Categorieën
Boeken Strips

Een middag Vers voor de Pers

Vandaag liep ik samen met andere journalisten die hopelijk van boeken houden, in de Passenger Terminal in Amsterdam, waar Vers voor de Pers plaatsvond. Stichting CPNB is de organisator van dit jaarlijkse boekenfestijn waar nieuwe titels en schrijvers worden voorgesteld aan de Vaderlandse pers. Uitgevers zetten hun mooiste en boeiendste pr-mensen neer in standjes om de pers te interesseren in de nieuwe uitgaven en catalogi. De stands hangen vol met grote posters van boekomslagen of portretten van schrijvers. De uitgever hoopt immers dat de recensent uit het grote aanbod zijn boeken beschrijft. Eigenlijk had de beurshal wel iets weg van een stijlvol aangeklede, rosse buurt waarin de aangeboden waar niet de belofte is van een vleselijk avontuur, maar van een geestelijke reis van soms literaire proporties. Ik schrijf bewust ‘soms’, want een groot deel van de boeken die uitkomt valt niet onder het predikaat literatuur. Denk aan thrillers of non-fictie boeken en treurige meuk die alleen door de drukpers lijkt te zijn gegaan omdat de schappen in de boekhandels vol moeten. Het aanbod van het gedrukte woord is overweldigend. Als ik gezellig wil struinen door de Scheltema zie ik in ieder geval door de boeken het bos niet meer.
No poking
Ik was er aanwezig om onder meer de site Eeuwig Weekend onder de aandacht te brengen van de uitgevers en om te zien wat voor boeiende boeken we kunnen behandelen op de site. Uitwisselen van visitekaartjes dus (op de ouderwetse manier, hier werd niet gepookt). En om bekenden uit de uitgeverswereld weer even aan te spreken, ofschoon ik er een paar dit weekend al had gesproken tijdens het Weerwoordfestival. (Daarover later meer.)
Natuurlijk heb je op Vers voor de Pers ook kans om schrijvers in het wild tegen te komen. Zelfs wat striptekenaars, al staan er niet echt stripuitgevers tussen. (Oog & Blik is daar een van de uitzonderingen van, die uitgeverij werd laatst opgenomen in de wereld van de Bezige Bij.) Zo kon de oplettende bezoeker Jean-Marc van Tol ontwaren. Maar goed, die is dan ook zelf uitgever. Van Tol vertelde mij dat hij inmiddels begonnen is aan de Jezus-strip waar ik hem laatst over interviewde. Sinds die video online staat wordt hij gebeld door religieuze omroepen als de KRO en EO om erover in een programma te praten.
Tussen de schuifelende pers trof ik schrijfster Natasja van Loon in een euforische stemming aan. Ze had die nacht de laatste hand gelegd aan het tiende hoofdstuk van Het mannenexperiment. Nog twee hoofdstukken te gaan en haar tweede boek kan naar de winkel. Stripmaker en illustrator Merel Barends, voor de vaste bezoekers van deze site en EeuwigWeekend.nl ook geen onbekende, vergezelde ons door de lange rijen met standjes.Barends had het storyboard van haar nieuwste stripproject mee. Van Loon bovenvermeld tiende hoofdstuk.

Barends (links) en Van Loon lezen elkaars werk.

Schaars geklede meid
Nu huren grote uitgevers natuurlijk meer meters stand dan de kleine, waardoor deze minder goed opvallen tussen de grote posters van bekende auteurs. Toch wist uitgeverij d’Jonge Hond dit voor mij te compenseren door een interessante foto op het omslag van hun catalogus te plaatsen. We zien de oudere schoenontwerper Jan Jansen in smoking. Op zijn schoot zit een schaars geklede dame met knal rode laarzen. Dan heb je mijn aandacht wel. d’Jonge Hond is vooral gespecialiseerd beeldende kunst, fotografie, mode en hieraan gerelateerde onderwerpen. Typisch boeken die interessant kunnen zijn voor Eeuwig Weekend. Ook zonder schaars geklede vrouw op de cover overigens. Veel van de boeken van d’Jonge Hond zijn gekoppeld aan exposities. Slim natuurlijk, want dan heeft het boek voor recensenten van naturen een actualiteitswaarde.Met een tas vol catalogi en andersoortig pr-materiaal reed ik later die middag weer naar huis. Dat wordt een avondje bladeren op de bank. Lees ook:

