In 1989 kwam op 13 oktober Batman van Tim Burton uit in de Nederlandse bioscopen.
In de Verenigde Staten draaide de film al vanaf de zomer. In de overbruggende maanden werd er in Nederland echter al een indrukwekkende reclamecampagne gevoerd om de film te promoten. T-Shirts, petjes, comics, Batmanmokken – je kon van alles kopen om je batliefde te belijden.
Toen de film eenmaal ging draaien, werd er in Hoorn ook op een leuke manier reclame voor gemaakt. Een heus promotieteam reed door de binnenstad. Dat ben ik toen als twaalfjarige helaas niet tegengekomen, maar ik las er later wel over in de krant.
Batman van Burton vond ik zo tof, dat ik er toentertijd een dossier over heb bijgehouden. Daarin zitten ook deze twee artikelen over de batpromotie in Hoorn. Het eerste is denk ik afkomstig uit de Zondagskrant, de tweede uit het Noord-Hollands Dagblad.
De sympathieke Britse acteur Roger Moore is op 89-jarige leeftijd aan kanker overleden.
Ivanhoe, Simon Templar alias the Saint en James Bond. Dat zijn de drie iconische rollen die Moore heeft gespeeld.
Hoewel hij niet mijn favoriete Bond is, dat blijft Timothy Dalton, groeide ik wel op met Moore’s Bond-films. Ik heb nog steeds een zwak voor zijn zeven Bond-avonturen. Hij bracht de held met een zekere luchtigheid en humor die we bij de andere acteurs niet hebben gezien. Hij gaf een geheel eigen interpretatie van 007.
For Your Eyes Only is mijn favoriete Moore. Goed script en een iets hardere en scherpere Bond dan we van Moore gewend zijn.
Al is Octopussy ook lang niet gek en haakt Live and Let Die heerlijk fout in op de blaxploitation-rage uit die tijd. En Jane Seymour was toch echt een van de mooiste Bond-girls.
In mijn stapeltje Bond-boeken liggen er twee van Moore. Zijn autobiografie My Word is My Bond en een Nederlandse vertaling van het dagboek dat hij bijhield tijdens de opnamen van Live and Let Die, zijn eerste Bond-flick. Dit laatste boek was ooit een prachtige vondst bij Bonte Boeken. Ik heb beide boeken met veel plezier gelezen en overweeg het dagboek weer eens ter hand te nemen.
Natuurlijk heb ik Roger Moore nooit in het echt ontmoet, maar in interviews kwam hij altijd over als een sympathieke man met al even warm stemgeluid. Altijd een gentleman. Iemand die levensplezier uitstraalde.
Naar wat ik hoorde was Roger Moore zelf het trotste op zijn werk als ambassadeur voor Unicef. Dat soort liefdadigheidswerk is mooi en aardig, maar voor mij blijft hij altijd een van de acteurs die Bond leven inbliezen en daarmee miljoenen mensen op de wereld humor en entertainment bracht. Daar neem ik mijn hoed voor af en drink ik vanavond een Wodka-Martini op.
Maandagavond meteen de eerste drie afleveringen gekeken van het derde seizoen van Twin Peaks.
(Geen echte spoilers hieronder, tenzij je afbeeldingen spoilers vindt, dan wel.)
Nee, ik ga nu geen uitgebreide analyse geven van wat ik heb gezien. Zoiets moet je bij de films van David Lynch sowieso niet willen. Die zijn wat ze zijn en voor iedereen zijn ze waarschijnlijk iets anders. Of betekenen ze iets anders.
Het werk van Lynch is iets wat je ondergaat, als een droom. Niet iets waar je snel een antwoord op hebt. Je moet het laten bezinken. Nippen, als een met een goede kop koffie.
Twin Peaks seizoen 3 is anders dan ik had verwacht. Maar eigenlijk kun je dat ook van Lynch verwachten. Gelukkig maar, want zo weet je nooit wat er komen gaat. Ik vond het fijn om Dale Cooper weer te zien en genoot van de surrealistische beelden die Lynch ons voorschotelde.
Nog weinig echt oudgedienden uit de eerste twee seizoenen gezien, maar dat zorgt juist voor die frisheid. Dit is niet het Twin Peaks van vroeger, dit is het Twin Peaks van nu. Wie een nostalgische trip verwachtte, wacht dus een grote verrassing. Of teleurstelling.
