Cabaretier Thijs van Domburg is zo’n grote stripfan, dat hij er een blog over begonnen is. Strips, games, films en tv-series worden besproken op Laserpunch.
Leuk, want er kan wat mij betreft in het Nederlandse taalgebied niet genoeg geblogd worden over strips. Van Domburg heeft zijn zinnen ook nog eens op comics gericht en niet zo zeer op Europese strips. Aangezien er daar nog minder blogs over zijn, juich ik de nieuwe onderneming van Thijs van harte toe.
Ik ken Van Domburg dan ook als een grote stripliefhebber. Eerder bracht hij al een strip uit samen met Aimée de Jongh, een prequel op zijn theatershow Van nare mensen en de dingen die kapot gaan. In 2012 gaf hij een zeer vermakelijke show op het Imagine filmfestival over superheldenfilms.
Soms komt hij op zijn blog verrassend uit de hoek. De beste comic van het afgelopen jaar vindt hij Transformers: More then Meets the Eye, van uitgeverij IDW. Ook zette hij de superhelden uit de parodie The Boys van Garth Ennis, die ik nu met veel interesse aan het volgen ben, naast de DC en Marvel Helden waar ze naar verwijzen.
Hoewel Van Domburg zo nu en dan bijgestaan wordt door Ronald Goedemondt, Emilio Guzman en Peter Pannekoek, trekt hij toch vooral de kar van Laserpunch. Het is nog een jong blog: de eerst post dateert van december 2012. Ik hoop dat de heren het een tijd zullen volhouden.
Jeroen Mirck is internetjournalist, blogger en ook actief als duo-raadslid voor D66 in Amsterdam Nieuw-West. Waneer Mirck en ik online met elkaar discussiëren wordt de dialoog vaak behoorlijk pittig.
Jeroen heeft een uitgesproken mening en gooit graag de knuppel in het hoenderhok. Ook heeft hij in het verleden veel te maken gehad met plagerijtjes en scheldpartijen van GeenStijl-reaguurders. (Overigens heeft die aandacht van GeenStijlers hem ook voordelen gebracht, zoals hij in de video uitlegt.) Ik was daarom benieuwd naar zijn visie op reageren op internet. Hoe reageert hij als zijn blog met nare comments volloopt? Ook geeft hij tips om met reaguurders om te gaan. Alles wordt onthuld in dit video-interview.
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van componist en blogger Marco Raaphorst.
Elke dag bloggen? Het moet geen moetje worden, vind ik. Nu blog ik wel bijna dagelijks, maar als ik mezelf voorneem om iedere dag te bloggen… pfff, dan heb ik er eigenlijk geen zin meer in.
Het posten van artikelen is onderdeel van mijn werk, maar het moet niet echt werk worden. Dat wordt het vaak natuurlijk wel. Hele schema’s spoken door mijn hoofd, rubrieken worden bedacht, afgekeurd en anderen worden gestart.
Toch wil ik niet te planmatig te werk gaan en te veel voorprogrammeren. Het is veel leuker om een blogpost te schrijven en deze meteen te publiceren dan dat ik hem voor volgende week maandag klaarzet. De urgentie is er dan een beetje van af.
Karin Ramaker post vaak twee of drie stukken per dag. Het maakt haar niet uit dat ze twee uur al iets heeft gepubliceerd. Ze stapelt post op post. Ik denk wel eens: dan krijgen de vorige posts niet genoeg ruimte om door mensen gezien te worden. Maar dat is deels onzin: veel bezoekers komen toch via Google direct op een post binnen en die bezoekers malen toch alleen maar op het resultaat van hun zoekopdracht. En vaste bezoekers bladeren toch vooral door je blog en blijven hangen bij wat ze interessant vinden.
Toch… het moet geen moetje worden. Ik wil juist relaxter dan ooit bloggen en me niet laten leiden door dat stemmetje in mijn hoofd. Dat betekent een paar keer per dag en soms dagen niet. We moeten al zo veel in het leven, daarom moeten we onszelf geen slaaf maken van voornemens.
Blog als je iets kwijt moet. Als je iets wil vertellen en delen. Niet omdat je agenda dicteert dat er weer een post uit moet.
