Categorieën
Film Mike's notities

Halloween 2005

Nee, er staat geen tikfout in de titel. Vorig jaar was Halloween echt top. Halloween is een van mijn favoriete feestdagen. In Nederland hebben we het afgezwakte Sint Maarten, maar dat is eigenlijk alleen leuk voor kleine kinderen die dan weer een zak vol snoep en suikerziekte kunnen scoren. Het Amerikaanse Halloween is een feest waarin ook volwassenen zich mogen verkleden – niets is leuker natuurlijk. En pompoenen snijden – daar word je pas écht creatief van.
Vorig jaar vond er een groot Halloween-feest plaats in een kroeg in de buurt. In het kader van dit feest vroeg Martijn of ik mee wilde helpen met het maken van enkele korte films die vertoond zouden worden tijdens het feest. Hij had allerlei ideeën – een ervan betekende dat ik samen met een stel kennissen op zaterdagmiddag door de winkelstraat rende met een doodshoofdmasker op mijn hoofd. We renden wel tig keer heen en weer – en de cameraman rende maar achter ons aan. Mensen keken raar op kan ik je vertellen. Wij hadden echter de grootste lol. Martijn en ik hebben toen samen de filmpjes gemonteerd en achter elkaar gezet. De korte filmpjes Mother’s Day en Valentine’s Day, eerder geplaatst op deze site, zijn een herbewerking van het toen opgenomen materiaal. Omdat de filmpjes op hoge kwaliteit waren opgenomen, duurde het echt eeuwen voordat de Mac ze gerenderd had. Het feest was al in volle gang toen de harde schijf nog liep te kraken en te rekenen. Uiteindelijk rende Martijn de kroeg binnen en kon de film vertoond worden. Natuurlijk was het geheel een behoorlijk melige bedoening, maar sloeg gelukkig wel aan. Het leuke aan het project was dat het spontaan verliep en dat alles met een goed humeur is opgenomen. Het gezamenlijke doel – enkele filmpjes maken voor het feest – zorgde voor een band die sindsdien niet meer heeft plaatsgehad.
Dit jaar is er weer een Halloween-feest in de kroeg. Toch is alles anders. We hebben geen filmpjes gemaakt en ik ben op geen enkele wijze betrokken bij de organisatie. De groep die toen zo spontaan ontstond, is niet meer. (Al presenteren Martijn en ik binnenkort wel een nieuw melig filmpje, maar daarover later meer.) Afgelopen vrijdag heb ik samen met een stel vrienden naar een paar heerlijke B-horrorfilms gekeken. Een goede vrije tijdsbesteding en viering van Halloween.

En wat ga jij doen met Halloween?

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Tim Burton’s Corpse Bride

In het kader van Halloween hier een bespreking van een prachtige Halloweenfilm: Tim Burton’s Corpse Bride. Hoewel deze animatiefilm niet echt de stuipen op het lijf jaagt, ziet hij er fantastisch uit. In wezen heeft Tim Burton (wederom) een macaber sprookje afgeleverd.
In Corpse Bride wordt Victor (Johnny Depp) weggevoerd naar de onderwereld als hij door een vergissing met de Corpse Bride (Helena Bonham Carter) trouwt. Een meisje dat ooit op haar huwelijksnacht is vermoord en nog steeds op haar geliefde ligt te wachten. Ondertussen wacht Victors echte bruid Victoria (Emily Watson) op hem in het land der levenden. Hoewel het er in de dodenwereld veel gezelliger en levendiger is dan in de strenge en koude Victoriaanse bovenwereld, wil Victor toch terug naar zijn enige echte liefde. Het verhaal van Corpse Bride is gebaseerd op een Russische volksvertelling. De strekking ervan past perfect in het universum van Burton. De verhalen van Burton zijn namelijk heerlijk fantasierijk. Er gebeuren dingen in die uiteraard niet in onze wereld kunnen, maar de verhalen zijn altijd genoeg geaard in de echte wereld om geloofwaardig over te komen. Dit komt doordat Burton een wereld creëert die lijkt op de onze, maar zijn wereldbeeld is duidelijk vertekend, als een cartoon. Het is juist die vertekening die Burtons visie zo interessant maakt. Contrast
Burton gebruikt grote tegenstellingen in zijn verhalen. In Corpse Bride wordt de Victoriaanse tijd weergegeven in koude blauwtinten. De onderwereld van de doden bestaat juist uit vrolijke kleuren. Wederom het contrast tussen de ‘gewone wereld’ en de magische wereld, waarbij de magie altijd beter is dan het normale. De bruiden Corpse Bride en Victoria vormen allebei een weerspiegeling van de Victoriaanse tijd. Victoria straalt op een lieflijke wijze de vroomheid uit van die tijd (wat haar naam ook al aangeeft). De Corpse Bride is daarentegen een meer sexy versie van de Victoriaanse tijd. Zij verbeeldt de onderdrukte seksualiteit die onder de oppervlakte sidderde. Ook met Corpse Bride maakt Burton dankbaar gebruik van de invloeden uit zijn jeugd. Het decor met gotische elementen doet denken aan de filmsets van de oude horrorfilms. Victor loopt bijvoorbeeld door een bos dat heel veel lijkt op de kale boomstammen uit Bride of Frankenstein (James Whale, 1935). Het wijze skelet Elder Gutknecht (gespeeld door Michael Gough, die ook in veel horrorfilms van de Hammerstudio heeft gespeeld) wordt op speciale wijze geïntroduceerd. Voordat hij in beeld stapt is eerst de slagschaduw van zijn arm te zien. Dit shot is een directe verwijzing naar de film Nosferatu – een van de eerste Dracula-films – waarin de slagschaduwen van Dracula dodelijk blijken te zijn.
Burtons helden
Andere elementen uit Corpse Bride zijn bekende elementen uit Burtons eigen werk. De vrolijke wereld der doden lijkt veel op de dodenwereld uit Burtons Beetlejuice (1988) en roept onder andere de wachtkamer op waar schurk Betelgeuse (Michael Keaton) zit te wachten tot hij eindelijk het dodenrijk binnen mag. De film bevat ook duidelijke hommages aan Burtons helden. De piano waar Victor op speelt is geen Steinway maar een “Harryhausen”. Ray Harryhausen was de pionier op het gebied van stop-motion animatie. Hij maakte films als The Golden Voyage of Sinbad en Jason and the Argonauts. Wederom films die Burton ontdekte als kind. Stop-motion animatie
Corpse Bride is evenals Burtons The Nightmare Before Christmas gemaakt van stop-motion animatie. Dit is de oudste filmtechniek voor 3d animatie, waarbij figuurtjes op schaal beeldje voor beeldje worden opgenomen. Deze techniek geeft de beelden een echtheid mee die minder voor de hand ligt bij 3D computeranimatie, wat over het algemeen toch een meer synthetisch uiterlijk heeft. Met Corpse Bride heeft Burton weer een lieflijk en visueel verbluffend sprookje afgeleverd. De sprookjes van Burton mogen dan macabere elementen bevatten – ze zijn nooit eng. Daar zijn de beelden veel te mooi voor en de vertelling te grappig. En Corpse Bride zit vol met grappen die over lijken gaan. Corpse Bride is een waardig opvolger voor The Nightmare Before Christmas (1993). Er zit blijkbaar nog genoeg leven in Burtons gotische vertellingen.

