Categorieën
Strips

Zelf stripmaker worden

Sinds september 2009 bestaat er in Nederland de eerste hbo-opleiding voor stripmakers. Wat leren de aankomende stripmakers?

Op Artez hogeschool voor de kunsten te Zwolle kunnen studenten Stories & Design zich specialiseren in Comic Design om opgeleid te worden tot professioneel stripmaker. Raymond Hendriks, politiek cartoonist onder de naam Trik en docent op ArtEZ legt dat als volgt uit: ‘Ze moeten een zelfstandige stripmaker zijn met een eigen stijl die op professioneel niveau kan werken. Ze moeten in opdracht kunnen werken en tegelijkertijd zelf een stripboek kunnen maken.’ Stripmaker en collega-docent Hanco Kolk legt de lat net iets hoger: ‘De bedoeling is dat de student over vier jaar hier weggaat als een striptekenaar die in het bezit is van een contract voor een boek of publiceert in een tijdschrift.’

‘Vroeger waren strips taboe op kunstacademies. Toen de mannen van stripcollectief Lamelos hier studeerden (toen nog de kunstacademie in Kampen – red.) mochten ze vier jaar lang geen strips maken. Nu zeggen wij juist: “Ga nu maar wél strips tekenen.” Dat is compleet nieuw op een kunstacademie,’ aldus Hendriks.

In landen als België en Frankrijk zijn opleidingen tot stripmaker al ingeburgerd en leveren vernieuwde en succesvolle auteurs af. De Nederlandse stripwereld loopt achter als het om vernieuwende stemmen gaat, vindt Kolk: ‘Er zijn een aantal factoren die daar een rol in spelen, maar één daarvan was zeker het gebrek aan een opleiding. We hebben op zich goede stripmakers in Nederland, maar te weinig met een eigen stem die het medium nieuwe impulsen geven. Ik hoop dat wij daar met deze opleiding verandering in kunnen brengen.’

In september 2009 startte ArtEZ hogeschool voor de kunsten te Zwolle met Comic Design. Deze bachelor is een specialisatie binnen de vierjarige hbo-opleiding Stories & Design; de andere specialisaties zijn graphic design, illustratie en animatie.

Proefkonijnen
Zonder Kolk was de specialisatie er misschien nooit gekomen. Hij stuurde in 2008 een bericht naar ArtEZ met daarin de boodschap dat er een opleiding voor stripmakers moest komen. ‘Dat bericht kwam als het ware als geroepen,’ legt Sytse van der Zee, docent en coördinator Comic Design, uit. ‘Vanwege het verhalende aspect zou zo’n opleiding perfect passen bij onze interdisciplinaire opleiding Stories & Design.’

Kolk wilde hoe dan ook dat de stripopleiding in september zou beginnen: ‘Er waren wel andere academies die zaten te snuffelen maar Zwolle was het snelst. Toen Sytse op een middag bij me op bezoek was zei ik tegen hem dat het geen kwestie was of er een stripopleiding kwam maar dat het alleen de vraag was waar die zou komen. Toen was het snel geregeld.’

Het onderwijsteam van Comic Design bestaat op dit moment uit Kolk, Hendriks, Van der Zee en associate professor Anke Feuchtenberger, stripmaker en professor aan de Hogeschule fur Angewandte Wissenschaften in Hamburg. Feuchtenberger geeft twee keer per jaar een lezing en een tweedaagse workshop. Iedere docent heeft een specifieke rol binnen het geheel. Waar Kolk vooral fungeert als inspirator en de studenten een passie voor het medium bijbrengt, verzorgt Hendriks de actualiteit en redactie binnen bij de studierichtingen Illustratie en Comic Design.

In zijn lessen speelt Hendriks de rol van artdirector: ‘Ik geef ze heel gerichte opdrachten. De studenten moeten een strip maken over een onderwerp of artikel. Die strip moet dan aan concrete eisen voldoen wat betreft de lengte en het kleurgebruik. En ze moeten zich aan een strikte deadline houden.’ Professionaliteit betekent ook niet zeuren, volgens Hendriks: ‘Vaak zeggen studenten “dit is niet mijn ding’, of “met dit onderwerp kan ik niets” en daar moet je bij mij niet mee aankomen. Je moet er gewoon iets van kunnen maken.’