Categorieën
Boeken

Boekrecensie: Burial van Neil Cross

Schuldgevoel laat zich niet begravenHet Engelse gezegde mag dan ‘Never judge a book by its cover’ luiden, het is het omslag van Burial dat me nieuwsgierig maakte naar dit boek. Een in negatief afgedrukte zwart-wit foto van een auto die langs een verlaten landweggetje stilstaat. Onder de foto staat in vette rode letters de naam van de auteur geschreven, met daaronder in een vaag spookachtig lettertype de titel van het boek. Het omslag belooft mysterie met een bovennatuurlijke spanning. De inhoud van het boek maakt deze belofte meer dan waar. Op een fatale nacht ontmoet Nathan de negentienjarige Elise op het feestje van zijn baas. Samen met Bob, een oppervlakkige kennis, rijdt hij Elise naar een afgelegen plek, alwaar Nathan en het meisje met elkaar vrijen. Wanneer Bob even later het meisje lichamelijk bevredigd, overlijdt ze aan wat op het eerste gezicht een toeval lijkt. Omdat de mannen bang zijn gearresteerd te worden voor moord, besluiten ze Elise ter plekke te begraven. Vanaf dit moment zal hun leven nooit meer hetzelfde zijn.Schuld en boete
Schrijver Neil Cross volgt de stappen die Nathan onderneemt om met zijn schuldgevoel in het reine te komen. De vraag of hij en Bob met hun verschrikkelijke daad weg zullen komen, werpt een schaduw over iedere scène die na de dood van Elise volgt. De spanning loopt op wanneer Nathan contact probeert te krijgen met de oudere zus van Elise en steeds meer betrokken raakt bij haar familie. Van dichtbij ervaart hij welke schade de verdwijning van Elise in het leven van deze mensen heeft berokkend. Bij Bob, die al jaren een diepgaande interesse koestert voor het paranormale, nemen de schuldgevoelens bovennatuurlijke vormen aan.Door het verhaal ga je je afvragen wat je zou doen wanneer je zelf in de ongelukkige schoenen van Nathan zou staan. Burial biedt je de kans om deze situatie op een veilige, maar intensieve manier te exploreren. Neil Cross, die zowel romans als televisiescripts pent, heeft met Burial een meeslepende, psychologische thriller vol vloeiende dialogen en kernachtige beschrijvingen geschreven.Hier en daar gebruikt de auteur treffende metaforen. Zoals deze beschrijving van vier lijntjes coke op een spiegel: ‘a cat’s claw gash across his reflection’. In Burial eindigt Cross de korte hoofdstukken steevast met een cliffhanger of met een interessante observatie. Dit maakt het moeilijk de thriller neer te leggen. De bijna 300 pagina’s zijn dan ook gelezen voordat je het weet.Euro avant la lettre
Op één moment laat de auteur overigens wel een steekje vallen: Nathan reist in 1998 door Griekenland en betaalt daar met euro’s – vier jaar voordat deze munteenheid geïntroduceerd werd. Nu heb ik een ongecorrigeerd proefexemplaar gelezen, dus waarschijnlijk is die fout er door de redacteur wel uitgehaald. Verder heb ik op dit spannende boek weinig aan te merken. Lezen dus.Burial is 5 januari uitgekomen.Cross, Neil. Burial.
Simon & Schuster. ISBN 978-0-7432-3141-1
Deze recensie verscheen ook op EeuwigWeekend.nl. Een Engelse versie verscheen op het blog van de ABC. Check it out.

Categorieën
Boeken

Schrijfblog: NaNoWriMo gaat weer van start

Als je dacht dat een strip van 24 pagina’s binnen een etmaal tekenen gekkenwerk is, dan vergis je je. Het kan nog veel gekker. In de maand november is het namelijk weer tijd voor NaNoWriMo. Dit staat voor National Novel Writing Month.Dit is sinds 1999 een jaarlijks evenement waarin participanten geacht worden om binnen één maand een roman van 50.000 woorden te schrijven. Dat betekent meer dan 1600 woorden per dag op papier stellen. Waarom? Op de site van NaNoWriMo wordt het uitgelegd:

The reasons are endless! To actively participate in one of our era’s most enchanting art forms! To write without having to obsess over quality. To be able to make obscure references to passages from our novels at parties. To be able to mock real novelists who dawdle on and on, taking far longer than 30 days to produce their work.

Kwantiteit!
De organisatie benadrukt dat het draait om kwantiteit, niet om kwaliteit. Het gaat om de uitdaging. En om te kunnen zeggen dat je een roman hebt geschreven. De wedstrijd is dus voor iedereen die ooit heeft gezegd: ‘Op een dag schrijf ik een boek’. Dat moment is voor hen aangebroken.
Een deel van de deelnemers zal de eindstreep niet halen. Voor wie dat wel lukt, is publicatie niet gegarandeerd. Al meldt de site van NaNoWriMo wel een lijst met boeken die in druk zijn verschenen. Een ervan werd een bestseller op de lijst van The New York Times. Mocht je de uitdaging aan willen om van je schrijfkramp af te komen, surf dan naar deze site. In Nederland kun je meedoen via The American Book Center. Zij hebben vrijdag 31 oktober een kick-off die bestaat uit een spoedcursus van Nico Janssen & Lisa Friedman.Minstens één boek
Ook ik ben zo’n type dat zegt ooit een boek te zullen schrijven. Maar dat zal niet deze maand worden. Eerst maar eens verder tikken aan Project Manic. En die recensie voor EeuwigWeekend moet ook nog af….Bekijk ook het gesprek met Natasja van Loon over haar schrijverschap.

Categorieën
Boeken Daily Webhead Video

Video: Een gesprek met Natasja van Loon

Het debuut van Natasja van Loon, Bemint eer gij begint verscheen in 2004. Op dit moment schrijft ze haar tweede roman Het mannenexperiment. Waar gaat dit nieuwe boek over? Waar haalt ze haar inspiratie vandaan en wat heeft David Lynch met dit alles te maken? Bekijk het interview.

Lees ook:

