Altijd al willen weten wat Salvador Dali en Alfred Hitchcock gemeen hebben en waar de inspiratie vandaan kwam voor de kooi-scene in The Silence of the Lambs? Je leest het vanaf 6 juni in Schokkend Nieuws #108, waarin de kruisbestuiving tussen kunst en film centraal staat.
De prachtige cover is gemaakt door Schokkend Nieuws’ vaste tekenaar Milan Hulsing. Het is een eerbetoon aan het beroemde schilderij De Schreeuw van Edvard Munch. De Schreeuw stond model voor het moordenaarsmasker in Wes Cravens’ Screamen was ook zeker niet de enige kunstzinnige inspiratiebron voor regisseurs door de jaren heen.
Phil van Tongeren en Barend de Voogd staan in de kunstspecial stil bij de Duitse expressionistische film, de liefde van Sergio Leone voor De Chirico en natuurlijk Dario Argento’s kunsthorrorfilm The Stendhal Syndrome. Dat de kruisbestuiving beide kanten op ging, laat George Vermij zien in een tweede artikel waarin kunstenaars zich lieten inspireren door (genre)films. Wat dacht je bijvoorbeeld van 24 Hour Psycho? Kers op de taart: Jaap Guldemondt, oud-conservator van het Van Abbemuseum en Boijmans van Beuningen en tegenwoordig hoofd tentoonstellingen in het EYE Filmmuseum, treedt op als ‘gastconservator’ en deelt zijn vijf favoriete schokkende kunstwerken met de lezer. Kortom, Schokkend Nieuws 108 mag je niet missen.
X-Men: Days of Future Past is bijna net zo goed als X-Men 2, wat nog steeds een van de beste superheldenfilms ooit is.
Magneto heeft gelijk gekregen, want de toekomst ziet er somber uit voor de mutanten. In X-Men: Days of Future Past zijn de mutanten vrijwel uitgeroeid of opgesloten in kampen, evenals de mensen die met hen sympathiseren of die in de toekomst mutanten als nakomelingen zullen hebben. Sentinels hebben de wereld in een ijzeren greep. Deze enorme humanoïde robots zijn in staat hun verweer aan te passen aan de krachten van de mutant tegen wie ze het opnemen en deze krachten zich eigen te maken. Dit maakt ze praktisch onoverwinnelijk. Het is aan Wolverine om terug in de tijd te reizen en het verleden te veranderen, opdat mens en mutant een toekomst hebben.
Samen met de jongere versies van professor Xavier, Magneto en Beast, die we kennen uit X-Men: First Class, probeert hij te voorkomen dat Mystique Dr. Bolivar Trask (Peter Dinklage) vermoordt, de bedenker van de Sentinels. Deze moord overtuigt de Amerikaanse regering er namelijk van dat de mutanten een bedreiging vormen en dat Trasks project een goed idee is. Ook Mystiques talent om het uiterlijk van ieder ander aan te kunnen nemen geven Trask de mogelijkheid om de Sentinels adaptief te maken. Kortom: voorkom de moord, voorkom deze toekomst. Al blijkt dat niet zo gemakkelijk als dat het lijkt, natuurlijk. Niet in de laatste plaats omdat Charles Xavier (James McAvoy) om komt in zelfmedelijden en in eerste instantie allesbehalve zin heeft om Wolverine te helpen. ‘I don’t want your future!’ schreeuwt hij Wolvie toe.
Een leuke twist op het tijdreisthema is het feit dat alleen het bewustzijn van de reiziger de afstand aflegt en in het lichaam van zijn jongere zelf terechtkomt. Zijn huidige lichaam blijft in de toekomst achter. Gebeurtenissen uit het verleden en heden worden voortdurend afgewisseld, wat de plot extra spannend maakt: lukt het om het verleden snel genoeg te veranderen voordat de Sentinels in de toekomst Wolverine en de laatste X-Men vinden en uitroeien?