Categorieën
Mike's notities

BTW

Vandaag sluit ik de ramen, ook de voordeur gaat op slot. Mijn telefoon staat uit. Ik wil niet gestoord worden. Ik zet rustig een cd’tje op en maak me geestelijk gereed voor de ergste taak die een freelancer kan overkomen: de administratie.

Ieder kwartaal hetzelfde verhaal: alle facturen checken, uitgaven controleren en dan aan de belastingdienst doorgeven hoeveel BTW ze van me gaan ontvangen.
Waarom dit niet gewoon een keer per jaar kan mag Joost weten. Maar ja, iedere keer als ik de belastingdienst bel, is Joost net lunchen. Schurk, van mijn BTW zeker!

Net als ieder weldenkend mens hou ik niet zo van administratie. Rekenen was nooit mijn sterkste punt op school, maar dit simpele optel en deel werk zou in principe geen probleem mogen zijn. Maar ik heb gewoon geen zin om aan de slag te gaan. In wezen ben je gewoon in dienst van de belastingdienst bezig en je krijgt er niets voor. (Ik krijg BTW betaald van opdrachtgevers, en mag dat doodleuk doorgeven aan Gerrit Zalm & Co.) Leuker kunnen ze het niet maken wordt gezegd… nee, daar hebben ze gelijk in. Hoewel, schaf dit geneuzel gewoon af. Zeker weten dat het leuker wordt. Het leven is te kort voor dit soort ongein. Als je alle uren die je aan je administratie besteedt zou optellen, kun met gemak heel lang op vakantie volgens mij. (Met de BTW als vakantiegeld.) Alles wordt in dit land geregistreerd teneinde de grootste papierverzameling ooit te creëren. Tenminste, zo voelt het af en toe. En dan moet je alles ook nog eens vijf jaar bewaren, ‘voor het geval dát.’
Voor het geval wat? Voor het geval ik gecontroleerd ga worden? (Kost nog meer tijd.) Voor het geval Bin Laden de westerse wereld binnenvalt? Voor het geval dat Al Gore toch gelijk heeft en we binnenkort onder water staan?

Ik snap best dat je belasting moet betalen – al voelt het soms wel alsof je alleen nog maar voor de belastingdienst aan de slag bent. Gezondheidszorg, onderwijs, stedenbouw, dijkonderhoud, ouderenzorg… allemaal ‘goede doelen’. Maar dan zie ik ze stuntelen in de Tweede Kamer, of Balkenende op televisie… of dan hoor ik over een peperduur gevechtsvliegtuig dat zonodig aangeschaft moet worden (voor het geval dát) en dan heb ik al helemaal geen zin meer om de administratie te doen. Nou ja, nog even en dan heb ik ’t weer gehad voor dit kwartaal. Maar als cadeau geef ik mezelf een week lang vrij van NOVA, het Journaal en Eén vandaag. Heb me nu wel weer genoeg opgewonden over Onzinnige Zaken. Tijd dat ik weer wat ga schrijven om nieuw BTW te genereren.

Categorieën
Film

Film: Machinima op het HAFF

Eens per twee jaar is het feest voor animatieminnaars, want dan vindt het Holland Animation Film Festival (HAFF) plaats in Utrecht. In de 11e editie is er speciale aandacht voor machinima.

Toen animator Gerrit van Dijk samen met Henk Camping van ’t Hoogt in Utrecht het HAFF in 1985 initieerde was het bedoeling dat het een eenmalige aangelegenheid zou zijn. Gerben Schermer, de directeur van het festival, liep in die tijd voor de studie cultureel management stage bij ’t Hoogt. ‘Het animatiefestival was mijn stageopdracht. Als ik er na ’85 niet mee was doorgegaan, is het nog maar de vraag of het HAFF nu nog zou bestaan,’ vertelt Schermer.‘Ik ben eigenlijk met het festival opgegroeid – iedere film die ik zag was voor mij nieuw – een openbaring. Tegenwoordig ben ik een specialist (lacht).’ In de afgelopen jaren is er wel het een en ander veranderd. Behalve een forse toename van het aantal bezoekers is het aantal competities uitgebreid. In 2002 werd de internationale competitie voor korte onafhankelijke films geïntroduceerd. Door de onderverdeling tussen narratieve en niet-narratieve animatie krijgen de doorgaans ondergesneeuwde experimentele films de nodige aandacht. Dit jaar worden een machinima-competitie en jongerenjury’s aan het programma toegevoegd.Het doel van het festival is altijd hetzelfde gebleven, namelijk aandacht generen voor de animatiefilm. ‘We gebruiken competities als marketingcomponent. Korte animatiefilms krijgen zelden aandacht. Een festival biedt de juiste reuring en maakt het voor de pers interessant. Daarnaast zijn we als festival toch een beetje een curator van de animatiefilm geworden.’ Dit jaar maakte de festivalorganisatie een selectie uit ruim 1600 inzendingen. Lang niet alles wordt vertoond. Lex Veerkamp, hoofdpubliciteit van het HAFF, licht de selectieprocedure toe: ‘Animatie staat niet stil. Niet alles wat nieuw is, is ook goed. Ons voordeel is dat er heel veel bij ons binnenkomt, en wij halen echt de krenten uit de pap. Zo vertoont het festival alleen het beste van het beste.’