Categorieën
Boeken Striprecensie Strips

Waiting for Food #4: Prachtig kijkvoer

Robert Crumb weet de tijd die hij moet wachten op zijn eten goed te besteden. Wanneer voor handen, tekent hij de placemats in restaurants vol. Dat doet de tekenveteraan erg verdienstelijk: reeds zijn er vier boeken verschenen met zijn restauranttekeningen, toepasselijk Waiting for Food geheten. Het vierde boek staat vol met uiteenlopende Crumb-krabbels. Crumb tekent kleine karakterstudies van de aanwezigen in het restaurant en voorziet zijn tekeningen met rake kwalificaties als ‘The ugly hairdo couple’, ‘Loudmouthed young man’ of ‘Cute French boy who came in with very beautiful young girl.’ Soms maakt hij een zelfportret of portretteert hij zijn vrouw Aline. Zo nu en dan zitten er prenten tussen die zijn typische gevoel voor humor uitbeelden. Zo tekent Crumb een droevig kijkende harige vent en schrijft hier ‘Unromantic depiction of sasquatch’ bij. Eén pagina staat vol met Donald Duck, waarin de eend obsceen ‘Take the money!’ roept. Onderstaande prent ‘Tough talk’ deed mij ook schateren:De kunstenaar weet in een enkele tekening een heel verhaal te vatten. Zoals de prent waarin een oudere vrouw haar hand legt op de arm van de veel jongere man die tegenover haar aan tafel zit.Wereldwijsheid
Geregeld citeert Crumb Pete Poplaski, een jarenlange vriend van hem die zo zijn eigen sporen heeft verdiend in de stripwereld. Poplaski komt met wijsheden als: ‘Dying is easy… It’s getting born that’s hard’. Crumb tekent er een stervende man in een ziekenhuisbed bij wiens geestverschijning richting het plafond dwarrelt. Het plafond blijkt de onderkant van het wateroppervlak te zijn.Zap comics & Mr. Natural
Crumb maakte in de jaren zestig en zeventig furore in de Amerikaanse undergroundscene. Hij tekende onder meer verhalen voor American Splendor, de autobiografische strip van Harvey Pekar, en was de drijvende kracht achter Zap Comix, het stripblad waar volgens de overlevering de hele undergroundscene rond San Francisco mee begon. Onder invloed van LSD creëerde Crumb de wijze hippie Mr. Natural. De oversekste strippoes Fritz the Cat is een andere bekende creatie van de tekenaar. Crumb staat bekend om zijn psychedelische strips uit die tijd en heeft een voorkeur voor het tekenen van vrouwen met grote borsten en een breed zitvlak.Wie de film Crumb van Terry Zwigoff heeft gezien weet dat de man uit een vreemd gezin komt. Zijn depressieve broer Charles, met wie Crumb als kind zijn eerste strips maakte, pleegde zelfmoord nadat hij jarenlang bij zijn overheersende moeder had gewoond. Vroeger werd Crumb nog wel eens beschuldigd van misogynie. Tegenwoordig is zijn werk een stuk milder van aard.De reeks Waiting for Food past heel goed in de trend van de laatste jaren: er verschijnen veel bloemlezingen van zijn strips en schetsboeken, maar weinig nieuwe stripverhalen. Het oeuvre wordt dus tot de laatste druppel uitgemolken. Mij hoor je daar niet over klagen: ik ben een grote fan van Crumbs werk en kan er geen genoeg van krijgen. Wat stripmakers betreft is hij een van de groten der aarde.Zelfspot
Crumb lijkt minder productief dan vroeger. ‘I’ve become too self-consious, too inhibited, afraid I won’t measure up to my own reputation. Kinda pathetic, but there it is… paralyzed by my own success!’ schrijft hij in het voorwoord. Deze tekst zit volgens typische Crumb-traditie vol zelfspot. De kunstenaar neemt zichzelf en zijn werk niet al te serieus. Toch schuilt diep binnen in hem nog steeds een onzeker jongetje dat geliefd wil zijn: ‘I want you to LOVE me so much! That’s why I do it, why I try so hard!’Waiting For Food, Number Four is een prachtig boek geworden waarmee je je ogen flink de kost kunt geven. Het is een fijn boek om lekker door te bladeren en zo nu en dan weer eens op te pakken om een tekening nauwgezet te bestuderen. De diversiteit aan thema’s, van absurde historische figuren tot alledaagse taferelen, maakt dat je iedere keer verrast wordt als je een bladzijde omslaat.Waiting For Food, Number Four wordt waarschijnlijk de laatste van de reeks. In het voorwoord klaagt de tekenaar dat de papieren placemats een uitstervende traditie zijn geworden. Ze komen simpelweg steeds minder voor. Net als originele en eigenzinnige stripmakers als Robert Crumb.R. Crumb. Waiting for Food 4, Yet More Placemat drawings by R. Crumb
Oog en blik, 2008
ISBN 978-90-5492-205-6Deze recensie verscheen ook op EeuwigWeekend.nl. ‘Die andere leuke site.’ 🙂

Categorieën
Boeken Strips

Vrijdagmiddag (2): Geestverruimende middelen en nachtwezens in The ABC

Het regende zachtjes toen ik die vrijdagmiddag The American Book Center op het spui binnendruppelde. Mijn gedachten waren nog even bij de afgelopen uren in het Crea Café, waar ik met een oude studiegenote had bijgepraat. Maar nu was het tijd voor boeken. Nu ja, strips om precies te zijn. The American Book Center huist alweer een aantal jaar op het Spui in Amsterdam. Ik kom er al sinds mijn studietijd, toen de boekwinkel nog aan het einde van de Kalverstraat zat. Het is voor mij de perfecte plek om te snuffelen en onverwachte ontdekkingen te doen.Geestverruimende middelen
Wat mij betreft is een goede boekwinkel een vrijhaven – een plek weg van alledag waar je geestverruimende middelen in de vorm van boeken, teksten en comics kunt vinden en waar je, in het gunstige geval, even rustig kunt bladeren, lezen en snuffelen. De betere boekhandel past bij je smaak en heeft dat ene boek wat je zoekt in de kast staan, of kan daar zonder moeite aankomen. The American Book Center voldoet niet aan alle bovengestelde eisen, want door de smalle gangen en volle winkel word je vaak gestoord in het snuffelen door andere papierzoekers. Ook kun je er niet lekker in een hoekje zitten lezen, zoals dat wel kan in de boekwinkel Borders in Londen. Toch is het een van mijn favoriete plekken om te vertoeven. Omdat het personeel er al jaren werkt, kom je er altijd herkenbare gezichten tegen. De staff van de ABC geeft de indruk hart voor de zaak te hebben. Die herkenbaarheid en continuïteit geven een vertrouwd gevoel. Vanwege de kortingskaart voel je je als klant toch onderdeel van de gehele sfeer daar. En de collectie graphic novels en filmboeken is zeer ruim.