Het uitgangspunt van X-Men: Days of Future Past is afkomstig van het stripverhaal met dezelfde titel, geschreven door Chris Claremont en getekend door John Byrne. Dat verhaal verscheen in 1981 in de comicreeks Uncanny X-Men en wordt door de fans terecht als een van de klassieke X-Men-avonturen beschouwd. In de strip is het Katherine Pryde die naar het verleden reist. In de filmversie heeft men voor Wolverine gekozen. Aangezien een dergelijke sprong in de tijd hersenbeschadiging zou veroorzaken en Wolverine zichzelf kan helen, is hij de ultieme kandidaat voor dit klusje. Bovendien was Pryde in 1973 nog niet geboren. Dat de sympathieke held met het korte lontje, toffe kapsel en scherpe klauwen een centrale rol inneemt in bijna alle X-Men-films zal ook hebben meegespeeld. Persoonlijk krijg ik geen genoeg van Hugh Jackman als Wolverine, al komt het personage tot nu toe beter uit de verf in ensemblefilms dan in zijn soloavonturen. Verder is het een feest om de castleden van de voorgaande films terug te zien, inclusief enkele bijzondere verrassingen. Die continuïteit is een van de sterke punten van de reeks.
Overigens heeft Claremont een cameo in de film. Leuk voor de fans die met zijn verhalen zijn opgegroeid, zoals ondergetekende. De beste man schreef maar liefst zestien jaar aan een stuk aan de reeks en maakte de X-Men-strip enorm populair. Claremont schrijft ronde, realistische personages en zorgt altijd voor genoeg soap tussen de actie om met de helden te kunnen meeleven.
Bryan Singer levert met X-Men: Days of Future Past één van de beste films van de franchise af. Het is inmiddels veertien jaar geleden dat zijn eerste X-Men uitkwam. Met deze zeer intelligente film die zowel de fans als nieuwkomers goed bediende, veroorzaakte hij de geboorte van de hedendaagse superheldenfilm. Singer concentreert zich meer dan ooit op de ontwikkeling van de personages en dat pakt voor het merendeel goed uit. Actiescènes zijn kort en to the point. De finale, die meer draait om psychologie dan om explosieve actie, biedt een aardige twist op het superheldengenre. De grootste en beste actiesequentie speelt in Parijs en vindt halverwege de film plaats. Omstanders filmen met hun 8mm camera’s beelden van Mystique en Magneto (Michael Fassbender) in actie. Nu zouden mensen massaal hun mobieltjes pakken en op YouTube zetten, dus afgezien van het laatste is er dus niet heel veel veranderd. Het is in het bijzonder genieten van hoe 1973 tot leven wordt gewekt middels de mode van strakke leren jasjes, lavalampen en een optreden van Richard – ‘I am not a crook’- Nixon. De mooiste eyecandy is Jennifer Lawrence, die als de blauwe Mystique praktisch naakt door de film danst.
Natuurlijk zitten er wat losse steekjes in het geheel: hoe Kitty Pryde (Ellen – eindelijk uit de kast – Page) opeens de gave bezit om mensen mentaal door de tijd te laten reizen, wat ze eerst nog niet kon, wordt niet uitgelegd. Ook krijgen we nieuwe mutanten voorgeschoteld die alleen bekend zullen zijn bij de lezers van de strips en hier vooral dienst doen als kanonnenvlees voor de Sentinels. Toch, in zijn geheel is X-Men: Days of Future Past een onderhoudende en intelligente aflevering, gedragen door een solide supercast.
Gisteravond met PaulThe Towering Inferno gekeken. Een van de klassieke rampenfilms uit de jaren zeventig waarin een grote cast van bekende acteurs in een benaderde situatie terechtkomt.
In dit geval is dat de hoogste wolkenkrabber in San Francisco die feestelijk wordt geopend. Er ontstaat brand omdat de bouwers hebben bezuinigd op de bedrading: ze hebben goedkoper materiaal gebruikt dan de architect (Paul Newman) had voorgeschreven. Door de bezuiniging van een paar miljoen dollar verliezen 200 mensen het leven, waaronder enkele heldhaftige brandweermannen die de feestende gasten proberen te redden. En het gebouw is rijp voor de sloop. Goedkoop is duur koop.
Ik vrees dat dit soort praktijken nog steeds aan de orde van de dag zijn, maar dat is niet de enige reden dat deze film uit 1974 nog steeds zeer genietbaar is. De all-star cast acteert goed en het verhaal draait om de mensen in het gebouw niet om de special effects. Omdat het menselijk drama voorop staat, is het niet erg dat de effecten gedateerd zijn. Het is wel grappig: we zagen een superschone kopie van de film waardoor het leek alsof deze recent was opgenomen, terwijl wat we zagen qua aankleding heel erg seventies was. Ook opvallend: toen mochten Hollywoodsterren nog mooi oud worden. Misschien sneed de plastic chirurg de mensen al bij, dat weet ik niet, maar ik zag er in ieder geval geen botoxhoofd tussen zitten.
