De internationaal gelauwerde animator, schilder en componist Hisko Hulsing was dinsdag 3 juli te gast bij het radioprogramma Nooit meer slapen.
Om dit aan te kondigen schreef ik onderstaande tekst voor de VPRO Gids, gepubliceerd in Gids #26/27.
‘Het mooie aan animatie vind ik dat er verschillende disciplines in samenkomen, ik kan mijn talenten combineren en allemaal in één vorm gieten,’ vertelde Hisko Hulsing in de VPRO gids toen zijn korte film Junkyard (2012) uitkwam. Hulsing (Amsterdam, 1971) is dan ook thuis in veel ambachten: animator, stripmaker, regisseur, schilder, storyboardtekenaar én componist van de soundtrack van zijn films.
Voor zijn animaties haalt hij inspiratie uit eigen ervaringen. In Harry Rents A Room (1999) terroriseert een huisbaas een jonge huurder. Seventeen (2004) draait om een jonge dakdekker die door zijn macho collega’s wordt gepest en niet weet wat hij met zijn ontluikende seksuele gevoelens aan moet. Omgangsvormen tussen mensen is een belangrijk thema in deze verhalen.
In Junkyard spelen noodlot en toeval een grote rol. Wanneer een man tijdens een beroving wordt neergestoken, flitst in de laatste seconden van zijn leven een jeugdvriendschap aan zijn ogen voorbij. We zien hoe het hoofdpersonage steeds meer van zijn beste vriend vervreemd raakt, wanneer deze het criminele pad op gaat. Junkyard werd wereldwijd veelvuldig bekroond, was de Nederlandse inzending voor de Oscars, maar wist gek genoeg een Gouden Kalf nominatie niet te verzilveren.
Behalve zijn eigen verhalen, maakt de Amsterdammer storyboards en illustraties voor reclamebureaus en regisseerde hij leaders voor MTV. Ook verzorgt Hulsing sequenties in films van anderen. Voor Kurt Cobain: Montage of Heck(Brett Morgen, 2015), de eerste geautoriseerde documentaire over het tragische leven van de Nirvana frontman, regisseerde Hulsing twee animatiesequenties op basis van unieke audio-opnamen. Hij werkte samen met 18 animatoren die 6000 tekeningen maakten, en schilderde eigenhandig 60 olieverfschilderijen op canvas die als achtergrond dienden. Deze gedetailleerde en sfeervolle achtergronden zijn kenmerkend voor zijn animaties.
Op dit moment regisseert Hulsing de eerste animatieserie voor volwassen die volgend jaar op Amazon Prime Video zal uitkomen. In Undone overleeft Alma een auto-ongeluk. Met haar nieuwverworven gaven kan ze de tijd manipuleren en probeert ze de waarheid over haar vaders dood te achterhalen. Undone wordt geschreven door Raphael Bob-Waksberg en Kate Purdy (BoJack Horseman).
Over cartoonist John Callahan (1951-2010) maakte Gus Van Sant een biopic: Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot. Joaquin Phoenix speelt hierin de hoofdrol. Prima keuze zou je denken, want Phoenix is een fantastische acteur. Maar niet iedereen is blij met deze castingkeuze.
Callahan zat namelijk in een rolstoel en Phoenix is niet invalide en dat mag niet meer tegenwoordig.
Ironisch, want Callahan maakte zelf zeer politiek incorrecte cartoons over gehandicapten, oeps sorry mindervaliden.
Filmjournalist Gerhard Busch legt in de VPRO gids uit dat dit onzin is. En ik maakte daar deze vlog over.
Of hebben de politiek correcten in dit geval gelijk…? Maar waar eindigt dit dan? Als een personage zwanger is, moet de actrice ook echt zwanger zijn? (En Josh Brolin is dan een echte superschurk omdat hij Thanos heeft gespeeld?) Het heet toch niet voor niets acteren? Dat is doen alsof!
Het artikel kun je hier lezen.
Toen de Batman-film van Tim Burton in 1989 uitkwam, was dat een cultuurschok. Als 12-jarige stripfan voelde ik dat aan en verzamelde allerlei artikelen in een speciaal dossier. In deze vlog neem ik een kijkje in dat dossier.
Welke film maakte op jou enorme indruk toen je jong was?
Van een kennis kreeg ik laatst een action figure van de Ghostbusters-film uit 2016. Die kennis heeft een beetje een plagerig gevoel voor humor, want hij weet dat ik de laatste Ghostbusters-film helemaal niks vind.