Engagement
Uit het festivalprogramma blijkt dat engagement, na jaren van afwezigheid, weer een belangrijk thematisch uitgangspunt is in de animatiewereld. Zo wordt in de videoclip Def Sung (Xavier Reyé, Doctor L) en films als Black Day to Freedom (Rob Chiu) en Empire, op eigenzinnige wijze kritiek geuit op de Amerikaanse buitenlandpolitiek. In bijvoorbeeld Empire (Edouard Salier, Nicolas Schmerkin) wordt in een collage van beelden Amerikanen in hun vrije tijd getoond. Door deze – in jaren vijftig-stijl getekende – beelden van gezapige gezinsactiviteiten schemeren de onheilspellende vormen van oorlogsvoertuigen. De festivalorganisatie stimuleert de betrokkenheid bij de maatschappij ook zelf door middel van de machinima-competitie. Deelnemers kregen tien dagen de tijd om een eigen machinima-film te maken. Deze moet een reactie zijn op een gebeurtenis die niet later dan september dit jaar heeft plaatsgevonden. Machinima – animaties die worden gemaakt met behulp van computergames – zijn relatief snel te produceren. Hierdoor bieden ze animators de mogelijkheid om in te springen op de actualiteit, als zijnde bewegende politieke cartoons.
Ik vroeg Schermer of machinima de grote belofte is voor animatie. Schermer:

‘Ik vind belofte wel een groot woord. Het is gewoon een nieuwe vorm om zelf dingen te doen met gemanipuleerde beelden. Machinima wordt wel steeds toegankelijker en er kunnen mooie dingen uit voortkomen. Als mensen op een jongere leeftijd iets kunnen maken, dan kunnen ze heel snel leren en dat is belangrijk voor het werk op grotere schaal. Machinima zal niet voor eeuwig zijn, maar creëert een manier van denken, een manier om snel met dingen aan de slag te gaan.’

Machinima is op het internet duidelijk in opmars en staat daarom terecht in de schijnwerpers op het HAFF. Naast de filmcompetitie worden er een workshop, lezingen en discussies rondom deze jonge animatievorm georganiseerd. (In de crossmedia week Picnic in oktober was ook ruimschoots aandacht voor machinima.) Je kunt de filmpjes bekijken op: http://video.google.nl/nl/machinima.html

Meer over machinima: Machinima, een revolutie in animatie?

Categorieën
Film Strips

Film: Superman preview

Eind november brengt Warner Bros. een hele reeks dvd’s uit over de Man van Staal. De oude filmreeks wordt gevierd met special editions en van Superman II komt zelfs de beruchte Richard Donner-versie uit.

Toen de producers Iliya en Alexander Salkind in de jaren zeventig de filmrechten verkregen van Superman wilden ze Superman I + II tegelijkertijd opnemen om productiekosten te besparen. Hetzelfde hadden ze gedaan bij hun films rond de Drie Musketiers. Richard Donner werd aangesteld dit monsterproject tot een goed einde te regisseren. Halverwege het opnemen werd besloten dat de eerste film snel afgemaakt moest worden, de opnames van deel II werden toen gestaakt. Toen Donner in de loop van de productie grote mot kreeg met zijn opdrachtgevers, werd hij ontslagen/heeft hij ontslag genomen. Donner had toen al een groot deel van Suup II gedraaid.

Regisseur Richard Lester (die furore maakte met A Hard Day’s Night – de eerste Beatles-film) werd ingeroepen om de film af te maken. Lester voegde wat slapstick toe en nam enkele scènes opnieuw op. Kortom: Superman II werd een heel andere film dan zoals Donner hem graag had gezien. In 2001 kreeg Donner de kans om zijn director’s cut te maken. Er werden opnames gerestaureerd en toegevoegd aan de film. Naar verluid ziet de film er heel anders uit dan de oorspronkelijke versie.

Wie er benieuwd naar is, kan alvast een voorproefje bekijken op de Warner Bros.-site.

Binnenkort op Mike’s Webs meer over de Superman-films en Superman Returns in het bijzonder.

Categorieën
Mike's notities

Schrijfblokkade

Ik geloof niet in writer’s block. Tenminste, dat hou ik mezelf voor.

Maar ondertussen zit ik achter mijn pc te staren naar het scherm. E-mail checken; even kijken hoeveel bezoekers mijn site nu heeft; even op mijn favoriete blogs kijken of er nog iets gepost is; even een comment plaatsen…

Ik klik alles weg behalve mijn Wordbestand en staar naar het scherm. Gek, dat een idee dat zo terloops in mij opkwam nu zo tegenstribbelt om een fatsoenlijk script te worden. Ik blader nog eens door mijn aantekeningen. De woorden willen geen zinnen worden, het blijven gewoon woorden zonder verband.

Ik staar naar mijn scherm.

