Categorieën
Film Filmrecensie

Beverly Hills Cop III

Of: The Trouble with Trilogies, part I

Beverly Hills Cop III behoort zeker niet tot mijn persoonlijke filmklassiekers. De film kan in geen geval tippen aan zijn twee voorgangers. Een kritische beschouwing van de film werpt nieuw licht op de eerdere delen.
Het is moeilijk te zeggen wat een film succesvol maakt. Meest waarschijnlijk is het een combinatie van factoren die de juiste chemische samenstelling vormen. Kortom: de juiste elementen ‘klikken’ met elkaar. Een goede cast, de juiste regisseur en een doortimmerd script, kan een gouden combinatie zijn.

Minder van hetzelfde
Zoals eerder beschreven is het moeilijk om een goed vervolg te maken op een geslaagde film. Tony Scott deed dit met verve met zijn vervolg op Beverly Hills Cop: hij hield in grote lijnen de formule hetzelfde, maar vertelde het verhaal in zijn eigen stijl — zo kreeg het publiek dezelfde film, maar toch even iets anders. Regisseur John Landis leverde met het derde deel uit de Beverly Hills Cop-reeks echter een prutfilm af.

In Cop III komt Axel naar Beverly Hills om de moord op zijn baas te wreken. Todd werd vermoord door Ellis De Wald, hoofdbewaking van het pretpark Wonderworld. Axel probeert De Wald te ontmaskeren en diens valsemunterij tot een einde te brengen. Hij wordt daarin bijgestaan (of tegengewerkt, het is maar net hoe je het bekijkt) door maatje Rosewood en Jon Flint.

Scherpe randjes
Wat ging er mis? John Landis is een veteraan als het om comedy gaat. Hij maakte samen met Eddie Murphy Trading Places en Coming To America en eerder films als Animal House en de klassieker The Blues Brothers. Ook regisseerde hij de originele horrorcomedy An American Werewolf in London. Zijn flauwe gevoel voor humor is echter moeilijk te rijmen met het Cop-concept. Het grootste probleem schuilt dan ook in het feit dat alle scherpe randjes van Axel Foley af zijn gehaald. De man is – afgezien van een vloek hier en daar – een heilige in deze film: hij redt een stel kinderen uit een ontspoorde attractie, luistert aandachtig naar geneuzel van Serge in de wapenboetiek en assisteert zelfs de FBI in plaats van als echte anarchist aan de slag te gaan.

Slechte timing
De de timing van deze film is beroerd. De honderd minuten dat Cop III duurt voelen aan alsof je een Bored of the Rings-marathon door je neus krijgt geboord. Landis houdt grappen namelijk veel te lang aan: als een stelletje illegale automonteurs het nummer ‘Come See About Me‘ van de Supremes op de radio horen, beginnen ze te dansen en mee te zingen. Dat is een paar seconden leuk, maar Landis laat het maar doorgaan en doorgaan. De rest van de actie en de humor is voorspelbaar saai.

Missende castleden
Een ander missend element is een belangrijk deel van de supporting cast. De combinatie Foley, Taggert en Rosewood maakte de eerste films bijzonder. Nu Taggert ontbreekt mis je een belangrijk element. Flint, gespeeld door Hector Elizondo, is duidelijk een Taggert-kloon, maar dan een van de irritante soort. En om als compensatie Serge uit deel één uit de kast te halen is ook geen goede zet. Hoe graag ik Bronson Pinchot ook aan het werk zie, gaat het er bij mij gewoonweg niet in dat Serge zich Axel Foley na tien jaar nog zo geestdriftig kan herinneren.

Die Hard?
Het verhaal voelt te veel als een mislukte Die Hard aflevering in een pretpark. (Geen wonder wellicht: scenarist Steven E. de Souza schreef beide films.) Al kunnen de schurken in de Die Hard-films veel beter mikken dan het stelletje misschietende kruimeldieven in Cop III. Ook geeft de Wonderworld setting niet het LA-gevoel zoals de andere films dat wel gaven. Daarmee is het laatste beetje contrast tussen de straatslimme Detroit-smeris en het rijke Beverly Hills volledig teniet gedaan. Why lord, why?
In de making of op de dvd vertelt Eddie Murphy dat het een paar jaar geduurd heeft voordat ze met een aardig concept kwamen voor een derde film. Kennelijk had Murphy wel behoefte aan nog een flick over Foley, maar kon hij geen origineel verhaal bedeken. Dat lijkt me een duidelijke hint dat er niets meer uit het concept te persen valt en dat een vervolg niet noodzakelijk is. Behalve dan misschien voor het geld. Hoewel: de film kostte volgens de IMDB een slordige 50 miljoen dollar en bracht in de Amerikaanse bioscoop slechts een ruime 44 miljoen op.

Cop IV?
Murphy’s carrière verloopt niet meer zo glansrijk als in zijn hoogtijdagen. Net als collega Sylvester Stallone (die oorspronkelijk de rol van Axel Foley zou spelen) grijpt hij terug naar verjaarde successen om er weer bovenop te komen. Volgens een artikel uit Variety (2006) komt er een deel vier. De IMDB meldt dat de release volgend jaar staat gepland. In tegenstelling tot de vierde Die Hard-film die vorig jaar uitkwam, zit ik persoonlijk niet op een vierde deel te wachten. Wat Beverly Hills Cop betreft hou ik het graag bij de eerste twee delen. Laten we Axel in het pretpark voor de goede orde maar gewoon vergeten.

Lees ook:

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: I Am Not There

Ieder zijn eigen Bob DylanEr is al veel geschreven over de film I Am Not There, de nieuwe film van Todd Haynes over levende legende Bob Dylan. Ik kan me erg goed vinden in de recensie van Jos van der Burg (Parool, 12-03-2008), maar wil er zelf als soort van Dylan-fan toch het een en ander over kwijt. Todd Haynes maakte eerder films als Far From Heaven (2002) – een stijloefening in het melodrama, Velvet Goldmine (1998) – over glamrock in de seventies en Superstar: The Karen Carpenter Story (1987). Spelen met filmstijlen en muzikale onderwerpen zijn deze filmmaker dus niet vreemd. Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan. En ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elf jarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is.
Kate Blanchett en Bob Dylan. Zoek de verschillen.

Origineel
Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic. Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Kate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaire Don’t Look Back. Het is duidelijk dat Haynes hier stilistisch teruggrijpt naar de beroemde documentaire van D.A. Pennebaker uit 1967. En teruggrijpen op periodische filmstijlen doet Haynes constant in I Am Not There. De scènes met Richard Gere verwijzen duidelijk naar de film Pat Garrett & Billy the Kid (Sam Peckinpah, 1973), waarin Dylan himself een rol speelde en waar hij de muziek voor schreef. Wie niet veel over de volkszanger weet, zal een hoop aanwijzingen in deze film niet herkennen. Toch is hij dan nog de moeite van het kijken waard omdat het een heel originele flick is waarvan er niet veel worden gemaakt. De film is een mozaïek van elementen en zal bij iedere nieuwe kijkervaring nieuwe facetten tonen. Al zal deze experimentele stijl niet iedere kijker aanspreken.
Multimediale verwijzingen
Bob Dylan is een niet duidelijk te definiëren personage. Zodra je denkt te weten wie hij is, transformeert hij weer. Misschien dat regisseur Jos de Putter er daarom voor koos om in zijn documentaire How Many Roads (2006) de fans van Dylan te portretteren in plaats van de Amerikaanse bard zelf. (Voor een recensie van de film zie hier.)

