De documentaire The Man Who Stole Banksy stelt enkele interessante vragen over street art.
De anonieme Britse street artist Banksy schilderde in 2007 een kunstwerk op een muur in Bethlehem waarop een Israëlische soldaat de papieren van een ezel controleert. De muurschildering riep verschillende reacties bij de stadsbewoners op. Veel Palestijnen zagen dit als een belediging: zij vinden dat ze voor ezel worden uitgemaakt, aangezien de locatie van het kunstwerk met de ezel alleen maar een Palestijn kan worden bedoeld. De burgemeester van Bethlehem vond het echter een prachtig kunstwerk: ‘Banksy geeft de onderdrukte Palestijnen een stem.’
Street art is inderdaad een van de middelen waarop kunstenaars en ook locale kunstenaars zich uit kunnen drukken in een mediawereld die gecontroleerd wordt door anderen.
Een taxichauffeur nam het initiatief om de muurschildering uit te zagen en op eBay te koop te zetten. De documentaire van Marco Proserpio laat zien hoe dat is gegaan en hoe het stuk muur van vier ton verscheept is en gebracht naar gerenommeerde musea, naar kunstverzamelaars en hoe dit stuk street art uiteindelijk te koop wordt aangeboden op een kunstveiling. Spoiler: tegenwoordig staat het ergens in een duur winkelcentrum volledig uit de oorspronkelijke context.
Eigendomsrecht
Wat ik interessant aan The Man Who Stole Banksy vind, zijn de vragen die de documentaire oproept. Van wie is street art eigenlijk? Vaak worden deze kunstwerken ongevraagd door anonieme kunstenaars gemaakt. Dus is de kunstenaar nog wel de eigenaar of is dat degene die de muur bezit, oftewel de eigenaar van het pand? Of is straatkunst van ons allemaal? En zo ja, mag iemand dat dan zomaar uitzagen en verkopen? Hoort straatkunst, misschien nog wel veel meer dan andere soorten kunst, alleen te hangen op de unieke plek waar Banksy het geplaats heeft?
Ook interessant vind ik dat hetzelfde werk verschillend geïnterpreteerd kan worden. De een ziet het als een belediging van het Palestijnse volk, de ander juist als een beeld dat eindelijk aan de wereld laat zien hoe het Palestijnse gebied bezet is door de Israëliërs.
Conserveren
En dan zijn er nog mensen die juist vinden dat street art bewaard moet worden door het nageslacht. Die halen de kunstwerken van straat om deze tentoon te stellen en te bewaren. Het is nog maar de vraag of de oorspronkelijke kunstenaars daar blij mee zijn, want het werk wordt nu uit zijn oorspronkelijke context gehaald. En is het mooie van street art niet juist dat het werk vergankelijk is? De afbeelding wordt in de loop der tijd uitgebleekt door zonlicht, waardoor ze uiteindelijk verdwijnt. Panden worden uiteindelijk gesloopt. Het kunstwerk leeft op die manier mee met de buurt. Het verandert langzaam, net als de bewoners die er dagelijks langskomen.
Marco Proserpio interviewde bewoners uit Bethlehem, advocaten, kunstliefhebbers en kunsthandelaren. In het uiteindelijke resultaat worden bovenstaande boeiende vragen door de partijen verschillend beantwoord. Met andere woorden: de kijker mag zijn eigen conclusies trekken. Iggy Pop praat de boel vakkundig bij elkaar. Het segment over Keith Haring in de jaren tachtig had wat mij betreft uit de film gelaten mogen worden, zodat de film wat korter en meer to the point was geweest.
The Man Who Stole Banksy draait vanaf 2 mei in de bioscoop.
Één reactie op “Filmrecensie: The Man Who Stole Banksy”
Heb de doco “Exit Through the Gift Shop” gezien en erg goed gevonden. Zal dit ook wel een keer zien, dit soort dingen zijn interessant … Bijvoorbeeld… Is dan ook andere graffiti belangrijk qua cultuur, is een foto ervan genoeg van historisch belang… En hoe ver kan je gaan met het beschermen van oudheid en of cultuur. Wie bezit zo iets inderdaad… Hmmmm …