Even koffie maken dan. In de keuken vind ik van alles om te doen. Het aanrecht – daar kan wel een doekje overheen. En de vuilnisbak moet ook geleegd. Als ik toch bezig ben, waarom niet meteen een wasje draaien.

Even later ben ik terug en zit ik achter mijn pc. Zou er al een nieuwe e-mail binnen zijn? Oh, gelukkig, twee zelfs. Even beantwoorden…

Buiten klettert regen tegen het raam. Mooi gezicht is dat toch. Een bliksemschicht verlicht de verduisterde hemel. Nog maar een kopje koffie pakken.

Ik moet proberen tot de kern van de zaak komen. Ja, dat is ’t natuurlijk. Hup, op mijn bureaustoel en schrijven maar…maar er komt niets.

Ik geloof niet in writer’s block. Ik geloof wel in slechte schrijfdagen.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: ‘God bless The Hoff!’

Bovenstaande uitspraak is een reactie bij de videoclip Looking for Freedom van David Hasselhoff op YouTube. Hasselhoff, bekend van Knight Rider en Baywatch, lijkt weer helemaal terug te zijn. Na enkele jaren verstopt te zijn geweest in Duitsland en dobberend in de alcohol is ‘The Hoff’, zoals hij zichzelf noemt, niet van de buis én vooral van het internet af te slaan.

De uitspraak roept de vraag op in hoeverre de fan dit serieus bedoelt of dit heeft geschreven met een ironische glimlach rond de lippen.

David Hasselhoff maakte furore met zijn rol van Michael Knight in de televisieserie Knight Rider. Een serie die nu nog steeds wel ergens in de wereld wordt uitgezonden en waar ik als kind erg fan van was. Wie de ster van de serie was – de supergeavanceerde auto KITT of de chauffeur van deze auto, Knight – daar kun je over twisten. Hasselhoff maakte in ieder geval dankbaar gebruik van het imago dat de rol hem verschafte en trad in het begin van zijn zangcarrière op met zijn trouwe vierwieler.

Duidelijk was dat Hasselhoff zichzelf vanaf het begin serieus nam. De vraag is of dit ook voor het publiek geldt. Of met andere woorden: is het überhaupt mogelijk om serieus fan te zijn van Hasselhoff zonder dat mensen zich afvragen of er ergens een schroefje bij je loszit?

Laat ik vooropstellen dat David geen domme jongen is. Hij werkte zich op van soapacteur naar de Ridder in het Leren Jack en rende daarna voor veel geld heel wat rondjes op het strand als strandwacht. Ondertussen is hij een gevierd zanger in bepaalde landen (Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk) en heeft hij door zijn carrière goed geboerd.

Dit jaar speelde hij een rol in Click met Adam Sandler, was hij onder andere jurylid van de show America ’s got Talent (een soort van Idols) en kwam zijn autobiografie Making Waves uit. En nu wordt het verhaal een beetje eng.

Niets vermoedend surfte ik laatst op Google Video en kwam ik een wat amateuristische videoboodschap van The Hoff Himself tegen. Hij vertelt dat zijn boek gaat over hoe hij in het leven staat en hoe mensen over de hele wereld positief reageren op Michael Knight. ‘One man can make a difference,’ zegt hij serieus in de camera. Dit was de slogan van de serie Knight Rider en is nu kennelijk ook de lijfspreuk van de acteur in het dagelijks leven. Ik besefte dat David, niet gespeend van een beetje zelfspot, méénde wat hij zei. Dit ging verder dan Hasselhoff die handig gebruik maakte van zijn voorgaande televisierol. David was Michael geworden zo leek het. In ieder geval in zijn hoofd.

(Je mag je wel afvragen waarom iemand die multimiljonair is geen professioneler ogende videoboodschap laat opnemen in plaats van dit amateuristische filmpje. Misschien wil hij hiermee zijn ‘echtheid’ aantonen.)

Maar het wordt nog vreemder. In de videoclip Jump in my Car, die gretig gedownload wordt op YouTube, zien we Hasselhoff die een parodie neerzet van Michael Knight. Hij probeert een meisje in KITT uit te nodigen om haar vervolgens met de schietstoel te lanceren als blijkt dat ze echt te ver weg woont.

In een andere videoboodschap geeft The Hoff de kijker een update over zijn leven. En kondigt hij David Hasselhoff – the Musical aan. Hij als Belle, KITT als ’t Beest? Hasselhoff zendt een dubbele boodschap uit: aan de ene kant leeft David als een soort Michael Knight die de harten van kinderen over de hele wereld verblijdt door ze een bezoekje te brengen; aan de andere kant steekt hij met zichzelf de draak in videoclips en filmrollen. Hasselhoff heeft twee gezichten.

En zo zijn er ook twee typen fans: de mensen die geloven in het Heilige Vuur van The Hoff, en de mensen die Hasselhoff zien als een campfiguur. De reacties op de video’s gaan van extreem pro tot erg negatief. Kennelijk ben je voor of tegen The Hoff.

En waar sta ik eigenlijk in deze kwestie van wereldse importantie? Hoe zie ik de Man die in mijn jeugd met mijn favoriete auto menig vrouw-in-nood redde, maar later schlagerachtige popmuziek ten gehore bracht en tegenwoordig videoclips maakt waar hij voor een glanzende Amerikaanse vlag staat? De Man die om zichzelf kan lachen, T-shirts draagt met de tekst ‘Don’t Hassel the Hoff’ erop en zich tegelijkertijd heel serieus lijkt te nemen in videoboodschappen en interviews? Laat ik het zo zeggen: ‘God Bless The Hoff!’