Fijn om die bekende koppen uit mijn jeugd – Steve McQueen, Paul Newman en Faye Dunaway – weer eens terug te zien.
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
Er komt een moment in het leven van een Trekkie dat hij zich afvraagt wie zijn favoriete Star Trek-Captain is.
The Next Generation was mijn eerste kennismaking met Star Trek. Nog steeds ben ik een groot fan van Captain Jean-Luc Picard en zou ik er geen bezwaar tegen hebben om eens een kopje thee met hem te drinken. Earl Grey is mijn favoriete smaak, dus dat hebben de Franse kapitein met de Shakespeariaanse tongval en ik alvast gemeen.
Toch, als ik moet kiezen, zou ik door de ruimte willen reizen met Captain Kirk en zijn crew, want ik denk dat Kirk en ik het prima met elkaar kunnen vinden. Kirk is een kerel van de actie die zonder met zijn ogen te knipperen het onbekende tegemoet treedt, iemand met het hart op de goede plek die, waar het hem uitkomt, de bevelen van zijn meerdere negeert. En is Kirk wel eens een buitenaards wezen van het vrouwelijk geslacht tegengekomen dat niet meteen voor zijn charmante hoofd viel? Vast wel, maar het zullen er niet veel zijn. Kortom, what’s not to like?
Toegegeven: Kirk is de man die ik zou willen zijn. Picard, de eeuwige bruggenbouwer en man van het compromis, is hoe ik werkelijk ben.
Als het om Kirks gaat, verkies ik Shatner boven zijn jongere versie uit de reboots. Shatner ís Kirk: hij zet hem op een nonchalante, welhaast natuurlijke wijze neer.
In 2011 kwam Shatner met de documentaire The Captains, waarin hij collega-acteurs interviewt over hun rol als Star Trek-Captain: Kate Mulgrew, Avery Brooks, Scott Bakula, Chris Pine en Stewart. Daarin blijkt Brooks een rare vogel die geestelijk nog niet op aarde is teruggekeerd: als antwoord op Shatners vragen speelt de beste man jazzy deuntjes op zijn piano. Wanneer Brooks wel zijn mond opendoet, klinkt hij zo vaag als een horoscooptekst.
Uit de documentaire blijkt dat het leven van een Captain erg zwaar is. Uiteindelijk zijn het niet de robbertjes knokken met the Borg of Klingons die de hem er bijna onder krijgen, maar de hoge werkdruk. Maanden, soms jarenlang staan de acteurs 16 tot 18 uur per dag op de set. Dat eist zijn tol in de privé-sfeer: Stewart bedwingt met moeite zijn tranen als hij vertelt dat het acteerwerk vóór zijn gezin gaat en dat die houding hem twee huwelijken heeft gekost. Dit ziet hij nog steeds als zijn grote falen: ‘Mijn schuldgevoel hierover is inmiddels verdwenen, maar ik heb daar nog steeds spijt van. Dat is een beetje een handicap voor me geworden. Ik ben twee keer gescheiden, ik weet niet of ik dat nog eens op kan brengen.’ Ik hoop dat iemand hem een kopje Earl Grey als troost heeft gegeven.
Kamperen: mij niet gezien. Beestjes in je tent, geen wifi en natuurlijk nooit een fatsoenlijke wc te vinden. En na het zien van De poel krijg je me helemaal de tent niet meer in.
De poel is een horrorfilm van Hollandse bodem en dus een zeldzaamheid, want zoveel films worden er hier niet in dit genre gemaakt. Dat roept bij ondergetekende meteen sympathie op. Vooral omdat scenaristen Chris W. Mitchell en Gijs Scholten van Aschat hebben gekozen voor iets wat in het midden zit tussen een psychologische thriller en horrorfilm en niet bijvoorbeeld voor een zombie-apocalypse, op hol geslagen politici zien we immers al genoeg in de media.
In De poel gaan Lennaert en zijn vrouw Sylke met hun twee zoons een paar dagen wild kamperen en nemen Lennaerts ex-collega Rob en diens dochter Emilie mee. Ze besluiten het kamp op te slaan bij een verlaten bosmeer. Uiteraard schuilt er meer onder het wateroppervlak dan men in eerste instantie zou vermoeden. De spanningen lopen al snel op en al snel begint de narigheid.
