eerlijk: is het niet zuiver bedoeld voor promotie? (of ben ik nu niet meer welkom vanavond 🙂 )
Als je dat gesprek met die wethouder gehad zou hebben, is het maar de vraag of deze man open stond om je te antwoorden als hij van je stuk op de hoogte was. Maar wat je hier aankaart is een andere tak van sport. Politici moet je hard aan kunnen pakken, daar moeten ze gezien hun beroep tegen kunnen. Openheid van zaken eisen is onderdeel van de journalstiek, evenals achterkamertjespolitiek en andere misstanden aan het licht brengen. Dus vooral die gast wel interviewen natuurlijk.
Maar ik bedrijf geen journalstiek om mensen of misstanden te ontmaskeren. Ik ben actief in een ander genre van de journalistiek.
Ik schrijf over strips omdat ik het een prachtig medium vind. Ik vind het maakproces onwijs interessant, ik geniet van de stripverhalen en ben benieuwd naar de makers achter die verhalen. Ik wil daarom open gesprekken met ze voeren. Dat is een belangrijke voorwaarde om een diep gesprek over kunst en het werk te voeren. Ze moeten ook bereid zijn zichzelf bloot te geven. En laten we eerlijk zijn: dat doen ze liever bij iemand die ze eerlijk beoordeeld dan iemand die voor het gesprek nog heeft geschreven hun werk niets te vinden. Dus recensies zijn een potentieel probleem in eerder genoemde gevallen.
Is alles wat we doen promotie? Nee natuurlijk niet, maar promotie is wel een effect van wat we doen. Ik promoot graag het medium strip. Ik breng het graag bij mensen onder de aandacht. Ik laat graag zien wat voor moois er allemaal op de markt komt. En ik ben ook kritisch: als iets meuk is, zeg ik het ook. Maar je kunt het werk van journalisten niet zien als zuiver marketing en promotie. Dan doe je mijn werk en het werk van mijn collega-journalisten tekort hou je niet in het oog wat de belangen van een journalist zijn en die van een uitgever en dat die belangen niet overeen hoeven te komen. Maar goed, ik neem aan dat je je laatste uitspraak ook niet zo cru bedoelt.
[…] Vanavond stond #blogpraat op Twitter in het teken van advertenties en advertorials op je blog. Eerder nam Michael Minneboo stelling in: Waarom ik nooit advertorials zal plaatsen. […]