Todd Haynes geeft ook geen antwoord op de kwestie wie Dylan is. In plaats daarvan gebruikt hij multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan, zoals we hem dus kennen uit films en andere media. Iedere rol die Robert Allen Zimmerman zich heeft aangemeten en vooral de rollen die hij door anderen heeft opgelegd gekregen — hij kreeg het predicaat protestzanger opgedrukt terwijl hij zich zelf niet in de rol zag — wordt dus vertolkt door een andere acteur. Om de ongrijpbaarheid van zijn identiteit te onderstrepen, heeft iedere rol een andere naam gekregen. Persoonlijk vind ik dat de meeste Dylan-songs ook het beste tot hun recht komen als ze door anderen dan Dylan worden vertolkt. Daarom is het des te passender dat het personage Bob Dylan wellicht ook beter gespeeld wordt door andere acteurs. Dylans werk
Het hart van I Am Not There is het oeuvre van Dylan. Het zijn de muziek en teksten die de fragmentarische film bij elkaar houden. Flarden van liedjesteksten komen ook terug als dialoog. De hele film zit vol met de vingerafdrukken van Dylan zonder dat hij deze ooit heeft aangeraakt. Tot slot nog een opvallend moment uit de film die ik hier nog wil vermelden. Dylan (Kate Blanchett) toert midden de jaren zestig door Engeland en rolt daar speels door het gras met de Fab Four. Het vijftal loopt te giechelen als kleine kinderen. Als Dylan daarna ontboden wordt voor een interview, zien we op de achtergrond hoe The Beatles achternagerend worden door een reeks gillende tienermeisjes. Het is een cartoonesk moment dat de film wat verlichting biedt.Meer Bob Dylan op Mike’s Webs:

Categorieën
Film Filmrecensie

Film Flashback: Beverly Hills Cop 2

Van de drie Beverly Hills Cop-films, was het tweede deel altijd mijn favoriet. Het bekijken van Cop II is dan ook een feest der herkenning. Gaandeweg valt de film me echter toch wat tegen. In Beverly Hills Cop part deux (Tony Scott, 1987) laat Axel Foley (Eddie Murphy) wederom zijn politiewerk in Detroit achter zich om in Beverly Hills misdaad te bestrijden. Dit keer omdat er een gedurfde aanslag op Capt. Andrew Bogomil (Ronny Cox) is gepleegd. Het neerschieten van Bogomil is misdaad B in een reeks van alfabetmisdrijven. Samen met maatjes Taggert (John Ashton) en Rosewood (Judge Reinhold) lukt het Axel de aanslag te wreken en Maxwell Dent (Jürgen Prochnow), het brein achter de alfabetmisdrijven, uit te schakelen. Opvallend detail: Dent wordt bijgestaan door Karla Fry (Brigitte Nielsen), een schietgrage platina blonde schoonheid die niet zo misstaan in een James Bond-film. Hetzelfde, maar dan anders
Een goed vervolg maken op een succesvolle film is altijd lastig. Het publiek wil immers hetzelfde, maar dan toch net even anders. Regisseur Tony Scott hanteert een andere aanpak dan Martin Brest. Scotts cinematografie is herkenbaar door het overmatige gebruik van kleurfilters en lange lenzen, ook wel zoomlenzen genoemd. Bij zoomlenzen worden de dieptevlakken in het beeld dichter op elkaar gedrukt waardoor voorwerpen dichtbij elkaar lijken te staan. De kijker zit als het ware bovenop de actie. Door diep in te zoomen is ook veel cameracorrectie vereist om de handelingen goed in beeld te krijgen. Dit soort camerabewegingen, in combinatie met de vertekening van het beeld, geven de film een gevoel van tempo mee.

Dit shot uit de openingsequentie is een typisch Tony Scott-shot: kleurenfilters en ingezoomd beeld.

Improvisatie
Omdat Eddie Murphy veel improviseerde tijdens de opnames en bijna iedere take iets anders deed, besloot Scott om met twee camera’s tegelijk te draaien. Dat was toen nog tamelijk ongewoon in Hollywood, maar wordt tegenwoordig vaak gedaan. Door tegelijkertijd een close-up en een wijdshot te draaien, kon Scott makkelijker verschillende takes aan elkaar monteren. Op deze manier kon hij de beste stukjes van Murphy’s improvisatie selecteren.

Nu
Scott begon zijn regiecarrière in de reclamewereld. Daarom is hij er vaak van beschuldigd dat hij meer aandacht heeft voor de visualisatie van zijn films dan voor de karakterisatie van de personages. Dit vooroordeel wordt voor een deel bevestigd door Beverly Hills Cop II. Nu ik de film weer zag na al die jaren, voel ik me wel teleurgesteld door de oppervlakkigheid van het geheel. De plot van de film bestaat uit (niet meer dan) een reeks situaties waarin Eddie Murphy zijn comedytalent kan demonstreren. Om zijn zin te krijgen, neemt Axel bijna iedereen die hij op zijn pad vindt in de maling. Murphy vertoont dat kunstje net iets te veel en laat weinig meer zien dan dat. Foley doet weliswaar wat detectivewerk, maar het drietal ordehandhavers worden over het algemeen veel geholpen door het lot en komen bij toeval op de juiste plek terecht. Kennelijk had ik als jeugdige kijker niet veel meer nodig dan een paar goede Murphy-grappen om van de film te genieten.

Demonstratie
De misdaden die de alfabetbandiet pleegt, zijn niet meer dan een aanleiding voor Murphy om in actie te komen. De kartonnen criminelen zijn niet meer dan targets voor de scherpe grappen van Axel den de kogels van Taggert en Rosewood. Door deze luchtigheid voelen de tranen van dochter Jan Bogomil (Alice Adair) bijna aan als vals sentiment. Hoog op de irritatiefactor staat Paul Reiser -zijn rol als Detroit slaafje van Axel is aanzienlijk groter dan in het eerste deel, en de irritatie van de onkunde van deze ‘ster’ is daarmee exponentieel groter geworden. Gelukkig wordt zijn deelname aan de cast al snel vergeten als veteraan Dean Stockwell in beeld komt. Jammer dat de rol van Charles ‘Chip’ Cain zo klein is. De rol van Chris Rock is trouwens nog veel kleiner: hij is de valet die Axels cementtruck moet parkeren bij het Playboy Mansion.

