Ik loop door de grote winkelstraat bij mij in de buurt en zie dat de sierverlichting weer boven de straat is opgehangen. Dan is het dus november. Nu ben ik niet iemand die last heeft van een najaarsdip: ik ben dol op de herfst. Maar het vooruitzicht van de tijd tot en met oud en nieuw stemt mij wel enigszins somber.De jaarlijkse commerciële climax is weer aangebroken. Sinterklaas, de Kerstman en een gedicteerd familiegevoel dwingen mensen om zich een hartaanval te stressen door de jacht naar cadeaus tijdens ingelaste koopavonden en overdrukke zaterdagen. Walgelijk. Dit gaat lang niet meer over de waarden waar Kerst oorspronkelijk voor bedacht is – al heb ik daar ook niet zo veel mee op.En dan de kerstdagen zelf. Ik ben in de loop der jaren allergisch geworden voor verplichte gezelligheid. Ik prijs me gelukkig dat ik niet op dag 1 met mijn familie en op dag 2 met schoonfamilie hoef door te brengen. Da’s mij allemaal te benauwd.Anderzijds kunnen de kerstdagen het beste worden doorgebracht met z’n tweeën – samen ontsnappen aan de gekte en verstikkende ‘gezelligheid’. Herinneringen aan vrolijke kerstdagen met voormalige vriendinnetjes schieten door mijn hoofd, terwijl ik de winkelstraat uit loop: veel betekenend in elkaars ogen kijken terwijl de kerst erna haar plek onder de kerstboom leeg blijft.En wat te doen met Oud & Nieuw? Hangen in een overvolle kroeg maakt het gebeuren tot niet meer dan een zaterdagavond. Misschien maar weer zoals vorig jaar: ik kwam toen ’s ochtends terug uit Tilburg waar een vriend mij langs zijn favoriete gelagkamers had meegenomen. De rest van de dag heb ik lekker gesuft op de bank, luisterend naar mijn favoriete muziek van dat moment. Beetje wegdromend in een wolk van slaaptekort, hoopvolle toekomstwensen en een vleugje zoete nostalgie. Hoe dan ook: het wordt weer doorbijten tot het ontwaken van het nieuwe jaar.Hoe breng jij december door? En heb jij ook last van holiday blues of juist helemaal niet?
Auteur: Michael Minneboo
Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.
Webcomic: Review Freddie and me
Mike Dawson, woonachtig in Brooklyn NY, ging begin jaren negentig in New Jersey naar de middelbare school. Op zich zijn dit geen opmerkelijke feiten, maar Mike wist zijn tijd op de middelbare school om te zetten in een boeiende webcomic.De comic – een voorpublicatie van de graphic novel Freddie and Me die volgend jaar zal uitkomen – gaat over zijn ervaringen met de dood van Queen-zanger Freddie Mercury. Mercury stierf, zoals iedereen zal weten, in 1991 aan Aids. Voor sommige muziekliefhebbers stierf hiermee een originele artiest en een van de beste zangers uit de popmuziek. Voor die mensen is de strip dan ook geknipt.Maar los daarvan heeft Dawsons comic een universele aantrekkingskracht. De pubertijd is bij uitstek het moment waarin je je verliest in de passie voor een artiest. Popmuziek is het perfecte middel om je in die onzekere tijd te profileren en een identiteit rondom op te bouwen. Wat Dawson heeft met Mercury had deze auteur onder andere met Prince (AKA de Kleine Geile Dwerg) en The Beatles. Op een bepaalde manier blijft de muziek uit die tijd je altijd bij.Almost famous
Muziek is een binding met het verleden. Wat en wie we aanhangen bepaalt voor een deel wie we zijn. En hoe anderen ons zien. Dat deze ervaring tot de verbeelding spreekt, bewees regisseur Cameron Crowe al met zijn Almost Famous, waarin zijn jongere alter ego voor Rolling Stone Magazine op stap mag met de band Stillwater. Ook de film Detroit Rock City van Adam Rifkin is hier een voorbeeld van. Een stel kids maken een odyssee door om een Kiss-concert bij te wonen. Coming of age is prima, maar dan wel graag met de juiste soundtrack.Tot zover de nostalgische gedachten die de comic losmaakt. Hoe zit het met de comic zelf?
Dawson heeft met Freddie and Me een persoonlijke strip gemaakt. Duidelijk komen zijn liefde voor de muziek naar voren, verbonden met scènes uit het leven van alledag. Hij heeft hiervoor het perspectief van een tiener gekozen – net als Crowe een jongere versie van zichzelf. Het is een autobiografische strip, al valt niet te zeggen wat werkelijk is gebeurd en wat niet. Dat is ook niet belangrijk, want de gebeurtenissen hebben een eigen authenticiteit die los staat van de werkelijkheid.Authentiek
De authenticiteit wordt versterkt door het feit dat Dawson schijnbaar dicht bij zichzelf is gebleven. We lezen zijn gedachten en meningen. De monolooginterieur van Mike is de leidraad in de comic. Zijn gedachten filteren soms letterlijk alle andere geluiden uit. Dit wordt zichtbaar gemaakt door zijn tekst over de andere tekstballons te plaatsen. Point-of-view shots versterken het idee in het hoofd te zitten van Dawson.In de tekstkaders springt Dawson soms over van de monoloog van de verteller naar de gedachten van het personage in de strip. Dit gebeurt erg organisch en wordt nergens onoverzichtelijk.Mike heeft in de comic zijn mening duidelijk klaar. Zijn vriendinnetje hangt bands aan als Nirvana, maar Mike gaat duidelijk voor de echte rock:
“I don’t like alternative music because I like to listen to singers that can actually sing.” (Kurt Kobain zou zich in zijn graf omdraaien.) En verderop: ‘That’s really why I only like classic Rock. Newer music just doesn’t take any talent. Nobody around today is as good as Freddy Mercury.’