Dagelijks bloggen deed ik tot voorkort ook op mijn fotoblog, maar na ruim 21/2 jaar vind ik het wel weer mooi geweest. Ik hou het blog aan en plaats een foto zodra ik een mooie heb, maar ga er niet meer iedere dag voor aan de slag.
Pixel Prinses vroeg of ik voor iblogbuddy.nl, een site met tips voor bloggers, een gastblog wilde schrijven over mijn passie voor het bloggen. (Zo, ik tel nu even vier keer het woord bloggen in verschillende vormen in de voorgaande zin, maar dat terzijde.) Nu heb ik daar al vaker over geschreven, daarom leek het me leuk om eens een ouderwetse talking head vlog op te nemen over dit onderwerp. Het is meteen de eerste Daily Webhead van het jaar.
Blogplannen voor 2013
Ik ga al lang genoeg mee om te weten dat alle plannen en blogstrategieën die ik kan bedenken aan het begin van het jaar volledig in de war geschopt zullen worden door de chaos van alledag. Ik ga toch vooral improviserend door het leven. Ik ga wel losser bloggen: ik zal in de toekomst geen rekening meer houden met schema’s, frequentie en een potentiële overdosis. Ik publiceer wanneer het uitkomt. Dat kan betekenen dat er opeens veel achter elkaar verschijnt of dat het een tijdje rustig blijft.
Beeldverhaal
Toch heb ik wel een missie voor dit jaar: ik wil op dit blog zo veel mogelijk laten zien wat voor rijk medium de strip is, want dat is het. En wil ik doen middels interviews, Minneboo leest en recensies met als leidraad dat de uitgaven zelf centraal staan. Er zal gerust wel wat stripnieuwsberichten tussen zitten maar aangezien er al genoeg sites zijn voor je dagelijkse portie nieuws, zal dat niet mijn hoofddoel zijn. Dus in dat opzicht is er niet veel veranderd van het voorgaande jaar. Sommige blogposts zullen doorplaatsingen zijn van artikelen die ik in opdracht heb geschreven als freelancer, anderen zullen specifiek voor deze site gepend zijn.
En verder Aangezien strips een groot deel van mijn leven uitmaken, zal ik er veel over bloggen. Toch zal ik nog genoeg van mijn andere stokpaardjes berijden om het voor de niet-stripliefhebber de moeite waard te maken om michaelminneboo.nl te bezoeken.
Er zijn immers onderwerpen genoeg om over te schrijven:
film, Twitter, Facebook, bloggen, boeken en verder nog wat persoonlijke Minneboo-zaken natuurlijk.
Ondertussen denk ik nog even na over het doel en de functie van Daily Webhead en schroef ik de frequentie van dit beeldblog naar beneden.
Met de videoreeks met dezelfde naam ga ik dit jaar vrolijk verder. In de pijplijn zitten onder andere interviews met internetjournalist Jeroen Mirck, stripmaker Erik Varekamp, Ger Apeldoorn en een verslagje Parijs.
Goed, genoeg gekletst over blogplannen. Let’s get this party started, shall we?
Hoe zorg je er als onbekend auteur voor dat je wordt uitgegeven? Begin een blog! In 2009 startte Jourbert Pignon (pseudoniem van Joubert Pignon) een blog en plaatste korte verhaaltjes. Op een gegeven moment stuurde hij deze naar HP/De Tijd en werden ze gepubliceerd naast een interview met de auteur. Die publicatie leidde weer tot interesse van een aantal uitgevers. In oktober kwam Pignons debuut uit: Er gebeurde o.a. niets: een bundel zeer korte verhalen waarin absurditeit samengaat met de schrijnende duisternis die het alledaagse leven met zich mee kan brengen.
Of zoals Tommy Wieringa het boek omschrijft: ‘Joubert Pignon doet vrolijk verslag van zijn verkenning van de hel – een stem zoals de zijne hadden we nog niet.’
Ik sprak laatst met Pignon in Haarlem over zijn boek, zijn blog en zijn angst voor sommige schrijvers.
Sinds ik ben gaan bloggen heb ik een haat-liefderelatie met het reactieformulier. Of eigenlijk: met reageerders.