Toen de eerste trailer van Paul Feigs prul online kwam, schrok ik me rot. Wat een ongelooflijk slechte grappen! Dat beloofde niet veel goeds. De recensies waren niet veel beter.
Kinderachtig
Sinds een tijdje staat deze Ghostbusters op Netflix en omdat mijn vriendin wel nieuwsgierig was naar de flick, hebben we hem opgezet. Na twintig minuten keken we elkaar aan, en besloten we onze tijd nuttiger te besteden. De uiteindelijke film bleek nog erger dan de trailer deed vermoeden. Het verhaal zwabberde. De grappen waren van een zeer kinderachtig niveau, met als dieptepunt Thor die tijdens een sollicitatie wordt verteld dat hij even niet mee mag luisteren, en vervolgens zijn handen voor zijn ogen doet. Als je dan toch een remake maakt van een klassieke film, zorg dan dat je in ieder geval in de buurt komt van het origineel. Brand anders je vingers er niet aan.
De Ghostbusters action-figure staat voor mij symbool voor het politieke klimaat in Hollywood en de entertainmentindustrie. Je moet namelijk met commentaar op Feigs Ghostbusters oppassen. Vooral als je een man bent. Want voordat je het weet, word je weggezet als vrouwenhater, omdat de vier mannen uit het origineel door vier vrouwen zijn vervangen. Vind je de nieuwe Ghostbusters dus ruk, dan zal je wel een probleem hebben met de politiek correcte casting.
Dat is niet het geval. Ik vind het gewoon geen goede film. En dan kun je wel juichen dat meisjes nu opeens ook Ghostbusters gaan cosplayen dankzij deze flick, maar dat maakt het nog steeds geen goede film.
Meer diversiteit!
Ik heb wel een probleem met politieke correctheid overigens, maar niet met meer diversiteit in film en andere media. Wel heb ik soms moeite met hoe dit fenomeen wordt aangepakt. Hollywood lijkt de vraag naar meer diversiteit vooralsnog te beantwoorden door remakes van films te maken waarin voornamelijk blanke mannen de hoofdrol hadden, en in de nieuwe versie die mannen door vrouwen te vervangen. Denk aan Ghostbusters en Ocean’s 8. Die film heb ik nog niet gezien, dus ik kan er inhoudelijk niet verder over oordelen dan dat de trailer een film laat zien die goed kan uitpakken voor vriendinnen die een gezellig avondje in de bios willen zitten. En dat is prima.
Alleen vind ik als antwoord op bovenstaande vraag, genderswapping nogal makkelijk. Dat geldt ook in comics, waar blanke mannelijke superhelden een tijdje worden vervangen door een niet-blank personage of door een personage van de andere sekse: denk aan Captain America en Thor. Ik zie veel liever nieuwe, boeiende superhelden met een diverse achtergrond, dan zo’n (tijdelijke) vervanger. Dat lukt ze bij Marvel zo nu en dan. Ms. Marvel is een geslaagde poging, America Chavez niet, wat alles te maken heeft met een prekerige manier van verhalen vertellen.
Ook maakt een meer diverse cast een comic of film niet meteen goed.
Dat Wonder Womanvolgens de marketingcampagne de eerste superheldenfilm is waarin een vrouw de hoofdrol speelt, of dat bij Black Panther voor en achter de camera vooral Afro-Amerikanen hebben gewerkt, maakt deze films niet automatisch goed. Nu vind ik Wonder Woman op meerdere fronten een geslaagde superheldenfilm, en de beste DC Comics verfilming sinds de Batman-films van Chrisopher Nolan, maar dat terzijde. Dat Wonder Woman grotendeels geslaagd is heeft onder andere te maken met de casting en het scenario, en niets met het politiek correcte gehalte. Overigens is Wonder Woman niet de eerste vrouwelijke hoofdrol in een superhelden-film, maar dat terzijde.
Giftig
In Star Wars: The Last Jedi, kun je zonder moeite een aanklacht tegen (toxic) masculinity zien en een duidelijke feministische boodschap. Nu hou ik er zelf van als verhalen sociale kritiek bevatten en als er dingen worden aangekaart. Films reflecteren de tijd en de wereld waarin ze gemaakt worden. Spelen er zaken in de maatschappij, dan zal je die ook op het witte doek gereflecteerd zien. Die reflectie kan echter op verschillende manieren geconstrueerd worden. Als een boeiend meeslepend verhaal, of als een preek van de filmmakers die het publiek wel even zullen opvoeden. Mijn voorkeur gaat uit naar het eerste. Voor dat laatste gaan mensen zondag maar naar de kerk.