Dit soort uitspraken versterken het idee van blinde adoratie voor Mercury. Hierdoor weet Dawson een typische tiener neer te zetten, vol met eigen vooroordelen en kortzichtigheden. Ook de ontwikkeling die Mike doormaakt wordt door de tekst duidelijk gemaakt. Is hij eerst nog een grote fan van de film Wayne’s World (toen Mike Meyers nog geen Austin Powers was) omdat het nummer Bohemian Rapsody daarin voorkomt, enkele weken later is zijn mening tegenovergesteld omdat iedereen het opeens een cool nummer vindt door de film. Als iedereen Queen cool vindt, dan mist de jonge Mike een kans om zich te onderscheiden van zijn klasgenoten. Bovendien is hun mening natuurlijk niet oprecht die van een fan en komt hun enthousiasme voor Queen puur vanuit Wayne’s World.
Dawson is een visueel verteller: afgezien van het eerder genoemde tekstvoorbeeld, deelt Dawson soms plaatjes op in verschillende kaders, waarna hij tussenliggende kaders gebruikt om de herinneringen van de personages weer te geven. In een scène ligt Mike op bed terwijl hij terugdenkt aan een afspraak. Door het visuele afwisselen van de stripplaatjes en het letterlijke overvloeien van tekst en gedachten is Freddie and Me een voortstuwende en vloeiende vertelling. (Zie onderstaande voorbeeld.)
Cartoonesk
De comic is rijkelijk geïllustreerd in een cartooneske stijl. Daar hou je van of niet. De helden van Queen zijn herkenbaar maar niet echt gelijkend. Overigens heeft de tekenaar van zichzelf ook een aardige karikatuur gemaakt.Qua vertelling springt Freddie and Me boven het maaiveld uit als we de comic vergelijken met bijvoorbeeld Misfit’s Journey van Ben Adams. Beide zijn autobiografische comics. Maar waar Adams slechts schetsmatige scènes schrijft die niet goed weten te engageren, weet Dawson de lezer dus wel bij het lot van zijn personages te betrekken. Ook zijn bij Dawson de dialogen goed, terwijl die van Adams toch vooral samenvattingen van meningen zijn. Kortom: als autobio-comic is Freddie and Me gewoon beter geslaagd.Op dit moment zijn er een kleine zeventig pagina’s gepubliceerd. Het verloop van het verhaal hangt nog in het midden – het is niet geheel duidelijk waar het nog naar toe gaat. In ieder geval is de strip een mooi voorbeeld van een striptekenaar die zijn eigen ervaringen op een beeldende manier weet vorm te geven. Een manifest over de liefde voor zijn held. En dat maakt de strip al het lezen waard. Of je nu van Queen houdt of niet. Daarnaast valt er een hoop te herkennen voor iedereen die als jonge tiener op de middelbare school op een of andere manier met muziek bezig was.
Gastauteur: Niet dood, maar ook nog niet levend
Gastauteur Hans Bruin over de nieuwe technische snufjes in het onderwijs die zelfs docenten versteld doen staan.
De Nederlands MBO-scholier is trots bezitter van een mobiel. Bijna allemaal hebben ze zo’n ding. Wat jammer dat ‘ie nog zo weinig gebruikt wordt. Dat ligt natuurlijk aan de leraren.Mag de telefoon uit in de klas? Nou eh.. liever niet. Want je kunt er geweldige dingen mee doen, ook in de klas. Meer dan 50 % van de deelnemers op het MBO beschikt ondertussen over een mobiel waarmee ook beeld en geluid opgenomen kunnen worden. Dat vraagt natuurlijk om gebruikt te worden. Gesprekken opnemen, instructiefilmpjes maken: het ligt binnen handbereik. En de leerling heeft de eigen apparatuur bij de hand.Wie zei ook al weer dat de film dood is?
En wie zei ook al weer dat film een begin, midden en eind moet hebben?
You Tube staat vol van producties die het tegendeel bewijzen.Het onderwijs lijkt klaar voor nieuwe ontwikkelingen. Vakken zijn omgevormd tot modules, eindtermen door competenties, en landelijke eindexamens door persoonlijke portfolio’s. Laat maar zien wat je kunt! En ondertussen blijft de gemiddelde MBO’er toch maar duffe verslagjes typen, geïnspireerd door de websites die Google selecteerde. Waarom de eigen creativiteit en de mobiel niet ingezet? Ik vraag het aan wat leerlingen en docenten.’Mag je tegenwoordig ook filmpjes inleveren als bewijsmateriaal van je kunnen?’ vragen de leerlingen verbaasd. En ja: dat mag. Sterker nog: de nieuwe onderwijswet stimuleert om op weg naar het diploma een zo’n divers mogelijke digitale portfolio aan te leggen met al het benodigde bewijsmateriaal van het vereiste kunnen.’Ik heb geen idee hoe dat zou moeten!’ verzuchten docenten in eerlijkheid. Want van het onderwijzend personeel heeft nog geen 10% een videofunctie op de mobiel. Laat staan dat ze weten hoe die te gebruiken.Ik weet het eerlijk gezegd ook niet. Mijn mobiel heeft nog een dieselmotor. Niks “bling bling,” niks camera. Dus laat ik me eerst maar uitleggen wat een mp3 is. En een mp4. En welke andere termen ik moet kennen om op basisniveau mee te kunnen praten over de audiovisuele inzet van de mobiel in het onderwijs. En laat ik ook gerust oefenen met het verzinnen van ‘mobiele telefoon opdrachten’, voor ik collega’s ga betrekken.Ik grijp Mike’s Webs aan om jou om advies te vragen. Hoe krijgen we de Nederlandse scholier aan de slag met de mobiel? Want ook al is film nog lang niet dood, in de klas moet ‘ie nog tot leven gewekt worden.Hans Bruin Docent ROC Horizon CollegeBruih001 [AT] horizoncollege.nl
Film: Superman returns
Bryan Singer heeft voor zijn Superman Returns goed naar zijn voorbeelden gekeken en een eigentijdse remix gemaakt. Begin december komt de film uit op DVD.
Als een god zweeft Superman boven de aarde, badend in het licht van de gele zon die zijn krachten voedt. Op deze hoogte kan de Redder van de Mensheid alles horen wat er op de aarde gebeurt en is hij in staat bij ieder onheil in te grijpen. Het is een bekend beeld van de stripheld – alleen is het in Superman Returns de vraag of de wereld nog wel op haar redder zit te wachten. Na een mysterieuze afwezigheid van vijf jaar keert Superman terug op aarde. Inmiddels is iedereen gewend geraakt aan een leven zonder hem, zelfs ex-geliefde Lois Lane. Ze is verloofd en heeft een zoon. Met het artikel ‘Waarom de wereld geen Superman nodig heeft’, nam ze afscheid van haar jeugdige crush. Wanneer Lex Luthor vrijkomt uit de gevangenis, blijkt dat de wereld helemaal niet zonder Superman kan. En Lois uiteindelijk ook niet trouwens.
