Er was veel belangstelling van de internationale pers bij de verjaardag van het Belgisch Stripmuseum. Ondergetekende was twee dagen in Brussel om nader kennis te maken met het stripmatige karakter van de stad.
Een witte Smurf op mijn bureau houdt nauwgezet mijn vingers op het toetsenbord in de gaten. Het figuurtje met vrolijke blik is een souvenir van mijn bezoek aan Brussel afgelopen weekend. Ik was daar om de 25ste verjaardag te vieren van het Belgisch Stripcentrum, nu ook omgedoopt tot Stripmuseum.
Stripdecor
Samen met een groep collega’s was ik op persreis om de goed bezochte persconferentie bij te wonen, met stripmakers te praten en andere stripgerelateerde plekken in Brussel te bezoeken. Met maar liefst 50 stripmuren, het Marc Sleen Museum, het Comics Café, Het Moof en natuurlijk het Stripcentrum kun je Brussel gerust een toeristische trekpleister voor de stripliefhebber noemen. De stad was dan ook de bakermat voor heel veel stripfiguren en een indrukwekkende lijst aan Belgische stripmakers waren er in het verleden actief. En, zo blijkt onder andere uit de indrukwekkende tentoonstelling Beeldig Brussel, is de stad ook dikwijls het decor in menig stripverhaal. Vroeger vooral als achtergronddecor, maar in de afgelopen 25 jaar speelt Brussel in aardig wat strips op de voorgrond mee. Daarom toont de expositie juist voorbeelden uit die verhalen. Van meer dan 40 tekenaars worden er originele platen getoond, van Sokal, Hulet, Dupré en Servais tot Vanistendael, Goldsmith, De Radiguès en Mariën.
Guust Flater
Een beetje jaloers ben ik wel op de Belgen, want in Nederland is het veel moeilijker om in het openbaar je stripliefde te belijden. In Brussel vind je gewoon een standbeeld van Guust Flater op straat en kijkt men niet gek op als je zegt dat je stripjournalist bent. Sowieso is het Stripcentrum een plek om jaloers op te zijn, als Nederlandse stripliefhebber. Het was jaren geleden sinds ik het instituut voor het laatst had bezocht, maar ik was meer dan blij verrast. Boeiende exposities met prachtig origineel werk biedt het Stripcentrum en een uitgebreide bibliotheek en documentatiecentrum met meer dan 60.000 albums, 38.000 magazines en 4.000 theoretische werken.
Tijdens de persconferentie vertelden de twee directeuren Jean Auquier en Willem De Graeve over de geschiedenis en nieuwe exposities in het Stripmuseum. Soms keek Auquier mij vriendelijk aan. Ik knikte maar geïnteresseerd terug, terwijl ik geen idee had wat hij zei, want de beste man sprak Frans. Op dat soort momenten voel ik me net een stranger in a strange land en besef ik me dat ik die vier jaar Frans op de middelbare school beter had kunnen opletten in plaats van proberen het leven van mevrouw Van der Poll zo zuur mogelijk te maken. Gelukkig deed De Graeve zijn verhaal in het Nederlands en was de informatie ook terug te lezen in de persmap.
Na de persconferentie heb ik voor een artikel in de VPRO Gids, kort gesproken met Hec Leemans (Bakelandt, FC De Kampioenen) en Pieter De Poortere over het thema striperfgoed. Naar De Poortere is nu een heel auditorium vernoemd in het Stripcentrum omdat zijn creatie Boerke 15 jaar bestaat en een tweede leven in animatie heeft gekregen. Het auditorium is veranderd in de woonkamer van Boerke, waar je uiteraard de animaties kunt bekijken en ook landschapschilderijen hangen waarin het personage zijn opwachting maakt. Die schilderijen laten meteen zien hoe veelzijdig de tekenaar eigenlijk is: De Poortere mengt een romantische schilderstijl met de cartooneske en gestileerde stijl waarin hij doorgaans Boerke tekent.