Bijzonder dat de Log Lady, die vlak na de opnames overleed, in de serie zit. Dat ze ziek is, kun je duidelijk zien. Ik vraag me af in hoeverre de makers het scenario voor haar hebben aangepast. Ook Miguel Ferrer overleed vlak na de opnames.
Wat mij wel opviel was hoe anders en origineel Mark Frost en David Lynch uit de hoek kunnen komen en hoeveel dit verschilt van wat je normaliter op televisie ziet. Ja, Twin Peaks zette een standaard waardoor het medium veel beter materiaal toont dan ervoor.
Toch kunnen series als Riverdale, wat een soort Twin Peaks voor tieners moet voorstellen, niet tippen aan het origineel. Riverdale is heel vermakelijk en onderhoudend, maar erg hap snap. Ik geloof niet dat een scène langer duurt dan 60 seconden. Neem dan Twin Peaks waarbij Lynch je gerust dertig seconden naar een vierkante glazen ruimte laat kijken zonder dat er iets gebeurt. En eng dat dat is.
[hr]
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films (en soms tv-series) die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
De Filmkrant van mei 2017 heeft als extraatje een Twin Peaks fanzine. Erg leuk bedacht. De Filmkrantredactie kijkt net als de rest van ons uit naar het derde seizoen van deze cultserie.
Vanaf 21 mei wordt Twin Peaks in de States uitgezonden op Showtime, maar het is nog niet bekend welke Nederlandse zender deze mooie taak op zich gaat nemen. Ik hoop eigenlijk op Netflix, maar als dat niet het geval is zal het downloaden worden.
De NPO zit namelijk al jaren niet meer aangesloten op mijn televisie. Ik kijk hoogstens via de app soms uitzendingen terug en dan alleen informatieve programma’s als Tegenlicht.
Downloaden doe ik sinds Netflix eigenlijk niet meer – te veel gedoe. Maar voor Twin Peaks maak ik graag een uitzondering.
Wordt dit seizoen net zo bijzonder als het eerste? Waarschijnlijk niet. De meeste revival- of retroseries vallen immers tegen. Dingen worden op een bepaald moment gemaakt en passen om de een of andere reden precies in de tijdsgeest. Sterker nog, die dingen bepalen die geest vaak. Ze zetten de toon. Als men jaren later de magie opnieuw probeert te creëren, mislukt dat meestal.
Maar zelfs mindere David Lynch is nog steeds David Lynch. En hetzelfde geldt natuurlijk voor Twin Peaks. De nieuwe serie zal niet hetzelfde zijn als vroeger, en dat maakt het juist interessant om te gaan kijken. Veel van dezelfde personages komen weer voor, maar dan 25 jaar verder. Ik ben benieuwd. Jij ook?
Om alvast een beetje in de stemming te komen, heb ik Het geheime dagboek van Laura Palmer uit de kast gehaald. Dit exemplaar kocht ik jaren geleden bij Bonte Boeken, een fantastische tweedehandsboekwinkel in Hoorn. Ik was zo blij dat ik het boek gevonden had, dat ik het dubbele bedrag betaalde dan ervoor gevraagd werd. Dus ik betaalde slechts 1 euro voor dit kleinood. Eigenlijk ben ik er nooit aantoe gekomen om het boek, dat door Jennifer Lynch werd geschreven, te lezen. Jennifer Lynch is de dochter van David.
Er is ook een boek met de transcripties van de tapes van Agent Cooper, maar daar heb ik nooit een exemplaar van kunnen vinden. Van Natasja van Loon kreeg ik wel jaren geleden een cassettebandje met daarop Coopers tapes. Om Cooper zelf te horen spreken is eigenlijk nog mooier dan het boek lezen.
Filmmagazine Preview en Imagine vroegen mij of ik de film Guardians wilde inleiden, een Russische rip-off van films als The Avengers en X-Men. Over superhelden praten doe ik natuurlijk graag, dus vrijdag 14 maart stond ik ’s avonds voor een volle zaal in Eye 2.