Spiritueel vervolg
Regisseur Bryan Singer, bekend van de eerste twee X-Men-films, wilde geen nieuwe versie van Superman maken, maar hem slechts updaten:
‘Ik denk dat de Superman-legende niet zo zeer draait om verandering als wel om evolutie. Natuurlijk, hij heeft het opgenomen tegen verschillende schurken en zijn kostuum is in de loop der jaren ontelbare keren aangepast. Zeker in deze film krijgt hij te maken met grote veranderingen nu hij vijf jaar is weggeweest. En toch blijft er een ding constant … zijn inherente eigenschap zijn speciale krachten te gebruiken om een leidend voorbeeld te zijn en door goed te doen in de wereld.’
Superman Returns is het spirituele vervolg op Superman: the Movie van Richard Donner en Superman II van Richard Lester. Singer heeft zich duidelijk door deze films laten inspireren, Superman Returns zit vol met verwijzingen naar Donners film. Veel situaties zijn rechtstreeks afgeleid van Superman: The Movie. In die film ontmoetten Superman (Christopher Reeve) en Lois elkaar voor het eerst toen hij haar redde uit een neerstortende helikopter. Nu redt hij haar uit een neerstortend vliegtuig. In beide films maakt hij de opmerking dat vliegen statistisch gezien nog steeds de veiligste manier van reizen is. En Superman Returns bevat meer dialogen die als een echo de eerste films oproepen. De personages lijken op het eerste gezicht dan ook niet veel aangepast te zijn. Hoewel Kate Bosworth met haar 23 jaar eigenlijk te jong is voor de rol van Lois Lane, heeft haar Lois nog steeds moeite met spellen. “Schrijf je catastrofe met dubbel ‘f’?”, vraagt ze net als Margot Kidder die eerder de rol speelde.
Christopher Reeve
Acteur Brandon Routh lijkt qua uiterlijk wel wat op Christopher Reeve en de manier waarop Routh Superman en Clark gestalte geeft, lijkt in ieder geval geïnspireerd te zijn op het acteerwerk van Reeve. Overigens waren beide acteurs onbekenden voordat ze het tenue van de Man van Staal aantrokken. Donner en Singer kozen opzettelijk voor een opkomend talent, zodat het publiek niet afgeleid zou worden door rollen die ze eerder hadden gespeeld. De rol van Superman is dus niet weggelegd voor grote Hollywoodsterren.Superman Returns kent meer overeenkomsten met zijn voorgangers. Decors zoals Supermans ijsfort (the Fortress of Solitude) en de boerderij van de familie Kent zijn weliswaar iets aangepast, maar nog steeds goed herkenbaar als de ontwerpen van John Barry uit de eerste film. De muzikale score is een exacte kopie van de thema’s die John Williams componeerde. Dit samplen is ook doorgevoerd in de rolbezetting: Superman Returns bevat opnames van Marlon Brando – de inmiddels overleden acteur die Supermans vader Jor-El in de eerste film speelde. Dankzij deze beeld- en audiosamples geeft Jor-El vanuit het graf van Brando nog steeds wijze raad aan zijn zoon Kal-El/Superman.
Eigen verhaal
Het resultaat van deze overeenkomsten is dat Superman Returns een eigentijdse hommage aan de eerdere films is geworden. Singer probeert echter ietwat krampachtig een gevoel van déjà vu te creëren. Als hij dit streven halverwege de film loslaat, wanneer de sfeer en personages zijn verankerd, voelt Singer zich zeker genoeg om zijn eigen verhaal te vertellen. Op dat moment worden de verschillen tussen beide films duidelijk en is er werkelijk sprake van evolutie en een eigentijdse versie.Singer en Donner vertellen beiden een episch verhaal, waarin de romance tussen Superman en Lois een belangrijke factor is. In Donners film zitten echter slapstick en campelementen die het superheldenverhaal relativeren. Singers versie is daarentegen veel serieuzer en integer van toon. Wanneer hij humor toepast, is dat voornamelijk in de vorm van oneliners. Een zelfde stijl herkennen we in de X-Men-films. Brandon Routh zet een ietwat verlegen en gevoelige Clark neer. Heel anders dan de onhandige sukkel van Reeve. Clark heeft nu meer diepgang en dit vergroot het inlevingsvermogen van de kijker. De Lex Luthor van Kevin Spacey is minder cartoonesk dan Gene Hackmans versie. Al heeft Luthor zijn voorliefde voor grondbezit en het uiten van vermakelijke oneliners niet verloren, toch zet Spacey met zichtbaar plezier een dreigendere Luthor neer dan Hackman. Ondanks overbluffende specialeffecten en de kleine nuanceverschillen die Singer toevoegt, is dit vijfde deel nog het beste te omschrijven als een remix van de beproefde formule. Daarmee heeft Singer in feite een Superman-film gemaakt die perfect thuishoort in dit tijdperk van samplen en hergebruik van oud materiaal.
Top 5 Ergernissen 2006
Mijn Ergernissen Top 5 van 2006
1. Balkenende op tv die met een zelfingenomen glimlach een grappig bedoelde opmerking maakt die alleen door zijn achterban wordt gesnapt.
2. Balkenende op tv met het geluid uit
3. Balkenende op de radio
4. Balkenende mét foto in de krant
5. Balkenende genoemd in de krant
Mijn grootste nachtmerrie van dit moment is een verkiezingsuitslag waarmee Jan Peter wederom premier van dit land wordt. Gezien de huidige peilingen lijkt deze nachtmerrie nog niet zo ver van de werkelijkheid af te zitten als wenselijk. Laten we allen hopen op een betere toekomst.
Ondertussen krijg ik wel een beetje genoeg van het feit dat je constant over lijsttrekkers struikelt: je kunt geen krant openslaan of televisiezender opzetten of daar is er weer een. Ik zal blij zijn als we die verkiezingen achter de rug hebben. Tot die tijd gaat deze jongen alleen nog maar dvd’s kijken.