De casting is het sterkste punt in de film. Gijs Scholten van Aschat en Carine Crutzen, die we al vaker samen in Nederlandse producties hebben gezien, spelen prima een oudgetrouwd stel waar de irritaties van af vliegen. Ook de rest van de cast weet de personages geloofwaardig neer te zetten en dat is niet onbelangrijk, want naarmate de gebeurtenissen in de film naar het ongeloofwaardige neigen, helpen zij De poel enigszins te verankeren.
Slim dat men het vanuit productieoogpunt redelijk eenvoudig houdt: de hele film speelt zich af op één locatie. Mitchell, die met De poel zijn speelfilmdebuut maakt, bouwt de horror langzaam op. Wat begint met kleine irritaties tussen de personages, vloeit over in meer gruwelijke dingen als rottend vlees en uiteindelijk moord. Zolang de narigheid in de buurt van de realiteit blijft, zoals een vinger die afgesneden moet worden om verdere bloedvergiftiging tegen te gaan, weet De poel de spanning vast te houden. Als men daarna te ver doorslaat in de clichés van de genrefilm, wordt het lastig om met de personages mee te blijven voelen en verliest de film aan overtuigingskracht.
Toch hoop ik van harte dat De poel op meer Nederlandse filmmakers een uitnodigende werking heeft en dat we de film mogen zien als een voorzichtige start van een nieuwe trend. Laat die nederhorror nu maar eens tot bloei komen.
In zijn tweede Spider-Man-film concentreert regisseur Marc Webb zich vooral op de relatie tussen Peter Parker en zijn vriendin. De schurken spelen tweede viool. En nog behoorlijk vals ook.
Als Spider-Man slingeren tussen de wolkenkrabbers van de betonnen jungle die New York heet, wie wil dat nu niet? Het is een van de voordelen als je door een radioactieve spin bent gebeten en de lol die Peter Parker daarin heeft, weten de filmmakers overtuigend te visualiseren. Aan het begin van The Amazing Spider-Man 2laat het Webhoofd zich van een dak naar beneden vallen om op het laatste moment een webdraad af te schieten en over de menigte op straat te scheren. De camera volgt Spider-Man van dichtbij; soms krijgen we een point of view-shot te zien, zodat je jezelf even in het masker van het Webhoofd waant.
Los van het 3D-effect zijn dit overigens geen nieuwe filmische middelen, want die camerastandpunten werden al gebruikt in de live-action televisieserie uit de jaren zeventig. Toch zijn deze scènes erg effectief. Ook maakt Spidey bijdehante opmerkingen als hij met misdadigers vecht. Wat dat betreft hebben regisseur Marc Webb en acteur Andrew Garfield de spirit van Spider-Man goed gevangen. Voor de rest is deze nieuwe aflevering van Spider-Man vooral een kwestie van oude huiswijn in nieuwe zakken en eerlijk gezegd kennen we dat smaakje nu wel.
Romance
In The Amazing Spider-Man 2 ligt het zwaartepunt van het verhaal bij de relaties tussen de personages. De romance tussen Peter en Gwen Stacy vormt het dramatische hart van de film. Peter Parker wordt verscheurd door zijn liefde voor Gwen en de belofte aan haar vader om uit haar buurt te blijven omdat zijn activiteiten als Spider-Man gevaar voor zijn geliefden kan opleveren. Iedereen die de strips heeft gelezen, weet hoe waar die woorden kunnen zijn. Garfield en Emma Stone hebben duidelijk chemie en overtuigen als liefdeskoppel. Stone maakt van Gwen een aantrekkelijke en spunky vrouw die zich niet zo maar even laat vastwebben door haar vriendje als er gevaar dreigt. Sterker nog: vol overgave treedt ze de dreiging tegemoet. Daar moet je wel voor vallen.
Een andere belangrijke relatie is de vriendschap tussen Peter en Harry Osborn. Het weerzien tussen die twee is een belangrijke opstap naar de volgende film. Hoewel Dane DeHaan Osborn jr. een fris gezicht en een intense persoonlijkheid geeft, voelt deze plotlijn toch als een herhalingsoefening. We hebben het allemaal al in Raimi’s Spider-Man-films gezien. Jammer dat men bij de reboot niet gekozen heeft voor een echt radicale andere richting. De scènes tussen Peter en zijn tante May (Sally Field) voegen een welkome komische noot aan het drama toe. Grappen over het wassen van het Spidey-kostuum zijn ook weer van de partij. Wel jammer dat Garfield bij iedere scène die wat emotie vraagt zijn ogen niet droog kan houden. De naam The Amazing Kleenex-Man zou hem beter staan.