Eyecandy Nielsen

Oordeel
Wie plotlogica en de behoefte naar driedimensionale personages even laat varen, krijgt van Scott vermakelijke actie voorgeschoteld. De achtervolging met de cementwagen bevat vaart en enkele rake opmerkingen van Foley over Rosewoods rijstijl: ‘Are you driving with your eyes open? Or you like using “the force”?’ De scène in de Playboy Mansion is ook on the money en biedt een leuk stel huppelende bunny’s. Wie kan daar nu bezwaar hebben tegen dergelijke visuele effecten? Hetzelfde gaat op voor de verschijning van Brigitte Nielsen. Scott wilde haar neerzetten als een witte Grace Jones. Jones had recent in de Bond-flick A View To A Kill een overtuigende moordenares met smaak voor haute couture neergezet. Nielsen is een femme fatale voor de jaren tachtig: platina blond, kilometers lange benen en een schietgrage instelling. Zoals Taggert droog opmerkt nadat hij haar heeft neergeschoten: ‘Women!’

Beverly Hills Cop II biedt nog steeds aardig vermaak, maar valt voor mij persoonlijk door de mand als oppervlakkig komediegedreven actievehikel. Het eerste deel uit de reeks heeft vanaf heden mijn voorkeur.Meer film flashbacks:

Zie ook: Have a nerdy weekend!

Categorieën
Film Filmrecensie

Film Flashback: Beverly Hills Cop

Er zijn films die ik in mijn jeugd heb gezien en die voor altijd een warm plekje in mijn hart houden. Het zijn mijn persoonlijke Klassiekers. De eerste twee delen van Beverly Hills Cop vallen onder deze favorieten. Hebben deze flicks de tand des tijds doorstaan?Toen
In het tijdperk vóór interpret, toen ik nog gelukzoeker was in de Verenigde Staten, was er in San Francisco een klein winkeltje waar filmscripts voor tien, twintig dollar werden aangeboden. De scripts waren niet meer dan gebundelde kopieën, maar deden mijn filmhart sneller kloppen. Een van de scripts die ik er kocht was een vroege versie van Beverly Hills Cop, geschreven door Daniel Petrie Jr.. Het script stamde uit de tijd dat Sylvester Stallone de hoofdrol zou spelen. In tegenstelling tot de uiteindelijke versie met Eddie Murphy was het script dus vooral georiënteerd op actie en behelste het een clichématige love-interest. De films van Stallone hebben zo hun eigen charme, maar ik betwijfel of Beverly Hills Cop (Martin Brest, 1984) dezelfde impact op mij had gehad als hij de hoofdrol had gespeeld.

(Overigens is het wel opvallend dat de rol van Jenny Summers (Lisa Eilbacher) van vriendinnetje veranderde in jeugdvriendin toen Murphy werd gecast. Misschien waren de producenten bang dat een liefdesrelatie tussen een knappe jonge vrouw in Beverly Hills en een zwarte smeris uit Detroit te controversieel zou zijn. Aan de andere kant werd zo wel weer een actiefilmcliché, waarbij de vrouwen een love-interest voor de held zijn, vermeden. Al wordt Jenny wel ontvoerd voor de schurken, wat ook een bekend cliché is.)

Axel Foley
Eddie Murphy was op zijn sterkst in deze twee films en was nooit meer zo grappig als Axel Foley, de hem op het lijf geschreven is. De bijdehante smeris uit Detroit die in Beverly Hills terechtkomt als hij de moord op zijn vriend onderzoekt. Met zijn eigenzinnige manier van handelen krijgt hij het al snel aan de stok met de politie in Beverly Hills, maar uiteindelijk weet hij met de hulp van rechercheurs Taggert en Rosewood de schurk Victor Maitland uit te schakelen. Foley bluft zich overal binnen; of het nu een suite is in het Beverly Hills Hotel of een opslagruimte van de douane is. Hij weet op luchtige wijze de rechercheurs van het politiekorps te ontkomen door bananen in de uitlaat van hun auto te stoppen. Tussen de grappen door kan de kijker genieten van een flinke dosis actie. Er was een tijd dat ik bijna ieder zinnetje dialoog van Beverly Hills Cop en het vervolg erop uit mijn hoofd kon napraten.

Nu
Terwijl de begincredits in beeld zijn er op de soundtrack subtiel wat stadgeluiden te horen zijn, krijg ik het prettige gevoel van spanning in mijn onderbuik. Als het nummer ‘The Heat is On ‘ begint en een impressie van Detroit voorbijkomt, zijn de beelden die ik al vele malen eerder zag herkenbaar terwijl ze tóch fris overkomen. Is Beverly Hills Cop – uitgebracht in 1984 – dan niet gedateerd? Ja, de songs in de film zijn heel jaren tachtig en hetzelfde geldt voor de herkenbare Axel F.-tune van Harold Faltermeyer (zie hier de video uit die tijd). De gedateerde elementen zijn echter niet storend. Het geschetste tijdbeeld maakt Beverly Hills Cop eerder charmant dan ouderwets. De plot heeft een tijdloos karakter en zal daarom ook het hedendaagse publiek aanspreken.

Uptempo
De film van regisseur Martin Brest heeft een behoorlijke vaart. De scènes zijn relatief kort, gebeurtenissen volgen elkaar in een snel tempo op. Er zit geen overbodige handelingen in de film. Vergeleken bij de huidige standaard – waarbij er vaak meerdere camerashots worden ingezet om dezelfde handeling te laten zien – is de shotwisseling niet snel, maar is deze wel heel effectief. Het camerawerk staat volledig in dienst van het verhaal, in de zin dat het geen aandacht naar zichzelf toetrekt en dat iedere keer de kadrering die het beste het verhaal vertelt is gekozen. Tegenwoordig zou de scène met de achtervolging van de vrachtwagen vol sigaretten veel meer shots bevatten, terwijl de rustiger montage, gecombineerd met het nummer ‘Neutron Dance’ van The Pointer Sisters, genoeg snelheid en spanning bevat en de kijker nergens verdwaald achterlaat.

Talking heads
Behalve een film vol met actie en snelle grappen, bevat Cop veel dialoog. De personages praten wat af, vooral wisecracking Axel. Dit maakt hem een ander type actieheld dan zijn soortgenoten uit die tijd. Die bedienden zich van grappig bedoelde oneliners en specialiseerden zich vooral in het stuurs in de camera kijken.Ondanks het feit dat Beverly Hills Cop een comedy is, komen er grimmige momenten voorbij. De moord op Axels vriend Mikey (James Russo) bijvoorbeeld en de shoot-out aan het einde van de film in het huis van Victor Maitland (Steven Berkoff) zijn behoorlijk bloedig.