Voor meer ongezouten politieke meningen, surf naar http://poliziek.nl.
Zie ook: Het beeld van Balkenende en Sparren met rechts.
Chasing Amy 2: Thema’s in Amy
In Chasing Amy worden enkele interessante thema’s uitgewerkt die als typische Kevin Smith-onderwerpen bestempeld kunnen worden. Dat maakt Kevin Smith dan ook tot een auteur. In de wereld van de cinema wordt met ‘auteur’ een filmmaker bedoeld die een herkenbare stijl heeft en/of aan terugkerende thema’s te herkennen is. De term ‘auteurisme’ is bedacht door André Bazin (filmrecensent en filmwetenschapper) in het artikel ‘La politique des Auteurs’, geschreven in 1957. De jonge honden van de Franse Nouvelle Vague namen de term ter harte en bestempelden zichzelf aan het begin van hun filmcarrière ook meteen als auteur, maar dat even terzijde. Tegenwoordig zou je bijvoorbeeld Tim Burton een auteur mogen noemen. En wat mij betreft Kevin Smith ook.Liefdesperikelen
Het belangrijkste thema van Amy is de relatie tussen mannen en vrouwen. Bij Smith gaat ’t vaak om de Ware, de break-up en de make-up. Dante uit Clerks twijfelt of zijn huidige vriendin wel de ware is nu zijn ex weer contact met hem zoekt. Mallrats draait om de vraag of de twee vrienden T.S. Quint en Bruce Brodie hun twee ex-vriendinnetjes kunnen terugveroveren. In Amy wordt Holden verliefd op Alyssa, maar raakt hij haar kwijt door zijn eigen onzekerheid. Jay & Silent Bob Striken niet alleen Back, maar Jay scoort onderweg ook nog eens een leuk vriendinnetje dat volgens hem de Ware is. (En daar bedoel ik niet de aap mee waar hij en Bob aan het einde van de film mee weglopen.) En in Jersey Girl ontdekt Ollie (wederom Ben Affleck) dat de girl next door misschien wel de ware voor hem kan zijn.De relatie tussen man en vrouw verloopt alles behalve makkelijk in het universum van Smith en levert dus genoeg stof op voor hilarische dialogen en situaties. In Clerks II is het nog maar de vraag of Dante op tijd het licht ziet en Becky Scott (Rosario Dawson) als de zijne kiest. Hij moet uiteindelijk kiezen voor wat hij zelf belangrijk vindt en niet wat hij denkt dat hij in de ogen van anderen zou moeten doen. (Overigens zien we bij Smith wel een verschuiving plaatsvinden: zowel in Clerks II als in Jersey Girl speelt behalve het thema de liefde ook de keuze voor het gezin een belangrijke rol. Dit heeft alles te maken met het feit dat Smith zelf een paar jaar geleden vader is geworden.) De ultieme relatie
De relatieproblematiek komt echter het beste naar voren in Chasing Amy. Vooralsnog is Amy de enige film van Smith waarin de liefdesrelatie tussen de personages onherstelbaar beschadigd raakt door de foute keuzes die de man maakt. Dit maakt het dan ook tot een schrijnend mooie film. Holden en Alyssa hebben de ultieme relatie: ze begrijpen elkaar en vullen elkaar perfect aan. Ze hebben het soort relatie dat je slechts een enkele keer meemaakt in je leven – de Ware Liefde. Dat Holden deze liefde uiteindelijk verliest, maakt zijn situatie herkenbaar. De meeste mensen hebben ongetwijfeld die ene grote liefde gekend die ze uiteindelijk zijn kwijtgeraakt. En hoewel ze daar ongetwijfeld veel van hebben geleerd en er een beter mens door geworden zijn, blijft er ergens in hun hart een klein leeg plekje over dat hun geliefde eigenlijk had moeten opvullen. Happy end?
Uiteindelijk gaat Amy dus over het volwassen worden van Holden en over het feit dat hij door zijn fouten een wijzer mens is geworden. (Het cliché dicteert immers dat we van onze fouten moeten leren.) Scott Mosier, de vaste producent van Smith, vindt dat de film vanuit dit thema gezien een positieve boodschap uitdraagt:
‘Ultimately, if you look at the film from my perspective, it has a happy ending because it comes from a place of learning. Holden is a better person for being through that experience. That’s what the end of that movie represents: that he’s stronger and better and touched because of his relationship with Alyssa.Then, because of that, he’s in a position to go out in the world and not make the same mistake. While it’s emotionally sad to see that stupid mistakes made it impossible for Holden and Alyssa to be together, in the end the fact that he has grown through the experience is very positive. At the end of the movie you feel Holden gets it. He’s going to be okay. I think it’s a film about a guy who’s trying to grow up and become a man. And he finally does.’ (Mosier geciteerd in An Askew View van J.K. Muir.)
Aan het eind van de film komen Alyssa en Holden elkaar weer tegen op een stripbeurs (de cirkel is rond, want daar hebben ze elkaar ook ontmoet). Holden hoopt op nieuw contact met Alyssa, maar na een korte conversatie blijkt dat er niet meer in te zitten. Alyssa heeft inmiddels ook een nieuw vriendinnetje. Wel wordt duidelijk dat ze allebei nog veel om elkaar geven, maar dat de schade onherstelbaar is. Uit de strip die hij over de ervaring heeft gemaakt is duidelijk dat Holden inderdaad geleerd heeft van zijn fouten. In het laatste shot van de film keert hij het verleden dan ook letterlijk de rug toe.De volgende keer een kijkje naar de thema’s homoseksualiteit en vriendschap in Amy en het werk van Smith.
Zie ook: De oorsprong van Amy en de recensie van Clerks II.
