Zondag vond de eerste dag van Manuscripta plaats. De opening van het boekenseizoen waar uitgevers hun catalogi presenteerden, er interviews op podia plaats hadden en vooral veel schrijvers uit eigen werk voorlazen. Voor mij was het vooral een dag van goede voornemens.
Er was veel te doen op het terrein van de Westergasfabriek. Ik had van tevoren een selectie had gemaakt van het programma, maar was deze eigenlijk vergeten zodra ik vijf minuten over het terrein had gelopen. ‘Ik zie wel wat er komt’, besloot ik en liet het toeval zijn werk doen. Samen met M., een vriendin die lesgeeft op de basisschool en voor de Kinderboekenweek aanwezig was, liep ik van gebouw naar gebouw, van stand naar stand. Terwijl ik met verschillende vertegenwoordigers van de uitgeverijen praatte en de stapels verse literatuur op de stands zag liggen, besefte ik hoe weinig Nederlandse literatuur ik tegenwoordig lees. Ik lees tijdens het forensen kilo’s papier. Meestal zijn dit boeken over film, popmuziek of Engelse literatuur. Misschien dat ik daar toch eens verandering in moet brengen. Een suggestie voor een boek kreeg ik van een van de schrijvers zelf. In een soort van fietstreintje kwam ik tegenover Christine Otten te zitten die in vijf minuten haar nieuwe roman pitste. Als Casablanca heet het – verwijzend naar de klassieke film van Michael Curtiz uit 1942. Over de jonge Nederlandse journaliste Laura Achenbach die in New York is tijdens de aanslagen op het World Trade Centre. Na deze gebeurtenis ontmoet ze Charles Perry, ex-black panther en manager van het beroemde Apollo Theatre in Harlem. Hij neemt haar mee naar zijn familie in Detroit, ooit het mekka van de soulmuziek, nu een harde, gevaarlijke en vervallen industriestad. ‘Een boek over liefde, jezelf vinden en soul muziek’, vertelde Otten. Het verhaal is geïnspireerd door haar eigen avonturen in de States rondom 11 september 2001. In vijf minuten wist ze me te interesseren voor het boek dat in januari volgend jaar uit komt. Na dit tochtje en de lunch, kroop ik de zaal van het Ketelhuis in waar de Sneak Preview gedraaid werd. Ik verwachtte half de nieuwe flick van Eddy Terstall, en verwachtte een nieuwe seksuele episode uit de Jordaan, maar kreeg Neerlands nieuwste romcom Alles is liefde van Joram Lürsen voorgeschoteld. (Daarover een andere post meer.)Eenmaal weer buiten, liep er een meisje op mij af die vroeg wie mijn held was. Ze werkte voor het Rijksmuseum die samen met de Nieuwe Kerk de tentoonstelling Held heeft geïnitieerd. Ik moest haar bekennen dat ik dit niet zo snel wist. Ik kon natuurlijk met een politiekcorrecte naam op de proppen komen: Gandhi, Boeddha, Nelson Mandela of Marten Toonder. Maar ik besloot een andere weg in te slaan. Het werd dus Kevin Smith. Mijke zette mij voor een camera en begon met opnemen voor de website van de tentoonstelling. Normaliter sta ik daar liever achter de camera, maar ja, je kunt jezelf op zo’n moment natuurlijk niet laten kennen. Bovendien praat ik graag over Kevin Smith. Mijn held omdat hij een goed voorbeeld is van iemand die zijn eigen leven heeft gefictionaliseerd in een paar heel goede films. Iemand die in zijn filmkunsten geloofde en met een miniscuul budget een van de meest interessante films van de jaren negentig wist te draaien en en passant generatie-X raak typeerde. (Clerks wel te verstaan.) Toen mijn verklaring op tape stond, nam ik mezelf voor de tentoonstelling binnenkort toch eens te bezoeken. Stripliefhebber als ik ben, bleef ik de rest van de middag vooral in de striphoek hangen. Terwijl ik converseerde met de Illustere Merel B., JP Arends, Edith Kuyvenhoven en de Schone Schrijfster, stond stripmaker Nix stripcollege te geven op het podium achter ons. Niet verrassend wellicht dat de dag werd afgesloten aan een tafel met drank en conversatie. (Zoals in Kampen, zoals in Rijkswijk, zoals het hoort.)Vriendin M. had maar liefst 250 euro aan boeken gewonnen. Aan het einde van de dag liep ik met deze gewichtige doos vol hersenspinsels samen met haar naar het openbaar vervoer. De oogst van de dag – behalve enkele recensie-exemplaren – bestond toch vooral uit een tas vol indrukken (lees: flyers en folders) van wat ons het komende jaar op literair gebied te wachten staat. En een hart vol goede voornemens op het vlak van lezen en musea.
Categorieën
6 reacties op “Een persoonlijke impressie van Manuscripta”
Nou zeg het maar, wat moet ik de komende tijd echt lezen, wat mag ik niet missen. Ik heb namelijk niet zo veel tijd meer tegenwoordig om te lezen dus het moet wel goed zijn 😉
@sillycrazyme: Eh, we kregen bij aankomst een dikke bundel met alle eerste hoofdstukken van 170 boeken die het komende jaar gaan uitkomen: Boek van boeken. Dat geeft wel een aardige weergave denk ik. Maar als je weinig tijd hebt: gewoon boekverfilmingen kijken. Dat scheelt uuuuuuren 🙂
Hier berichtje van linke Lenny (tja heb voor mezelf maar even een bijnaam voor jou bedacht.) Ik moet zeggen dat ik met veel genoegen je berichten van “afgelopen tijd” heb doorgelezen. Ondertussen is de weddenschap officieel van start, want er is een weblog geboren en wel de mijne welteverstaan; dit is de link;http://lenskideflenski.blogspot.com/ De 8 weken gaan nu in! 😀
@Linke Lenny: Het doet me genoegen te horen dat u de uitdaging bent aangegaan. (En dat u eigenhandig de termijn van zes weken heeft opgeschroeft naar acht :)).
[…] Manuscripta 2007 […]
[…] Manuscripta 2007 […]