Eeuwen heb ik er gewoond en rondgelopen maar deze gevelbeelden waren mij niet eerder opgevallen:
In Hoorn heb ik heel wat jaren en schoenen versleten en ik dacht de binnenstad nu toch wel zo’n beetje te kennen. Toen ik echter zaterdag op weg naar de expositieruimte van Stiemer en Van de Pol was, zag ik de stad dus als nooit tevoren. Dat komt deels denk ik omdat ik al weer zes jaar in Amsterdam woon en de afstand in tijd dus ook een frisse blik op de stad gunt, alsof het cachegeheugen van mijn hoornvlies is gewist. Ook komt het omdat de gemeente een frisse lik verf op de monumentale panden heeft losgelaten waardoor die er weer als nieuw uitzien.
Het was sowieso een kwestie van weerzien die dag. Niet alleen Stiemer die ik nog uit mijn tijd van Hoorn ken en als medewerker van de site Eeuwigweekend die ik een tijdje met Menno Kooistra bestierde, maar ook kwam ik in de expositieruimte onverwachts een oude middelbare schoolvriendin tegen die ik alweer tien jaar niet gezien had. Het was leuk haar weer even te zien en te constateren dat ze geen spatader veranderd was; ze heeft zelfs nog hetzelfde vriendje van toen, die ik ook nog van vroeger ken trouwens. Hartverwarmend dat ze alweer negentien jaar samen zijn. Hun eerste kind, nu bijna een jaar oud, is een ondernemend en vrolijk meisje. Zo eentje dat niet meteen om het minste geringste begint te huilen, dus ik ben nu al fan van haar.
Nadat we hadden bijgepraat over leven en werk, liep het stel richting uitgang en kwam Hans Bruin binnengewandeld. Ook een leuk weerzien. Hans was ooit operateur bij de bioscopen in Hoorn: hij heeft indertijd nog de film Batman Returns gedraaid voor een bijna lege zaal waar ik ook in zat. De film brak, en dus miste ik bij de eerste vertoning van deze klassieker twintig seconden in de climax. Hans was een zeer vaardige operateur en voordat we het doorhadden, draaide de film alweer.
Hans leerde ik echter pas kennen bij het Filmhuis waar ik jaren geleden operateur was en hij, voor zover ik weet, nog steeds is. Een paar jaar geleden nam ik dit video-interview met hem op. Hans is docent en hij vertelde dat de video als eerste gevonden wordt als leerlingen op zijn naam googlen om te zien wat voor vlees die gast voor de klas in de kuip heeft. Het had erger gekund.
Na het interview zag ik nog een vaag bekende rondlopen, maar pas toen ik weer buiten was besefte ik weer wie ze was en waar ik haar van kende. Dat krijg je ervan als je door je oude stad gaat wandelen: een reeks aan vage koppen trekt aan je voorbij, maar vaak blijven context en de broodnodige achtergrond uit. In ieder geval tot het al te laat is om nog iets te zeggen. Zo krijg je een reputatie van verwaande Amsterdammer. Het zij zo.
De laatste bekende van de dag herkende ik meteen: als ik in Hoorn ben, probeer ik altijd even met mijn moeder af te spreken, zodat ons contact niet alleen maar uit telefoongesprekken bestaat.
Het bezoekje aan Hoorn deed me weer eens beseffen dat dit mijn thuis niet meer is en dat ik de gebeurtenissen uit mijn tijd daar allang achter me heb gelaten. Al zie ik sommige vrienden uit Hoorn nog steeds graag en spreken we geregeld af.
Of ik me nu zo in Amsterdam thuis voel, is een vraag die in de trein op weg naar Mokum aan me bleef knagen. In mijn huis zeker, maar daar buiten..?
2 reacties op “Déjà nu”
Mooi stuk Mike! Jammer dat het ons niet gelukt is even naar de expositie te komen 🙁
Bij het lezen van je mijmeringen schoot ineens deze in m’n gedachten, en nu krijg ik hem niet meer uit… https://youtu.be/kEHd3fYsRyM
“Can I find a candle of thought to light your name?” leek me wel van toepassing…
@Jooper: Mooi nummer is dat.