Categorieën
Film Strips

Chasing Amy 1: De oorsprong van Amy

Serie Chasing Amy:

  1. De oorsprong van Amy
  2. Thema’s in Amy
  3. Meer thema’s in Amy

Vandaag op Mike’s Webs het eerste deel van een reeks essays over de film Chasing Amy. Mallrats van Kevin Smith was het niet het grote succes waar de filmmakers op hoopten. Smith had 6 miljoen dollar tot zijn beschikking, maar het publiek bleef weg en de critici vonden het allemaal maar niets. De filmmaker gaf het niet op en besloot terug tot de oorsprong van zijn filmkunst te gaan: net als bij Clerks ging hij aan de slag met een klein budget ($ 250.000) en zijn oude vertrouwde clubje filmvrienden. Het resultaat was Chasing Amy. Een film met een persoonlijk verhaal van Smith; een schrijnend mooie film over relaties en een van mijn favoriete films aller tijden. (Overigens is het met Mallrats wel goed gekomen. De film werd een culthit op video en dvd.) Het script van Amy heeft enkele herschrijvingen ondergaan. Zo kan het dat een film die in het verlengde zou liggen van Mallrats en waarin Jay (Jason Mewes) & Silent Bob hun leven zouden leiden al waren ze superhelden, uiteindelijk een persoonlijk relaas zou worden over een striptekenaar die verliefd wordt op een lesbienne. Finger cuffs
Als Holden McNeil (Ben Affleck) op een stripbeurs de oogverblindende en spunky striptekenares Alyssa Jones (Joey Lauren Adams) ontmoet, is hij meteen verliefd op haar. Wanneer Alyssa lesbisch blijkt te zijn, moet hij zijn verliefde gevoelens opzij zetten en zijn standaardideeën over liefde en relaties aanpassen. Holden en Alyssa worden goede vrienden, wat Banky Edwards (Jason Lee) mateloos irriteert. Banky deelt een huis met Holden en samen maken ze succesvolle strip Bluntman & Chronic. Wanneer de vriendschap tussen Holden en Alyssa verandert in een liefdesrelatie, ontdekt Banky een duister geheim uit Alyssa’s verleden. Ooit heeft ze met twee mannen tegelijk seks bedreven, waardoor ze de bijnaam Finger Cuffs kreeg. Alyssa heeft klaarblijkelijk meer ervaring tussen de lakens dan Holden en dit knaagt aan zijn zelfvertrouwen. Ondanks goede raad van Hooper X (Dwight Ewell), verbreekt Holden de relatie. Wijze raad komt ook van Silent Bob (zoals bekend gespeeld door Smith zelf). Bob vertelt Holden dat hij in hetzelfde schuitje heeft gezeten: een vriendin met meer ervaring en ook hij verdreef haar uit angst niet goed genoeg te zijn. Helaas trekt Holden de verkeerde conclusie uit Bobs verhaal. Hij nodigt Alyssa en Banky uit om de zaken uit te praten. Omdat hij vermoedt dat de gevoelens van Banky verdergaan dan alleen vriendschap, stelt hij een trio voor. Op deze manier is hij op seksueel vlak net zo ver als Alyssa en zij was erbij om de ervaring te delen, zoals Holden dat zo mooi voorstelt. Helaas zorgt dit voorstel ervoor dat zowel de vriendschap tussen de striptekenaars en de relatie tussen Holden en Alyssa voorgoed tot een eind komt. Een persoonlijk verhaal
Op zijn site spreekt Smith openhartig over de oorsprong van Chasing Amy, namelijk zijn relatie met Joey Lauren Adams. Juist, de actrice die Alyssa gestalte geeft in de film. De twee ontmoetten elkaar tijdens de casting van Mallrats. En zoals het zo vaak gebeurt in Hollywood, castte de regisseur zijn vriendinnetje in zijn volgende film. Maar dit keer ook omdat het script op hun relatie was gebaseerd. Smith vertelt dat Joey en hij eigenlijk twee tegenovergestelde zielen waren. Hoewel Joey zelf geen lesbienne is, was ’t voor Smith lastig te verwerken dat haar seksuele verleden wel wat meer scharkeringen kende dan het zijne.

It’s no secret that the origins of ‘Amy’ reside in my relationship with Joey. Granted, she’s not gay, and I’ve never fallen in love with a lesbian, but the movie did grow out of my temporary inability to deal with Joey’s past (not that it was anything like Alyssa’s; I don’t want ya’ll running around thinking Joey’s nickname was ‘Finger Cuffs’ or anything).

Smith vertelt even verderop dat de personages ieder een deel van zijn persoonlijkheid representeren:

The character of Holden is the closest to me I’ve ever written (casting Ben was aesthetically wishful thinking perhaps), and Alyssa is actually my voice of reason that I’d never listen to (I knew what I was doing/feeling was immature, but you just can’t fight city hall, sometimes). Banky bares the marks of my feelings about allegiance (oh, I hated the kind of friends who’d start dating someone and suddenly disappeared – balance, I’d say; constant sex, they’d say), while Hooper voices my thoughts about the politics of the gay community (particularly in the record store scene). The Jay and Silent Bob scene is always a little eerie to watch, in that it’s very much me having a conversation with my creations (a’la Grant Morrison’s brilliant ‘Animal Man’ issue where Buddy met his creator). This flick, more than the other two, is me on a slab, laid out for the world to see.

De overeenkomst tussen Holden en Smith is evident. Holden maakt de fictieve versie mee van wat Smith doormaakte met Joey; ook hebben beide kunstenaars de wens een persoonlijk verhaal te vertellen. Beide heren doen dit in een werk met de naam Chasing Amy: Holden maakt er een strip over, Smith de film.