Komisch duo
Een van de weinige zwakke schakels in de film is de vriendschap tussen Axel en Mikey. Deze komt niet erg geloofwaardig over, wat vooral ligt aan het gebrek aan chemie tussen acteurs Murphy en Russo. Tussen de Foley en Jenny Summers klikt het wel. En met de wisselwerking tussen rechercheurs Taggert (John Ashton) en Rosewood (Judge Reinhold) zit het wel snor. Een klassiek duo van tegenpolen dat herinneringen oproept aan Stan Laurel en Oliver Hardy. Opvallend genoeg zijn het deze bijfiguren die een verandering ondergaan, terwijl Axel een statisch personage blijft. Taggert wordt wat losser in de omgang, en ook Billy krijgt meer durf in de loop van de paar dagen dat Foley in de stad is. Opvallend detail is dat Jenny Summers rookt. Dit zien we maar één keer in de film gebeuren, maar is in de huidige cinema een zeldzaamheid.

Oordeel
Omdat de clichématige ingrediënten van een wraakfilm zijn vermengd met het comedytalent van Eddie Murphy en de karakteristieke personages worden neergezet door een groep acteurs die hun vak verstaan, biedt Beverly Hills Cop na bijna 25 jaar na de première nog steeds een luchtige en onderhoudende filmervaring. Ik krijg meteen zin om part deux te gaan kijken.

Meer film flashbacks:

Zie ook: Have a nerdy weekend!

Categorieën
Film Filmrecensie

The Exorcist: The Beginning & Dominion

Twee keer dezelfde film, maar dan andersHet gebeurt niet vaak dat twee regisseurs met uiteenlopende stijlen hetzelfde script verfilmen. Dit is echter wel het geval met de prequels van The Exorcist. Dit biedt de unieke kans om Paul Schraders film Dominion: Prequel to the Exorcist te vergelijken met Exorcist: The beginning van Renny Harlin.Toen de horrorklassieker The Exorcist (1973) van William Friedkin in 2000 met succes werd uitgebracht als Director’s cut, kon een derde vervolg natuurlijk niet uitblijven. Er werd gekozen voor een prequel, een verhaal dat voor de oorspronkelijke film speelt. Hierin is Priester Merrin getraumatiseerd: de nazi’s lieten hem tien mensen kiezen die ter dood werden gebracht als represaille voor de moord op een Duitse soldaat. Van zijn geloof gevallen stort hij zich als archeoloog op het opgraven van een christelijke kerk uit de vijfde eeuw, verborgen in Oost-Afrika. Uiteindelijk komt hij hier oog en oog te staan met Het Kwaad zelf.

Regisseur Paul Schrader op de set.

Regisseur Paul Schrader werd ingehuurd om de film te verwezenlijken. Schrader heeft als schrijver van Taxi Driver (Scorsese, 1976) en regisseur van onder andere American Gigolo (1980) zijn strepen in Hollywood ruim verdiend. Toch was filmmaatschappij Morgan Creek niet tevreden met zijn interpretatie van het script. Renny Harlin werd ingehuurd om de film opnieuw te draaien als Exorcist: The beginning (2004).Psychologie versus actie
In grote lijnen is het bovenbeschreven verhaal gelijk gebleven. Schrader heeft er echter een psychologische film van gemaakt. Hij legt de nadruk op het schuldgevoel van Merrin en zijn reis terug tot het geloof. Schrader begint dan ook bij het voorval in WOII dat Merrins leven verandert. Harlin kiest ervoor deze gebeurtenis in stukken door de film te verweven. Het verschil is dat je bij Schrader weet dat alles wat Merrin doet voorkomt uit dit voorval. Bij Harlin is de onthulling het laatste stukje expositie dat uit de weg moet voordat de actie volledig de film overneemt.In Dominion is de horror incidenteel aanwezig. Schrader bedient zich van korte schrikmomenten en bouwt spanning op door middel van intercutting, door tussen de scènes te schakelen. Wanneer hij gebruik maakt van digitale effecten, worden de grenzen van het beperkte budget pijnlijk duidelijk. De digitale hyena’s overtuigen de kijker niet. Daar heeft Harlins versie veel minder last van. Harlin gebruikt meer standaard Hollywood horrortrucjes en leunt zwaar op effecten. Hij doet dit heel doeltreffend en in een hoog tempo, al is het allemaal wat voorspelbaar.Overdaad
Harlins stijl is minder fijnzinnig en in alles overdadiger. Dit maakt de eerste scène al duidelijk: een vliegend shot over een slachtveld na een heilige oorlog, waar honderden mensen omgekeerd gekruisigd zijn. Een interessant verschil is dat bij Schrader de Duivel veel verleidelijker wordt voorgesteld (hij biedt Merrin de kans om zijn geschiedenis te herschrijven). Daarentegen lijkt Harlins versie meer op het origineel, zeker wat de uitdrijving van de Duivel betreft. In het laatste shot loopt Merrin richting het Vaticaan. Hij lijkt met zijn zwarte jas, hoedje en koffertje, precies op de oudere versie uit de oorspronkelijke Exorcist.

Uit welke van de twee films zou deze foto komen?

Accentverschil
Bij Harlin is er sprake van een onemanshow: Merrin staat centraal in beide films, maar in The beginning zijn de overige personages meer bijfiguren. Hierin is de jonge priester Francis voornamelijk kanonnenvlees terwijl hij in Schraders versie uiteindelijk de man is die Merrin dwingt om het exorcisme uit te voeren. Een leuk detail is dat een deel van de cast in beide films hetzelfde is. Merrin wordt vertolkt door Stellan Skarsgård en ook Antonie Kamerling speelt in beide versies de nazi Kessel (al zet hij zijn Duits accent bij Harlin dikker aan). Het zou te makkelijk zijn Harlins versie volledig af te wijzen, want voor beide interpretaties valt een lans te breken. Wie wil griezelen kan bij Harlin terecht, wie meer subtiliteit en diepgang wil moet bij Schrader zijn. Overigens overtreft geen van de films het ijzersterke origineel.

Categorieën
Film Filmrecensie

Stranger than fiction

Penny Escher: I’m Penny, I’m Kay’s assistant.
Harold Crick: Oh, I’m Harold. Her main character.