Modderfiguur
Op relationeel vlak mag Webbs derde film goed uit de verf komen, net als bij zijn vorige Spidey-film geldt dat helaas niet voor de bad guys. De karakterisatie van Max Dillon aka Electro is zelfs gênant te noemen. De sukkelige Dillon wordt zijn hele leven al door anderen genegeerd. Hij heeft het elektriciteitsnet voor de stad helemaal uitgedokterd, maar wordt door zijn baas en collega’s als sloofje behandeld. Wanneer Spider-Man hem het leven redt, denkt Dillon dat ze meteen dikke maatjes zijn. Thuis voert hij uitvoerige dialogen met zijn denkbeeldige vriend en pakt hij blij als een kind een verjaardagstaart uit de koelkast die zogenaamd door Spider-Man is gekocht. De scène riep bij ondergetekende plaatsvervangende schaamte op. Wanneer Dillon door een vaag ongeluk elektronische gaven krijgt en bij hem letterlijk de stoppen doorslaan, ziet hij kans om zijn plek in de spotlight op te eisen.
Als Spider-Man-purist kan ik waarderen dat men heeft geprobeerd om Electro, die in strips nogal eendimensionaal is, menselijker te maken. De filmmakers proberen sympathie voor Electro op te roepen door hem tot slachtoffer van omstandigheden te maken. Eerder lukte die benadering wel in de films van Sam Raimi waarin Willem Dafoe als de Green Goblin en Alfred Molina als Doctor Octopus, gelaagde, getroebleerde personages neerzetten. Jamie Foxx doet zijn best met wat hij aangeleverd krijgt, maar hier schiet het scenario duidelijk tekort. Electro slaat een modderfiguur.
Comic relief De Rhino heeft een kleine rol in het geheel en is vooral een voorzetje voor de Sinister Six-film die eraan zit te komen. Paul Giamatti zet de schurk neer als een stripfiguur. Dat kan ik de batterij scenaristen die aan het script schreven nog wel vergeven, want Rhino zorgt vooral voor comic relief, maar zijn outfit is, net als het Spider-Man-pak uit de vorige film, een belediging voor de stripfans. Het lijkt wel of Webb en zijn team nog nooit een superheldencomic hebben gelezen.
Van alle schurken is de verhaallijn met Harry Osborn het meest interessant, al had Dane DeHaan wat mij betreft meer screentijd mogen hebben. Nu voelt zijn transformatie gehaast. Maar goed, plotgaten moet men ook dit keer weer voor lief nemen. En er moet natuurlijk wat materiaal voor deel 3 overblijven.
Het is erg jammer dat de schurken niet goed tot hun recht komen, want een superheld verdient een evenredig krachtige tegenstrever om tot zijn recht te komen. Nu is The Amazing Spider-Man 2 vooral een dramatisch verhaal waarin af en toe een kleurrijke, maar niet overtuigende gek opduikt.
Jodorowky’s Duneis one of the most interesting and inspiring documentary’s I’ve seen in years. It’s about how Alejandro Jodorowsky tried to make a film adaptation of Frank Herbert’s novel Dune, with help from people like Moebius, H.R. Giger and Salvador Dali.
I interviewed director Frank Pavich about his documentary at the Imagine Film Festival in Amsterdam, where it won the Silver Scream Audience Award 2014.
Ontzettend veel lol heb ik tijdens de 30ste editie van Imagine gehad. Behalve de aardige voorraad films die ik zag, was ik samen met Hedwig van Driel de jury van de Grote Geek-Q Test en interviewde ondergetekende Frank Pavich.
Pavich is de regisseur en producent van de documentaire Jodorowsky’s Dune. Een prachtige en inspirerende film over hoe Jodorowsky in de jaren zeventig probeerde zijn versie van Dune te verfilmen en hoe dit uiteindelijk niet doorging. Ik sprak hem woensdagmiddag. De video van dat gesprek komt zaterdag online op SchokkenNieuws.nl en hier. Aangezien ik oorspronkelijk Jodorowsky zou interviewen maar de beste man door ziekte niet naar Amsterdam kwam om op het festival aanwezig te zijn, was het gesprek met de energieke Pavich een mooie troost.
