Donderdagavond 19 maart speelde Booker T. & The MG’s in de Melkweg te Amsterdam. De krasse knarren van de funk speelden het dak eraf. Booker T. & the MG’s is een instrumentale soulband, vooral populair in de zestiger en zeventiger jaren. Booker T. Jones, Steve Cropper , Lewie Steinberg en wijlen Al Jackson Jr. waren van oorsprong sessiemuzikanten voor het Stax platenlabel. Ze zijn te horen op meer dan 500 platen, waaronder albums van Otis Redding en Sam & Dave. In 1965 verliet Steinberg de band en kwam Donald ‘Duck’ Dunn erbij. Dunn en Cropper speelden later ook met The Blues Brothers samen, maar dat even terzijde. In de huidige opstelling speelt drummer Steve Potts mee. Hij is de neef van Al Jackson die in 1975 vermoord werd.
De bekendste hit van Booker T & The MG’s is het nummer ‘Melting Pot’, wat ze gisteravond natuurlijk trouw speelden. Een optreden dat met luid gejuich ontvangen werd in de zaal The Max.
Ik was een van de gefortuneerden die het uitverkochte concert kon bijwonen. Leuk aan Booker T. & The M.G.’s is dat ze een heel divers publiek aantrekken: jong en oud stonden mee te swingen op de overbekende deuntjes die de band speelde. En ze hadden er zelf zichtbaar ook zin in. Krasse knarren die nog steeds strakke funk en soul in je lijf weten te pompen. Het applaus na het concert duurde dan ook ruim tien minuten. Nederlanders willen immers altijd meer, hoe goed of slecht de show ook was.
Maar
Booker T. en zijn MG’s
kwamen
niet
meer
het
podium
op.
Het was al een prima show geweest, waarom nog een toegift geven?Online vond ik een registratie van de hit ‘Green Unions’, gespeeld tijdens dit concert:
Hoe ik Booker T. ontdekte…
Ik hou erg van de muziek van Booker T. & The MG’s. Mijn liefde voor het hammondorgel is met deze band begonnen daar Booker T. Jones himself erop speelt. Stop alle synthesizers maar in je hol, als je soul uit een stel toetsen moet duwen, dan moet je op een hammondorgel spelen. Punt.
Vroeger had mijn vader een cassettetape waar ze op stonden. Of eigenlijk, een tape waarop in mijn ogen een groovy band op stond zonder dat ik wist wie het waren. (Dankzij de film Austin Powers, was het woord ‘groovy’ toen weer in de mode – weet je nog?) Ook The Shadows stonden op dat tapeje dat ergens in de jaren zeventig opgenomen moet zijn. Omdat ik dat bandje zo goed vond heb ik het ooit van hem gekregen. Toen ik op de kunstacademie zat draaide ik het wel eens. Ik word namelijk erg vrolijk van de instrumentale liedjes van Booker T. – een paar tracks van deze band en je hebt geen prozac meer nodig. Eén nummer trok mij in het bijzonder aan. Ik kreeg dankzij het nummer allerlei verhaalideeën (ik raak wel vaker geïnspireerd door muziek) en een ervan werkte ik uit tot een korte film – een detectiveverhaal dat De Schilder heette.Ik wilde het betreffende nummer graag in de film verwerken, maar had geen idee van wie het was. Ik had echter een cd-versie van het liedje nodig, want de tape klonk niet goed genoeg meer. Een maandenlange speurtocht volgde. Mijn vader wist niet meer welk tapeje ik bedoelde. Samen met mijn toenmalige buurman zocht ik zijn uitgebreide muziekcollectie, maar dat mocht niet baten. Als er toen YouTube had bestaan, was het een koud kunstje geweest om de band te achterhalen. Uiteindelijk bleek de oplossing dichterbij dan verwacht. Nog eens goed naar het cassettedoosje kijkend, bleek dat er tussen een stel doorgekraste namen in vage letters ‘The Shadows & Booker T.’ stond geschreven. Ik besloot dit spoor te volgen en liet in de platenzaak een verzamelalbum van Booker T. voor me draaien. En verdomd, het nummer, dat ‘Melting Pot‘ bleek te zijn, stond erop. Mysterie opgelost. Daar moest ik gisteravond even aandenken toen de vier muzikanten met zichtbaar veel plezier hun set deden.