John Wood is de gefortuneerde directeur van een fabriek in houten keukengereedschappen. Hij heeft een verwaarloosd privéleven en misschien wel daardoor een onbedwingbaar verlangen om te kunnen zien wat zijn nabestaanden na zijn dood zullen doen met zijn nalatenschap: een fabriek, een vermogen, een villa en een huis in het bos. Dus neemt John een rigoureuze besluit: hij verdwijnt.
In de vorm van brieven, tekstberichten, ansichtkaarten en flarden dialogen, maar ook enkele verhalende scènes die alleen uit beelden bestaan, volgen we de veelal absurde ontwikkelingen die John daarmee in werking zet en de onderlinge spanningen die dat oplevert tussen de diverse betrokkenen.