Dit is wat ik het publiek te vertellen had:
Preview en Imagine hebben mij gevraagd of ik vanavond de film Guardians wil introduceren.
Vraag: Wie heeft er wel eens een film van Marvel gekeken? (Bijna de hele zaal steekt zijn hand op)
Vraag: Wie is er fan van Zack Snyders superhelden films? (Een fan achter in de zaal steekt zijn hand op)
Ah, mooi. De film die jullie vanavond gaan zien, Guardians, deed mij namelijk heel erg denken aan een tussendoortje van Zack Snyder. Alsof deze regisseur na een spoedcursus Russisch, nog even een ouderwetse sovjet superheldenflick maakte.
Voordat we het over Guardians gaan hebben, wil ik jullie even terugnemen naar 1961. Dat is een magisch jaar omdat schrijver Stan Lee en tekenaar Jack Kirby toen het Marvel universum creëerden. Dat deden ze met de introductie van de Fantastic Four. Vier superhelden die door kosmische straling allerlei superkrachten krijgen.
Nu bestond het superheldengenre al sinds Superman in 1938 door Jerry Siegel en Joe Shuster werd gecreëerd. Toch waren de Fantastic Four andere koek.
De Fantastic Four dragen geen maskers, hebben geen geheime identiteit en in plaats van extravagante kostuums, dragen ze een uniform. Daarnaast zijn De Fantastic Four een familie en net als echte familieleden liggen ze vaak met elkaar overhoop.
Tot slot zijn het allemaal unieke personages met een uitgesproken karakter. Vaak ook met hun eigen manier van praten.
Wat Lee en Kirby met de Fantastic Four in feite creëerden, was een superheld die menselijker en echter lijkt dan de meeste helden die ervoor kwamen.
In de handen van Lee werden het personages die zowel de strijd aangaan met superschurken als met hun innerlijke demonen. Helden die geplaagd worden door alledaagse problemen en wiens superkracht niet per sé een zegen hoeft te zijn. Het monster de Hulk is daar een goed voorbeeld van.
Het mooiste voorbeeld van deze nieuwe soort superheld vind ik overigens Spider-Man. Ik vind hem van alle creaties van Stan Lee en de tekenaars van Marvel namelijk het menselijkst.
Peter Parker is een gewone tiener, die probeert een balans te vinden tussen het helpen van mensen, zijn studie en werk. Hij heeft constant geldproblemen. En hij maakt veel fouten.
De superhelden van Marvel zijn bijna zoals jij en ik. Aan de ene kant zijn ze net zo feilbaar als dat wij zijn, aan de andere kant vertegenwoordigen ze een soort ideaal naar waar wij ook kunnen streven. Wie wil er immers geen superkrachten hebben en mensen redden?
Die menselijkheid en herkenbaarheid maakt de Marvel-helden zo populair.
Sinds X-Men van Bryan Singer uit 2000, is het superheldengenre heel groot geworden. Vooral de Marvel-films hebben veel succes. Juist omdat het zulke boeiende personages zijn en omdat Marvel de verhalen met humor en een dikke knipoog vertelt. Ze zijn serieus, maar ook weer erg grappig.
Daarnaast zit bij de Marvelfilms de actie vaak geramd in elkaar en zijn de special effects overtuigend.
Kortom, boeiende, uitgesproken personages, humor, strakke actie en special effects. Deze elementen vormen een succesformule waar Hollywood nog een tijdje op voort kan.
Mits ze elke film wel iets blijven toevoegen aan het genre en ze de films niet telkens op een voorspelbare, standaardmanier laten verlopen. Anders bloedt het superheldengenre uiteindelijk dood zoals zoveel andere genres.
Hoe dan ook, als iets succesvol is, mag je verwachten dat andere mensen proberen dat succes na te maken. En daar is Guardians een goed voorbeeld van.
De plot van de film is eenvoudig. Tijdens de Koude Oorlog werd Patriot gevormd. Een geheim team van superhelden waarvan het DNA werd gemanipuleerd en verbeterd. Genetisch gemanipuleerde superhelden dus. Een beetje zoals Captain America.
De Guardians kwamen uit verschillende delen van de Sovjet-Unie. Nadat die uiteenviel, keerden ze terug naar hun eigen land. Nu de Schepper van de Guardians doorslaat en de wereld wil veroveren, is het aan de superhelden om weer samen te komen en hem te verslaan.