Zijn film staat op dit moment bovenaan de lijst van de Syfy Silver Scream Award, met een score van maar liefst 9,34. Dus het ziet ernaar uit dat Jodorowsky’s Dune door het Imaginepubliek gekozen is als beste film van het festival. En bij die mening sluit ik me graag aan. Overigens is Jodorowsky’s La danza de la realidad een prachtige film die ik je van harte aanraad.
Een andere film die ik heel erg goed vind, is Coherence. Hierin zorgt een komeet die langs de aarde scheert ervoor dat de muren tussen parallelle werelden vervagen. Opeens blijken er van de vriendenclub die gezellig samenkomt voor een etentje talloze varianten te bestaan, die allemaal een andere onderlinge dynamiek vertonen. Het spel van de acteurs is erg goed en persoonlijk vond ik het fijn om Nicholas Brandon (Xander uit Buffy the Vampire Slayer) weer eens te zien spelen. Leuk dat er voor zijn tweelingbroer ook een rol was in de film.
Een film met dezelfde thematiek, maar als een soort tienervariant uitgewerkt is +1. Die vond ik trouwens ook goed te verteren, al vraag ik me af waarom de meeste personages in deze film meteen moordneigingen krijgen als ze hun dubbelganger tegenkomen. Zou jij jezelf meteen de hersens inslaan als je jouw versie uit een parallel universum tegen zou komen?
De slechtste film van deze Imagine editie moet toch wel Capsulezijn. Een Nederlandse sciencefictionfilm met een slap scenario waar vooral de nare trekjes van personages op de voorgrond treden en tenenkrommend spel van de acteurs de 85 minuten die de film duurt tot een erg lange zit maken. Dat de film op de publiekslijst toch nog een 6,94 scoort komt vast omdat tijdens de première en de enige vertoning van Capsule de zaal vol zat met cast en crew.
De leukste Q&A was misschien wel het gesprek met Josh Phillips, de acteur uit The Creep behind the Camera. Die Q&A is helaas niet op video opgenomen, maar wel een interview met de regisseur en Philips:
Het was leuk om David Lynch’ Dune eens op een grootscherm in 70mm te zien. Martin Koolhoven noemde de film in zijn introductie ‘een interessante mislukking’ en dat dekt de lading verder aardig.
Een beetje teleurgesteld ben ik wel over Escape from Tomorrow. Deze film werd grotendeels zonder toestemming op locatie gedraaid in Disneyworld en Disneyland. Centraal in de film staat het portret van Jim als een man die langzaam zijn zelfcontrole verliest. Disneyland wordt in zwart/wit geportretteerd als een consumentenhel: vrolijke deuntjes worden vervormd tot gekmakend gejengel en met behulp van spaarzame cgi worden de jolige figuren boosaardige monstertjes. Mijn inziens gooit regisseur Randy Moore te veel ideeën in de mix, waardoor de plot warrig blijft en nooit duidelijk wordt wat er precies voor helse activiteiten er achter de vrolijke façade van Disney schuilgaan. Jammer want het uitgangspunt is interessant. En het feit dat het merendeel van de opnames illegaal zijn gedraaid op locatie maakte nieuwsgierig.
Het bijprogramma dit jaar, waarin wetenschap in film centraal stond, vond ik erg goed. Veel interessante sprekers kwamen aan bod, waaronder Dr. David Kirby, wiens boek ik meteen de volgende dag heb besteld.
Met een bloedeloze versie van Belle en het Beest en een afwezige eregast is de 30ste editie van het Imagine Film Festival woensdagavond 9 april flauw van start gegaan.
De Chileense filmmaker, theaterregisseur, tarotkenner én stripscenarist Alejandro Jodorowsky kreeg dit jaar de Imagine Career Achievement Award. Helaas kon hij door ziekte niet in Amsterdam aanwezig zijn om zijn prijs in ontvangst te nemen. Zijn afwezigheid natuurlijk spijtig voor het festival, en voor ondergetekende, want ik was een van de journalisten die Jodorowsky donderdag zou interviewen. Een gesprek waar ik naar uit keek.