Slordig geschreven, prekerige films is dus Hollywoods tweede antwoord op de vraag naar meer representatie in film.
Maar oh, wee als je kritiek hebt op bovengenoemde films. Dan ben je of een vrouwenhater, racist of manbaby. Vooral Star Wars-fans liggen de laatste tijd onder vuur in de media. Ze spreken zich uit over Solo: A Star Wars Story om verschillende redenen. Op de een of andere manier worden deze fans geframed als extreem rechtse, witte mannen. Nu is er wel een percentage fans dat zich niet zo netjes gedraagt online. Kelly Marie Tran die Rose Tico speelt in The Last Jedi, schijnt van Instagram weggepest te zijn.
Ik schrijf schijnt, want hoewel dit overal bericht wordt, heb ik haar hierover nog nergens horen praten. Er wordt dus wel heel veel over haar gesproken maar niet met haar. Mocht jij een artikel weten waarin ze hier direct over geciteerd wordt, dan hoor ik het graag.
Hoe dan ook, dat soort trolgedrag valt nooit goed te praten. Maar om hoeveel Star Wars-fans hebben we het dan eigenlijk? De meeste fans met kritiek op de films gedragen zich prima.
Donald Glover Trump
En zo gaat dat wel vaker, heb ik gemerkt. Een kleine groep wordt gezien als representatief voor de rest en dat terwijl er niet één soort Star Wars-fan bestaat. Mensen worden heel makkelijk in een hokje gestopt of op basis van een kenmerk meteen gebrandmerkt. Zo worden sommige Amerikaanse stripmakers opeens door hun collega’s geboycot en genegeerd omdat ze bij de vorige verkiezingen Trump hebben gestemd en daarvoor zijn uitgekomen.
Nu ben ik zelf geen fan van Trump, en als ik Amerikaan was geweest had ik waarschijnlijk niet op hem gestemd. Maar ja, ik ben geen Amerikaan, dus hoe kan ik de afwegingen van een Trump-stemmer precies duiden? Als je een staalarbeider bent en je zit al jaren op de bank omdat de fabriek waar je werkte moest sluiten in de recessie, en Trumps campagne belooft je een baan, dan is dat wellicht reden genoeg om op hem te stemmen.
Maar los daarvan: who cares? Politieke oriëntatie is voor mij geen reden om niet te luisteren naar wat die persoon te vertellen heeft zolang als hij of zij zinnige dingen zegt. Bovendien staat dit los van of iemand goed kan tekenen of niet.
Als vrienden vertellen dat ze heel erg teleurgesteld zijn in de huidige reeks Star Wars-films, snap ik waar ze vandaan komen. Ik snap waarom ze moeite met deze films hebben, ook al heb ik met sommige elementen geen of minder moeite dan zij. Dat veroordeel ik niet. Soms ben ik het zelfs met ze eens.
Dat geldt ook voor heel veel vloggers die hun teleurstelling in de franchise laten blijken, zoals Ethan van Sciver die op het YouTube-kanaal ComicArtistPro Secrets veel video’s over Star Wars publiceert. Ook Uncle Ethan, zoals de kijkers hem vaak noemen, is een Trump-stemmer en zit politiek gezien in de conservatieve hoek. Ik hoef het niet altijd met hem eens te zijn om samen met hem te kunnen lachen om de gekke plotgaten in de films en de vreemde houding die Disney en de makers aannemen tegenover kritische kijkers. Want die trollen soms net zo hard als de fans die hen laten weten dat ze de nieuwe films niks vinden.
En daarbij: soms ben ik het gewoon helemaal met de kritiek eens. Ik vind Rey een heel tof personage en een boeiende toevoeging aan de Star Wars-wereld. Maar als een vlogger erop wijst dat Rey wel heel erg makkelijk de Force onder controle heeft, en vrijwel moeiteloos Kylo Ren verslaat met een lightsaber terwijl ze zo’n ding – voor zover wij weten – voor het eerst vasthoudt, dan denk ik opeens: Hm, het is eigenlijk wel gek dat ze overal goed in is zonder dat ze hier echt voor getraind heeft of kennis van heeft. De vragen die Rey oproept, zijn in The Force Awakens noch in The Last Jedibeantwoord. Misschien komt dat nog, maar dat betekent niet dat dit soort slecht geschreven elementen uit de films niet benoemd mogen worden.