De filmmakers van Guardians zijn erin geslaagd om een genre dat eigenlijk heel Amerikaans is, toch een Russisch sausje te geven. In ieder geval doet de film denken aan hoe we Rusland kennen uit Hollywood.
Dat in het team de verschillende nationaliteiten Rusland, Oekraïne, Kazachstan en Armenië vertegenwoordigd zijn, is geen toeval natuurlijk. En de naam Patroit al helemaal niet.
Ook de maakbare supermens is iets wat aan de oude Sovjet Unie doet denken. Denk maar aan de atleten bij de olympische spelen en anders aan Rocky IV en Dolf Lundgren.
Veel scènes vinden plaats op verlaten industrieterreinen. We zien veel beton en grijstinten die wellicht weemoedig de oude Sovjet tijd in herinnering moeten brengen.
Zware industrialisatie was immers een van de economische pijlers van het Sovjet rijk.
Toch is het duidelijk dat de makers vooral proberen Marvel na te doen. En dan met name The Avengers en X-Men. En eigenlijk ook wel de tv-serie Agents of Shield.
Het is leuk om tijdens het kijken van Guardians te raden waar men de inspiratie vandaan heeft gehaald. Welke superhelden hebben ze door de blender gehaald om tot deze personages te komen?
Dat is de huiswerk opdracht die ik jullie graag meegeef bij het bekijken van deze film. Na de voorstelling kunnen jullie je bevindingen aan de bar met elkaar bespreken.
Even een voorzetje:
De schurk August Kuratov lijkt behalve op een standaard mad scientist, ook op Whiplash, de schurk uit de tweede Iron Man film. Met zijn exoframe kan hij apparaten manipuleren. Maar hij ziet er dan weer uit als Crusher Creel, de Absorbing Man van Spider-Man.
De Guardian Lernik kan rotsen manipuleren. Hij is een soort telekinetische rotsman/monnik. Ik moest bij hem vooral aan Thing van de Fantastic Four denken, en aan Magneto.
De Manbeer met minigun genaamd Arsus is een combinatie van de weerwolf, Hulk en een grizzly beer.
Er bestaat in het Marvel Universum trouwens ook een Russische vrouw die in een beer kan veranderen. Dus wellicht hebben ze daar de inspiratie vandaan gehaald.
En de sumarai achtige Khan, is een combinatie tussen de samurai, Wolverine en Nightcrawler. Zijn uniform heeft hij afgekeken van The Winter Soldier uit Captain America.
Hij vertelt overigens interessante zelfbedachte Oosterse wijsheden zoals: ‘Het is dwaas om een dodelijke krijger in de weg te staan.’
Maar dit zijn slechts enkele mogelijke interpretaties.
Los van de superkrachten, hebben de makers ook geprobeerd de personages net zo menselijk te maken als de helden van Marvel. Maar in plaats van hen een boeiende persoonlijkheid mee te geven, blijft dit element steken in oppervlakkig geneuzel.
Alle leden van de Guardians hebben in de film een moment waarin ze iets zieligs over hun verleden mogen vertellen. Dat de onzichtbare vrouw Xenia zich bijvoorbeeld niet kan herinneren wie ze is. Zoals Wolverine uit X-Men.
En dat Lernik zijn dochtertje heeft zien opgroeien en sterven, omdat hij soort van onsterfelijk is en zij niet.
Wat we bij Guardians ook missen, is die ironische toon die we bij Marvel films wel terug zien. Het aantal grappen in Guardians valt met twee vingers te tellen. De rest van de film is bloedserieus, daarom vermoed ik dus dat Zack Snyder misschien een tussendoortje in Rusland heeft geschoten.
Wat Guardians overigens net als andere superheldenfilms wel heeft, is een extra scène verstopt in de aftiteling. En een wijze boodschap in de climax van de film. Maar die verklap ik nog maar even niet. Toch, wie Avengers heeft gezien, kent hem trouwens al.
Maar er is nog een wijze les die van Guardians kunnen leren:
Natuurlijk is Guardians met veel minder geld gemaakt dan dat de makers van Marvel tot hun beschikking hebben. Dat zie je terug aan de doorzichtige special effects. Maar eigenlijk is een laag budget natuurlijk geen excuus.
