Marloes de Vries maakt illustraties voor kinderboeken en tijdschriften. Recent bracht ze in eigen beheer een boekje met Journal Doodles uit. Dagboekstripjes uit 2013, een zwaar jaar volgens de stripmaker. De Vries tekent in een toegankelijke en ogenschijnlijk eenvoudige stijl. Alleen het hoognodige zet ze op papier. Net als in haar tekeningen laat ze een hoop buiten beschouwing wat haar leven betreft, al suggereert ze met wat ze wel laat zien genoeg.
Omdat ik heb genoten van de vaak grappige gebeurtenissen en soms ontroerende observaties, leek een interview mij op zijn plaats. Daarbij vind ik het altijd een goed teken als stripmakers het lef tonen om eigen werk uit te geven. Laat maar zien wat je kan, wie weet wat het oplevert.
Ik bel je wel even voor dit gesprek, dacht ik, want ik las in je boekje dat je bij een vorig interview per ongeluk koffie over de journalist had gegooid. Dit leek me veiliger zo.
‘Ha!Ha! Ik gooi inderdaad overal koffie overheen, daar sta ik om bekend. Niet echt heel handig. De meeste mensen dragen ook in een plastic regenpak als ze met me hebben afgesproken, echt zo’n poncho.’
Goed, nu we de gekkigheid hebben gehad, kunnen we serieus aan de slag met dit interview. Een veel voorkomend thema in je boekje is je chocoladeverslaving. Hoe gaat het daarmee?
‘Niet goed. Die heb ik nog steeds niet onder controle. Zelf als ik geen chocola koop, dan koop ik wel bijvoorbeeld chocoladevlokken en eet gewoon het pak leeg. Zelf had ik trouwens helemaal niet door dat ik het er zo vaak over had in mijn boekje, andere mensen wezen me erop. Dus blijkbaar is het zo.’
Waarom besloot je een dagboekstripje te maken? Wat waren daar de redenen voor?
‘In januari 2013 heb ik een hele omslag gemaakt. Toen ging mijn relatie van elf jaar uit en besloot ik heel impulsief om naar Rotterdam, aan de andere kant van het land, te verhuizen. De impact van die stap had ik ook een beetje onderschat. Ik hou van dagboekjes, maar had het idee dat als ik het zou tekenen het beter tot zijn recht zou komen en meer mijn gevoel erin kon leggen. Ik maakte die tekeningen puur voor mezelf. Een van die stripjes heb ik op mijn persoonlijke facebookpagina gezet voor mijn vrienden. Daar kreeg ik heel leuke reacties op, dus toen heb ik die stripjes ook op mijn gewone, publiekelijke facebookpagina gezet. Dat liep toen op een gegeven moment goed en mensen reageerden er leuk op.’
Waarom helpt het tekenen van dingen je ze beter te ervaren?
‘Je hebt altijd met taal te maken. Veel mensen vragen waarom ik mijn onderschriften en ballons in het Engels schrijf. Nederlands is mijn moedertaal zou je zeggen maar eigenlijk is tekenen mijn moedertaal. Voor mij is het tekenen de eerste taal die ik ken en spreek. Daarom teken ik het liever dan dat ik het opschrijf.
Je geeft op de achterkant van je boekje aan dat je een zwaar jaar had. Maar in je tekeningen houd je dat behoorlijk abstract en vertel je daar weinig over. Je draait er een beetje omheen…
‘Dat doe ik wel vaker. Ik ben als persoon erg open, maar tegelijkertijd ben ik heel gesloten. Ik kies bewust wat ik mensen wel en niet vertel. Ik maakte die tekeningen voor mezelf en was niet bezig met een publiek. Zo ben ik ze ook altijd blijven maken. Ik weet zelf wat er is gebeurd dus ik dat hoef ik mezelf niet uit te leggen. Ik hoef maar even te kijken en weet dan welk gevoel bij die gebeurtenis zat. Het is voor anderen misschien wat abstract, maar tegelijkertijd is de illustratie wel zo open dat mensen zich er goed in kunnen herkennen.’