Wat doe je als schrijver wanneer het hoofdpersonage van je literaire meesterwerk in de wording bij je aanklopt en vraagt of je hem alsjeblieft niet van kant wil maken? Klinkt dat raar? Wie de film Stranger Than Fiction gezien heeft, weet dat het nóg vreemder kan. Stranger Than Fiction is zo’n film die, als je niet oppast, een filmjehova van je maakt. Na het zien van deze flick had ik in ieder geval de neiging om iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in boeiende films te overtuigen deze te gaan zien. Maar in plaats van bij je aan te bellen schrijf ik dit stukje. Natuurlijk moet iedereen voor zichzelf weten wat hij wel of niet doet, maar hier zijn vier redenen waarom ik deze flick interessant vind.Daar gaat ie:
1. Will Ferrell is vooral bekend van de losers die hij speelt in komedies. Nu zet hij overtuigend een dramatische rol neer in een film die schommelt tussen drama en comedy. Harold Crick, een belastinginspecteur die geobsedeerd is met cijfers, blijkt een sympathiek personage te zijn, wiens lot ons allen aangaat. Iedere acteur die een belastinginspecteur weet neer te zetten als een sympathiek en liefdevol personage, verdient een fucking Oscar. Ferrell maakt van Crick een volwassen man met de onschuld van een jongetje die op vooravond van zijn dood, eindelijk leert hoe hij moet leven. 2. Ooit wel eens het gevoel gehad dat je leven als een slechte film verliep waarin jij de hoofdrol speelde? Schrijver Zach Helm werkte dit idee op ontspannen en ontroerende wijze uit. Het verhaal van Stranger Than Fiction is een lichte mind-fuckfilm, zoals Being John Malkovich (1999) en Adaptation (2002), geregisseerd door Spike Jonze en beide geschreven door Charlie Kaufman. Helms script speelt niet alleen op inventieve wijze met de regels van het fictie schrijven, het bevat ook menig gevatte dialoog. Zoals deze:

Penny Escher: [seeing Eiffel smoking a lot of cigarettes] You know there’s something called a nicotine patch.
Kay Eiffel: I don’t need a nicotine patch. I smoke cigarettes.

3. Helm zet met deze zwarte komedie enkele personages neer die ieder hun eigenaardigheden hebben. Professor Jules Hilbert (Dustin Hoffman) slurpt het ene kopje koffie na het andere op en weet terloops heel wat expositie uit te spuwen. Schrijfster Karen Eiffel (Emma Thompson) is een neurotische roker geobsedeerd met de dood. Niet zo gek dus dat alle helden uit haar romans aan het einde van het verhaal hun laatste adem uitblazen. Het zijn juist dit soort eigenaardigheden die maken dat je van de personages gaat houden. 4. Maggie Gyllenhaal speelt de lieflijke koekjesbakker Ana Pascal. Crick komt bij haar langs omdat ze belasting heeft ontdoken. Of nu ja, ze heeft een ruime twintig procent te weinig betaald. Precies het percentage wat de Amerikaanse regering uitgeeft aan zaken als oorlog en onderdrukking. Pascal is begaan met de wereld en weet deze een beetje zoeter te maken door zelfgemaakte koekjes te verkopen. Niet alleen het hart van Crick smelt als chocolade in de oven, ook het hart van deze filmkijker zwijmelt mee met Maggie. Fuck diabetes! Voor deze dame zou ik me ziek eten aan koekjes. Is er dan niets mis met deze film? Sommige critici zullen zeggen dat het jammer is dat een onconventioneel verhaal toch een wat voorspelbaar einde heeft. Of dat het verhaal een Charlie Kaufman rip off lijkt. Anderen zullen misschien zeggen dat het allemaal wel wat braaf is en er meer venijn in de mix had mogen zitten. Die mensen moeten maar naar het naargeestige Ober (2006) kijken. In deze waar-is-de-prozac?-film van Alex van Warmerdam wordt met hetzelfde thema gestoeid, al weet de regisseur geen maat te houden en vergeet hij het ingrediënt comedy in deze gitzwarte film te stoppen. Nee, geef mij maar Stranger Than Fiction. Deze film laat de hersenen op een aangename manier pruttelen… en ik heb gek genoeg enorme trek in chocoladekoekjes gekregen.Lees ook (of niet): Droomvenster.

Categorieën
Film Filmrecensie

Gone Baby Gone

Meeslepende film met een prachtige castGone Baby Gone is het ijzersterke regiedebuut van acteur en scenarist Ben Affleck. Hoewel hij sinds het schrijven van Good Will Hunting (samen met Matt Damon) de pen niet meer heeft opgepakt, heeft Affleck samen met co-auteur Aaron Stockard een doortimmerd script afgeleverd.In het verhaal, gebaseerd op de roman van Dennis Lehane, krijgen Patrick Kenzie en Angie Gennaro de opdracht een vermist meisje te vinden. Ondanks dat dit privé-detective paar normaliter alleen wanbetalers opspoort, nemen ze deze mediagevoelige zaak aan: het meisje woont bij hen in de buurt en Kenzie kent de aan drugsverslaafde moeder nog van de middelbare school. Al snel blijkt een lokale drugsdealer iets met de verdwijning van het meisje te maken te hebben. De waarheid zit echter ingewikkelder in elkaar dan dat ze op het eerste gezicht leek.
Ethische dilemma’s
Wat volgt is een intrigerende ontrafeling waarbij enkele enerverende ethische dilemma’s op delicate wijze worden verhaald. Wanneer moet je kinderen beschermen tegen slecht ouderschap? Is het geoorloofd om de regels van de wet te overtreden om recht te doen? De keuzes die de personages maken geven genoeg stof voor een discussie na afloop van de film.
Zo opgeschreven klinkt de film wellicht clichématig, maar Affleck weet vriend en vijand te verrassen met een film die tot het laatste frame intrigeert. De kracht van Gone Baby Gone zit hem in de setting en de cast. Affleck castte broertje Casey in de rol van Patrick Kenzie. Casey zet Kenzie neer als een straatslimme detective die bereid is te doen wat hij juist acht en daar de consequenties van durft te dragen. Ed Harris en Morgen Freeman vertolken mooie karakterrollen. De ondersteunende cast bestaat uit sprekende ruwe koppen die de onderste laag van de arbeidersklasse in Boston vertolken.

Morgan Freeman, Casey Affleck en de mooie Michelle Monaghan.

Affleck leidt de kijker vakkundig door de verschillende plotkronkels en zet een ruw-realistische wereld neer zonder terug te vallen op goedkoop effectbejag. Gone Baby Gone is een prachtig regiedebuut. Ik hoop dat Ben snel weer op de regiestoel plaatsneemt.Meer Ben Affleck? Lees over Hollywoodland & Chasing Amy.