Want het belangrijkste van een boeiende superheldenfilm zijn de personages. En wat die zeggen en doen, wordt in eerste instantie bepaald door het scenario. En daar moet je, zo blijkt maar weer uit Guardians, nooit op bezuinigen.
Beter goed gejat, dan zelf slecht bedacht. Zeggen ze wel eens. Guardians bewijst nog maar eens dat het toch niet zo makkelijk is om de Marvel formule te jatten.
Het resultaat van het mengen van Marvel DNA met de Russische inborst, is een beetje als wanneer je Mark Rutte cast als James Bond.
Woensdagavond begon Imagine, het leukste fantastische filmfestival dat ik ken. Voor deze 33ste editie maakte Menno Kooistra een toffe mash-up in het kader van het themaprogramma fantastic fashion.
De muziek is van Jasper Kooistra. Precies, de broer van Menno. Je kunt de mash-up ook nog tot 23 april in Eye zien waar de video op de muur bovenaan de trap wordt geprojecteerd.
Natuurlijk heb je net als de rest van de wereld de trailer van Thor: Ragnarok gezien. Volgens mij wordt dit een heel genietbare aflevering van de Thor-reeks, vooral omdat we een vleugje Planet Hulk krijgen.
Maar was je de ode aan Jack Kirby je al opgevallen? In het decor zit een verwijzing naar het tekenwerk van Kirby verstopt. De blogger van Superhero News had het als eerste gespot.
Zonder Kirby was er natuurlijk geen Marvel Universum. Hij was de eerste tekenaar die samen met Stan Lee deze prachtige, fantasierijke wereld vorm gaf met de strip the Fantastic Four in 1961. Tof dus dat de filmmakers deze korte ode in de film hebben gestopt.
Aanstaande vrijdag leid ik kort de film Guardians in op het Imagine Filmfestival.
Filmblad Preview vroeg me hiervoor en aangezien ik het altijd leuk vind om over superhelden te praten, hoefde ik er niet lang over na te denken of ik deze Russische rip-off van Avengers en X-Men wilde inleiden.
Guardians (Sarik Andreasyan, 2017) in het kort: tijdens de Koude Oorlog werd Patriot gevormd, een geheim team van superhelden waarvan het DNA werd gemanipuleerd en verbeterd. Genetisch gemanipuleerde superhelden. Een beetje zoals Captain America dus.
De leden kwamen uit verschillende delen van de Sovjet-Unie. Nadat die uiteenviel, keerden ze terug naar hun eigen land. Nu de Schepper van de Guardians doorslaat en de wereld wil veroveren, is het aan de superhelden om weer samen te komen en hem te verslaan.
Wie de superhelden uit Guardians bekijkt, herkent meteen elementen uit Marvel-films zoals the Avengers en X-Men. Daar ga ik vrijdag meer over vertellen. Nieuwsgierig? Zie je in Eye.
Het Imagine film festival heeft dit jaar bijzondere aandacht voor de rol van kostuums en stilering in de fantastische film. Bij superheldenfilms stuit de vertaling van de kostuums van strip naar live-action vaak op praktische bezwaren.
Een van de belangrijkste kenmerken van superheldenverhalen zijn de kleurrijke kostuums die de personages dragen. Met dit uniform onderscheiden de helden en schurken zich van normale stervelingen en verhullen ze hun burgeridentiteit. In het geval van Tony Stark maken kleren zelfs de (Iron) Man, want zijn superkracht zit in het hightech harnas dat hij draagt. Zonder het harnas is hij een gewone sterveling terwijl Superman nog steeds super is als hij in zijn boxershort rond zou vliegen.
Het superheldenkostuum is medebepalend voor het succes van de held. De outfits van Batman, Superman, Spider-Man en Wonder Woman zijn iconografisch en universeel herkenbaar. Het is daarom beter dat kostuumontwerpers de filmversies zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke ontwerp uit de strips houden. Echter, die ontwerpen tekenen is één ding, maar het wordt een ander verhaal wanneer acteurs zich in dat soort outfits moeten hijsen. Tekenaars kunnen waar nodig sjoemelen om het pak er goed uit te laten zien, acteurs niet. Het helpt natuurlijk dat hun lichamen dankzij een streng trainingsregime de gespierde en geïdealiseerde vormen kunnen evenaren van getekende helden. Het filmkostuum zit acteurs tegenwoordig net zo strak om het lijf als in de comics.