Het onderwijsprogramma is nog in ontwikkeling. De eerste twee jaar zijn uitgestippeld, het derde en vierde jaar in grote lijnen. Kolk: ‘We maken nu een lesplan. De tweedejaars zijn er vanaf de zijlijn ingestroomd en zijn eigenlijk proefkonijnen. Ik hou elke week bij wat we doen en wat wel en niet werkt.’

Zelfontplooiing
Om van de studenten professionele stripmakers te maken is er een traject uitgestippeld waar ruimte is voor theorie, techniek en zelfontplooiing. De eerste twee jaar krijgen de stripmakers ook veel algemene kunstacademievakken voorgeschoteld. Vakken als vormstudie (het tekenen van modellen, voorwerpen en landschappen), vaardigheden met applicaties als Photoshop, typografie, scenarioschrijven, kunstgeschiedenis en filosofie passeren de revue. In de toekomst moeten daar vakken gericht op zelfstandig ondernemen en kennis over de uitgeverswereld bij komen.

Comic designers krijgen vanaf de propedeuse vaklessen met concrete opdrachten die zó uit de praktijk hadden kunnen komen. In het tweede semester gaan ze aan de slag met een denkbeeldig futuristisch warenhuis als thema. Hiervoor dienen de studenten verschillende items te visualiseren en uit te werken: van promotiefilms op YouTube tot en met de ruimtelijke weergave van een van de afdelingen binnen het warenhuis. De tweedejaars maken rond het thema Frozen Charlie, een porseleinen pop uit Victoriaanse tijd, een reeks beeldverhalen. Charlie fungeert als hoofdpersoon, maar hoe de studenten daar invulling aan geven mogen ze zelf weten. De een komt met een moordlustige, bezeten Charlie, de ander maakt een strip over het verzamelen van dit collector’s item.

Oogst
Dat er veel nadruk ligt op individueel onderwijs wordt meteen duidelijk als ik donderdag 4 februari ArtEZ bezoek – de eerste praktijkdag van het nieuwe semester. ’s Ochtends geeft Kolk les aan de tweedejaars, een groep van drie studenten waaronder een Duitse uitwisselingsstudente. De vierde tweedejaars zit ziek thuis. Het gezelschap zit in een simpel zolderlokaal. Voor hen op een groep aaneengesloten tafels liggen strips, schetsen en enkele exemplaren van het tijdschrift Oogst dat ArtEZ twee keer per jaar uitgeeft en wat de studenten zelf maken: ze publiceren hun werk, geven het blad vorm en voeren de redactie.

Kolk heeft de studenten een strip laten meenemen en hen daarover een gerichte vraag gesteld die ze na enige bedenktijd moeten beantwoorden. Amanda Majoor heeft de Britse strip Tank Girl meegenomen omdat de tekenstijl haar aanspreekt. De stripmaker gebruikt in het verhaal op een gegeven moment fotomateriaal en Hanco wil weten wat het effect daarvan is. Vanuit de praktijk wil hij ze techniek bijbrengen. ‘Je moet leren strips te lezen als collega-stripmaker. Het is belangrijk dat je ontdekt wat een bepaalde techniek met je doet, zodat je er afstand van kan nemen en kan kijken wat voor effect het heeft. Dan kun je het zelf toepassen,’ legt hij Amanda en schoolgenoten uit.

De tweedejaars krijgen als leeshuiswerk specifieke titels op die klassikaal besproken worden, de propedeuse studenten worden geacht zelf iedere week een strip te lezen. Om hun kennis van de stripwereld te vergroten krijgen de comic designers artikelen mee over de stripwereld en bekende striptekenaars. In de eerste week van het nieuwe semester is dat de Amerikaanse stripmaker Chris Ware. Het is de bedoeling dat ze zelf ook research doen en zijn strips lezen. In toekomstige gastlessen zullen stripmakers en specialisten hun de kennis van de stripwereld overbrengen.

Artez_Kolk-studenten

Schetsboekje
Na de les is Kolk tevreden: ‘Ik vind het bijna ontroerend om te zien hoe de tweedejaars vooruit zijn gegaan. Vooral wat betreft de verdieping in de materie.’

Na de lunch geeft hij in hetzelfde zolderlokaal les aan een grote groep propedeusestudenten die rondom de tafels knusjes tegen elkaar aan zit. Op de grond zit een student illustratie met laptop: ze is nieuwsgierig naar Comic Design. Studenten stellen elkaar gerichte vragen tijdens de twee stripboekpresentaties. Sommigen luisteren aandachtig, anderen zitten in hun schetsboekje te tekenen. Het mag allemaal.