Categorieën
Film Filmrecensie

Stoned: De mysterieuze dood van Brian Jones

Zoals dat hoort bij de dood van een rock-‘n-roll-ster, bestaan over de ware toedracht van de dood van Stones-oprichter Brian Jones meerdere geruchten. Niet lang na zijn ontslag werd Jones in zijn zwembad aangetroffen.Volgens de film Stoned (Stephen Woolley, 2005) had bouwvakker Frank Thorogood (Paddy Considine) hier letterlijk een hand in. Omdat dit personage echter niet wordt uitgediept, blijft het gissen naar zijn motieven. De suggestie dat enkele plagerijtjes van Jones en het uitblijven van zijn salaris voor Thorogood genoeg aanleiding zouden zijn voor moord, is erg dun. Dit regiedebuut van veteraanproducent Stephen Woolley is dan ook geen whodunit maar een biopic – het leven en vooral de trip naar de dood van Jones (Leo Gregory) zijn het uitgangspunt. Hedonist
Een parade aan filmische stijlen, van zwart-wit en gebleekte shots tot 8-mm materiaal, suggereert doeltreffend de jaren zestig. De flashbacks zouden meer licht moeten schijnen op het mysterie van Brian Jones. We zien zijn hedonistische levensstijl: seks, drugsgebruik en masochisme – het leven van een rockgod. Wat ontbreekt is een duidelijke context.
Figuranten
Het is algemeen bekend dat Jones de Rolling Stones oprichtte om bluesmuziek te spelen. In Stoned fungeren de Stones slechts als bijfiguren (de soundtrack bevat geen enkel nummer van de legendarische band wat ongetwijfeld met de peperdure rechten te maken heeft.) Hierdoor blijft de figuur Brian Jones in het luchtledige zweven. In de film had hij iedere sixties muzikant kunnen zijn die door drank en drugs aan lager wal is geraakt. Zijn genie als muzikant en songwriter, zijn rol in de legende van de Stones – het komt nauwelijks aan de orde.Cryptisch
Wat we van hem zien lijkt een cryptische omschrijving met te weinig aanwijzingen om de puzzel op te lossen. Woolley toont de nadagen van een uitgeblust kunstenaar die, zo suggereert de film, sinds het verlies van zijn muze Anita Pallenberg (Monet Mazur) de weg kwijt is. Bij wijze van conclusie geeft Jones zelf postuum in Stoned toe dat hij wel geluk heeft gekend, maar dat hij beter gedijde in onheil.Uiteindelijk gaat Stoned over zelfdestructie en decadentie en niet zozeer over Brian Jones. Het mysterie van Jones wordt niet ontsluierd.Deze tekst is in het verleden ook verschenen in de Filmkrant. Lees ook: De geest van Jim Morrison.

Categorieën
Film Filmrecensie

Hollywoodland

Ben Affleck en de tragische dood van een Superman.

In mijn tijd aan de UvA bespraken een collega en ik de carrière van Ben Affleck. Zij was geen fan van deze sympathieke acteur, terwijl ik graag naar zijn films kijk. Ze vond dat het niet lang meer zou duren voordat meneer Affleck in de vergetelheid zou geraken. Ik was van mening dat deze filmster nog lang hoog aan de hollywoodhemel zou stralen. Een weddenschap was geboren. We spraken af dat als Ben drie jaar later een eigen televisieserie zou hebben, het gedaan zou zijn met zijn filmcarrière en dat ik een fles champagne voor mijn collega moest kopen. Let wel: Ben was net flink op zijn gezicht gegaan met Gigli en hele affaire met Jennifer Lopez. Daarbij was de film Daredevil (Mark Steven Johnson, 2003) ook niet aan mijn collega besteed.
Minderwaardig
Twee filmwetenschappers bij elkaar, die nemen over het algemeen het medium televisie niet zo heel serieus. Wie dus van filmster is afgezakt naar het kleine scherm, is eigenlijk al op zijn retour vonden wij, filmsnobs als we waren. Dat neerkijken op het medium televisie is van alle tijden, maar kwam vooral veel voor in de jaren vijftig, toen de recent geïntroduceerde beeldbuis de concurrentiestrijd aanging met het witte doek.

Acteur George Reeves ambieerde een filmcarrière en speelde onder andere in Gone with the Wind (Victor Fleming, 1939). Toen hij echter de rol van Superman aannam in de toen nieuwe televisieserie Adventures of Superman (1951-58), nam niemand hem meer serieus als filmacteur. Toen de serie in 1958 werd stopgezet, was de glorie van filmacteur Reeves verleden tijd. Voor altijd zouden mensen hem associëren met het roodblauwe ondergoed met de cape. Hij pleegde op 16 juni 1959 zelfmoord door een kogel door zijn hoofd te schieten. Of werd hij vermoord? Daarover zijn historici het nog steeds niet eens.

In de film Hollywoodland (Allen Coutler, 2006) wordt deze mysterieuze dood onderzocht. Detective Louis Simo (Adrian Brody) raakt geïntrigeerd door de dood van Reeves en probeert de waarheid aan het licht te brengen. Hij wordt tegengewerkt door de politiemacht van Hollywood die in een ijzeren greep wordt gehouden door de studiobazen.
Ben the man
Ben Affleck speelt op de getormenteerde Reeves op overtuigende wijze. Affleck heeft urenlang naar de televisieserie gekeken om Reeves’ dictie en mimiek na te kunnen spelen. De neusprothese op Afflecks gezicht was eigenlijk niet nodig geweest om een overtuigende gelijkenis neer te zetten. Affleck maakt duidelijk dat Reeves zijn leven ervoer als een tragedie. Hij zag zichzelf als een ambitieuze filmacteur die op er op het kleine scherm belachelijk uitzag in dat Superman-pak. Ironisch dat hij daar de rest van zijn leven mee geassocieerd werd.

Reeves werd financieel onderhouden door Toni Mannix (Diane Lane) met wie hij een relatie had. Mannix was echter getrouwd met een studiobaas (Bob Hoskins). Op het moment dat Reeves voor een jonger blaadje koos, en Toni zich gekwetst voelde, riep hij de toorn van de studiobaas over zich af. Maar zat hij achter de moord? En wie hadden er nog meer een motief om de televisiesuperman om zeep te brengen?
(On)waarheden
Detective Simo probeert het uit te zoeken: de verschillende interpretaties van de (zelf)moord die in Hollywoodland zijn verbeeld, leverden een boeiende film op, waarin het oude Hollywood sfeervol en met een oog voor details wordt neerzet. Hoewel er niet één specifieke versie als de waarheid wordt gezien, wordt de zelfmoord wel als laatste flashback getoond als zijnde een reconstructrie van Simo. Aangezien Reeves depressief was over het verloop van zijn leven en carrière, lijkt zelfmoord het meest aannemelijke scenario.

Wellicht ligt het antwoord op de kwestie verborgen in het laatste shot waarin Affleck te zien is: hij kijkt vanuit een schuine hoek in de camera. In één blik zit al het leed dat Reeves voelde samengebald. Iedereen die beweert dat Affleck niet kan acteren, wordt wat mij betreft in dit shot het zwijgen opgelegd. Kortom: het wordt tijd om die fles champagne op te halen bij mijn voormalige collega. Proost, Ben!

Lees ook: The Trouble with Superman en Het superhelden genre.

Categorieën
Film Filmrecensie

Highlander: The Source

‘It’s a kind of tragic…’Ik heb een zwak voor slechte pulp. Ik heb het niet over soaps of het oeuvre van Frans Bauer – maar wel over B-films, foute scifi en horrorflicks. De Highlander-reeks valt duidelijk onder deze noemer.Laatst stond ik in de lokale cd en dvd-winkel en zag daar Highlander: The Source – ook wel Highlander 5 genaamd – in de rekken staan. Een vijfde deel in de Highlander-serie, dat kan niet veel goeds zijn, bedacht ik me nog. Nieuwsgierig naar hoe de filmmakers tóch weer een nieuwe aflevering uit de saga hadden weten te persen, kon ik het niet laten om dit deeltje aan te schaffen.