Goed verdienmodel
Het discours online is veel te zwart-wit. Daar zeg ik niets nieuws mee. In plaats van te vragen waarom iemand op Trump stemde, is het veel makkelijker om die stemmer weg te zetten als conservatief/racistisch/weetikveelwat. In plaats van een Star Wars-fan te vragen waarom hij The Last Jedi ruk vond of teleurgesteld was in Solo: A Star Wars Story, is het veel makkelijker om die fan weg te zeggen als vrouwenhater, of racist of weetikveelwat. En waarom? Het is voor (Amerikaanse) mediabedrijven goed verdienen aan deze patstelling en het ongenuanceerd brengen van de situatie. Clickbate scoort goed. Wij/zij denken is een verdienmodel dat het ook goed doet in de politieke arena. Maar ook tussen mensen onderling. Hoor je bij ons of ben je de vijand?
En daarbij is het voor Disney veel handiger om fans de schuld te geven van het feit dat Solo het slecht doet in de bioscoop en verlies lijdt, dan kritisch te kijken naar het product dat ze gemaakt hebben. Misschien is Solo gewoon niet zo’n goede film en valt daarom de box office tegen. Misschien hebben de bioscoopgangers te veel het gevoel dat Disney Star Wars als melkkoe zien en daarom de ene film na de andere uitpoept. Misschien was de concurrentie in de bios ook groot dit keer. Teveel nieuwe blockbusters in een te korte tijd. Het is voor de aandeelhouders van Disney ook fijner als het gesprek in de media gaat over het slechte gedrag van Star Wars-fans, want dat leidt af van allerlei inhoudelijke problemen die Solo heeft. Het ligt niet aan de film, het ligt aan de boze, witte fans die zich online schofterig gedragen. Boehoe.
Punt van mijn rant is: ik heb daar geen zin meer in. Vanaf nu onttrek ik me aan het discours. Maar ik heb ook geen zin meer om op mijn tong te moeten bijten omdat we nu in een verstikkend politiek correcte tijd leven.
Op YouTube kwam ik fragmenten tegen van een documentaire over een radiostation in New York getiteld On Air. De film is uit 1982.
Fascinerend om te zien hoe men vroeger radio maakte. Het station WNEW FM was ooit legendarisch. John Lennon kwam wel eens langs om favoriete platen te draaien of zijn nieuwe album te laten horen.
Ik heb weinig informatie over de documentaire zelf kunnen vinden, maar dat maakt eigenlijk niet uit. De film is een stukje direct cinema, waarbij de camera als een ‘fly on the wall’ aanwezig is en dus geen aandacht naar zichzelf toetrekt. De scènes in de radiostudio zijn verfraaid met sfeervolle beelden uit New York.
De fragmenten staan online voor zolang het duurt. Kijk vooral zelf naar de twee clips en laat je terugvoeren naar het begin van de jaren tachtig. Het prachtige, analoge tijdperk dat nooit meer terugkomt.
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films (en soms tv-series) die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
Wederom gebaseerd op de strips van Frank Miller, lijkt deze neo-noir qua vormgeving en stijl heel veel op de brontekst. Het zwart-wit beeld kent een sterk licht-donker contrast, een soort hyper-noir. Soms zien we de personages als witte silhouetten tegen een zwarte achtergrond. Ik vind dat soort visuele trucs erg mooi. De makers nemen de term stripverfilming dus letterlijk, maar dat pakt voor het merendeel goed uit. Hoe cool zou het zijn als er meer film noir-films in deze stijl gemaakt zouden worden? Nu is The Big Sleep (Howard Hawks, 1946) een van mijn favoriete films ooit, want ik hou van Bogart, maar mocht men ooit een tweede remake overwegen, dan graag in de stijl van Sin City.
In tegenstelling tot de huidige Star Wars-films, waarmee Disney het publiek politiek correct wil opvoeden, kennen de Sin City-films gelukkig weinig pretenties. De dialogen zijn dik aangezet, de actie cartoonesk en de vrouwen stoer & sexy. De dialogen werken op papier beter dan wanneer ze worden uitgesproken, maar ook dat theatrale voegt veel plezier aan het kijken van Sin City toe.