In beginsel ben ik voor het gegeven dat mensen kunnen reageren op blogposts. In het positieve geval levert dat interessante reacties op die de blogpost verrijken, soms door aanvullende informatie voor de lezer en blogger, soms doordat de reageerder eigen ervaringen deelt met de wereld of een compliment geeft. (Complimenten zijn als chocoladekoekjes voor een blogger en motiveren om meer te schrijven.) Allemaal mooi, maar je ziet te vaak dat mensen hun zure ei kwijt moeten: het zijn immers vaak de energiezuigende zeurpieten die reageren. GeenStijl is daar groot mee geworden. Het grote nadeel van negatieve reacties: ze zetten de toon voor de rest van de discussie en in sommige gevallen zorgen die reacties ervoor dat de discussie een heel andere kant op gaat en eigenlijk niet meer slaat op de blogpost zelf. Dat laatste is helemaal spijtig want een blogger legt ziel en zaligheid in zijn stuk en dan komt er een zuurpruim langs die al dat mooie werk eigenlijk teniet doet.
Lettercols in commercial, entertainment publications are PROMOTIONAL INSTRUMENTS (and entertaining, if done right). Like it, don’t like it, or whatever. If you’re a professional with the brains God gave a goat, you know this and you act accordingly. This isn’t journalism.
Ideally, you select letters positive letters, especially thoughtful, thought-provoking letters, including some, OCCASIONALLY that express thoughtful criticism along with positive comments. A critical letter that is clearly biased or dumb enough to incite the readers to rebut it, if only in their own minds, works too. Publishing 101.
Stan told me that when John Romita replaced Steve Ditko on Spider-Man, the mail was overwhelmingly negative. Stan ran only the rave letters, almost without exception. Soon, the mail became overwhelmingly positive. And, P.S., people got used to John’s style and sincerely started grooving on it. This happened, in part, because the lettercols promoted the new look. That helped to start a movement.
P.S. That wouldn’t have worked if John’s work wasn’t really good. Trying to promote in a lettercol something that’s really lousy usually is a non-starter.
Ik zie een overeenkomst tussen die reacties van lezers op de brievenpagina en de reacties van bloglezers. Veel negatieve reacties lokken meer negatieve reacties uit; veel positieve reacties zorgen dat mensen positief tegen de zaak aan gaan kijken. Als je als blogger zelf zou bepalen welke reacties je onder een stuk plaatst, dan zou je dus de flow van deze reacties kunnen manipuleren. Dat doen bloggers in de prakijk meestal niet, want we leven nog in het vage idee dat internet democratisch is en dat iedereen gehoord moet worden. Onzin natuurlijk. Je kunt als blogger negatieve reacties van lezers met een GeenStijl-mentaliteit gewoon weren van je blog. Hun reacties leveren namelijk niets positiefs op en kosten doorgaans veel te veel tijd. Tijd die je beter kunt besteden aan inhoudelijke reacties waar je nog iets van opsteekt.
Misschien gaat het weren wat te ver voor sommigen, maar dan zou ik ze in ieder geval negeren. Al loop je dan wel de kans dat die negatieve comments die nergens op slaan toch de rest van de discussie sturen.
Let wel: het gaat me niet om reacties van mensen die kritisch zijn over wat je schrijft en dat op een beschaafde, constructieve manier laten weten. Daar heb je wel wat aan als blogger. Aan azijnpissers die alleen maar hun plasje willen doen, niet.
Gewoon je comments uitzetten
Dat neemt overigens niet weg dat je vrij bent als blogger om je commentformulier op een gegeven moment op slot te zetten of helemaal achterwege te laten. Een blog is nog steeds een blog als er niet gereageerd kan worden.
Dat onderwerp leverde sowieso heftige discussies op tijdens #blogpraat. Daar heb ik een paar dingen van geleerd:
Voor mij werken discussies op Twitter niet. Ik vind 140 tekens te weinig om me genuanceerd uit te kunnen drukken. Zonder nuance heb je niet veel aan een discussie. Kortom: wat levert al dat gepraat je eigenlijk op?