De trap naar de eerste verdieping. Foto: Boekhandel-info.nl

De laatste tijd is het scannen van de aanbiedingskast op de eerste verdieping vaste prik geworden als ik in Amsterdam ben. Ook dit keer stonden er weer een paar interessante comics tussen die ik niet wilde laten staan. Nachtwezens
Zoals een mooi gebonden hardcover editie van Nocturnals. Stripmaker Dan Brereton schildert zijn strips. Zijn artwork greep me dan ook meteen: mooi geschilderde platen vol rijke details. De strips over de nachtelijke outcasts werden oorspronkelijk halverwege de jaren negentig uitgegeven. Het verhaal vertelt over de supernatuurlijke avonturen van Doc Horror en zijn dochter Evening. Ze opereren in de fictionele stad Pacific City, ergens gelokaliseerd in Californië. In de verhalen over de Nocturnals worden gangster/pulpverhalen gecombineerd met fantasiewezens, bovennatuurlijke elementen en een halloweenachtige sfeer.

Prachtig werk van Dan Brereton.

Ook waren er veel hardcover Batman-titels in de aanbieding die middag. Ik voelde me als een kind in een snoepwinkel, maar wist mijn koopdrift te beheersen tot een paar titels. Want, laten we eerlijk zijn, The ABC is niet een van de goedkoopste boekwinkels in Nederland. De prijs van de boeken ligt vaak ver boven die van online winkels. Iets wat de aanbiedingenkast des te aantrekkelijk maakt. Toen ik even later op de bank zat, met een verse pot thee naast me, en de bladzijden van Nocturnals opensloeg, ging er een wondere en tot nu onbekende wereld voor me open. En dat is toch de kracht van een goede strip en een goed boek. Mijn honger naar bijzonder leesvoer was weer voor even gestild.Mocht de lezer het zich afvragen: deze tekst is niet gesponsord door de ABC. Desondanks wijs ik je graag op het blog van de boekwinkel.Lees ook:

Categorieën
Boeken Strips

Manuscripta 2008: Schrijvers, literatuur, graphic novels en Tuk Tuk

Manuscripta, de opening van het boekenseizoen, vond dit weekend plaats op het terrein van de Westergasfabriek te Amsterdam. In deze tweede editie speciale aandacht voor de graphic novel onder het mom van de literaire strip. Maar je kon er ook schrijvers in de keuken vinden en getuige zijn van andere fratsen.
Jakhals Frank van De Wereld Draait Door noemde het de huishoudbeurs voor literair Nederland. Een aardige omschrijving voor dit evenement. Manuscripta bestaat uit twee dagen boekenplezier waarin uitgevers hun uitgaven voor het komende jaar presenteren, lezers schrijvers kunnen ontmoeten en er allerlei korte lezingen en workshops plaatsvinden. Volgens de organisatie van Manuscripta kwamen op de eerste dag 5000 mensen kijken. Ondanks de flinke regen die geregeld met bakken uit de lucht kwam storten. De tweede dag was traditiegetrouw alleen voor mensen uit het boekenvak en de media. Tuk Tuk
Samen met mijn literaire buddy Mikki toog ik zondagochtend naar Amsterdam om deze opening mee te maken. Vanaf cs kregen we een lift met de Tuk Tuk van Manuscripta. We scheurden door de straten van Amsterdam en kwamen lekker wakkergeschud binnen mum van tijd op de plaats van bestemming aan. Altijd goed om serieuze zaken een beetje melig te beginnen. Promotie
Terwijl Mikki zich tegoed wilde doen aan alle freebees en boeken die werden uitgedeeld, was ik met een speciale missie naar Manuscripta gekomen. Namelijk het promoten van EeuwigWeekend.nl. Goede contacten met uitgevers kunnen immers geen kwaad voor een redactie die op serieuze wijze boekrecensies publiceert.
Verder is Manuscripta een goede gelegenheid om eens bij te praten met oude bekenden en met collega’s. Om ideeën op te doen voor artikelen en afspraken te maken voor interviews.

Dikkie Dik was er natuurlijk ook.

Interviews
Natuurlijk werden er over het hele terrein diverse auteurs van verschillende allure aan vragen onderworpen. Zoals bijvoorbeeld A.F.Th. van der Heijden en prominente gast Harry Mulisch. Zijn roman Twee vrouwen uit 1975 zal dit boekenseizoen in een oplage van 900.000 stuks gratis worden verspreid door de CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek). Ook kwamen schrijvers in actie tijdens de twee dagen literairfeest. Jean-Marc van Tol (Fokke en Sukke) reed rond op een kar en las voor uit werk van zijn eigen uitgeverij Catullus. Ronald Giphart stond ergens te koken.
De verhalen van Mulisch kende ik wel. Ik was meer nieuwsgierig naar hoe de Illustere Merel Barends zich staande hield op het podium van de Stripfaculteit. Ze werd op beide dagen namelijk geïnterviewd over haar werk en in het bijzonder over de uitgave Verbeelde Gedichten waarin gedichten van J.J. Slauerhoff verstript zijn. Barends is een van de tekenaars die een bijdrage aan dit interessante project heeft geleverd. Ook tekende ze het omslag. De interviews verliepen zoals verwacht vlot. Ook vond er een presentatie plaats van het literaire stripblad Eisner. (Daarover binnenkort meer.)