Column: Sparren met rechts
Van de week zat ik met twee collega’s in de trein. Na de nodige kantoorroddels kwam het gesprek onvermijdelijk op de aanstaande verkiezingen. Wie spreekt over politici in verkiezingstijd heeft het over politieke uitspraken. Uiteraard passeerde Jan Peter Balkenende de revue. Hij grossiert immers in uitspraken die verkeerd worden opgevat. Zijn uitspraak over zijn bewondering voor de VOC-mentaliteit is alweer een tijdje geleden gemaakt, maar blijft een mooi voorbeeld van het verbale gestuntel van onze eerste minister. Opeens klonk er een stem links van mij. Een oudere man mengde zich in het gesprek. Hij liep tegen de zestig, had dun wit haar, een jaren vijftig-bril en de duffe geur van een niet vaak genoeg geluchte kledingkast hing om hem heen. ‘De VOC heeft heel veel goede dingen gebracht voor Nederland’, barstte hij los. ‘Ze hebben ons 250 jaar lang rijkdom gebracht!’ ‘Dat ging wel ten kosten van een hoop mensen die niet vrijwillig hun vrijheid of leven opgaven,’ probeerde ik. ‘Ach, die Javanen waren maar wat blij dat we kwamen. We hebben ze een hoop goeds gebracht.’ ‘Ik denk dat de vele dode Javanen en slaven u tegen zouden spreken,’ zei ik nog, maar de Rechtse Rakker op leeftijd wist van geen ophouden. Hij beweerde zelfs dat het slavendrijven van Nederland maar even geduurd had en dat Nederland het eerste land was dat met deze praktijken was gestopt. ‘Nee hoor,’ wist mijn collega te vertellen, ‘Nederland was een van de laatste landen dat de slavernij afschafte.’ Dit gebeurde in 1863. Denemarken was ons ruim voor, want daar hadden ze het licht al in 1803. (Ironisch genoeg ben ik geboren in de stad waar ooit de VOC is begonnen: het plaatsje Hoorn waar nog steeds een standbeeld staat van Jan Pieterszoon Coen. Coen is een van de grootste slagers uit de vaderlandse geschiedenis. De rijkdom die hij namens de VOC in Hoorn en Nederland bracht was omringd met de muffe geur van duizenden lijken. Maar dat even terzijde.) Mijn station kwam op dat moment in zicht. Terwijl de Rechtse Rakker doorraasde over het fijne VOC-gevoel, nam ik afscheid van deze achterhaalde koloniaal. (Hij had de vader van onze aller Geert Wilders kunnen zijn.) Toen ik de trein wilde verlaten riep de man nog na: ‘Die Marijnissen van jou, dat is de dictator uit Oss! Hij is pas gevaarlijk.’ Hij zegt tenminste zinnige dingen,’ zei ik nog. Toen de trein het perron verliet, voelde ik medelijden met mijn collega’s. Die zaten immers nog een station langer opgescheept met deze incarnatie van Jan Peter, euh, ik bedoel Jan Pieterszoon Coen.
Lees ook: Het beeld van Balkenende
Film: X-men 3
Begin december komt X-Men: The last stand eindelijk uit op DVD. Met dit derde deel neemt regisseur Brett Ratner het werk over van Bryan Singer die ervoor koos om zijn Superman Returns te maken.
De tiener Warren Worthington III probeert koortsachtig de vergroeiing op zijn rug af te knippen terwijl zijn vader de afgesloten badkamer binnenstormt. Schaamte en pijn zijn van het gezicht van de jongen af te lezen. De veranderingen die zijn lichaam ondergaat tijdens de puberteit zijn geen pretje, zeker niet als er engelachtige vleugels op je rug blijken te groeien. Het lukt vader Worthington om een geneesmiddel te ontwikkelen die alle vergelijkbare mutanten uit de X-men-strip- en filmreeks in staat stelt voorgoed van hun aangeboren gaven, afwijkingen en rariteiten af te komen.
Eigenheid
In de X-Men-reeks staan mutanten model voor de universele Ander die, bestookt met vooroordelen en onwetendheid, niet geaccepteerd wordt door de maatschappij. Centraal in X-Men: The last stand staat de vraag of mensen alleen geaccepteerd kunnen worden als zij zich aan de standaarden van die maatschappij conformeren. Gaan mutanten voor ‘genezing’ om opgenomen te worden door de massa, of behouden ze hun individualiteit? De mutant Rogue belichaamt dit vraagstuk het beste. Ze is niet in staat lichamelijk contact met iemand te hebben zonder diens levensenergie te absorberen. In de eerste film ontdekte Rogue haar krachten toen ze haar vriendje tot een coma zoende. In X-Men 2 kreeg ze een onmogelijke relatie met Bobby (Iceman) en in dit deel moet ze machteloos toezien hoe hij en nieuweling Kitty Pryde/Shadowcat naar elkaar toe groeien. Het geneesmiddel lijkt het einde van haar vloek te beloven.
Stripplaatjes
Bryan Singer bracht met de eerste twee X-Men-films de combinatie van menselijkheid en superheldenactie uit de strips op meeslepende wijze naar het witte doek. Regisseur Brett Ratner zet die lijn gelukkig voort. Dankzij de eerder gelegde basis van sterke verhaallijnen en uitgediepte personages weet hij het voorgaande bevredigend af te ronden. Enige voorkennis van de eerste delen verrijkt de kijkervaring wel, hoewel de belangrijkste personages tussen de actie door net genoeg ruimte krijgen om tot hun recht te komen. Dit laatste is vooral te danken aan de krachtige beeldtaal die de innerlijke conflicten van de personages visualiseert. In strips wordt altijd het sleutelmoment van een handeling getoond. Net als in stripplaatjes gebruikt Ratner iconografische shots die de tijd even doen stilstaan. Bijvoorbeeld wanneer Kitty tijdens het schaatsen struikelt en Bobby haar in zijn armen opvangt in een klassiek-romantische pose.
Een ander voorbeeld is het moment waarop Wolverine met grote inspanning stapje voor stapje richting Jean Grey loopt, terwijl haar goddelijke kracht zijn lichaam langzaam uiteenrukt. Het is een beeld dat op het netvlies gegrift blijft en dat zo uit de strips had kunnen komen. Deze visuele metafoor verbeeldt de keuze die Wolverine innerlijk verscheurt: hij houdt van haar, maar is de enige die de losgeslagen Jean kan tegenhouden. Dit soort aansprekende dilemma’s raakt net niet ondergesneeuwd door de actiescènes. Ratner rondt daarmee vakkundig af wat Singer begon.
Column: Uitgaan na het uitgaan
Uitgaan in mijn woonplaats brengt altijd een maag vol gemengde gevoelens met zich mee. Ik bevind me steevast in mijn twee stamkroegen – als het concept van stamkroeg het tenminste toelaat om er twee stambarren op na te houden.