Ik hoop dat Jodorowsky snel weer op de been is, maar aangezien hij 85 jaar is, vrees ik het ergste. Zijn zoon Brontis sprak een videoboodschap in om Imagine te bedanken. Brontis is tevens de hoofdrolspeler in Jodorowsky’s nieuwe film La danza de la realidad. Een prachtige, persoonlijke film, en de meest toegankelijke uit het filmoeuvre van de eigenzinnige verhalenverteller.
Er draait op het festival ook een documentaire over het maakproces van Jodorowsky’s versie van Dune. Hij werkte samen met onder andere Moebius en H.R.Giger. Die film is uiteindelijk nooit gemaakt maar leidde wel uiteindelijk tot De Incal.
Aandacht voor stripmakers
Overigens vind ik het erg bijzonder dat het Imagine Film Festival ook stripmakers eert. Vorig jaar werd François Schuiten op het festival geïnterviewd en twee edities geleden kreeg niemand minder dan Stan Lee de Career Achievement Award. Ook hij kon trouwens helaas niet komen. Nu weet ik ook wel dat Jodorowsky veel meer heeft gedaan dan strips schrijven, maar met klassiekers als De Incal, een bijzondere western als Bouncer en nog eens zeventig andere strips op zijn naam, is hij in het stripwereldje geen lichtgewicht.
Mooi maar saai Belle en het beest/La belle et la bête, de Franse film van Christophe Gans, was dat echter wel. Mooi gemaakt hoor en een zeer sprookjesachtige mise-en-scène, maar wat een bloedeloze verfilming. Er zat echt geen greintje spanning in het verhaal dat iedereen natuurlijk allang kent, want gebaseerd op het bekende sprookje. In het begin veracht Belle (Léa Seydoux) de agressieve en koppige beest-man (Vincent Cassel) die haar gevangen houdt, maar dan blijkt ze opeens van hem te houden. Echter, waarom dat nu precies is, maken de filmmakers niet duidelijk.
Tijdens de film kreeg ik zin om de gelijknamige televisieserie uit de jaren tachtig met Ron Perlman en Linda Hamilton te gaan kijken, dus je begrijpt dat de bitterballen en andere snacks die na de voorstelling werden geserveerd van harte welkom waren om de flauwte te bestrijden en mij weer bij mijn positieven te brengen, want als ik dat soort series weer wil gaan kijken, moet ik goed in de war zijn.
Kortom, Imagine kent dit jaar een beetje een valse start, maar ik vermoed dat het nog wel goed komt dit jaar.
Hier nog enkele evenementen die ik je graag tip:
Donderdag 10 april: Masterclass: Lab Coats in Hollywood
Dr. David Kirby geeft een masterclass over de relatie tussen wetenschappers en de Amerikaanse filmindustrie.
Vrijdag 11 april: Lezing toekomstmuziek
In Toekomstmuziek geeft muziekkenner en Schokkend Nieuws-medewerker Erik van ’t Holt een overzicht van de muziek die nieuwe en onontdekte werelden verbeelden. Van de orkestrale scores uit de jaren vijftig, via de eerste elektronische score (voor Forbidden Planet uit 1956) naar de herwaardering van de orkestrale benadering uit de jaren zeventig. Met uitstapjes naar de opkomst van de synthesizer en het gebruik van exotische en onbekende instrumenten als de Theremin (door Bernard Herrmann in The Day The Earth Stood Still, 1951) en de Blaster Beam (in de Star Trek-films). Een schat aan film- en muziekfragmenten illustreert dit overzicht, dat geen rechtgeaarde sfi-fi liefhebber aan zich voorbij mag laten gaan.
Zondag 13 april: Symposium Van HAL tot GERTY
In het symposium Van HAL tot GERTY wordt gekeken hoe de rol die computers hebben gespeeld in de fantastische film werkelijkheid zijn geworden en wat de gevolgen daarvan zijn. Naast een algemeen gedeelte wordt ingegaan op ethische vragen en op Singularity, het moment waarop de computer de menselijke intelligentie voorbijstreeft, dit alles aan de hand van een groot aantal filmfragmenten. Tot de gasten behoren onder andere hoogleraar Kunstmatige Intelligentie Jaap van den Herik, filmmaker Igor Kramer en Bennie Mols, wetenschapsjournalist en auteur van het populair-wetenschappelijke boek ‘Turings Tango’, over kunstmatige intelligentie.