Ook discussieren via een commentformulier gaat me steeds meer tegenstaan. Sommige reageerders hebben je stuk niet goed gelezen of verkeerd geïnterpreteerd waardoor een discussie daarna flink loos kan gaan. Tekst en te snel lezen kunnen tot een hoop onduidelijkheid leiden. Als ik een stelling met iemand wil bespreken, spreek ik liever met die persoon af. Voorbeeld: Marco Raaphorst en ik waren flink heen en weer aan het antwoorden op elkaar op mijn blog terwijl we elkaar die avond ook zouden zien, want we gingen samen naar de debatavond in de Balie over journalistiek. Tegenover elkaar zitten praat een heel stuk makkelijker. Je kunt iemand zien, je hoort de nuances in zijn stem en ondertussen kun je ook nog gezellig een glas drinken met elkaar. Ik geef dus weer de voorkeur aan gezichtscontact en laat discussies op het web links liggen, want het kost me simpelweg te veel tijd. Tijd die ik aan andere dingen wil besteden.
Karin, Marco en ik reageren vaak op elkaars blogpost door zelf een blogpost te schrijven. Ik ben van mening dat, wanneer je een blogpost schrijft, jezelf meer de tijd gunt. Dat levert overwegend genuanceerdere teksten op dan via een reactieformulier. En zo ontstaat ook nog eens een mooie ketting aan blogposts die naar elkaar verwijzen.
En als mensen zelf geen blog hebben en toch wat aan je kwijt willen, kunnen ze altijd een mailtje sturen.
Wat betekent dit voor mijn blogpraktijk? Dat ik zo nu en dan gewoon de comments uitzet. Als ik een blogposts schrijf, dan staat daar in principe alles in wat ik te zeggen heb. Ik heb vaak geen zin om dan met Jan en alleman tot het oneindige in discussie te gaan. Daar word ik simpelweg niet gelukkig van en het kost me te veel tijd.
Shooter was onder andere verantwoordelijk voor Secret Wars – een limited serie waarin de superhelden en schurken van Marvel door een goddelijk wezen genaamd The Beyonder naar een planeet werden getransporteerd om de strijd met elkaar aan te gaan. Door de avonturen op deze planeet kwamen veel superhelden veranderd terug: Spider-Man kreeg er bijvoorbeeld een heel nieuw pak wat later een buitenaards wezen bleek te zijn. Secret Wars was het eerste grote event dat de uitgeverij organiseerde. Tegenwoordig hebben ze iedere zomer zo’n blockbuster die de verhalen in alle series beïnvloeden.
In dit oude nieuwsbericht wordt een aardig overzicht gegeven van Shooters verdiensten bij Marvel:
Shooter begon met bloggen in maart 2011. Hij blogt over zijn werk en is een zeer uitgesproken professional. In zijn posts steekt hij zijn soms vinnige commentaar op hedendaags tekenwerk niet onder stoelen of banken. Maar het meeste geniet ik van zijn anekdotes over hoe het er bij Marvel in zijn tijd aan toe ging. Zoals deze heerlijke anecdote over Chris Claremont. De gezelligheid en de kameraadschap onderling. Smullen zijn Shooters verhalen over Stan Lee en over hoe bepaalde publicaties bij Marvel tot stand zijn gekomen. Zeer leerzaam voor een ieder die meer wil weten over hoe de comicsindustrie in elkaar steekt.
Het is vooral leuk om de ervaringen en verhalen van Shooter naast de versies van Sean Howe te leggen die in Marvel Comics juist schrijft dat Shooter niet altijd even geliefd was onder zijn personeel.
Boze reacties
Niet iedere bezoeker van Shooters site is ook even dol op hem. Sinds mei dit jaar blogt Shooter niet meer. JayJay, die al de posts altijd netjes online zette, geeft ook geen verklaring voor Shooters afwezigheid. Feit is wel dat sommige mensen op een zeer akelige wijze reageerden op de plotselinge online afwezigheid van Shooter. Nu vind ik het ook vervelend dat we niet weten wat het lot is van deze stripschrijver, maar dat neemt niet weg dat die scheldpartijen allemaal niet nodig zijn. Spijtig en laat je daardoor vooral niet weerhouden om de posts die Shooter tot nu toe heeft geschreven, want dit blog is een prachtige bron van informatie voor de stripliefhebber.