Sin City 2 brengt meer van hetzelfde dus. Erg verrassend is de film dan ook niet, vermakelijk wel. Toen de eerste Sin City-film in 2005 uitkwam was de stripvormgeving nog nieuw, maar in 2014 niet meer. Misschien verklaart dat de matige ontvangst van deze aflevering.
Robert Rodriguez en Frank Miller regisseerden Sin City 2 samen. Hoe de taakverdeling precies verliep, weet ik niet. Miller is als regisseur tot nu toe niet heel erg succesvol, want zijn filmversie van The Spirit deed het ook al niet goed. Ik kan me weinig van die film herinneren, behalve dat ik hem saai vond. Heel spijtig, want Miller was een goede vriend van Will Eisner, de bedenker van The Spirit.
Sin City 2: A Dame to Kill For, staat nu op Netflix.
In filmblad Schokkend Nieuws en op de cover staan vaak prachtige illustraties van diverse tekenaars. Dit werk is tot en met 10 juni te bewonderen en te koop in Galerie Gemund in Haarlem.
In deze vlog een snelle impressie van de expo.
Galerie Gemund vind je aan de Kleine Houtstraat 48, Haarlem.
Open vrijdag t/m zondag van 13 tot 18 uur.
Op YouTube staan veel mooi gemaakte, goed gemonteerde en fascinerende video-essays. Maar die zijn niet altijd even goed te vinden in de oceaan van middelmatige content.
En het algoritme van de videogigant laat in dat opzicht nog veel te wensen over. Daarom was ik blij met een recente opdracht van Submarine Channel. Voor SubmarineChannel.com selecteerde ik vijf video-essayisten op YouTube die ik erg goed vind. Natuurlijk zijn er wel meer dan vijf goede video-essayisten, maar deze wilde ik graag onder de aandacht brengen omdat ze iedere keer weer nieuwe inspirerende essays over film en populaire cultuur publiceren.
Als jij je favoriete videomaker mist, schroom niet om onder dit stuk te reageren. Benieuwd naar welke YouTubers ik geselecteerd heb? Je vindt mijn top 5 hier.
Postief Een essayist die in het lijstje ontbreekt, maar zeker aandacht verdient, is het YouTube-kanaal FilmJoy. Vooral de essays onder de titel Movies With Mikey spreken mij aan. De toon van die essays is namelijk positief en het doel van dit kanaal is het uiten van liefde voor film. Dat spreekt mij erg aan.
Sowieso wil ik me als journalist en geek vooral richten op positieve zaken, dus de dingen die ik tof vind. Er zijn te veel YouTubers die alleen bezig zijn met dingen die ze stom vinden. Of die heel zure recensies maken. Alsof kritisch zijn betekent dat je altijd de zaken negatief moet benaderen. Ik heb bijvoorbeeld zoveel negatieve essays voorbij zien komen over The Last Jedi, dat het lijkt alsof niemand die film goed vindt En dat is natuurlijk onzin. Puur het algoritme van YouTube dat denkt dat ik dit leuk vind.
Het meest bizarre dat ik zag was een video van een uur waarin alleen maar action figures van het personage Rose Tico uit de verpakking worden gehaald. Dan ben je echt obsessief bezig met iets dat je haat. Over anti-fans gesproken…
Nee, geef mij maar de positieve essayisten zoals FilmJoy. We moeten mooie dingen in de wereld vieren en onze liefde daarvoor laten zien. Als je na het bekijken van deze essays niet superblij films gaat kijken, weet ik het ook niet meer.
Waarom FilmJoy niet in mijn lijstje voor Submarine Channel zit? Podcast-collega Thom Aalmoes wees me deze week op het bestaan van dit kanaal. Ik kende deze dus nog niet. Dat is ook mooi aan praten met mede-geeks: je ontdekt telkens weer wat tofs. Daar heb je geen algoritme voor nodig.
Al tien jaar het Marvel Cinematic Universe. Man, wat een rit!
En dat laatste geldt ook voor Avengers: Infinity War, de allernieuwste aflevering in deze serie superheldenfilms. Het is de perfecte pay-off van de verhaalelementen die in de vorige films zijn opgebouwd en ik vind Infinity War dan ook fantastisch. Alleen jammer dat dit de eerste van twee delen is. Om te weten hoe het allemaal afloopt, moeten we tot volgend jaar wachten!