Thekla Reuten is het vriendinnetje van Duncan MacLeod in Highlander: The Source.

There can be only one?
Het origineel uit 1986, met Christopher Lambert en Sean Connery in de hoofdrol, bood een pakkend verhaal en snelle actie. Over de gehele aarde vechten onsterfelijken met elkaar om de grote prijs, ‘The Quickening’. Ze kunnen slechts sterven wanneer hun hoofd van het lijf wordt gescheiden en het is dan ook de bedoeling dat er maar een overblijft om de prijs te claimen. Aan het einde van de film versloeg de onsterfelijke Connor MacLeod (Lambert) de schurk The Kurgan en kreeg hij uiteindelijk de prijs – en zijn sterfelijkheid terug. Maar zo mocht het natuurlijk niet eindigen. De filmmakers namen hun slogan ‘There can be only one’ zelf kennelijk niet serieus en maakten een vervolg, waarin de geschiedenis van de ontsterfelijken ietwat werd herschreven. Nu bleken ze afkomstig te zijn van een vreemde planeet. In het derde deel werd dit weer teruggedraaid. Dit deel moest het weliswaar stellen zonder Sean Connery, maar bleef verder qua sfeer aardig bij de eerste film. Nu zou Connor MacLeod wel de enige zijn die overbleef. Tot het vierde deel uitkwam. Een cross-over aflevering tussen de filmreeks en de televisieserie, waarin Lambert het stokje overgaf aan Adrian Paul. Lambert zag er al een stuk ouder uit dan in de oorspronkelijke film en dat is toch een beetje raar voor iemand die eigenlijk – als versteend in de tijd – eeuwig jong zou moeten blijven.

Lambert:’Wil jij het stokje overnemen?’
Paul: ‘Nou vooruit dan maar…’

Waarheen, maar vooral waarvoor?
Tot zover de treurige filmgeschiedenis van een aardig concept. Wie de vechtpartijen even vergeet, en ook de logica niet zo nauw neemt overigens, ziet dat de Highlander-films een heel romantische bezieling bezitten. Het achterliggende idee is dat het leven van een onsterfelijke eigenlijk dezelfde levensvragen behelst als het leven van ieder ander. Waarom zijn we hier? Wat is mijn functie in dit alles? Daarbij hebben de Highlanders als ieder mens met hartzeer te maken: een onsterfelijke ziet immers iedere keer zijn geliefde oud worden en uiteindelijk sterven. Onthechting en hoe daarmee te leven, lijkt daarom het motto. Foute covers
Dat geldt eigenlijk ook voor de nieuwe episode uit het leven van de Highlander, al is de film vanaf de proloog al het bewijs dat het concept misschien een keer te veel is uitgemolken. In The Source zijn de ruige Queen-songs (een belangrijk element voor het succes van de eerste film) vervangen voor slechte covers. Dit is tekenend voor de gehele film die gebrek aan inspiratie als bestaansrecht lijkt te claimen. Het verhaal speelt zich ergens af in de toekomst – maakt niet uit precies wanneer, want voorspellingen over het tijdsstip van de apocalyps zijn zelden juist. Duncan MacLeod is verworden tot een naar prozacsnakkende onsterfelijke die weg zit te kwijnen nadat de meest recente Liefde Van Zijn Leven hem heeft verlaten omdat hij haar geen kinderen kan schenken (!).

‘Ben je klaar voor een portie déjà vu?’

Goed, deze liefde wordt gespeeld door Thekla Reuten, en daarom is het nog enigszins inleefbaar dat hij haar mooie verschijning mist. Thekla is overigens de enige acteur van de cast die er kennelijk nog wat van probeert te maken. Ze spreekt haar door fantasy-soap geïnspireerde dialogen nog met gevoel uit. De rest van de cast lijkt zijn tekst van een doos cornflakes voor te lezen. Adrian Paul straalt uit er al helemaal geen zin meer in te hebben. Na zes seizoenen televisieserie en na Highlander: End Game (what’s in a name, zullen we maar zeggen), is hij het gevoel van déjà vu al ver voorbij. Zijn karakter Duncan gaat al met net zo veel tegenzin mee met een groepje lotgenoten die op zoek zijn naar de bron van hun onsterfelijkheid.Monochroom
Aan de specialeffects is net zoveel tijd besteed dan aan het bedenken van het flinterdunne verhaaltje. Daarentegen is het camerateam wel lekker aan de gang gegaan met allerlei kleurfilters: de beelden zijn vaak op een expressionistische wijze uitgelicht en bijna iedere scène heeft een eigen monochroom thema meegekregen.Kortom, heb ik spijt van mijn aankoop? Nee, want mijn nieuwsgierigheid is gestild en mijn vermoedens zijn bevestigd. En dat geeft altijd een fijn gevoel. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat The Source een eerste van drie delen zou worden, waarin de ontsterfelijken op zoek gaan naar hun oorsprong. Nu de film in september 2007 zijn première beleefde op SciFi Channel, is het nog maar de vraag of de ambities van de producenten worden waargemaakt. Het zou me echter niets verbazen als Duncan binnenkort weer ergens met zijn zwaard in de aanslag klaarstaat in een volgend deel.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Beowulf