Absurd
Toch stuiten kostuumontwerpers op enkele praktische bezwaren bij de vertaling van strip naar film. Een belangrijk bezwaar is dat de live-action versies kunnen benadrukken hoe absurd de meeste outfits eigenlijk zijn. Om die reden kreeg de schurk Green Goblin in de eerste Spider-Man-film (2002) van Sam Raimi een make-over en werd zijn trolachtige halloweenkostuum een geavanceerd harnas ontworpen voor militaire doeleinden, waarbij zijn masker een beschermende helm is geworden. Filmmakers benadrukken graag dat het dragen van het kostuum een praktische reden heeft, daarom zien Batmans kostuums er de laatste films ook uit als een soort beschermend harnas.
Overigens zijn superheldenkostuums in werkelijkheid zelden praktisch. Het Batman-kostuum dat Michael Keaton draagt in Tim Burtons films (1989 en 1992), ziet er weliswaar fantastisch uit, maar omdat het masker aan zijn schouders vastzit is hij niet in staat zijn hoofd naar links of rechts te draaien zonder zijn hele bovenlichaam mee te bewegen. Niet handig in gevechtssituaties. Nicholas Hammond, eind jaren zeventig Spider-Man op televisie, klaagde in een interview dat het kostuum ongelooflijke warm was en dat de speciale lenzen in het masker vaak besloegen waardoor hij niets meer kon zien. Een ander praktisch bezwaar is dat een masker de gezichtsexpressies van de acteur onzichtbaar maakt. Daarom gaat in de films Spider-Mans masker zo vaak stuk en loopt Captain America ook dikwijls zonder hoofdbedekking rond.
Uniformen
Voorheen omzeilden ontwerpers het probleem van de superheldenoutfits weleens door deze radicaal aan te passen. In X-Men (2000) van Bryan Singer dragen de mutanten zwarte leren uniformen en niet hun kleurrijke evenknieën uit de strips. Regisseur Zack Snyder, verantwoordelijk voor Watchmenen de recente Superman-films, maakt grauwe, sombere en quasi-serieuze kostuumdrama’s van de stripverfilmingen. Zo wil hij de heldenverhalen gewicht geven. Hij kiest daarom voor donkergekleurde of bijna kleurloze versies van de kostuums. In de recente films met Marvel-helden is gelukkig de toon vaak luchtiger en ironischer. Ze schamen zich niet voor de kleurrijke outfits van hun helden als Iron Man en Captain America. De kostuums in deze films lijken dan ook goed op de oorspronkelijke stripversies.
Seksisme
Een laatste probleem waar ontwerpers mee te maken hebben, is dat superheldenkostuums seksistisch en erotisch geladen kunnen zijn. Iets waar vooral vanuit feministische hoek vaak over geklaagd wordt. Vorig jaar werd Wonder Woman bijvoorbeeld door de Verenigde Naties benoemd tot ere-ambassadeur voor vrouwenemancipatie. Een goede keuze, want Wonder Woman is als geëmancipeerde, sterke, biseksuele Amazone een positief rolmodel. Een petitie maakte echter na een paar weken een einde aan haar VN-benoeming. De ruim 45.000 ondertekenaars vonden Wonder Woman ongeschikt voor de functie omdat ze als rondborstige stripfiguur in haar weinig verhullende outfit te seksistisch zou zijn.
De klagers hebben een punt. Superheldenstrips kunnen seksistisch zijn in hoe ze vrouwen, maar ook mannen, afbeelden. Beide seksen worden in geïdealiseerde vorm weergegeven, waarbij de heldinnen vaak poses aannemen die vooral de male gaze bedienen. Uitgevers zijn zich bewust van deze kritiek en de laatste jaren zien we steeds meer vrouwelijke superheldenkostuums die een minder verhullend en praktischer ontwerp hebben.