Een studente behandelt Het Model van Edmond Baudoin, ze concludeert dat er veel autobiografische elementen in het verhaal zitten. ‘Zou je dat zelf durven?’ vraagt Kolk. ‘Ik denk dat ik daarvoor niet zo boeiend ben,’ antwoordt ze. Later gaan ze dieper in op de uitvoering van het Warenhuisproject, waar Van der Zee die ochtend een briefing over heeft gegeven, verder komen de distributie van Oogst en een aanstaande expositie ter sprake.

Het eerste halfjaar liet Kolk de stripmakers in spe kennismaken met de mogelijkheden van het medium. De studenten moesten bijvoorbeeld de stripdagen bezoeken en daar een verslag in stripvorm van maken. Ook stond een stripadaptatie van een scène uit hun favoriete roman op het programma.

David Lynch
’s Middags geeft Van der Zee ‘perspectief’, een les gericht op de persoonlijke zoektocht van de student. Ze kloppen bij de docenten aan met problemen waar ze mee worstelen. Van der Zee: ‘Die lessen zijn bedacht om de studenten steeds duidelijker te laten formuleren wat ze nu eigenlijk willen.’ Abe Borst, tweedejaars, is erg enthousiast over perspectief: ‘Je mag zelf bepalen waar je je in verdiept. Je krijgt wel begeleiding van een leraar die feedback en tips geeft, maar je kunt heel persoonlijk aan de slag en daardoor veel over jezelf ontdekken. Ik ben erdoor meer gaan experimenteren om te zien hoe ik op andere manieren tot een mooi beeldresultaat kan komen.’

‘Een studente gaf aan dat ze het soort verhalen wil maken dat bij de lezer hetzelfde gevoel oproept als dat de verhalen van David Lynch bij haar oproepen,’ legt Kolk uit. ‘Ik wil dan weten wat haar precies daarin aantrekt en hoe ze dat wil vertalen in haar werk. Meestal komt dat al een beetje in het werk naar boven.’

Loslaten
De meeste studenten die voor Comic Design kiezen hebben al met het medium gestoeid. Waar een aantal eerstejaars volgens Kolk tegenaan loopt is dat ze zich een bepaalde stijl hebben eigen gemaakt. Ze zijn in trucjes vervallen en moeten die in nu weer afleren. Voor propedeusestudent Kimberly Geelen is loslaten het belangrijkste wat ze in het afgelopen halfjaar geleerd heeft: ‘Als je iets gemaakt heb, ben je er meestal zó trots op dat je niets anders wil maken. Ik heb geleerd dat je werk dan niet af is. Je moet dan eigenlijk weer opnieuw beginnen. Je weet dat je dit kan en je moet nu proberen verder te komen, je grens verleggen.’

Op Stories & Design studeren op dit moment ruim zestig eerstejaars, een deel daarvan heeft al laten weten stripmaker te willen worden, een deel weet het nog niet. Van der Zee schat dat er tussen de twaalf en zeventien studenten die richting zullen kiezen.
Met pakweg vijftien studenten die in de toekomst jaarlijks zullen afstuderen rijst de vraag of die genoeg werk zullen vinden in de stripwereld. Kolk is positief: ‘Momenteel is het medium behoorlijk in beweging. Ieder jaar komen er nieuwe verrassende toepassingen bij, zoals nieuwe genres. Ik ga er dus vanuit dat de mogelijkheden voor nieuwe stripmakers en zeker voor degenen die van deze opleiding komen, zullen toenemen. Tegelijkertijd moet je – als je ambitie hebt en een nieuwe weg in wilt slaan met strips – ook voor een groter publiek gaan werken en buiten het taalgebied kijken.’

Hendriks vult aan: ‘Als ik eerlijk ben zou ik zeggen dat er al te veel stripmakers zijn, maar eigenlijk moet je het zo zien: er zijn al te veel stripmakers die slecht werk maken. Goede stripmakers, daarvan zijn er echter nooit te veel.’

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #12.

ArtEZ schrijft zelf de naam ArtEZ met deze hoofdletters, ze staan voor de beginletters van de steden Arnhem, Enschede en Zwolle waar de locaties van deze academie staan.