Barends aan het woord.

Graphic novel
Tijdens Manuscripta was er veel aandacht voor het medium strip, want de graphic novel stond centraal dit jaar. Dit ontstemde echter wat stripuitgevers. Wat is het geval. Manuscripta wordt georganiseerd door de CPNB. Alleen uitgevers aangesloten bij het CPNB mogen op Manuscripta staan. Dat zijn niet de uitgevers die alleen maar strips uitgeven. Natuurlijk zijn er veel uitgevers die zowel literatuur als strips uitgeven, maar echte stripuitgeverijen werden dus buitengesloten. Een volledig overzicht van wat er op stripgebied uit gaat komen bood Manuscripta dus niet. Gelukkig zijn er eind september weer Stripdagen in Houten. Verleden van Nederland
Manuscripta gaat verder dan alleen literatuur. Zo vond de presentatie van Verleden van Nederland, een nieuwe achtdelige documentaireserie van NPS/VPRO, plaats in het Transformatorhuis. Er werden drie fragmenten getoond van de serie en enkele makers en redactieleden waren aanwezig, eindredacteur Ireen van Ditshuyzen (IDTV), presentator Charles Groenhuijsen, professor Piet de Rooy en René van Stipriaan. Zij schreven samen met o.a. Geert Mak het boek Verleden van Nederland.
Rondom het boek en tv-serie is een multimediale campagne opgezet. Er verschijnen speciale boeken, voor scholen worden Canonclips ontwikkeld, er is een serie korte films ‘Groeten uit Nederland’ voor inburgeraars en in iedere provincie organiseren culturele en historische organisaties activiteiten in het kader van Verleden van Nederland. De getoonde fragmenten zagen er interessant uit. In een van de fragmenten werd de Gouden Eeuw behandeld en dan vooral natuurlijk de handelsgeest van de Nederlanders. De VOC was als het ware ook de eerste multinational en zoals Max Westerman laatst ook aangaf met zijn Westermans Nieuwe Wereld, is New York Nederlandser dan we zouden vermoeden. Amerikaanse president
Charles Groenhuijsen, oud-correspondent in de Verenigde Staten voor het NOS Journaal, stond ook op Manuscripta om zijn eigen twee boeken te promoten. Van Hoera! Een nieuwe president en Amerikanen zijn niet gek zijn geactualiseerde uitgaven verschenen. Groenhijsen vertelde over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Uit zijn verhaal kon je opmaken dat Barack Obama maar weinig kans maakt. Het merendeel van de Amerikanen is conservatief, dus republikeins. Die houden niet van verandering, zijn tegen het homohuwelijk en tegen abortus en tja, eerlijk gezegd zien die een zwarte president ook niet echt zitten. ‘Stel dat John McCain wint, dan worden de verkiezingen in 2012 pas echt interessant’, zei Groenhuijsen. ‘Dan is McCain rijp voor Avondlicht, wat dus betekent dat de vice-president Sarah Palin dan presidentskandidaat wordt voor de republikeinen. Als McCain nu wint, zal Obama in 2012 niet terugkeren, maar Hillary Clinton wél. Dat zou betekenen dat er twee vrouwen zullen strijden om het presidentschap.’ Groenhuijsen kan haast niet wachten tot de volgende verkiezingen, liet hij de toehoorders weten.Na twee dagen Manuscripta ging ik met nieuwe ideeën voor artikelen en een tas vol catalogi en visitekaartjes naar huis. Genoeg leeswerk voorlopig.
Lees ook:

Categorieën
Boeken Strips

Boekrecensie: Het kan altijd erger

Bert Wagendorp en Jos Collignon zijn respectievelijk columnist en cartoonist voor de Volkskrant. Hun werk is nu gezamenlijk gebundeld in Het kan altijd erger.

Wagendorp heeft zijn schrijfpen ondergedompeld in een sarcastische inkt. Daarmee beschrijft hij het reilen en zeilen in Nederland en geeft hij op gepaste toon commentaar op de wantoestanden in dit land. Een land waar veel rapporten worden geschreven maar beslissingen tot het oneindige vooruit worden geschoven, waar oorlog aan het volk wordt versleten door hem op leugenachtige wijze als opbouwmissie te bestempelen en waar de luchthaven Schiphol allerlei geluidreductiemiddelen verzint om stiekem toch maar te kunnen groeien. Volgens Wagendorp is het maar droevig gesteld in ons kleine kikkerlandje – tijdens het lezen van de bundel werd menig eigen oordeel bevestigd.

Hoorspel
Hilarisch is het idee dat het Ministerie van Defensie twee jaar lang een hoorspel in Uruzgan gaat uitzenden om daar het kwaad (lees: opiumhandel) mee te bestrijden. Wagendorp schrijft: ‘Ik weet niet of u wel eens naar een Nederlands hoorspel luistert. Ik wel, per ongeluk. En ik denk dat we hiermee andermaal heel dicht tegen “marteling” aan zitten. Persoonlijk hoor ik in elk geval liever een gemeen hoge fluittoon of keihard Dries Roelvink – toch probate methodes om alles te bekennen.’ Enkele paragrafen later concludeert hij terecht dat we stapelgek zijn geworden.