Roddelpers
Er gaan echter ook andere verhalen de ronde over de oorsprong van Amy. Schrijver John Kenneth Muir haalt in zijn boek An Askew View: The Films of Kevin Smith, een artikel aan uit Entertainment Weekly. Dit artikel, geschreven door Allison Gaines, verhaalt dat Smith en Scott Mosier (de vaste producent van Smiths films) vrienden werden met de regisseuses Rose Troche en Guinevere Turner (beiden lesbisch) tijdens hun verblijf op het Sundance Festival in 1994. Volgens het artikel was Smith of Mosier verliefd Guinevere. Mosier wilde indertijd geen details geven aan Muir, maar hield vol dat de informatie in het artikel van Entertainment Weekly klopte.
Persoonlijk ben ik eerder geneigd om Smith op zijn eigen woord te geloven dan een artikel dat toch een beetje riekt naar roddelpraktijken. Bovendien heeft het iets romantisch dat Smith Amy baseerde op zijn relatie met Joey. Natuurlijk kan het het heel goed dat de vriendschap met Guinevere Turner en het feit dat ze lesbisch is, bepalend is geweest voor het lebisch zijn van Alyssa in de film. In dat geval zijn beide verhalen dus ‘waar’.
Nadat de film klaar was, bleek de relatie tussen Smith en Joey ook voorbij, al zijn de twee nog steeds goede vrienden. Iets wat we niet kunnen zeggen over Holden en Alyssa. Maar daarover de volgende keer meer.Meer weten over de soundtrack van Chasing Amy? Zie de Column: Soundtrack kleurt je dag.
Meer weten over Kevin Smith? Zie de recensie over Clerks II.

Serie Chasing Amy:

  1. De oorsprong van Amy
  2. Thema’s in Amy
  3. Meer thema’s in Amy
Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomics: Review A lesson is learned

A Lesson is Learned. – But the damage is irreversible

Zo’n tien jaar geleden ontmoetten Dale Beran en David Hellman elkaar op school. Het resultaat van die vriendschap is de webcomic A Lesson Is Learned die in juli 2004 het licht zag. Als de strip enige indicatie is van zijn makers, dan hebben de heren nog niets van hun melige tienerstreken verloren. Al stoppen ze hun energie nu gelukkig in een online comic waar de hele wereld van kan meegenieten.

Op het eerste gezicht had A Lesson is Learned niet perse een webcomic hoeven zijn. De een pagina lange afleveringen hadden net zo goed op papier kunnen verschijnen. De statische pagina doet niets met het medium. Toch is dit niet helemaal waar. Wie goed kijkt naar de compositie van de strippagina, ziet dat deze vaak verticaal is. Dit geeft het scrollen een belevingsfunctie, zoals bij meer webcomics het geval is. Een mooi voorbeeld hiervan is strip nummer 18, waarin de narratieve lijn van het stromende water nog eens onderstreept wordt door de neerwaartse scrollbeweging.

Kleurrijk
Daarbij moet gezegd dat kleurrijkheid van de strips het maximale van je grafische kaart lijkt te vergen. De kleuren worden op een kunstige wijze toegepast, waarbij de afbeeldingen worden onderverdeeld in kleurvlakken. Ook dit is geen nieuwe techniek en toch werkt deze wel bij de haast surrealistische inhoud van de strip. David heeft niets voor niets de Web Cartoonist’s Choice Award gewonnen voor de bijzondere layout en kleurgebruik. De strip is alleen vanwege dit kleurgebruik al een genot om naar te kijken.

Het tekenwerk is wel van wisselende kwaliteit, zoals deze twee opeenvolgende afleveringen aantonen. In de eerste aflevering zijn de lijnen wat strakker, terwijl David duidelijk haast had om het tweede deel af te krijgen. Dat de heren af en toe een uitstapje nodig hebben van hun stripalterego’s bewijzen afleveringen als A Day At The Office, waarin andere karakters de hoofdrolspelen, neergezet in een iets andere tekenstijl en een meer conservatievere inkleuring. In de tweede serie, die maart 2006 is begonnen, slaan de heren een geheel andere weg in. Ging de eerste serie nog voornamelijk over David en Dale zelf (maar niet in een autobiografische zin), de tweede serie handelt over een nieuwe groep karakters: een psychiater en zijn gezin, de dubbelganger van hun dochter en een stel wolken die naar het aardse leven verlangen.

Fox Mulder
De verhalen lenen elementen uit sciencefictionverhalen, magische verhalen en sprookjes.
David en Dale zijn niet vies van verplaatsing naar andere dimensies, wondermiddelen, tijdreizen, etc. Ook kun je gastoptredens van mythische figuren als de yeti verwachten. De strips zitten vol met uiteenzettingen waarvan de een nog verdergezocht is dan de andere en die magische en bovennatuurlijke dingen neerzetten alsof ze de normaalste zaak in de wereld zijn. Dit doet een beetje denken aan technische onzinpraat uit Star Trek, of aan de uitspraken van Fox Mulder wanneer hij met een strak gezicht een nieuw vergezochte buitenaardse samenzwering verklaart. Omdat deze ‘technische’ informatie zo feitelijk wordt weergegeven, wordt het weer grappig en enigszins camp. Op mij komen de surrealistische elementen uit A Lesson Is Learned dan ook als melig over. Hier wordt duidelijk de draak gestoken met bovennatuurlijke zaken – zij het dan op subtiele wijze.

Tussen de verklarende dialoog zitten af en toe rake grappen die ook op zichzelf zouden kunnen staan als gagstrip. Een voorbeeld dat enigszins doet denken aan de humor in South Park:

De verhalen hebben lang niet altijd een duidelijke conclusie. Zoals deze waarin Dale meerdere malen in dezelfde situatie terechtkomt (gedroomd of in het echt, dat laten de stripmakers in het midden) om uiteindelijk te concluderen dat zijn dochter een andere kleur ogen heeft dan hij dacht. Het een en ander lijkt niet met elkaar verbonden te zijn. Alhoewel Dale iedere keer een boek van een bekende filosoof ter hand wil nemen zoals Plato en Aristoteles. Het reiken naar wijsheid bezorgt hem letterlijk hoofdpijn, en de hersenschudding die hij daaraan overhoudt doet hem uiteindelijk inzien welke kleur de ogen van zijn dochter hebben. Een simpel besef, dat wellicht belangrijker is dan welke filosofische gedachte ook.