Tot slot nog even een fragment uit de documentaire Comics in Focus: Chris Claremont’s X-Men die op dit moment geproduceerd wordt, waarin Jim Shooter uitgebreid aan het woord komt:
Op mijn blog zul je geen advertenties en advertorials aantreffen. We worden iedere dag al doodgegooid met reclame, daarom hou ik mijn webstek graag reclame-vrij. Advertorials plaats ik niet, want ik vind dat dit mijn geloofwaardigheid als journalist zou aantasten.
Advertorials, dat zijn commerciële teksten, reclames, verkleed als redactionele bijdragen. Teksten over een product met de bedoeling dat je dat product gaat aanschaffen.
Als journalist is voor mij waarheidsvinding heel belangrijk. Je moet erop kunnen vertrouwen dat wat ik schrijf, strookt met de waarheid. We weten allemaal dat reclames allesbehalve de waarheid verkondigen. Die twee gaan dus niet samen op een journalistiek blog. Punt.
Bloggers als Nalden neem ik niet serieus: Nalden claimt dat hij alleen schrijft over producten die hij tof vindt, en misschien is dat ook wel zo en wordt zijn mening niet gekleurd door het bedrag dat hij voor een blogpost krijgt. Toch zie ik zijn blog als niet meer dan een verlengstuk van het pr-apparaat van de bedrijven en producten waar hij over blogt. Een virtuele reclamefolder van een blogger wiens smaak mij niet interesseert overigens.
Iedere blogger moet natuurlijk voor zichzelf bepalen of advertenties en advertorials bij ze past. Je hebt bijvoorbeeld genoeg beautybloggers op het web die geregeld advertorials plaatsen. Zolang je die advertorials duidelijk onderscheid van de rest van je content kan het wel, denk ik. Het is belangrijk dat je bezoekers duidelijk kunnen zien wat reclame is en wat niet.
Wil ik dan geen geld verdienen met bloggen?
Natuurlijk wel en dat doe ik ook. Ik krijg opdrachten op basis van wat ik op mijn blog publiceer, ik geef lezingen over mijn specialisaties, ik ben gespreksleider, interview mensen in opdracht en soms geef ik les over bloggen. Dat komt allemaal onder andere omdat ik een levendig blog heb.
Als ik een strip recenseer of onder de aandacht breng via Minneboo leest, maak ik toch ook reclame voor die strips?
Strips onder de aandacht brengen is wat ik doe. Daar ben je stripjournalist voor. Soms doe ik dat door een interview me stripmakers. Soms doe ik dat door een duidelijk oordeel over een bepaalde strip te vellen middels een recensie. Ik probeer vooral aandacht te geven aan strips die ik goed vind, maar soms voel ik ook de neiging om uitgaven te behandelen die je naar mijn mening beter niet kunt kopen.
Betekent dit allemaal dat ik nooit ads zal toelaten op mijn blog?
Misschien dat ik in de toekomst advertenties zal plaatsen over bijvoorbeeld nieuwe stripuitgaven en stripwinkels. De advertenties moeten dus thematisch verantwoord zijn, ik moet de uitgeverij en stripwinkel sympathiek vinden en de advertenties moeten het design van mijn site niet overheersen.
Hoewel op waarheid berust is het wel eens zo dat ik een bepaald gevoel vermeng met een oudere gebeurtenis en kneed dit tot een blog. Het kan ook zijn dat ik ergens over tob en het koppel aan een oude herinnering of gedachte en daar een blog van pruts. ‘Je moet wel aangeven wanneer iets gebeurd is hoor’ riep iemand gisteren. Ze was anders bezorgd. Toen ik even later naar huis fietste bedacht ik me dat dit dus alleen geldt voor zwaardere blogs. Als het namelijk helemaal goed met je gaat in een blog vraagt niemand ernaar.
Deze zin bleef bij me hangen: ‘ Je moet wel aangeven wanneer iets gebeurd is hoor…’
Hoewel ik snap dat naaste vriendinnen zich zorgen kunnen maken als je een heftig stuk op je site plaatst, lijkt het me toch behoorlijk saai, zo’n disclaimer. Het is toch veel spannender als je niet zeker weet wat echt is en wat niet? Het spel tussen fictie en werkelijkheid vind ik al jaren fascinerend.