Snedig commentaar
Ook geeft hij snedig commentaar op een van de vele verschenen rapporten, zoals De Staat van de Ruimte, Nederland zien veranderen. ‘Prachtig rapport trouwens,’ schrijft Wagendorp. ‘Ik heb me er uren mee vermaakt en viel van de ene verbazing in de andere. Als de Nederlander niet bestaat, en het Mooie Nederland evenmin, dan hebben we in elk geval onze rapporten nog om onze uniciteit te bewijzen.’
Politieke prenten

De cartoons van Jos Collignon doen wat betreft scherpte niet onder voor de teksten van Wagendorp. Collignon tekent al jaren politieke prenten. Dat doet hij met een penseel, wat een mooie losse lijnvoering oplevert. De cartoons slaan lang niet altijd op de column waar ze bij staan, en dat is wel een beetje jammer. Een bundeling van verschillende media werkt wat mij betreft het beste wanneer er een duidelijke wisselwerking tussen beide is. Dan kunnen cartoon en column elkaar immers versterken.

Houdbaarheidsdatum
Het nadeel van columns over de waan van de dag is natuurlijk dat deze een korte houdbaarheidsdatum hebben. Wie weet over een jaar nog wie Bokito was? De ‘film’ van Wilders zal hoogstens een voetnoot halen in de Nederlandse filmgeschiedenis. Zelfs Rita Verdonk zal op een mooie dag vergeten zijn. (Laten we het hopen.) De actualiteit biedt prima stof voor een column in krant of op interpret; gebundeld in boekvorm zijn de columns vooral geschikt als naslagwerk: wat gebeurde er dan precies in 2007-2008, papa? Voor de lange duur zijn vooral de teksten en cartoons over de Nederlandse volksaard interessant.Wie geen zin heeft om de Volkskrant open te slaan (wat ik me zo kan voorstellen) kan de cartoons van Collignon op zijn eigen site bekijken. Een verrassend volledige site: behalve een beknopte biografie, schetsen en ander werk staan er zelfs twee vakantiehuisjes in Frankrijk te koop. De cartoons van Collignon en de columns van Wagendorp staan ook op de site van de Volkskrant. En ja, je kunt natuurlijk ook gewoon de bundel aanschaffen: prima leesvoer voor in de trein.

Categorieën
Boeken Mike's notities

Column: Niet langer gewenst

De bibliotheek om de hoek. Vroeger kwam ik er geregeld. Boeken lenen, cd’s huren, research voor een artikel doen. De lokale bibliotheek heeft een bescheiden maar voedzame collectie boeken over film, waar ik jarenlang dankbaar gebruik van maakte. Toch was de liefde voor de bibliotheek op een gegeven moment op.

Steeds vaker was dat ene boek dat ik graag wilde lenen er niet. En de wachtlijst was lang. Langer dan mijn ongeduld toeliet. Terwijl ik daarom steeds minder in de bieb kwam, ging ik vaker bij de boekwinkel langs. Al die boeken lagen daar gewoon klaar om gekocht te worden. Niks wachtlijsten. En schone, ongelezen exemplaren. Laten we eerlijk zijn: biebboeken kunnen behoorlijk smerig worden van alle handen, hoestende monden en koffiespetters die de lezer over de bladzijden heen stort.

Ik Jan Cremer Derde Boek
Dure hobby trouwens, dat boeken kopen. Laatst nog twintig euro neergeteld voor het derde deel van Ik Jan Cremer. Maar goed, dan krijg je ook meteen ruim vijfhonderd bladzijden vol met woorden. Koopje dus. Volgens mij had het werkje gezien de omvang beter Ik Jan Cremer Derde, Vierde en Vijfde Boek kunnen heten.

Ik Jan Cremer Derde Boek.

Boeken kopen levert, naast de kosten, nog een dilemma op: waar laat je al die dikke boeken? Wie op die manier zijn leeshonger vaak stilt, krijgt uitpuilende boekenkasten. Of bezoekt regelmatig de tweedehands winkel om de gelezen exemplaren van de hand te doen. Wat ik overigens niet doe, want ik kan moeilijk afscheid nemen van boeken. Een boek uit de bibliotheek, daar heb je na het lezen geen last meer van. Terugbrengen en klaar. Prima oplossing totdat je nog iets wil nalezen.

Terug naar de bibliotheek
Anyway, recent was ik voor het eerst sinds lange tijd weer terug in de oude vertrouwde bibliotheek – die alles behalve oud en vertrouwd was. Er liepen veel onbekenden rond, het oude personeel herkende mij niet meer en de boekenkasten stonden anders dan ik me kon herinneren. De rij computers die toegang tot het internet verschaffen voor een betaald tijdslimiet kende ik al, maar de jonge koppies die glazig naar het beeldscherm staarden waren onbekenden van mij. En ze keken naar me alsof ik hun heiligdom bezoedelde met mijn aanwezigheid.

Misschien hadden ze ook door dat ik daar helemaal niet voor de boeken of het interpret kwam. Ik kwam slechts langs om een kopietje te maken. Dit ging niet lukken, want het kopieerapparaat was defect. De boodschap was duidelijk: ik was niet meer welkom. De liefde was over, ik had de bibliotheek beledigd met mijn te lange absentie. Ik had haar verraden voor de boekwinkel en online verkopers. Ze wilde daarom niets meer van me weten. Laat staan dat ze mij ten dienst wilde zijn.

Ik vond het prima zo. Soms werkt een relatie gewoon niet. Dan moet je het boek sluiten en voorgoed wegleggen. (Ik koop wel een extra boekenkast.)