Opzet
Grafisch gezien is dit voorbeeld van de strip knap werk. Het patroon van het vallende boek wordt consequent doorgezet en zet een denkbeeldige verticale lijn in het beeldvlak neer. Dat de bladeren aan de bomen onder aan het kader dezelfde kleur hebben is niet willekeurig: de vallende bladeren staan op het visuele vlak gelijk aan het vallende boek. Ook vormen de verticale vlakken op de pagina zelf een stedelijke skyline die terugkomt in het grote kader onderaan. Dat dit allemaal niet per ongeluk is geeft David in zijn eigen editorial aan. Menigmaal voegt de tekst van de makers begrip toe aan de strip, soms gaan ze hier wel erg ver in en lijken ze alles te willen uitleggen waardoor iets van het mysterie van het werk verloren gaat. Een kunstenaar hoeft immers niet alles te verklaren; het werk moet voor zich spreken.

Toch kan commentaar verhelderend zijn, zoals David met het volgende stukje bewijst:

‘I’ve probably mentioned this, but for a while Dale and I have been talking about making comics like poems. By this, we mean (in part) that the reader feels compelled to reread the comic, and that it unfolds with continued attention. The last panel shouldn’t kick the reader out the back door, but entreat her, “please, stay for just a bit longer.”‘

Of het duo in zijn opzet slaagt, mag iedere lezer zelf uitmaken.

Dale en David verfraaien hun site met de nodige hyperlinks en hebben zelfs een podcast geplaatst. Geheel in de stijl van hun comic: bij vlagen melig en onzinnig. Eigenlijk klinkt het duo als nerds die te veel tijd over hebben en allerlei wetenschappelijke items bespreken, zonder dat daar echt een lijn in te vinden is, wat overigens een hoop zegt over hun strip en de bronnen van hun verhalen…

Of de grafische stijl en de verhalen van A Lesson is Learned je nu aanspreken of niet – deze webcomic is in ieder geval het proberen waard. A Lesson is Learned is een originele comic waarbij beproefde grafische stijlen en surrealistische verhaalelementen samenkomen. Daarbij is het, ondanks de hoge pretenties die soms uitgesproken worden in hun editorials, verfrissend dat de stripmakers zichzelf en hun werk niet al te serieus nemen en weten te relativeren. Misschien is dat laatste nog wel de belangrijkste les die geleerd kan worden van deze webcomic.

Meer webcomicreviews op Clickburg.nl

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Soundtrack kleurt je dag

Soundtracks van films. De een heeft er niets mee, de ander verzamelt ze. Soms zijn ze schromelijke exploitatie om het succes van de film uit te melken terwijl de cd in kwestie weinig met de film zelf van doen heeft. Goede soundtracks bieden echter de kans om de filmervaring te verlengen en om je om te wentelen in de verhaalwereld.
Toen ik Filmwetenschap studeerde aan de UvA, moest ik regelmatig een paper over een film schrijven. Wat mij betreft was dat geen straf: behalve films kijken en maken is er niets leukers dan in een film te duiken en er een gedegen stuk over te schrijven.Iedere film heeft immers zijn eigen verhaalwereld en het is vaak heel prettig om een tijdje in die wereld te verkeren – het liefst langer dan de film duurt. Het schrijven van een paper biedt de kans om de verhaalwereld grondig te verkennen.Muziek is een belangrijke factor als het gaat om de sfeer van een film. Een van mijn trucjes om mij om te wentelen in de fictieve wereld van de film is dan ook door de soundtrack te luisteren tijdens het schrijven van het paper. De muziek roept scènes en emoties op die je tijdens de film hebt ervaren en is daarmee een handig hulpmiddel bij het herinneren en inleven van scènes. Op dit moment ben ik bezig met het schrijven van een tekst over de film Chasing Amy en hier levert de soundtrack wat problemen op. Officieel is deze namelijk nooit bij de film uitgebracht. Toen Kevin Smith de film aan het draaien was, werd hij benaderd door een lokale popartiest die zijn liedje graag ter beschikking wilde stellen. Vlak voordat de film uitkwam trok hij zijn werk terug omdat de soundtrack tegelijk met zijn eigen album zou uitkomen. De platenmaatschappij was bang dat dit de verkoop van zijn album ernstig zou schaden.
Dave Pirner (van Soul Asylum) heeft toen de score voor Smith gemaakt en de liedjes geselecteerd. Helaas gebeurde dit te dicht op de release van de film, waardoor geen enkele platenmaatschappij brood zag in de cd. Wie de soundtrack toch wil horen, kan terecht op de site van ViewAskew en Roger’s Basement. Daar is een lijst van de gebruikte nummers. Je hoeft deze alleen nog even te downloaden. Het construeren van deze soundtrack deed me realiseren dat we iedere dag de soundtrack van ons leven samenstellen. Soms heel terloops door gewoonweg de radio aan te zetten, soms heel bewust omdat we net zin hebben in dat ene cd’tje. Soms ook geheel buiten je eigen wens om als je buren weer eens doen alsof ze doof zijn.
Een mooi stukje score kan, net als bij de film, óók de klankkleur van je dag bepalen. Soms ben ik in de mood voor een stukje Danny Elfman. Meestal weet zijn muziek vol koortjes en zware kopertonen mijn dag te veranderen in een Burtonesk tafereel. Als ik wat somber ben, is een vrolijke soundtrack zoals die van About a Boy heel geschikt om de lucht te klaren. En als ik wil wegdromen naar vervlogen poptijden, is een soundtrack van een Cameron Crowe-film meestal precies goed. Bijvoorbeeld Almost Famous of de cd bij Elizabethtown.Wie bewust de muziek bij zijn dag kiest, is in staat deze de gewenste richting in te sturen, of in ieder geval van de gewenste klankkleur te voorzien.