In dat opzicht is Infinity War een beetje The Empire Strikes Back van de superheldenfilms. Hieronder een spoiler-vrije bespreking.
Badass Thanos
Bijna alle superhelden die we hebben leren kennen in de afgelopen tien jaar komen in dit epos voorbij en de meeste ervan hebben een belangrijke taak in de film. De helden nemen het op tegen de machtige Thanos die alle zes de infinity stones wil bemachtigen. Met deze eeuwigheidsstenen wordt de titaan oppermachtig en kan hij zijn snode plan uitvoeren. Thanos wil namelijk de helft van al het leven in het universum doden.
Zijn motieven hiervoor zijn eigenlijk bijna nobel te noemen, want grondstoffen en voedsel zijn eindig. Door de populatie te halveren hebben de overblijvers een goede kans op overleven en hoeft niemand meer honger te lijden. Omdat de slachtoffers willekeurig gekozen worden, beslist het lot dus wie overleeft en wie niet.
Goede bedoelingen
Het is een kleine stap om dit plan alleen op de situatie op aarde te betrekken, want laten we eerlijk zijn: een van de grootste problemen waar onze thuisplaneet aan lijdt is een overdosis mensen.
Er zit dus een zekere logica achter dit idee. Uiteraard is het plan van Thanos niet humaan te noemen en de Marvel-helden doen er dan ook alles aan om de schurk tegen te houden. De strijd gaat niet gepaard zonder de nodige slachtoffers. Ook Thanos moet persoonlijke offers brengen.
Dit alles maakt Thanos een van de boeiendste schurken van het MCU – en hij wordt fantastisch vertolkt door Josh Brolin. Hij weet van Thanos zelfs een schurk te maken waar je sympathie voor voelt.
Duister Avengers: Infinity War is vanwege het onderwerp vaak behoorlijk duister, toch weten regisseurs Anthony en Joe Russo de film behoorlijke vaart te geven met goede actiesequenties en de zwaarte af te wisselen met goed getimede grappen en luchtigheid. Het is onwijs knap hoe ze al de verschillende elementen en personages in balans weten te houden, en de actie genoeg menselijkheid mee te geven zodat je je als kijker betrokken voelt bij het digitale spektakel.
Net als in de vorige Avengers-films krijgt bijna iedere superheld zijn of haar moment om te stralen. En omdat we sommige personages in de vorige film al goed hebben leren kennen, voel je ook echt iets als hen iets ernstigs overkomt. Wat dat betreft doet deze film de beste Marvel Comics eer aan. Als Marvelliefhebber heb ik me geen moment verveeld in de 2 1/2 uur dat de film duurt. Ik heb van iedere seconde genoten.
Misschien dat kijkers die de vorige Marvel-films niet hebben gezien, een andere filmervaring hebben. Het kan geen kwaad om ze allemaal gezien te hebben, want dan is de pay-off met Infinity War het rijkst.
Ik hou mijn tekst nu een beetje oppervlakkig, omdat ik niets wil spoilen. In de volgende aflevering van Geeky Dingen ga ik dieper in op Infinity War. Voor nu is mijn boodschap: hou je van goede superheldenfilms, ga dan Infinity War kijken.
Een van de bijzonderste films die ik dit jaar op Imagine zag was Junk Head, een stop motion klei-animatiefilm van de Japanner TakaHide Hori.
Hori werkte van 2009 tot 2017 aan de film en deed praktisch alles zelf: het scenario, de regie, het camerawerk, de stemmen, muziek en montage. Ik hou erg van dit soort passieprojecten die gemaakt worden door een gedreven auteur. Vooral als ze goed uitpakken.
De plot: In de toekomst leven mensen langer dankzij genetische manipulatie, maar verliezen daarbij wel de mogelijkheid zich voort te planten. Een cyborg-onderzoeker gaat op zoek naar genetische informatie, maar als hij afdaalt in een gigantische ondergrondse ruimte, valt zijn lichaam uit elkaar. Hij wordt gerepareerd met goedkope lichaamsdelen en leeft voort als Junk Head.
De film is opgebouwd uit korte episoden, en fascineert van begin tot eind. Vooral de stemmetjes en fantasietaal die TakaHide Hori inspreekt, werken op een goede manier op de lachspieren. Ondertussen kan Hori veel kwijt over hoe vervelend mensen soms met elkaar kunnen omgaan, en hoe een klein beetje barmhartigheid iemands dag helemaal goed kan maken. Junk Head ontroert daarom ook soms. De prachtige stop-motion-animatie maakt de film sowieso het kijken waard.