Laatst zat ik dan ook weer als vertrouwd in mijn stamkroeg, aan de bar, te sippen aan een Koninck. Naast mij zat Kroegtijger die bijna elke avond wel ergens aan een bar hangt. Het is een aardige gozer met wie ik graag converseer, als zijn hoofd ernaar staat.
Verderop in het café liepen meisjes te dartelen die minstens tien jaar jonger waren dan ik, maar gelukkig waren er ook vrouwen van mijn leeftijd. Verder waren er genoeg bekende gezichten aanwezig om me een behaaglijk gevoel te geven. Ik zal niet beweren dat ik nu in het verlengde van mijn huiskamer zat, maar soms overvallen dergelijke knuffelgedachten me wel eens. Gelukkig weet ik die dan weer snel weg te drinken. De barman is een bekende van me. Zijn vriendin stond te dansen op een lekker soulnummer uit de jaren zeventig – het tijdperk voordat muzikanten beroemd werden met het samplen van andermans muziek, vaak samples uit de jaren zeventig.Ik zat te praten met een Blonde Meid die ik wel vaker had gezien, maar wie ik voor het eerst in een gesprek verwikkeld raakte. Aangezien ze een nieuwe gesprekspartner was, kon ik mijn oude stokpaardjes weer eens oplepelen: muziek, films, het moeilijke schrijfproces van het filmscript waar ik nu drie maanden mee bezig was. ‘Mee bezig zijn’ is overigens een term die zeer ruim interpreteerbaar is. Het is niet zo alsof ik er elke dag aan werkte, ofschoon ik er wel een paar keer per dag aan dacht.
Toen ik het meisje vertelde dat ik reeds veertig pagina’s vol had geschreven en bezig was met de tweede acte, leek ze onder de indruk. Natuurlijk moest ik vertellen waar het verhaal over ging. Ik keek haar recht in de ogen aan en vertelde haar dat het verhaal draait om een man die de kans krijgt het leven te leiden dat hij altijd al heeft willen leiden. ‘En dan beginnen de problemen pas echt…’ probeerde ik zo onheilspellend mogelijk te zeggen.
Nadat ik dat wel weer genoeg gepraat vond over mijn tanende magnum opus, gooide ik het gesprek op een andere boeg. Wat ze deed, waarom, waar ze woont, etc. Toen gebeurde het onvermijdelijke in de conversatie, een wending die net zo goed onafwendbaar was als regen in het zomerse Nederland: ze begon over haar vriendje te praten. Dat was wel het laatste waarover ik iets wilde horen. Gelukkig vroeg Kroegtijger of ik nog iets wilde drinken, wat het gesprek zo’n beetje deed doodvallen.
Ik excuseerde mezelf met de smoes dat ik mijn blaas moest ledigen en ging na mijn toiletbezoek naast de vriendin van Barman staan, veilig aan de andere kant van de bar. Een ander Blond Meisje kwam naast me op de kruk zitten en terloops begonnen we een gesprek. Ze bekende vrolijk dat ze binnenkort zeventien werd. Verdorie, dacht ik, ze zag er toch iets ouder uit dan zeventien. Misschien zat er iets in het voedsel tegenwoordig, maar al die meiden leken wel snel meer volwassen te worden. Lichamelijk leek ze me in ieder geval volgroeid.
Het gesprek kwam op relaties tussen partners met grote leeftijdsverschillen en ik liet ontvallen dat ik niet zo erg op leeftijd lette. Ik val op individuen en niet op cijfers, probeerde ik te grappen. (Blijkbaar ben ik na een paar biertjes niet zo gevat meer en is mijn denkraam ietwat beslagen.) Ze begreep de hint, en was weg voordat je ‘Balkenende-is-een-eikel’ kunt zeggen. Gelukkig maar, want mijn laatste ervaring met een negentienjarige meid was nu niet echt heel erg plezierig geweest. Eigenlijk had ik dat wel vaker met negentienjarige meiden. Kennelijk niet een categorie die goed bij me paste. Misschien werd ik toch wat oud voor jong grut.
Terwijl ik weer terug naar mijn kruk liep hoorde ik een ander Jong Ding tegen haar vriendin zeggen dat ze vanavond ging neuken. Altijd leuk om te weten, dacht ik, maar weerhield mezelf ervan om een sarcastische opmerking te maken.
Ik gooide mijn bier achterover en voelde mijn hoofd frivool licht worden. Dat doel was tenminste weer bereikt vandaag. De klok zei dat het drie uur was en mijn lichaam vertelde dat het tijd was om te gaan slapen. Met een maag vol met bier en een leeg gevoel in mijn hart verliet ik het café, al wist ik dat het niet lang zou duren voordat ik wederom een voet over de drempel zou zetten.
Nu was het tijd om de drank zijn werk te laten doen, neer te ploffen op bed om even te verdwijnen uit de Bewuste Wereld en alles te vergeten. Even lekker ‘uit’ gaan. Al was het dan maar tijdelijk.
Webcomic: Review Questionable content
De webcomic Questionable Content van J. Jacques is een van mijn favoriete strips van dit moment. Lekker geneuzel over indie muziek, het afkraken van wannabee’s en een jongen en meisje die zich tot elkaar aangetrokken voelen, maar eeuwig om elkaar heen blijven draaien.
Een jongen en meisje die stiekem iets voor elkaar voelen, maar om elkaar heen blijven draaien zonder dat ze voor hun gevoelens uit durven komen. De romantische comedy is er groot mee geworden. Maar dat geldt ook voor prime-time televisie in het algemeen. Lois & Clark, Mulder & Scully, Dawson en Joey, Gordon en Joling… etc. Eigenlijk zijn er maar weinig man-vrouw partnerships op televisie te bedenken waar niet een zekere vorm van seksuele aantrekkingskracht een (onderhuidse) rol speelt. (Oké, Will & Grace is één uitzondering.) Het levert bevredigende kijkstof op: stiekem smachten om een onbeantwoorde liefde.Voor de meeste gevallen geldt dat als de twee personages eindelijk toegeven aan hun geheime verlangens, gelijk alle spanning uit de serie verdwijnt. Dit geldt voor de tv-serie Lois & Clark (zodra de toch wat lompe Dean Cain Teri Hatcher tussen de lakens zijn superkunsjes mag tonen, is de hele raison d’être van de serie omzeep geholpen). Zodra de X-Files meer draait om wat Mulder & Scully met elkaar ín het bed doen, dan de monsters die ónder het bed schuilen, is er geen ruimte meer voor enige vorm van geloofwaardige samenzwering.De vraag is: geldt dit ook voor de webcomic Questionable Content? Een strip die al meer dan zevenhonderd (!) episodes bevat, en die in beginsel draaide om de vraag: wanneer krijgt Marten zijn goede vriendin Faye eindelijk eens tussen de lakens?