Niet alles hoeft waargebeurd te zijn om echt te zijn:
Esther Gerritsen, columnist in de VPRO Gids, had het er laatst nog over in een van haar columns. Ene Gerrit had namelijk een brief naar de redactie gestuurd waarin hij vroeg of Esther eens kon ophouden met over zichzelf te praten:
‘Ik schrok. Zou ik alles wat ik schreef zelf hebben meegemaakt? Gerrit, zeg me alsjeblieft dat dat niet waar is. Hoe leg ik Gerrit uit dat deze columns niet over mij gaan maar over hem? Hoe komt het dat hij mijn woorden serieuzer neemt dan ik? Dat hij meer in mijn werkelijkheid gelooft dan ikzelf?’
Geloof jij alles wat iemand blogt of op Facebook zet? Maakt het je wat uit?
Journalistiek
Nu sta ik deze week op dinsdag en donderdag weer voor een klas journalisten in opleiding aan de Hogeschool Utrecht. Meestal krijg ik dan de vraag of ik mijn blog als journalistiek beschouw. Ja, is het antwoord. Ik ben freelance journalist en veel van de blogposts heb ik oorspronkelijk geschreven voor publicatie in kranten of tijdschriften. Bij het maken van die stukken hanteer ik journalistieke methoden. Ook reguliere blogposts moeten feitelijk kloppen. Een journalist hoort nu eenmaal de waarheid te verkondigen. Je mag dus aannemen dat wat ik op mijn blog zet, naar mijn weten de waarheid is. En als er ergens een feitelijke onjuistheid in sluipt, dan hoor ik dat graag.
Mocht ik ooit fictieverhalen gaan schrijven, waar ik wel eens over dagdroom, dan zal ik dat duidelijk aangeven op mijn blog, want anders schaad ik het vertrouwen van mijn lezers.
Dichterlijke vrijheid
Maar dat betekent niet dat dit altijd voor bloggen geldt. Waarom zou een blogger zich geen dichterlijke vrijheid mogen veroorloven? Waarom zou een blogger niet gebeurtenissen van vroeger mogen opschrijven alsof ze nu gebeuren? Of gebeurtenissen mogen bedenken die mooi weergeven hoe de blogger zich voelt? Met andere woorden: waarom zou een blogger geen literaire technieken mogen toepassen?
Dat mag dus gewoon, al hangt het een beetje van de aard van het blog af. Aangezien Karin geen journalist is, maar een blog bijhoudt dat niet onder een noemer valt, kan ze zich allerlei vrijheden veroorloven.
Gaza
Maakt het dus uit of iemand honderd procent de waarheid blogt? Dat hangt van de context af en van wat er beoogd wordt. Berichten op live-blogs die het Israëlische leger en Hamas plaatsen en de mededelingen die ze via Twitter doen, zie ik vooral als een middel om propaganda te verspreiden en de publieke opinie te beïnvloeden. Sociale media worden daar ingezet om een conflict uit te vechten. Het waarheidsgehalte van die berichten moet door onafhankelijke journalisten gecontroleerd worden.
Even voor de duidelijkheid: over dit soort blogs heb ik het dus niet. En voor de studenten journalistiek geldt hetzelfde: hun journalistieke blogs moeten naar eer en geweten de waarheid bevatten. Tenzij ze naast nieuwsberichten ook columns schrijven. Dan geldt voor die posts wat ik nu maar even de Wet van Gerritsen noem.
Linda Delis is zelfstandig ondernemer: samen met Daphne Holthuizen runt ze Kadolab, een ontwerplabel. In Kadolab bundelen zij nu hun creatieve krachten en creëren daar producten waar je blij van wordt, zoals: kaarten gevuld met bloemenzaadjes, bijzondere wenskaarten met een gouden randje en opschrijfboekjes.
Daarnaast is Linda bezig met een opleiding grafische vormgeving en maakt al jaren heel mooie foto’s. Toen ik die zag heb ik haar meteen aangeraden een blog te beginnen, maar klassiek bloggen is niet echt haar medium. Ze werkt liever met Pinterest en plaatst soms iets op Facebook. Dat is ook een vorm van bloggen natuurlijk.