In 2013 zette hij het eerste half uur op YouTube en die kun je daar nog steeds zien. De filmmaker kreeg toen veel reacties, onder andere van investeerders die hem geld wilden geven om de film af te maken. Dat weigerde hij echter, omdat Hori zijn autonomie wilde bewaren.
Er is altijd ruimte voor verbetering vind ik. Hoeveel ik in mijn leven ook geschreven heb, je kunt altijd dingen bijleren en je technieken verbeteren.
Daarom lees ik op dit moment Writing For Comics & Graphic Novels van Peter David. Het was een van de boeken die bij mij in de kast stonden en waar ik ooit iets uit gelezen heb. Nu ben ik er serieus aan begonnen omdat ik beter wil leren schrijven.
Dat dit boek gericht is op het schrijven van strips, maakt niet zoveel uit. Het is ook leerzaam voor mensen die fictie willen schrijven, want veel van de basisregels zijn hetzelfde of je nu een film, roman of strip schrijft.
Pulpman
Niet dat ik het erg zou vinden om ook strips te gaan schrijven. Een paar jaar geleden heb ik met Fred de Heij samengewerkt aan een korte strip in Pulpman en die samenwerking beviel heel goed. Dat kwam natuurlijk ook omdat De Heij een goede tekenaar is die heel goed weet hoe je de dingen visualiseert. Ons verhaal is ook opgenomen in de verzamelbundel Pulpmania. Daarvoor schreef ik samen met Matt Baaij scenario’s voor Bunbun-animaties voor Intermediar.
Op dit moment liggen mijn ambities echter bij een mooie opvolger voor Mijn vriend Spider-Man. Daarover binnenkort meer.
Hulk
Ik kocht Writing For Comics & Graphic Novels ooit omdat Peter David een heel goede stripschrijver is. Hij schrijft ook romans, maar die heb ik tot nu toe niet gelezen. David heeft enkele goede Spider-Man-comics op zijn naam staan en hij schreef een legendarische run van The Incredible Hulk. Van zo’n schrijver wil ik graag les.
Zondag 15 april gaf René Appel een workshop Spannend verhaal schrijven tijdens het Imagine filmfestival. De workshop werd georganiseerd in samenwerking met de Schrijversacademie.
Daar was ik ook bij, want dat was een te mooie kans om te laten schieten. Appel schrijft sinds de jaren tachtig thrillers en wordt beschouwd als de godfather van de Nederlandse psychologische thriller.
De uitverkochte workshop vond plaats in de foyer bij zaal 1, waar ook de bar van het festival is. Niet helemaal een fijne ruimte, want toen er een voorstelling in of uitliep bij de zaal, was het op de achtergrond nogal rumoerig. Daardoor moesten we ons extra goed concentreren op wat Appel te zeggen had. Gelukkig had de auteur een microfoon en was verder dus goed verstaanbaar.
Ik vond dat hij veel zinnige dingen te vertellen had en het was vooral fijn dat hij stukjes theorie illustreerde met voorbeelden uit zijn eigen praktijk. Het is altijd interessant om te horen hoe andere schrijvers dingen aanpakken. Er zijn veel boeken vol met schrijftips, maar iedereen hanteert die tips toch op zijn eigen manier.
Conflict
Uit zijn verhaal maakte ik op dat hij voor maximaal conflict gaat. Een conflict of probleem vormt de basis van een verhaal. De bedoeling is dat het conflict van kwaad tot erger wordt. Het probleem moet zo groot worden dat het hoofdpersonage ‘domme dingen’ gaat doen. De auteur moet ervoor zorgen dat de lezer wel begrijpt waarom het hoofdpersonage zo handelt.
Personages bedenken
Appel schrijft niet een heel dossier over zijn personages voordat hij aan de slag gaat. Hij schrijft maximaal een A4 met enkele noodzakelijke gegevens. De belangrijkste vragen die hij beantwoordt, zijn: Wat doet het personage? Hoe is zijn/haar gezinssituatie en hoe ziet de dagelijkse omgeving eruit? Natuurlijk is het ook handig om op te schrijven hoe het personage eruit ziet, zo voorkom je in je tekst makkelijk continuïteitfouten.