Lees ook:

Categorieën
Boeken Mike's notities

Schrijfblog: Schrijvers zijn asociaal

Terwijl ik de Schone Schrijfster door de lens van mijn camera aankeek en haar scherp stelde, zat zij op de bank in de woonkamer. Zo schreef ze altijd: zij op de bank, de laptop op de salontafel voor haar. Haar debuutroman Bemint eert gij begint was op die plek ook tot stand gekomen. Ik interviewde de Schone Schrijfster over haar nieuwe romanvoor een korte teaservideo op het web. (De video komt binnenkort online, red.)Ze vertelde dat een schrijver zich eigenlijk asociaal moet gedragen om aan het werk te kunnen. ‘Als ik een afspraak heb later op de dag, kom ik daarvoor nooit aan schrijven toe. Ik moet me volledig kunnen concentreren op de tekst. Daar mag niets tussenkomen. Heel slecht voor je sociale leven,’ zei ze. Daarom werkte ze vooral ’s nachts, in de rust en bescherming van de duisternis. Bouwstenen
Logisch dat er bijna niets meer dan korte blogteksten en artikelen uit mijn vingers waren gekomen in de afgelopen jaren. Sinds ik een 9 tot 5-functie vervulde als webredacteur, waren alle grote schrijfplannen blijven liggen. Recent besloot ik daar verandering in te brengen, door Project Manic uit de la te halen. (Zie het eerdere schrijfblog). Toch werkt het voor mij beter om een paar maanden aan een project te kunnen werken en mezelf figuurlijk onder te dompelen in de verhaalwereld die ik beschrijf. De dagelijkse wereld zit de fictie maar in de weg en biedt tegelijkertijd de bouwstenen voor die verhalen. Een paradoxale situatie, ware het niet dat je afzonderen van de wereld het juiste perspectief kan bieden om die bouwstenen op de goede plaats te krijgen en in de juiste vorm te gieten. Schrijvende kroegtijger
Dat geldt overigens niet voor alle schrijvers. Ilja Pfeiffer schrijft bijvoorbeeld in zijn stamkroeg. Daarbij werkt hij aan verschillende teksten tegelijk. Maar goed, hij is dan ook dichter, romancier, essayist, criticus en polemist. Soms vind ik het ook prettig om juist de drukte op te zoeken in een café of eetgelegenheid. Doordat het daar zo rumoerig is, word ik gedwongen mij extra te concentreren op de tekst. Dat kan soms heel goed uitpakken. Al ben ik het meest productief in afzondering, net als de Schone Schrijfster. Veel schrijvers schuilen overigens om aan hun oeuvre te werken. Afzondering gecombineerd met een gedisciplineerd leven. Schrijver Ian Fleming schreef zijn James Bond-boeken altijd volgens een vast stramien: in na het ontbijt schreef hij een paar uur, daarna ging hij snorkelen, lunchen en slapen. Na het middagdutje zat hij achter zijn typemachine tot het diner. Terwijl Fleming bezig was met de eerste versie las hij nooit iets terug. Dat deed hij pas als hij de laatste punt van die versie op papier had gezet. Fleming schreef wel in afzondering: in zijn vakantiehuis Goldeneye op Jamaica, om het koude Engelse winterweer te vermijden. Ieder zijn eigen plek om te schrijven. Ieder zijn eigen plek om te publiceren. In officiële uitgaven, smallpress of interpret. Maar voor het zover is, moeten er heel wat woorden op papier worden gezet. Laat ik de agenda daarom de komende tijd maar zo leeg mogelijk houden.

Vraag: Waar schrijf jij het liefst?
Lees ook het interview met Ilja Pfeiffer over zijn avonturen als vrouw op Second Life.

Meer Schone Schrijfster.