Intelligent
Het antwoord is vooralsnog een dikke nee. Goed, Marten en Faye draaien echt stroken lang om elkaar heen. Marten voelt duidelijk iets voor Faye – maar zij blijft de boot afhouden. Questionable zit echter intelligenter in elkaar dan de gemiddelde romcom. Het verhaal dat Jeph Jacques hij vertelt is uiteindelijk meeromvattend dan alleen bovenstaande kwestie. “Questionable Content is a webcomic about indie rock, romance, and anthropomorphic computers,’ aldus Jacques. (Bron: http://comixpedia.net/index.php?name=Se … amp;page=1. Jacques geïnterviewd door Yolanda Yvonne Janiga.)De scènes beslaan meerdere pagina’s waarbij de schrijver ook nog af en toe tussen verschillende scènes schakelt. Hierdoor weet hij verscheidene verhaallijnen tegelijk levend te houden, als een jongleur die een paar ballen tegelijk in de lucht houdt. Mensen die de strip ieder dag lezen (de updates zijn van maandag t/m vrijdag) hebben dit wellicht niet zo door, maar wie het gehele archief in een keer doorspit (zoals deze reviewer heeft gedaan) merkt dat Jacques zijn strip het juiste tempo weet te geven. Jeph Jacques voert een aardige schare vaste personages op die de aandacht van de hoofdplot afleiden. De cast zorgt dus voor voldoende afwisseling en ontwikkelingen. De vriendschappen onderling zorgen ervoor dat de plotlijnen verbonden zijn.
Neurotisch
In sommige gevallen melkt Jacques de zaken echter wel erg lang uit, voordat hij met wat actie op de proppen komt. Faye heeft duidelijk een geheim en haar karakter is een vat vol neuroses. Ze slaat Marten graag als iets haar niet zint en heeft duidelijk moeite met seks. Daar wordt regelmatig naar gehint, maar pas rond aflevering 500 (!) wordt het een en ander uit de doeken gedaan. Voor mensen die snelle antwoorden willen, is Questionable niet de strip. Wie meer van een langdradige soapstructuur houdt is wel op het goede adres. Duidelijk is dat het bij Jacques niet om de plot gaat, maar om het spel tussen de personages. Hun guitige opmerkingen en reactie op de situatie van alledag, maakt de strip tot wat hij is. Het gaat dus niet zo zeer om wat de personages doen, maar om de oneliners die ze weten te verzinnen.Het verhaal krijgt meer diepgang op momenten dat er eindelijk eens grote ontwikkelingen gebeuren. Dit geeft de personages een kans te excelleren en een andere kant van zichzelf te laten zien. Het duurt echter een tijdje voordat Jacques het zover laat komen. In tussen houdt hij de lezer geboeid met aardige dialogen en voorvallen, maar wanneer de relatie tussen Faye en Marten eindelijk escaleert, weet hij de lezer pas echt goed vast te houden. Dat zijn de momenten waarin hij zijn kwaliteiten als verhalenverteller laat gelden.Toch zou het best kunnen dat het kabbelende tempo waar de serie soms in terugvalt, er juist voor zorgt dat mensen terugblijven komen. Als je de site elke dag even bezoekt, is het net of je een kort gesprekje voert met een stel vrienden van je. Bovendien is er eigenlijk geen enkel personage dat tegen de borst stuit. Jacques houdt het wat dat betreft veilig.
Jacques zei zelf het volgende over het verteltempo van de strip:
‘I’ve found that a good gauge of whether I’m pacing the story properly is to simply pay attention to how it makes me feel when I’m thinking about it — if I feel excited and find myself looking forward to a certain event or plot point, I’m probably moving along at the right pace. If I find myself getting bored or stressed out, it means I should probably change things up a bit. My readers tend to get very invested in the plot, and a certain percentage of them have always wanted me to hurry it up and move faster than I intended. I just ignore them and the strip doesn’t appear to have suffered for it thus far, so I guess I’m doing an okay job.” (Bron:http://www.comixpedia.com/node/7276. Jacques geïnterviewd door George Curtis.)
De tekenstijl is in die zeshonderd plus episodes wel ten goede veranderd. Begon de strip nog met simpele tekeningen waarin vooral de dialoog de belangrijkste ster vormde, en waarin alle meisjes op hun kapsel en kleding na hetzelfde gezicht hadden, tegenwoordig kent het werk van Jacques meer plasticiteit en kleurrijkere composities. Dit vooral dankzij de shading-tool van Photoshop. Al lijken de meiden nog steeds een beetje op elkaar, een vooruitgang is het wel. De shots zijn minder vlak en Jacques kiest regelmatig camerahoeken met een interessant perspectief. Daarentegen is er weinig actie op de achtergrond als het gaat om straatscènes. Kennelijk wonen er geen andere bewoners in de stripstad dan de personages die nodig zijn voor het verhaal.Sitcom
Desondanks gaat het bij Questionable niet zo zeer om het artwork. In dat opzicht heeft de strip veel weg van een Amerikaanse sitcom: om de zin komt een grap, het camerawerk is redelijk vlak, en alles draait om de guitige reacties van de personages op de situatie waarin ze zitten. Jacques weet altijd in vier plaatjes zijn punt te maken. (Op een paar uitzonderingen na bestaat iedere aflevering uit precies vier plaatjes die onder elkaar een verticale strook vormen.)