Verder schrijft Appel niet van tevoren de plot helemaal uit. Vaak weet hij zelf niet eens hoe een boek eindigt voordat hij eraan begint. Dit geldt ook voor een schrijver als Stephen King bijvoorbeeld. Die gaat altijd uit van een boeiende wat-als-situatie en begint dan met schrijven. (Dat weet ik toevallig omdat ik zijn boek Over leven en schrijven las een tijdje geleden.)
Spanning
Spanning is de drijfveer voor de lezer om verder te lezen. Appel onderscheidt verschillende vormen van spanning in een verhaal. Als eerste noemt hij globale spanning. Dit is de basisstructuur van het verhaal. Denk bijvoorbeeld aan het traditionele misdaadverhaal dat begint met een lijk dat gevonden wordt. Dan worden er één of meer speurders geïntroduceerd. Die gaan aan de slag en zo ontdekken we meerdere verdachten, tot uiteindelijk de dader ontmaskerd wordt. Vaak is dit een van de personages die eerst zo betrouwbaar leek.
De basisvraag bij deze structuur is dus: wat is er gebeurd? Die vraag wil de lezer beantwoord zien.
Aan de basis van Appels verhalen ligt juist de vraag wat er gaat gebeuren ten grondslag. Dat roept nieuwsgierigheid op.
Relevante informatie
De tweede vorm van spanning is lokale spanning. Bijvoorbeeld de spanning in een scène. Die kun je opwekken door de gebeurtenissen te rekken en te vertragen. Als voorbeeld hiervan las hij een fragment uit een van zijn verhalen voor. Een oppas vraagt zich af of alles goed is met het kindje waar ze die avond op moet letten. Nadat ze een vreemd geluid hoort, loopt ze de trap op naar de eerste verdieping. Ze loopt langs alle deuren voordat ze de juiste deur naar de kinderkamer heeft gevonden: de laatste in de gang. Pas dan ontdekt ze dat het kindje helemaal niet in bed ligt. Appel rekt het moment dus op door haar eerst de andere deuren te laten checken voordat ze de juiste heeft gevonden. Hierdoor bouwt hij spanning op, maar dat doet hij wel door relevante informatie te geven en niet door bijvoorbeeld te praten over hoe versleten het tapijt op de trap is.
Manipulatie
Verder had hij het nog over cliffhangers en het manipuleren van informatie tussen de personages en de lezers. Zo kan er een situatie zijn waarbij het personage meer weet dan de lezer, en de lezer dit juist graag wil weten. Denk bijvoorbeeld aan een situatie als dat de rechercheur iets in een dossier leest en opeens uitroept dat hij weet wie de moord heeft gepleegd, maar de lezer nog niet weet wat de rechercheur precies las.
Of de lezer weet juist meer dan het personage. Bijvoorbeeld dat de man die ze in vertrouwen neemt helemaal niet deugt.
Deze expositie haalt zijn inspiratie uit The Hero with a Thousand Faces, het belangrijke boek van mythe-onderzoeker Joseph Campbell dat door scenaristen in Hollywood veelvuldig gebruikt is en wordt. Star Wars volgt deze heldenreis bijvoorbeeld nauwgezet.
Campbell destilleerde uit traditionele verhalen het model voor een epische reis in zeventien stappen, waarin de held op stap gaat om de wereld te redden en zichzelf te louteren. Die zeventien stappen worden in de expositie verbeeld. Hieronder zie je bijvoorbeeld het moment ’the atonement with the father’, gevisualiseerd door een storyboard van Harry Potter and the Prisoner of Azkabangetekend door Temple Clark.
Deze fase in het heldenverhaal gaat over de confrontatie tussen de held en de vaderfiguur. Het is het moment dat de held zich van zijn vader losmaakt en volwassen wordt. Denk bijvoorbeeld aan de confrontatie tussen Darth Vader en Luke Skywalker in The Empire Strikes Back. Ooit heb ik een dikke scriptie gelezen die analyseerde hoe de verschillende fasen van Campbells model terug te zien is in de eerste Star Wars-reeks van George Lucas. Echt interessant leesvoer.
Voor schrijvers kan het geen kwaad het boek van Campbell te lezen. Je moet die zeventien fasen niet slaafs volgen, want dat levert waarschijnlijk een heel voorspelbaar verhaal op, maar vooral gebruiken als een leidraad bij het schrijven.
De expositie bevat werk van onder andere Yasmin Sheikh, Charl Landvreugd, Temple Clark en studenten van de HKU.