Ben je anders gaan tekenen toen je besloot het uit te gaan geven?
‘Eind 2013 had ik al een jaar die stripjes getekend. Ik merkte dat steeds meer mensen ze gingen lezen en ik kreeg ook vragen wanneer er weer nieuwe afleveringen kwamen. Toen begon ik bij het tekenen wel na te denken over het publiek en mezelf te vertellen dat het wel duidelijk voor ze moest zijn waar de illustratie over ging. Eigenlijk wilde ik dat niet. Ik wilde deze stripjes niet voor een publiek maken. Ze moesten dicht bij mezelf blijven. Toen ben ik ook eigenlijk gestopt met die zuivere journal doodles en meer strookjes gaan maken. Nu teken ik die dagboekstripjes ook niet meer. Ik ben op zoek naar iets anders wat ik voor een publiek kan maken. Ik wil die dagboek doodles niet compleet uitmelken.’
Is je behoefte om die dagboekstripjes te tekenen ook minder geworden?
‘Ja. Ik merkte dat ik mezelf ertoe moest zetten om weer een journal doodle te tekenen. Eigenlijk is het dan niet meer oprecht wat je doet, vind ik. Dagboekstripjes moeten echt uit je hart komen, ze moeten synoniem zijn aan je gedachten en belevingswereld. Als dat niet meer het geval is, moet je eigenlijk stoppen.’
Welke tekening uit je boekje is je favoriet en waarom?
‘Ik moet zelf nog steeds glimlachen op de strip waarin ik een hele chocoladereep in een paar minuten opeet en dat komt ook omdat dit nu nog steeds doe. Dat ik dan ook denk: “Shit, een hele reep in één keer weg!”‘
Mijn favoriet is de tekening waarin je bubbeltjes plastic op de vloer van je studio neerlegt en daarop gaat lopen om die te laten knallen. Volgens mij doe je het als volwassene goed als je nog de tijd neemt om over bubbeltjes plastic te lopen.
‘Dat doe ik nu nog steeds. Soms leg ik dat spul ook wel onder mijn bureaustoel en dan zit ik achter mijn bureau lekker te rollen over dat plastic. Overigens vindt mijn studiogenoot dat wel minder leuk. Die ergert zich daaraan. Wat dat failing to be an adult betreft: volgens een psychioloog die ik laatst sprak heb je een bepaalde mentale leeftijd. Sommige mensen hebben een lage mentale leeftijd en dat zorgt juist voor extra plezier in je leven. Dat vind ik mooi. Dat ik in mijn hoofd eigenlijk een klein kind ben, vind ik wel fijn. ‘
Waarom besloot je in eigen beheer een boekje uit te geven? Is het moeilijk om een uitgever voor je werk te vinden?
‘Ik weet niet of het eigenwijsheid of luiheid is. Ik wilde het project helemaal zelf afronden, dus ik heb ook geen uitgever gezocht. Dat doe ik met veel dingen. Misschien is dat een bepaalde onderzekerheid, want in het verleden heb ik wel uitgevers voor mijn kinderboeken benaderd, en die wezen het werk af. Op de een of andere manier heb ik besloten die stap nu over te slaan. Aan de andere kant moest het boek je er ook snel komen, ik wilde het afhebben voor de Stripdagen Haarlem. Via een uitgever duurt dat veel te lang. Nu kon ik het binnen een maand zelf doen.’
Één reactie op “Marloes de Vries: ‘Dagboekstrips moeten uit je hart komen’”
Op Stripfestival Breda waren zowel stripprofessionals aanwezig die al jaren in het wereldje meegaan, als een nieuwe generatie tekenaars. Die zaten onder andere achter de stand van het Vlaamse Stripgilde en waren ook aanwezig onder de noemer Con Artists, een collectief dat door Johan de Rooij is samengebracht.