Smurfenbroekjes
Na het gesprek met De Poortere werd ik zelf geïnterviewd door FM Brussel in het programma De Zoo van Brussel over wat ik in het Stripmuseum kwam doen. Men vroeg me ook om een item uit het museum uit te kiezen en daar iets over te vertellen. Dat moest een tekening van Franquin zijn, vond ik, maar die waren helaas op dat moment in een ruimte die eventjes afgesloten was van de rest. Nu had ik onderweg door de nieuwe Smurfententoonstelling gelopen en zag ik daar een waslijn vol met schone Smurfenbroekjes. Dit vond ik zo grappig, dat ik die even heb aangekaart in de uitzending. ‘Dus, het leukste aan het Stripcentrum vind je het onderbroekje van Smurfin?’ vroeg de presentator. Tja, daar zat ik met een glimlach vol tanden…
Stripfiguren op muren
Het was ook wel een beetje een haastklus dat interview, want ondertussen was mijn groep al op pad met stripkenner en gids Kurt Morissens die een rondleiding gaf door het museum. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Evenals bij de wandeling langs enkele Stripmuren in Brussel. Kurt vertelde op luchtige en aanstekelijke wijze allerlei wetenswaardigheden over de muren en stripfiguren, terwijl we op de zonnige middag door het centrum van Brussel wandelden. Mocht je ooit in de buurt zijn, dan raad ik je een wandeling met Morissens zeker aan. Niet in de laatste plaats omdat hij je weet te winnen voor het beeldverhaal én Brussel.
Daarna was het even uitpuffen in mijn hotelkamer in het luxe Radisson Blu. Op de minibar lonkte een pakje studentenhaver naar me, maar met een prijs van maar liefst tien euro, wist ik toch mijn lekkere trek te bedwingen. Ik mocht dan in Bourgondisch België zijn, ik blijf een zuinige Hollander. Geen idee trouwens hoe je studentenhaver in het Frans zegt, maar aangezien zo’n 90% van de inwoners van Brussel Frans spreekt, zou het eigenlijk wel handig zijn om dit te weten. Door de taalbarrière waande ik me soms eerder in Frankrijk dan in België.
Al had ik daar bij de receptie in het Stripcentrum die avond weinig last van. Deze werd bezocht door zo’n 800 man: veel stripmakers en aanverwante lui die met het beeldverhaal te maken hebben, uit binnen- en buitenland. Sowieso had het museum niet te klagen wat aandacht betreft. Er liepen die dag journalisten uit onder andere België, Frankrijk, Italië, Nederland en China rond. Het zal wel laat geworden zijn, toch ontving adjunct-directeur Willem De Graeve mij de volgende ochtend fris en energiek toen ik aanklopte om hem te interviewen.
In de Brasserie hebben we een goed uur met elkaar gesproken over de geschiedenis van het museum en de functie van het Stripcentrum in het verband met striperfgoed. Voor het resultaat van dit gesprek zul je nog een klein maandje moeten wachten, dan staat het artikel in de VPRO gids.
Na het gesprek met Willem heb ik nog de nieuwe tentoonstelling De kunst van het stripverhaal bezocht. Daar heb ik wat videobeelden van gemaakt, dus binnenkort zie je het Belgisch Stripmuseum terug in een Daily Webhead video.
In de Thalys naar Amsterdam besefte ik dat ik tot voor kort Brussel vooral zag als een politiek bolwerk waar het Europese parlement zetelt en waar politici en lobbyisten gezellig vervelende regeltjes proberen te verzinnen om het leven van de gewone burger wat moeilijker te maken. Mijn beeld van de politiek is in die twee dagen niet veranderd, maar wel mijn blik op de Belgische hoofdstad. Brussel is een intrigerende metropool waar het beeldverhaal op allerlei manieren geëerd wordt en waar ik snel nog maar eens naartoe moet gaan.
11 reacties op “Stripavonturen in Brussel”
Nu begrijp ik waarom wij elkaar gemist hebben, met zo’n druk programma 😉 Stripgids en FARO hebben onlangs elk een magazine gemaakt over striperfgoed maar dat wist je allicht al wel. Deel je jouw artikel hier wanneer het gepubliceerd is? Ben benieuwd!
@Wouter: Ja, spijtig dat we niet even de handen hebben kunnen schudden. Het was inderdaad erg druk en tijdens het feest, nou ja, dat heb je zelf gezien 🙂 Van Stripgids en FARO wist ik inderdaad. Van die stukken heb ik in mijn voorbereiding ook dankbaar gebruik gemaakt. Wellicht zien we elkaar in Breda dit weekend? Het artikel wordt begin november in de VPRO Gids gepubliceerd, daarna zet ik het ook hier.
Voor deze keer ben ik het volkomen met je eens. Je had deze trip niet beter kunnen verwoorden dan op deze manier. Tot een volgende keer!
@Marielle: Thanx. Maar eh, alleen voor deze keer?! Nee toch zeker? 😉
@ Michael. Nee hoor, geintje. Ik vind het altijd leuk om je artikelen te lezen en soms ben ik het niet met je eens, maar dat is een zeldzaamheid. Het was leuk om je eens te ontmoeten. En wat je voormalige collega’s betreft, Nicole kende je vaag. Had ook geen duidelijk beeld meer. En met dit artikel waande ik me even weer terug in Brussel, goed teken!!