Alle foto’s: Reyer Boxem.

Illustratie: Hanco Kolk.

Door Michael Minneboo

Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.

20 reacties op “Zelf stripmaker worden”

Een fantastisch initiatief. Ik begin te geloven dat de Nederlandse strip langzaam maar zeker uit een dal omhoog aan het klimmen is. Met de terugkeer van stripbladen, een serieuze prijs en nu een echte opleiding. Ik ben heel benieuwd wat voor mooie dingen dit gaat opleveren.

Ik ben erg benieuwd hoe alle inspanningen van de afgelopen pakweg 2 jaar zich in de toekomst zullen uitbetalen. In ieder geval is het erg interessant voor mij als stripjournalist, want er is genoeg om over te schrijven 🙂

Ik was de eerste lichting van de studie Kunst & Design, Audiovisuele Vormgeving. Toen ik afstudeerde, was de opleiding al weer opgeheven. Ik hoop dat Comic Design een langer leven beschoren is!

Oe, dat klnkt niet best. Al maakt dat je wel uniek natuurlijk! 🙂 Ik denk dat Comic Design here to stay is, in ieder geval voorlopig. De mensen die ik sprak – docenten en studenten – waren allemaal enthousiast en aangezien het in Belgie ook al een tijdje goed gaat, ben ik positief gestemd.

Ik hoop ook voor ze dat ze het lang volhouden. Een hele prestatie om dit voor elkaar gekregen te hebben.
Persoonlijk geloof ik echter niet heel erg in de opleiding. Niet dat de leerlingen niet goed worden opgeleid (met Kolk als docent kan het niet misgaan), maar in de toekomst van de leerlingen. Okee, dan ben je afgestudeerd. Vier jaar strips tekenen voor school en dan? Misschien komt het door mijn paar jaar ervaring als freelance tekenaar maar ik zie er weinig heil in in Nederland. Okee, ik ben geen goede tekenaar en ook nog eens zonder striptekenaarsopleiding, maar dan nog…Nederland en strips. In deze digitale tijd. Ik geloof er niet erg meer in, hoe zeer ik het ook betreur…

Hey Menno,

Leuk dat je als ervaringsdeskundige reageert. Denk je niet dat de toekomst er wat rooskleuriger uitziet dan pakweg een paar jaar geleden?
De studenten die afstuderen als stripmaker zijn natuurlijk niet beperkt tot het Nederlandse taalgebied als het om werk gaat. En je argument van de digitale tijd snap ik niet zo goed: wat heeft het digitale tijdperk volgens jou te maken met het lezen van strips? Of denk je dat er teveel afleiding is om nog aan het lezen van strips toe te komen.

Op dit moment lijkt er juist een opleving te zijn: nieuwe aandacht, nieuwe boeken die de grenzen van het medium exploireren en verder kijken dan de gemiddelde Eppo-strip. Dat zijn toch interessante ontwikkelingen.

Ik geef toe dat ik wat verbitterd ben door mijn avonturen in stripland. Laat ik het dan zo zeggen: ik geloof er zelf niet meer zo in. Ook al kan je de sterren van de hemel tekenen, het is en blijft een moeilijk en financieel onzeker vak. Als je aan de bak kunt buiten Nederland, dan gaat het al wat makkelijker (Belgie, Frankrijk, Amerika). Maar anders…ik weet het niet.

Los daarvan vind ik een opleiding in striptekenen niet heel erg nodig. Genoeg talent in Holland, dat is nooit een gebrek aan geweest. Een opleiding in strips aan de man brengen daarentegen, ja dat kan nuttig zijn.

En met digitaal bedoel ik inderdaad publicatiemogelijkheden in krant en tijdschrift en het feit dat men minder snel een stripboek koopt.

Dat het een moeilijk en onzeker vak is, ben ik meteen met je eens. Datzelfde geldt voor andere kunstprofessies, en ook voor freelance journalisten. Je ziet wel dat de opleidingen in Vlaanderen al een paar heel goede stripmakers hebben voortgebracht en die komen wel aan de bak, hun boeken liggen in de winkel. Da’s positief. Dat Nederland talent heeft te bieden op strips is een feit, en dat de studenten als een soort ondernemers worden opgeleid lijkt me zeker goed. Veel stripmakers rommelen maar wat aan als het om promotie van hun werk gaat. Alleen goede strips maken is niet genoeg. Je moet het ook aan de man weten te brengen inderdaad.