Bron: annestalinski.blogspot.nlAchter Con Artists gaat een groep schuil van ruim 30 stripmakers: veel (oud)-studenten Comic Design of Illustratie, maar ook enkele autodidacten. Achter de kraam op de Stripdagen Haarlem eerder dit jaar zaten ook Mattt Baaij, Abe Borst, Joyce Ensing, Amanda Majoor, Emma Ringelding, Jan-Willem Spakman en Rik Wielheesen.
In Breda zaten onder andere Karida van Bochove, Kim Hoorweg, Joris de Jong, Loeke Meijlink, Anne Staal, Djip Minderman en Marloes de Vries achter de kraam. De Vries interviewde ik recent nog over haar leuke Journal Doodles, omdat ik het ook belangrijk vind om nieuwe stripmakers en illustratoren onder de aandacht te brengen.
En daarbij vind ik het gewoon erg goed als stripmakers zelf boekjes publiceren. Zo zijn aardig wat stripmakers begonnen. Barbara Stok reed vroeger door heel Nederland om bij winkels haar zelfgedrukte Barbaraal langs te brengen totdat Vic van de Reijt, toenmalig uitgever van Nijgh & Van Ditmar, haar opbelde om te zeggen dat hij haar graag wilde uitgeven. Ook Flo is met smallpress begonnen. Aimée de Jongh en Rob van Barneveld geven nog steeds zo nu en dan een boekje in eigen beheer uit ook al zitten ze bij echte uitgeverijen. Gewoon, omdat het leuk is.
Dit weekend kocht ik van Van Barneveld zijn 24 Hour Comic Sterke verhalen. Enthousiast maakte hij een stripje op het schutblad:
Ik vroeg Johan de Rooij, scenarist en initiatiefnemer, om uitleg over het collectief Con Artists:
‘Sinds de Stripdagen in Haarlem heb ik mij opnieuw opgeworpen als pleitbezorger van het jonge talent. Het doel nu: een duidelijker onderscheid op stripbeurzen creëren tussen (toekomstig) professionals en smallpress amateurs. De methode: de handen ineenslaan zodat de nieuwe generatie niet her en der met hun kraampjes tussen de bananendozen terechtkomt, maar er een mooi bergje geld ontstaat voor een kraam op een écht goeie plek. Daar kunnen ze zich dan met één gezicht aan het publiek presenteren als de stripmakers van morgen en bovendien gemakkelijker in contact komen met uitgevers, stripbladen en collega’s.’
De Rooij was eerder hoofdredacteur van stripblad De Lijn, waar de nieuwe generatie stripmakers in werd gepubliceerd. Over de organisatie in Breda was hij goed te spreken:
‘Na een succesvol ‘talenteneiland’ op de Grote Markt in Haarlem en een kleine afvaardiging op de StripmART in Lelystad, vielen we afgelopen weekend in Breda met onze neus in de boter. De organisatie stond namelijk bijzonder welwillend tegenover onze insteek en bood ons zelfs een professionele plek in de Finntax-zaal aan tegen een vrijwillige vergoeding! Hoewel het weer wat tegenviel, mochten we daarnaast ook gebruikmaken van een kraam buiten het Chassé Theater. Vanuit onze groep heb ik dan ook alleen maar positieve geluiden gehoord: was het niet over de verkoop (die nogal verschilde per persoon), dan toch over het uitwisselen van visitekaartjes met geïnteresseerde uitgevers.’
Als nieuwe stripmaker moet je van alles doen om je werk onder de aandacht te brengen. Alleen een beetje Facebooken is niet genoeg. Een goede website waar je regelmatig nieuw materiaal publiceert, social media én je gezicht laten zien op stripbeurzen.
Lees ook:Rob van Barnevelds aparte blik op de wereldMinneboo leest: Bunbun #2 – Oh no, not againMinneboo leest: RingeldingenStriprecensie: Mijn eerste keerAnne Stalinski wint Comik Web Award 2014