Ongetwijfeld komt dit thema op Imagine ter sprake in de lezing van de Canadese historicus Tim Hanley over de veelbewogen geschiedenis van Wonder Woman. Eregast is Lindy Hemming, kostuumontwerper van onder andere James Bond, de Batman-trilogie van Christopher Nolan en de Wonder Woman-film die 1 juni uitkomt. Hemmings ontwerp van het gepantserde kostuum van Wonder Woman en de Amazones, is deels praktisch maar houdt de strip in gedachte en toont duidelijk de blote, gespierde schouders en benen van de acteurs.
De hoge hakken stuitten bij voorbaat op commentaar, dat regisseur Patty Jenkins in een interview met Entertainment Weekly pareerde door te zeggen dat ze tijdens heftige gevechten platte sandalen dragen. Jenkins maakte duidelijk dat Wonder Woman een wensvervulling is: ‘Ik, als vrouw, wil dat Wonder Woman ongelooflijk aantrekkelijk is, dat ze op een badass manier vecht en er tegelijkertijd fantastisch uitziet.’
Uiteindelijk geldt dat voor alle verfilmde superhelden en hun outfits.
Van de drie posters van Spider-Man: Homecoming die recent online werden gepresenteerd, vind ik die op het verkeersbord langs de snelweg het tofste:
Zo’n soort poster hebben we volgens mij nog niet gezien. Het alledaagse van dat bord en de kleurrijke en bijzondere verschijning van Spider-Man vind ik een leuke mix. Bovendien is het feit dat dit verkeersbord de afslag naar Queens aangeeft heel toepasselijk natuurlijk, want daar is Peter Parker opgegroeid. Daar is zijn thuis.
Het doet me denken aan mijn bezoek aan Forest Hills, Queens in 2009. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik daar uitgebreid op in. Het is een bijzondere wijk. Uiteindelijk lukt het mij om het echte huis van Peter Parker te vinden. (Het boek is trouwens al te bestellen bij de boekwinkel en online winkels, het komt eind mei uit.)
Het filmaffiche van Spider-Man op het gebouw van the Avengers vind ik ook mooi. Misschien is het feit dat Spider-Man over muren kan kruipen en aan oppervlakten vast kan kleven wel zijn mooiste superkracht, en dat wordt hier min of meer getoond.
Of je zijn kostuum mooi vindt, daar kun je over twisten. Ik vind het zelf altijd het mooist als Spider-Mans filmkostuum zo dichtbij mogelijk bij de papieren versie zit. En dan heb ik het over het design van Steve Ditko natuurlijk. Of zoals John Romita Sr. hem na Ditko tekende.
Over de trailer wil ik het verder nu niet hebben. Ik vind het een beetje jammer dat ik die gezien heb namelijk: ze geven zo veel details al weg. Van de plot, van the Vulture en de rol van Tony Stark in het geheel. Erg jammer. Ook negeer ik alle analyses die ervan online verschenen ook zoveel mogelijk.
Ik kan me herinneren dat de filmposter van Sam Raimi’s Spider-Man onze held ook muurkruipend toonde:
Lang geleden alweer dat die film uitkwam, toch blijven de eerste twee Spidey-films van Raimi mijn favoriet. Daar kon Andrew Garfield niets aan veranderen. En ook al vond ik Tom Hollands introductie in Captain America: Civil Warmeesterlijk gedaan, toch blijf ik vooralsnog een voorkeur houden voor Tobey Maguire als Peter. Nou ja, uiteindelijk is er maar een Peter Parker en dat is die uit de strips van voor Brand New Day.
Dat neemt niet weg dat ik nieuwsgierig ben naar deze cinematografische incarnatie van mijn favoriete fictieheld. Nog even wachten tot juli dus.
Tijdens het Imagine filmfestival dit jaar staan kostuums en design in de fantastische film centraal.
En dat is een mooi thema, waar je alle kanten mee op kunt. In een breed en gevarieerd themaprogramma richt Imagine de blik op de rol van kostuums en stilering bij het creëren van de fantastische illusie. Naast een uitgebreid filmprogramma is er een groot randprogramma met gasten uit binnen- en buitenland.
Zo is Lindy Hemming (1948), kostuumontwerper van onder andere de Batman-trilogie van Christopher Nolan en de Wonder Woman-film die 1 juli uitkomt, eregast. (Lees hier een interessant artikel over haar werk.)