Zelf plaats ik al tweeëneenhalf jaar dagelijks een foto op Daily Webhead en hoewel ik er geen genoeg van heb, vind ik het ook wel eens leuk om te zien waar anderen mee zouden komen als ze zouden beeldbloggen.
Zelf vond ik de laatste bijdrage van Linda het leukst, maar misschien komt het ook wel omdat ik er zelf bij was. En ik heb nu eenmaal een zwak voor Miss Piggy. Een ontroerende bijdrage vind ik het briefje dat ze van de week terugvond.
Gastbloggen In de vroege dagen van het bloggen was gastbloggen een normaal verschijnsel. Het gebeurt nu nog steeds, al heb ik het gevoel wel veel minder.
Gastbloggen heeft een aantal voordelen: je kunt iemand anders eens je podium geven zodat je bezoekers kennis met zijn of haar werk kunnen maken. Dat is handig als de gastblogger in kwestie zelf geen digitale publicatieplek heeft.
Een ander voordeel van een gastblog is dat een nieuwe groep lezers kennismaakt met je blog, want de gastblogger heeft een heel netwerk waarin hij linkjes naar de blogposts plaatst. De bezoekersaantallen schoten deze week dan ook omhoog op Daily Webhead, vooral eerder genoemd briefje raakte een gevoelige snaar bij veel mensen.
Volgende week blog ik weer gewoon zelf op Daily Webhead, maar ik sluit toekomstige gastbijdragen niet uit.
Hoe gaat het eraan toe op een Amerikaanse Comic con, oftewel een stripbeurs in de Verenigde Staten? Ik heb wel video’s gezien, presentaties en reportages, maar zelf ben ik helaas nog nooit in bijvoorbeeld San Diego geweest. Wat ik wel weet is dat de stripbeurzen in Nederland niet in de schaduw kunnen staan wat betreft de San Diego Comic-Con: grootser dan dit kan het bijna niet op stripgebied. Uitgeverijen én filmmaatschappijen presenteren hun waar, er zijn panels met de groten der aarde en de bezoekersaantallen zijn al even zo groot.
Het tumblr-blog American Comicon toont foto’s vanaf de beursvloer: opgedirkte stripliefhebbers, sexy stripnimfen, toys, bijzondere tekeningen, noem maar op. Veel (vooral volwassen) bezoekers verkleden zich als hun favoriete stripheld. Het kan dus zomaar gebeuren dat Captain America een broodje zit te eten in de cafetaria, of dat je met drie supermannen in de rij staat voor een handtekening van een stripmaker.
De anonieme blogger vat het zelf als volgt samen:
Ok. So.. This is a place for people who have never been to a comic book convention before, but they’re curious and would kinda like to see what these things look like… what all the fuss is about… It’s for people who used to go to comic-con’s but haven’t been in a real long time… and they kinda miss ‘em… It’s kinda like a Comic-Con Year Book, then. A Photographic Journal. An Online Pop Culture Museum of the Moment. A Visual Documentation of a 21st Century Comic-Con… Oh. And I’m MV Partsch. I took all the pics. And wrote all the words… Yeah. That’s pretty much it in a nutshell… Ok.. So. Here we go.
Vanmorgen, zoals zoveel dagen, heb ik maar liefst drie uur besteed aan mijn blogs. Eigenlijk gekkenwerk, maar wat kan het je schelen als het je zoveel genot en plezier brengt? Mijn dagen beginnen meestal beter als ik op mijn manier creatief bezig ben.
schrijft Irene aka PixelPrinses op haar blog.
Ze is deze maand voor het eerst de NaNoWriMo-uitdaging aangegaan. De bedoeling is om binnen de maand november een heel boek te schrijven van minstens 50.000 woorden. Ik heb hier al wat vaker over geblogd en blijf het een fascinerend evenement vinden. Al zal ik er zelf niet zo snel aan meedoen: opdrachtwerk en bloggen zorgen al voor genoeg schrijfuren in november.
Dat wil niet zeggen dat ik niet de wens koester ook een boek te schrijven. Ideeën heb ik ook wel, maar hou ik nu nog even voor me.
Irenes quote sluit mooi aan op het geluksgevoel dat ik van het bloggen krijg en waar ik eerder deze week over schreef. Waarom zou je bloggen? Omdat je er lol in hebt!