Ik geloof wel in kunstopleidingen: ik heb zelf profijt gehad van een de opleiding audiovisuele media aan de HKU ook al zou je kunnen beargumenteren dat je het maken van video’s ook uit jezelf kunt leren. Alles op 1 plek binnen 1 opleiding helpt wel in plaats van dat je zelf het wiel moet uitvinden.

Overigens toch leuk dat je ondanks je verbitterdheid wel weer sinds kort zelf aan het tekenen bent geslagen: http://www.mennomail.nl/2010/03/21/see-my-life-in-a-comic/

Ik geloof ook in kunstopleidingen, alleen ik heb mijn twijfels bij deze stripopleiding (in Nederland).

En ja, tekenen is gewoon te leuk om niets mee te doen!

Ik begrijp wel wat hij bedoelt. Ik heb zelf een grafische opleiding gedaan waarbij we alles met de hand leerden, tot en met rasteren van foto’s en airbrushen. De helft van de opleiding bestond uit schetsen en diverse soorten tekenen. Lettertekenen, perspectief tekenen, Amerikaanse projectie, natuurtekenen. Maar wat doen die oudstudenten daar nu mee? Als ze al werken in het grafische, werken ze als DTPer, digitaal vormgever of webdesigner, maar getekend wordt er zelden.

Het is niet het probleem dat er te weinig tekenaars zijn. Het is zelfs niet het probleem dat er niet getekend wordt. Er is gewoon geen vraag naar / er wordt geen vraag naar gemaakt. Want wat dat betreft ben ik het met Kolk eens, dat het ook een kwestie is van: het medium verkópen.

Met het ‘verkennen van andere taalgebieden’ raakt Hanco Kolk overigens een interessant punt. Want als die taalbarrière het probleem is, waarom worden buitenlandse strips dan niet vaker vertaald op de Nederlandse markt gebracht, of andersom?

Daarnaast: Nederlanders hebben weinig moeite met Engels en Engelstalige strips lopen nou ook niet bepaald storm.

Ik wil het niet de grond in praten maar je moet wel realistisch blijven. Een opleiding voor striptekenaar? Als ik ging studeren zou ik dat graag kiezen! Maar dat alleen is bij lange na niet genoeg om de strip als medium veel populairder te maken.

Het gaat er Kolk specifiek om het feit dat nog relatief weinig Nederlandse strips vertaald worden en worden uitgegeven in het buitenland. Op dit moment is het op de Nederlandse markt uitbrengen van vertaalde strips niet het probleem: dat gebeurt veelvuldig en die boeken verkopen naar mijn weten ook goed.

En nee: een opleiding is niet het enige middel dat nodig is om de strip populair te maken bij het publiek. Helemaal me eens. Daar zijn ook andere middelen voor nodig. Maar volgens de oprichters van de opleiding wel noodzakelijk om de sector te professionaliseren.

Ik geloof dat het tijd is dat ik mijn beeld van de strip-business eens grondig ga bijstellen. Ik had geen idee dat het er zo professioneel aan toegaat. Wow.

[…] Sinds de opleiding in Zwolle in september 2009 begon, hou ik die graag in de gaten. Het is interessant om te zien hoe de eerste Nederlandse stripmakersopleiding zich ontwikkelt en hoe de studenten het ervan afbrengen. Vorig jaar had ik de eer om een college te geven over mijn favoriete webhoofd en ik hoop later dit jaar wederom een college te geven aan nieuwe toehoorders van de opleiding. […]

[…] Sinds de opleiding in Zwolle in september 2009 begon, hou ik die graag in de gaten. Het is interessant om te zien hoe de eerste Nederlandse stripmakersopleiding zich ontwikkelt en hoe de studenten het ervan afbrengen. Vorig jaar had ik de eer om een college te geven over mijn favoriete webhoofd en ik hoop later dit jaar wederom een college te geven aan nieuwe toehoorders van de opleiding. […]

Wat een mooi artikel. Informatief en zorgde er bij mij voor dat ik eens verder ga kijken bij deze opleiding. Zeker voor mij als stripschrijver de moeite waard om eens te kijken. Helemaal nu een van de studenten me benadert heeft voor het uitvoeren van een studie opdracht. Bedankt

Reacties zijn gesloten.