Jacques geeft zelf toe dat het artwork constant aan verandering onderhevig is:
‘The art is constantly changing, as anybody who reads the comic for more than two weeks could probably tell you. I’m always trying different things with the artwork- it’s been a goal from day one to continually improve my drawing ability, and I think it’s finally beginning to get to the point where I’m halfway decent at it. It’s basically survival of the fittest- changes that I think fit in with the overall look I’m going for stick around and get refined, and changes that don’t fit in get phased out, sometimes in the course of three or four strips, sometimes over a much longer span of time. I’m trying to get better at using different “camera angles” in each panel and doing more involved backgrounds, both of which are really just a matter of being patient and taking my time with the artwork. There’s still tons of room for improvement, and always will be, but I think I’m at least making progress.”
(Bron:http://www.comixpedia.com/node/7276. Jacques geïnterviewd door George Curtis.)
Wie interesse heeft in een making of van Questionable, verwijs ik graag door naar Jephs tutorial over hoe hij de strip maakt. Informatief – en hij kan het veel beter uitleggen dan ondergetekende.
Indie-bandjes
Jacques is dol op verwijzingen naar Amerikaanse subcultuur en indie-bandjes. Hij heeft zelfs een hele webpagina gewijd aan indie-bandjes en cd’s. Een lijst van muziek waar je naar zou moeten luisteren volgens Jacques.”Hey, Goth kids gotta sulk, emo gotta cry, Dorra gotta ask herself ‘why,why,why?'”volgens Faye in Questionable. Soms wordt het gezeur van Jacques over typetjes als de goths vs de emo-kids net iets te veel van het goede. Typeringen zijn een centraal thema in de strip, waarbij de bijpersonages nogal eens van stijl veranderen, wat natuurlijk staat voor het zoeken naar identiteit. Daar is op zich niets mis mee, maar Jacques komt niet verder dan het belachelijk maken van stereotypen zonder dat hij hier dieper op ingaat. Dat maakt de strip weer erg oppervlakkig. Enige kennis van
Amerikaanse subcultuur en de daarbij horende obscure bandjes is handig, maar niet onoverkomelijk. Zelfs voor wie niet bekend is de zanger van een bepaald bandje kan zich nog vermaken met de grap die over hem gemaakt wordt. Uit de context wordt genoeg duidelijk. Bovendien zijn dergelijke bandjes en fandom van alle tijden en universeel.Gelukkig houdt hij het niet alleen bij typeringen uit de jeugdcultuur, maar moeten countryliefhebbers en andere rednecks het ook ontgelden. Ook is Jacques niet vies van verwijzingen naar schilders als Jeroen Bosch. Kortom, eigenlijk is Questionable Content een pamflet voor alles waar de stripmaker een mening over heeft, maar daarin staat hij natuurlijk niet alleen. Veel webcomics lijken in het leven geroepen opdat de maker zijn mening kan spuien over alles wat hem/haar niet zint, maar gebruikt daar dan zijn personages voor om die mening te geven.Jacques is op dit moment fulltime met de online comic bezig en kan er schijnbaar ‘van leven’. Dankzij het zakelijk instinct van zijn vriendin zoals hij zelf toegeeft. Op handige wijze lopen de personages telkens rond in T-shirts die ook via de site te bestellen zijn. Behalve Questionable maakt Jacques ook nog Indie Tits, een webcomic waarin twee vogels hun gal spuien over indie-rock. http://indietits.com/.
Check it out.
Film: Hou van jezelf voor dummies
Liefde, liefde… wie smacht er niet naar? Maar van de ander houden, begint bij van jezelf houden. Daarom is de cursus Hou van jezelf voor dummies ontwikkeld.Making of
Nou ja, eigenlijk zit het zo: Martijn en ik hebben voor de lol het bovenstaande filmpje gemaakt. Hij wilde graag zijn bluescreen uitproberen. De tekst is op een zondagmiddag opgenomen voor dit blauwe scherm. Nadat de opnames op tape waren gezet, is de informatie van het blauwe scherm digitaal vervangen voor de wolkenlucht. Zoals je van ons gewend bent valt dit filmpje in de categorie melig.Desondanks: “All you need is love…”Mocht je niets zien, surf dan naar: http://video.google.nl/videoplay?docid=-8511517994299652065
Film: Lachen op het web met HAFF
Internet speelt een steeds groter wordende rol in de productie en distributie van animatie. Daarom vertoont het festival net als in 2004 onder de noemer Panorama NL Web een selectie van autonome Nederlandse webanimaties en projecten.
De geselecteerde webanimaties verschillen veel in onderwerpkeuze en in stijl: van de bijna abstracte zwemmende zaadcellen in Cells (Jurjen Versteeg), tot de meer Pixar-achtige 3D-animatie Inflate escape van Jesper Monteny waarin een ballon zichzelf probeert te bevrijden. De geselecteerde webanimators lijken overigens wel een voorliefde voor onverwachte wendingen en een humoristische invalshoek te delen. Op het web wordt heel wat afgelachen. Ook in De Nieuwe Kleren van de President (Cesare Davolio), een pamflet voor vrijheid van meningsuiting, speelt humor een belangrijke rol.
Jammer genoeg zoeken opvallend weinig webanimators de interactie met het publiek. Nils Mühlenbruch geeft met Het Elfletterig genootschap voorzichtig het goede voorbeeld. In deze webanimatie moet de kijker zelf allerlei voorwerpen aanklikken om de uitbeelding van recent bedachte woorden te activeren. Het is echter te hopen dat webanimaties in de toekomst een wat verdergaande interactie zullen bieden, want dat geeft ze een grote meerwaarde.
Ondanks de voordelen die het internet voor animatie biedt, moet de rol van het web volgens Lex Veerkamp, hoofd publiciteit van het HAFF, ook weer niet worden overschat. De vertoning op het web zal de animatiefilm niet van het grote scherm verdringen:
‘Sommige animatiefilms komen beter tot hun recht in de bioscoop. De film Father and Daughter (Michael Dudok de Wit, 2000) deed me op een klein scherm minder en heeft veel meer impact op het witte doek. Je ziet dan meer details. Maar los daarvan: samen met 40, 50 man in een zaal zitten en in een deuk liggen om een cartoon van Chuck Jones heeft iets magisch. Dat heb je in de huiskamer niet.’
Het Holland Animation Film Festival biedt de kans op die ervaring van 1 t/m 5 november.
Zie ook: Machinima op het HAFF.