James Bond
De uit Wales afkomstige kostuumontwerpster studeerde af aan de Royal Academy of Dramatic Art. Zij begon haar carrière als kostuumontwerpster bij Britse regisseurs als Mike Leigh en Stephen Frears. In 2000 ontving zij een Oscar voor Topsy-Turvy. Zij maakte de kostuums voor de James Bond-films Goldeneye, Tomorrow Never Dies, Die Another Day en Casino Royale.
Hemming zal een openbare masterclass geven. Hierin zal zij aan de hand van werktekeningen en veel ander materiaal vertellen over haar werk en de manier waarop haar ontwerpen het fantastische karakter van de films mede hebben gevormd. In de openbare ruimte van EYE wordt een selectie van haar ontwerpschetsen en ander werkmateriaal gedurende het hele festival tentoongesteld.
Wonder Woman
Over Wonder Woman gesproken: de Canadese historicus, auteur en blogger Tim Hanley publiceerde uitgebreid over Wonder Woman en vertelt in zijn lezing over de veelbewogen geschiedenis van deze superheldin.
Er is verder nog een symposium over mode en een filmprogramma dat thematisch met fashion te maken heeft. Voor het laatste nieuws en updates verwijs ik je graag door naar de site van Imagine.
Superheldenkostuums
Vandaag ben ik vanwege het themaprogramma op Imagine druk bezig geweest met het schrijven van een achtergrondartikel over superheldenkostuums voor de VPRO gids. Het stuk begint al aardig vorm te krijgen. Er valt ook heel veel over dit onderwerp te vertellen, maar ik heb slechts 900 woorden. Om het artikel leesbaar te houden moet ik me dus beperken tot de zaken die ik het relevantst vind.
Schreef ik een tijdje geleden dat ik het opnieuw bekijken van oude vertrouwde films vaak zo lang mogelijk uitstel, deze week zag ik Beverly Hills Cop (Martin Brest, 1984) toch weer.
De drie Cop-films staan op Netflix, maar zullen eind februari verwijderd worden. Dus had ik toch zin om nog eens met Axel Foley naar Beverly Hills af te reizen. In 2008 bekeek ik de trilogie ook eens en schreef ik per film een post over hoe ik de deze ervoer.
Eddie Murphy was op zijn sterkst in deze twee films en was nooit meer zo grappig als Axel Foley, de hem op het lijf geschreven is. De bijdehante smeris uit Detroit die in Beverly Hills terechtkomt als hij de moord op zijn vriend onderzoekt. Met zijn eigenzinnige manier van handelen krijgt hij het al snel aan de stok met de politie in Beverly Hills, maar uiteindelijk weet hij met de hulp van rechercheurs Taggert en Rosewood de schurk Victor Maitland uit te schakelen. Foley bluft zich overal binnen; of het nu een suite is in het Beverly Hills Hotel of een opslagruimte van de douane is. Hij weet op luchtige wijze de rechercheurs van het politiekorps te ontkomen door bananen in de uitlaat van hun auto te stoppen. Tussen de grappen door kan de kijker genieten van een flinke dosis actie.
Favoriete films zijn net als goede vrienden van je, soms moet je ze gewoon weer even opzoeken. Beverly Hills Cop zag ik inmiddels iets van 15 keer, gok ik, maar toch verveelde hij niet. Het scenario blijft erg goed en strak geschreven. Iets wat je tegenwoordig een stuk minder ziet: iedere scène heeft een reden en zit logisch in elkaar. De dialogen zijn scherp en to the point.
Ik ben ondertussen benieuwd hoe het met Lisa Eilbacher (mei, 1956) gaat. Zij is inmiddels zestig en doet al heel lang geen film- en televisiewerk meer. Ze zat ook in de pilotaflevering van de Spider-Man TV serie. Verder heb ik haar niet in zo heel veel films gezien.
Ga ik Cop IIook weer kijken? Misschien, maar dan moet ik dus snel zijn. Ik weet echter nu al dat ik IIIniet meer hoef te zien. Ik heb overigens wel zin om nu een goed boek over deze films te lezen, maar volgens mij bestaat dat nog niet.