Categorieën
Boeken Strips

Recensie: Comics Creators on Spider-Man

Comics Creators on Spider-Man kwam in 2004 al uit bij Titan Books. Ik kreeg het boek pas recent onder ogen en vind dat dit inspirerende werkje als nog een recensie verdient. The Fantastic Four mag dan het eerste superhelden-team uit de pen van Stan Lee zijn waarmee The Marvel Age of Comics in de jaren zestig werd ingeluid, het boegbeeld van de uitgeverij en de meest originele creatie van Lee blijft toch de jonge tiener die dankzij de noodlottige beet van een radioactieve spin al sinds 1962 de harten van menig lezer én stripmaker heeft sneller doen kloppen. Ik heb het natuurlijk over het personage Peter Parker die als Spider-Man zijn grote krachten op een verantwoordelijke wijze ten goede van de mensheid probeert te benutten. In ieder geval sinds zijn geliefde oom Ben werd vermoord door een inbreker die Peter — te druk met zijn eigen ego — een paar weken ervoor had laten gaan. Achter de schermen
De stripserie The Amazing Spider-Man wordt sinds 1963 uitgegeven door Marvel Comics. Voor deze serie schrijven en/of tekenen is het summum voor veel Amerikaanse comictekenaars. Voor Comics Creators On Spider-Man interviewde Tom DeFalco de bekentste makers over hun werk aan Spider-Man. DeFalco is geen onbekende in de stripwereld: hij was ooit hoofdredacteur bij Marvel en schreef ook Spider-Man-comics. Op dit moment is Spider-Girl een van zijn projecten. DeFalco sprak met vakbroeders als Stan Lee, Marv Wolfman, Gerry Conway, Roger Stern, John Romita Sr., J.M. De Matteis en Brian Michael Bendis over hoe het er bij Marvel Comics aan toe gaat, hoe de schrijvers en tekenaars te werk gaan en hoe de stripmakers tegen de muurkruiper aankijken. Groot gemis aan deze collectie van geïnterviewden is het onbreken van John Romita Jr. en J. Michael Straczynski — het succesvolle team dat tot voorkort aan Amazing Spider-Man werkte. Romita werd eerder aan de tand gevoeld in het boek Artists on Comics Art terwijl Straczynski door de drukte geen tijd had voor een gesprek.
Leuke anekdotes
Door de interviewvorm van vraag en antwoord heeft het boek een anekdotisch karakter. De ene maker vult vaak de andere aan. Zo claimt Stan Lee niet meer precies te weten waarom Steve Ditko, de eerste tekenaar van Spidey, stopte met het tekenen van Spider-Man. John Romita Sr. weet echter te vertellen dat de twee ruzie hadden over de identiteit van de Green Goblin. Ditko wilde dat de goblin in werkelijkheid een onbelangrijk personage was, terwijl Lee ervan overtuigd was dat het Norman Osborn, een bekende van Peter Parker, moest zijn. Dat vond hij veel dramatischer. (Het feit dat regisseur Sam Raimi altijd een persoonlijke band tussen het webhoofd en zijn vijanden probeert te forceren om de films dramatischer te maken, onderstreept Lee’s standpunt.) Kloonsaga
Comics Creators On Spider-Man bevat origineel artwork van de tekenaars en kaderteksten met extra informatie. De kaders bieden een mooie staalkaart van Spider-Mans wereld, geschiedenis en uitgeefverleden. Daarmee komen ook de misstappen die Marvel heeft gemaakt aan de oppervlakte. Het recente uitwissen van Peter Parkers huwelijk is slechts één in een reeks van ‘fouten’. In de jaren negentig werd Spidey’s geschiedenis omgegooid toen bleek dat hij eigenlijk een kloon was van de echte Peter Parker. Uit de verschillende anekdotes blijkt dat deze zogenaamde ‘Kloonaga’ oorspronkelijk maar een half jaar zou duren. De grote lijnen werden tijdens vergaderingen uitgedacht. Toen het verhaal de comicverkoop deed stijgen, werd de plot drie en een halfjaar lang uitgesmeerd. Uiteindelijk bleek Peter Parker natuurlijk helemaal geen kloon te zijn, maar toen was het project al volledig ontspoord. Dat krijg je ervan als makers zich te veel laten leiden door marketeers. Marvel plot
Strips schrijven bij Marvel moet een heerlijke baan zijn. In zijn hoogtijdagen schreef Lee verschillende stripboeken per maand. Hiervoor ontwikkelde hij een heel terloopse manier van plotten die bekend staat als ‘Marvel Plot’. Lee vertelde de tekenaar in grote lijnen wat de plot zou zijn. John Romita Sr. vertelt dat hij tijdens zijn gesprekken met Lee aantekeningen maakte op basis waarvan hij aan de slag ging met tekenen. Als Romita klaar was kreeg Lee de potloodpagina’s onder ogen en schreef hij hiervoor de dialoog. Met de Marvel-manier van plotten bepaalt de tekenaar dus hoeveel plaatjes en pagina’s hij aan een scène besteedt. Met deze manier van werken is hij verantwoordelijk voor het verhaalritme van de comic en niet de auteur.
Solliciteren in de stripwereld
DeFalco vraagt zijn collega’s ook naar hoe ze in de comicsindustrie terecht zijn gekomen. Veel makers begonnen bij DC Comics omdat daar elke donderdag een rondleiding werd gegeven. Aspirant-tekenaars en -schrijvers volgden deze toer wekelijks om zo in contact te komen met de redacteuren bij DC. Anderen stuurden herhaaldelijk werk naar de redacteuren of spraken ze aan op stripbeurzen. Mocht je aspiraties in die hoek hebben: gewoon de deur platlopen dus. Deze schrijver heeft de hoop om ooit een goede striptekenaar te worden al eeuwen geleden opgegeven, maar kan daarom des te meer genieten van de enthousiasmerende anekdotes en inzichten uit het boek van Tom DeFalco. Door de verhalen krijg ik zin om de oude Stan Lee comics weer uit de kast te pakken én om zelf een poging te wagen een goed (strip)plot te gaan pennen. Linkjes!

Categorieën
Boeken Film

Kevin Smith: My Boring Ass Life

Wil ik echt weten dat Kevin Smith zijn e-mail checkt als hij op de wc zit, hoe vaak hij met zijn vrouw neukt en als hij masturbeert op zijn laptop foto’s van haar bekijkt? Natuurlijk niet. In zijn dagboek My boring-Ass Life is Smith erg openhartig en geeft hij zich letterlijk en figuurlijk bloot. De regisseur van onder andere Clerks (I+II), Chasing Amy en Dogma, geeft een minutieuze beschrijving van het verloop van zijn dagen en laat haast geen detail onvermeld. In contrast met zijn openhartigheid laat hij echter op sommige momenten cruciale informatie weg. Als hij een grote scène moet spelen in de film Catch & Release (Susannah Grant, 2006) die nogal wat van zijn acteertalent vereist, noteert hij op die dag dat hij de scène gedaan heeft zonder ook maar enig detail te geven.

Routine
Als je alle film- en stripzaken van Smiths werk buiten beschouwing laat, beschrijft Smith een heel normaal leven. Of nu ja, normaal voor iemand die in Los Angeles woont: in het gezin Smith wordt praktisch nooit gekookt; Kevins schoonouders en Jason Mewes wonen bij hem in. En zijn werkdag is iets anders dan iemand die van negen tot vijf op kantoor werkt. De herhaling en overeenkomstige beschrijvingen van Smiths dagelijkse routine geven het werk een bijna meditatief karakter. “I wake up, shit and check email…”

Afkicken
Tussen de alledaagse ruis zitten voor de fan van Smiths oeuvre kleine juweeltjes. Als hij schrijft over het tot stand komen van Clerks II, de Q&A’s en over hoe Jason Mewes afkickt van de heroïne – dát zijn de momenten om te koesteren. Wie een tweede Silent Bob Speaks verwacht – een bundeling van de scherpe columns van Smith – komt bedrogen uit. My Boring-Ass Life is alleen voor de echte die hard-fans.

Lees ook de andere artikelen over Kevin Smith op deze site.
Meer recensies over films en boeken vind je hier.