Categorieën
Video

Film: Valentine’s Day

In het kader van het aankomend Halloweenfeest, hier een tweede korte film. Beetje melig weliswaar, maar ach. ‘Even monsters need love’.

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Alien loves Predator

Een strip waarin Alien en Predator samen een appartementje in New York delen klinkt als een hilarische situatie. Gelukkig maakt de strip in veel opzichten de verwachtingen die deze premisse oproept ook waar. Niet-politiekcorrecte humor in een fotografisch jasje.De webcomic Alien Loves Predator (ALP), van stripmaker Bernie Hou is een mooi voorbeeld van een goede fotostrip. Persoonlijk heb ik de algemene aversie tegen fotostrips nooit goed begrepen. Niemand heeft ooit gezegd dat strips getekend moeten zijn. Strips zijn wat Will Eisner sequential art noemde, en de visuele kunstvorm kan net zo goed uit een serie foto’s bestaan. Speelgoed
Voor ALP worden allerlei speelgoedfiguurtjes gebruikt. Niet alleen voor de twee hoofdrolspelers, ook veel bijfiguren worden door speelgoed uitgebeeld, waaronder Barbiepoppetjes. Hou verandert de lichaamshouding en de gezichtsexpressie van de figuurtjes en zet ze met zorg en aandacht in de mise-en-scène. Op het vlak van expressiviteit doet de strip dus niet onder voor een getekende strip. Soms worden ook foto’s van mensen gebruikt. Tot slot maakt Hou gebruik van focusverlegging om de plaatjes diepte mee te geven. De collage van verschillend bronmateriaal wordt tot één geheel gesmeed en dikwijls zijn de plaatjes een feest voor het oog. Het fotomateriaal opent de deur voor vele visuele grappen. Een meerwaarde zijn de vaak realistische New Yorkse decors die een herkenbaarheid aan de strip geven en de vreemde fictieve wezens in de echte wereld plaatsen. Door de speelgoedfiguurtjes in een foto te plaatsen ontstaat een vreemd soort tegenstelling die vaak op de lachspieren werkt, zoals hier en hier. Het feit dat de strip uit foto’s bestaat geeft het geheel dus een meerwaarde. Naar mijn mening was de strip ook niet zo leuk geweest als alles ‘gewoon’ getekend was. Stedelingen
Dat het hier om Alien (Abe) en Predator (Preston) gaat, is volgens striprecensent Gary Tyrell (Fleen) bijzaak. Tyrell merkt in zijn review over ALP op dat de comic in wezen gaat over het leven in New York City. (En daar lopen nu eenmaal wel vaker vreemde types rond, dus waarom niet een paar ‘allochtonen’ van buiten onze melkweg?) Abe en Preston zijn gewoon twee huisgenoten die een appartement delen in de Big Apple. De bekende problemen van de grote stad, verdwaalde taxichauffeurs, huizenjacht, discriminatie, frustratie in het openbaar vervoer, worden gemixt met tekenen van deze tijd, zoals speeddating, het leven van een (Amerikaanse) consument, de dreiging van terrorisme en ruzie met voicemail.
Sitcom
Ondanks hun opmerkelijke verschijning komen Alien en Predator dus in normale situaties terecht. Als Prestons ogen achteruitgaan moet hij op een gegeven moment een bril aanschaffen. Dit gegeven zou belachelijk zijn in de originele Predator-context, maar is heel passend in deze strip waarin het moordlustige monster is teruggebracht tot bijna menselijke proporties. ALP doet een beetje denken aan een sitcom rondom twee huisgenoten in een herkenbare Amerikaanse stad. Beide hoofdrolspelers hebben, zoals dat hoort bij komische duo’s, een tegenovergesteld karakter: de ene is tamelijk dom, de ander iets slimmer. Zo nu en dan komen er beroemde gasten voorbij om de afleveringen op te leuken. Gastrollen van Jezus als nieuwe slagman voor de New York Yankees, de King of Flop, Bill Clinton en Eliza Dushku. Ook hier speelt het fotoaspect een grote rol. De strip waarin Bill Clinton vreemdgaat met de ex van Preston, werkt op visueel vlak juist zo goed omdat Clinton hier geplaatst wordt tussen speelgoedpoppetjes. Los van de situatie waarin de twee heren verkeren, komt een deel van de humor voort uit het feit dat het hier gaat om (speelgoedversies) van Alien en Predator. Hou maakt dan ook regelmatig grappen die gaan over het uiterlijk van de twee filmmonsters. In tegenstelling tot wat Tyrell beweert gaat de strip dus niet alleen over het leven in New York. Dat het hier gaat om Alien en Predator is maakt de strip bijzonder – de hoofdrolspelers zijn niet inwisselbaar voor andere personages. Al heeft Tyrell natuurlijk wel gelijk dat de locatie een belangrijke rol speelt in het verhaal. Na alle lof toch nog een puntje van kritiek. De humor van Alien Loves Predator is ietwat puberaal en is soms behoorlijk ‘fout’ (en wat mij betreft daardoor leuk), en zal daarom niet ieders ding zijn. In principe doen Abe en Preston als het gaat om tits and fart jokes niet onder voor bijvoorbeeld Dante en Randal uit Clerks (I+II), al moet gezegd worden dat de grappen en dialogen uit ALP nooit het niveau van Kevin Smiths werk halen. Daarvoor zijn ze veelal te flauw en missen ze een verbredende context die ruimte biedt voor een diepere laag, wat bij Smits werk wel vaak het geval is. Ook is er in de 200+ afleveringen nergens sprake van karakterontwikkeling. Dat kan lang goed gaan zolang de maker nieuwe interessante (bij)figuren introduceert. Maar op een gegeven moment gaat de lol er toch wel wat van af. Gelukkig kunnen we dan nog altijd genieten van de mooie plaatjes. Voor veel meer webcomic reviews zie: Clickburg.nl