@Mariella: Vond het ook leuk met jou eens kennis te maken. Leuk om te horen dat je mijn artikelen leest. En wat Nicole betreft: Intermediair is ook alweer een hele tijd geleden dus dat dat allemaal wat weggezakt is kan ik me goed voorstellen.
Aan de bar van het hotel krijg je meestal al wel een schaaltje nootjes bij je pint, het hotel waar ik destijds met mijn vader zat in ieder geval wel 🙂
Wat ik ook al via G+ meldde: Tof! Mijn vader wilde me ooit eens een weekendje meenemen, ik heb toen voorgesteld om naar Brussel te gaan en een wandeling langs de muren te maken en het museum te bezoeken, was al met al een bijzonder fijn weekend. Lekker eten, goede gesprekken en veel strips!
ter aanvulling wil ik nu zeker nog een keer terug en de wandeling eens met een rondleiding Morrisens ondernemen!
@Daan: Aan de bar ben ik dit keer niet toegekomen. Wellicht de volgende keer. Tof dat je een keer met je vader Brussel hebt bezocht. Dat lijkt me een mooie herinnering.
Wat Google+ betreft: eigenlijk plaats ik daar vooral mijn linkjes om het bereik van mijn blog te vergroten en doe ik weinig aan interactie. Fijn dus dat je je reactie hier ook nog even hebt geplaatst!
In Breda staat een heuse Spider-Man muur gebaseerd op een illustratie van Mark Bagley die heel veel Spider-Man comics heeft getekend.
Misschien komt het door de prachtige stripmuren die ik recent in Brussel zag, maar mijn oog valt de laatste dagen wat meer voorgevels en buitenmuren van panden. Toen ik zaterdag de trein uitkwam om naar Stripfestival Breda te lopen, zag ik deze Spider-Man muur:
Spider-Man Muur in de Meerten Verhoffstraat, Breda. Foto: Michael Minneboo.De illustratie is gemaakt door Mark Bagley, die heel veel Spider-Man comics heeft getekend. Hij had een aanzienlijke run in Amazing Spider-Man, maar de meeste lezers kennen zijn werk waarschijnlijk van Ultimate Spider-Man waar hij nummer 1 t/m 111 achter elkaar tekende. Later deed hij nog een paar nummers van deze reeks.
Mark Bagley’s Spider-Man. Bron: Mycomicshop.com.Hoewel het expressief is en hij in actie een aardige Spider-Man neerzet, ben ik nooit echt een groot fan geweest van Bagleys werk. Vooral in de vroege nummers van Ultimate Spider-Man recyclede hij zijn eigen plaatjes, dikwijls op dezelfde pagina in dialoogscènes. Ik heb dat altijd een cheap shot gevonden, saai om naar te kijken en bovendien een gemiste kans: juist in lange dialoogscènes kunnen kleine nuances in gezichtsexpressies een wereld van verschil maken. Bekijk deze pagina maar eens uit Ultimate Spider-Man #8. De scene waarin Peter voor het eerst foto’s verkoopt aan J. Jonah Jameson:
In Ultimate Spider-Man #13 vertelt Peter aan Mary Jane dat hij Spider-Man is. In deze pagina is de opbouw naar de grote onthulling. Maar liefst drie keer dezelfde tekening van Mary Jane…. Pfffff… lang leve photoshop moet Bagley gedacht hebben. Zo is het makkelijker een deadline halen. De rest van de comic is niet veel beter.
Dat gezegd hebbende, de losstaande tekeningen van Spidey van Bagley zijn meer de moeite waard, zoals de afbeelding die op de muur in de Meerten Verhoffstraat. Misschien moet hij zich beperken tot covers en pin-ups.
Lees ook:50 jaar Spider-Man: De evolutie van een WebhoofdStriprecensie Death of Spider-man: Peter Parker verdient een betere schrijverSpidey’s web: Tim Sales Spider-ManSpidey’s web: Todd McFarlanes Spider-ManSpidey’s web: Spider-Man op je huid
[…] De stad toont deze stripgeschiedenis met onder meer het Stripmuseum, het Marc Sleen Museum, vijftig stripmuren en beelden van personages in het […]
[…] maar ik schiet ook vaak videomateriaal om bij het schrijven van mijn stukken te raadplegen. Zoals tijdens mijn bezoek aan het Belgisch Stripmuseum in oktober. Dat beeldmateriaal heb ik gemonteerd tot een video en geeft mijns inziens een aardige impressie van […]