Aan het begin van de Singelgracht in Amsterdam ligt de Poezenboot. Daar zijn we vrijdagmiddag geweest om een nieuw huisgenootje uit te zoeken.
Linda en ik zaten al een tijdje te denken dat het wellicht leuk was om een kat te nemen. Toen we laatst ontdekten dat we muizen in huis hebben, besloten we de knoop door te hakken. Maar het vinden van een kat heeft nogal wat voeten in de aarde. Je kunt ze niet zo maar in de dierenwinkel kopen. En dan nog: welk ras neem je? In ons geval moet de kat het niet erg vinden om binnen te blijven, want we hebben geen tuin, of een balkon.
Op de Poezenboot werden we rondgeleid door Jolanda, een van de vaste, vriendelijke medewerkers van dit drijvend asiel. De stoet toeristen was gelukkig net vertrokken, zodat we rustig de kandidaten konden bekijken. We zoeken naar een lieve, rustige en ietwat speelse kat of poes, die het leuk vindt om de muizenpopulatie in het pand achterna te zitten en uit te dunnen.
Bij de eerste kat waar we aan werden voorgesteld was het meteen raak: een eenjarige rode rakker. Hij kwam nieuwsgierig op ons af, gaf kopjes en hield ondertussen ook slim de omgeving in de gaten. Want hé, zijn hok stond opeens open.
Helaas was een halfuur eerder iemand ons net voor geweest en die heeft nu dips op de kat. Morgen moeten we bellen of ze van de claim afzien. Sowieso zouden ze deze kater bij een andere plaatsen en het is nog maar de vraag of dat goed zou gaan. Misschien hebben we geluk.
Jolanda liet ons ook nog een paar stelletjes zien. Deze katten moeten samen aangeschaft worden. Dat vond ik even slikken: ik heb nog nooit een kat gehad, en meteen twee is wellicht ook wel veel. Toch zaten er leuk setjes tussen. Opmerkelijk genoeg was een van de twee altijd ondernemend en kwam naar je toe, terwijl de ander lui in de mand bleef liggen. Daardoor kreeg je van de tweede kat weinig hoogte.
Eigenlijk leek een kitten me ook wel een optie. Omdat we driehoog wonen, vallen veel katten af omdat ze een buitenruimte gewend zijn. Maar een kitten weet niet beter en went wellicht makkelijker aan het binnen wonen. Maar bij kittens geldt ook de regel dat je er meteen twee tegelijk moet nemen. Naar het schijnt leren de kittens van elkaar hoe een kat zich hoort te gedragen. Als ze alleen opgroeien, vertonen ze vaak raar gedrag later. Dat wil je ook niet natuurlijk.
Er liepen ook een stuk of twintig katten rond op de boot. Dat zijn de vaste bewoners van de Poezenboot. Sommigen zijn na plaatsing toch weer teruggebracht en andere katten kunnen simpelweg nergens geplaatst worden. Een van hen zag er erg verfomfaaid uit. Een echte straatkat. Hij kwam makkelijk naar je toe, maar sloeg je ook net zo makkelijk met zijn klauwen. Terwijl wij naar de andere katten in de kooien keken, stak de zwerfkat een poot tussen de tralies bij een van zijn medebewoners en tikte wat voer uit het etensbakje.
We gingen met veel indrukken weer richting huis. Morgen gaan we bellen. Ik hoop dat Jack, zoals we de rooie kater nu al genoemd hebben, dan toch beschikbaar is.