Episch gedicht in moderne 3D uitvoeringBeowulf is het oudste overlevende epische gedicht in de Engelse taal en daarom verplichte kost op veel middelbare scholen. In zo’n 3000 regels wordt de legende van de krijger Beowulf verteld. Het monster Grendel maakt al jaren het leven van de Deense koning Hrothgar en zijn hof zuur totdat de Viking Beowulf hem verslaat. De toorn van Grendels moeder, een verleidelijk serpent, is echter gewekt. Beowulf wordt gekroond tot koning, zijn moed en faam worden bezongen door het gehele koninkrijk.
Scenaristen Neil Gaiman (juist, van de Sandman-comics) en Roger Avary stoften het oude heldendicht over Beowulf (Ray Winstone) af en maakten een flitsende en gestroomlijnde versie. Ze voegden wat belangrijke verhaalelementen toe en opperden enkele interessante vragen betreffende het spanningsveld tussen legende en waarheidgetrouwheid. Dat de legende van Beowulf groter is dan de man zelf, biedt een aardige plotwending in de loop van de verder simplistische vertelling. Gevangen optreden
Regisseur Robert Zemeckis (Back to the Future, Forest Gump en The Polar Express) en zijn animatieteam legden de acteerprestaties van de cast digitaal vast met wat Zemeckis graag ‘performance capture’ noemt, maar in de volksmond ‘motion capture’ heet. Sensoren op het lichaam van de acteurs en het lycrapak dat ze dragen, registreren iedere minieme beweging. Deze input wordt op een computer opgeslagen, en gebruikt om de personages te animeren. Animatie is een erg passende vorm voor een verhaal met een mythologische sfeer en biedt de makers vrijheden die live-action niet makkelijk toelaat. De filmmaker is niet meer gebonden aan het fysieke voorkomen van de acteur. Zemeckis kon het monster Grendel, die gespeeld wordt door Crispin Glover, eruit laten zien zoals hij wilde. En Zemeckis trakteert de kijker op een vrijwel naakte Angelina Jolie die de rol van Grendels moeder vertolkt. Een feit waar hij alleen maar mee weg kon komen dankzij het feit dat haar ranke vormen geanimeerd zijn. In dat opzicht fungeert Beowulf als demonstratie model van wat de animatoren op dit moment uit hun hoge hoed weten te toveren. Testosteron-tirade
Beowulf past goed in het rijtje van epische films die we de laatste tijd voorbij hebben zien komen: de Bored of the Rings-trilogie, Narnia, Troy en 300. Beowulf is eigenlijk een geanimeerde combinatie van Tolkiens fantasiewereldje met Frank Millers 300, waarin de driehonderd Spartaanse strijders het dapper opnemen tegen een onmogelijke overmacht. In zowel 300 als Beowulf zijn mannelijke heldenmoed en eerbelangrijke thema’s. Dappere gevechten worden afgewisseld met verbale tirades vol testosteron. Beide verhalen zijn ook meer mythe dan waarheid. Vlak voor je neus
Beowulf wordt in Nederland in elf bioscopen in 3D vertoond. Wie het epos bekijkt met een 3D-brilletje op de neus krijgt een dynamischer filmervaring dan bij bovengenoemde films. Vloeiend virtuoos camerawerk en op de kijker afvliegende voorwerpen doen je de actie beleven alsof je er heel dicht bovenop zit. ‘Cinema als attractie‘ krijgt hierdoor een nieuwe impuls, al is het nog maar de vraag of 3D dit keer blijvend is of een tijdelijke trend. Toen de techniek in de jaren vijftig voor het eerst werd toegepast om te concurreren met de oprukkende televisie, bleek het slechts een noviteit te zijn die al weer snel uit de bioscoop verdween. Het verhaal van Beowulf zal het hoe dan ook overleven – al maakt de spectaculaire vertelvorm die Zemeckis gekozen heeft, het verhaal een stuk beter te verteren dan de tekst die tijdens de Engelse les moest worden doorgeploeterd.
Beowulf draait vanaf 17 november in Pathe Imax (3D-versie) en is vanaf 22 november in de andere Nederlandse bioscopen te zien. Beowulf 3D draait in: Ede, Zoetermeer, Almere, Emmen, Zutphen, Amersfoort, Arnhem, Eindhoven, Hoogezand en Den Haag.Met: Ray Winstone, Anthony Hopkins, John Malkovich, Robin Wright Penn, Brendan Gleeson, Crispin Glover en Angelina Jolie.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Control

Anton Corbijns film Control draait om het leven en de dood van Ian Curtis, de zanger van de band Joy Division. Corbijn toont zich als de ultieme stilist: ieder shot is op zich een foto waard.Corbijn kende de zanger van Joy Division persoonlijk. Sterker nog: hij verhuisde naar Londen om ander andere deze band en een paar andere helden van hem te fotograferen. De film is echter gebaseerd op het boek van Ians weduwe Deborah Curtis.De titel verwijst naar Curtis’ behoefte naar controle. Deze verliest hij echter door de ziekte epilepsie en de tol die de roem van hem eist. ‘Het publiek beseft niet dat ik alles geef op het podium. En nog steeds vragen ze om meer,’ zegt Curtis. Getrouwd op jonge leeftijd leek Curtis (Sam Riley) voor eeuwig vast te zitten in het duffe plaatsje Macclesfield, een voorstad van Manchester. Hij haat het, terwijl zijn vrouw Debbie (Samantha Morton) zich er thuis voelt. De verleiding naar een beter en spannender leven wordt belichaamd door de mooie Annik Honoré (Alexandra Maria Lara) met wie Curtis een geheime relatie krijgt. Corbijn suggereert dat Curtis uiteindelijk verscheurd wordt door de keuze die hij moet maken: de keuze tussen de vrouwen en de twee werelden die ze representeren. De enige uitweg voor Curtis blijkt zelfmoord. Sfeervol zwart-wit
Corbijn is het meest bekend van zijn zwart-wit foto’s van (pop)sterren, maar hij maakte ook videoclips voor onder andere U2, Depeche Mode en Nirvana. Control is zijn debuutfilm. In een interview met Cinema.nl vertelde Corbijn dat hij bewust heeft gekozen voor zwart-wit omdat hij de wereld van Joy Division niet anders kende. Ze werden pas echt groot na de dood van Curtis (onder de naam New Order) en popblaadjes die over Joy Division schreven publiceerden allemaal in zwart-wit. Dat is natuurlijk mooi gezegd, maar los daarvan is zwart-wit ook kenmerkend voor Corbijns werk. Al heeft hij wel ook kleurenfoto’s gemaakt.Semiotiek
Corbijn gebruikt nauwgezette composities, waarbij hij via visuele metaforen zijn verhaal vertelt. Wanneer Ian en Annik voor het eerst een privégesprek voeren, zitten ze tegenover elkaar op de bank. Het is duidelijk dat ze zich tot elkaar aangetrokken voelen. Ian leunt met zijn linkerarm op de leuning van de bank waardoor de trouwring aan zijn vinger letterlijk tussen hem en Annik in hangt – zijn huwelijk zit een relatie met de mooie amateur journaliste in de weg. Ian ervaart zijn huwelijk als verstikkend, en heeft het gevoel een gevangenis binnen te stappen zodra hij thuiskomt van een tour. Dit verbeeldt Corbijn door Ian tussen de spijlen van de box te positioneren. De spijlen zetten hem gevangen. Corbijn laat verder niet zo veel los over zijn personages en de kijker is daardoor aangewezen op eigen observaties. De motieven van Curtis blijven vaag. Dat geldt helemaal voor de andere personages, waar we niet meer dan een functieomschrijving van krijgen. (Net zoals in The Doors van Oliver Stone, zijn de overige bandleden slechts achtergrondvulling.) Het is alsof de regisseur geen oordeel wilde vellen en dit aan de toeschouwer zelf wilde overlaten. Bloemlezing
Control biedt een prikkelende bloemlezing van het oeuvre van Joy Division en is een aardige introductie. Daarbij worden enkele songs van David Bowie effectief ingezet om de wereld van de jonge Ian te schetsen. De soundtrack bevat opvallend weinig filmmuziek. Op een paar momenten na wordt de score niet gebruikt om de emoties van de personages inleefbaar te maken. Misschien dat de innerlijke gedachtewereld daardoor voor het grootste deel een gesloten boek blijft.