Maandag 14 april: Masterclass Filmtrailers
Het Londense Editpool, levert teasers, trailers en promo’s produceert voor bioscoop, tv en home-entertainment. Tot hun recente output behoren de campagnes voor het derde seizoen van Game of Thrones en de Robocop-remake. Daarnaast leverden ze trailers voor sci-fi als Splice, voor arthouse horror als Kill List, maar ook voor B-films als Infestation.
Editpools creative director John Piedot vertelt tijdens de masterclass over de relatie tot de opdrachtgever en de totstandkoming van een trailer, maar ook over het verschil tussen bioscooptrailer en televisiespot en de verschillen tussen trailers voor de Amerikaanse en de Europese markt.
Hij gaat in op de manier waarop verschillende elementen worden ingezet voor een maximaal effect en loopt door de do’s & dont’s van het vak.Uiteraard wordt de masterclass omlijst met de meest toepasselijke voorbeelden uit de catalogus van Editpool.
Dinsdag 15 april: Masterclass: The Science of Hollywood
Tijdens de masterclass The Science of Hollywood: Gravity and Beyond laat dr. Kevin Grazier aan de hand van onder meer zijn werk voor Gravity zien hoe wetenschappers science fiction geloofwaardig maken.
En deze wil ik in het bijzonder aanraden omdat ik samen met mijn Schokkend Nieuws-collega Hedwig in de jury zit. Dinsdag 15 april: Quiz: de Grote Geek-Q Test
Op dinsdag 15 april, om 17.00 uur in Zaal 2 van EYE heb jij de kans te laten zien hoe hoog jouw Geek-Q is. In een quiz van zes rondes kunnen jij en je teamgenoten jullie kennis van science fiction, geeky films, series en comics, games en wetenschap etaleren. De winnaars mogen zich de Grootste Geeks van Nederland noemen.
Stand-up comedian en verwoed action figure-verzamelaar Thijs van Domburg is je quizmaster. De jury bestaat uit stripnerd en journalist Michael Minneboo en filmgeek en natuurkundige Hedwig van Driel.
Nu lees ik al jaren met veel plezier Marvel Comics en heb ik al veel gekke dingen gezien en meegemaakt dankzij de creatieve talenten die voor de uitgeverij werken. Een Spider-Baby in live-action echter nog niet. De reclamemakers van dit spotje hebben dat ‘gemis’ bij deze goed gemaakt:
Hoewel de spot reclame maakt voor het bronwatermerk Evian en voortborduurt op een spot waarin volwassenen zichzelf plotseling in een winkelrut zagen als baby, is het filmpje natuurlijk ook reclame voor de nieuwe Spider-Man-film die deze maand in première gaat. Verder snap ik niet zo goed wat spiegelbaby’s met bronwater te maken hebben, maar grappig is het wel.
Iets minder grappig maar een interessante video is deze redding van Spider-Man door Improv Everywhere:
Maak je maar geen zorgen, niemand raakte gewond tijdens het draaien van deze stunt. Het was een 1 aprilgrap waarvan het meeste stuntwerk in een studio werd uitgevoerd. Hier wordt dat allemaal uitgelegd.
Spider-Man in real life, het was ook te mooi om waar te zijn natuurlijk.
Spider-Girl
Nog even terugkomend op Spider-Baby, want helemaal nieuw is het fenomeen niet. In de fantastische serie Spider-Girldie gaat over de dochter van Peter Parker en Mary Jane, blijkt op een gegeven moment dat hun nieuwbakken zoontje Ben ook zekere Spinnenkrachten bezit:
Misschien hebben de reclamemakers van Evian ook eens een strip gelezen?
Pop-up store
Overigens, over Spider-Kids gesproken: in België ging op vrijdag 4 april een speciale pop-up store open om de film te promoten. Je kunt er van alles kopen, behalve comics… Brainfreeze.be schreef een verslag van de opening.
Dit vind ik te grappig om niet even te delen. De Indiaanse kunststudent en filmmaker Krishna Shenoi heeft een alternatieve openingscène gemaakt van de film Gravitywaarin niemand minder dan Superman opduikt om Dr. Ryan Stone (Sandra Bullock) te redden.
En terecht, want het feit dat ze de ruimte in wordt geschoten is eigenlijk zijn schuld.
Leuk dat Shenoi beelden van Christopher Reeve als Superman gebruikt, voor velen toch de acteur die deze stripheld het beste vertolkt.
Een knap staaltje copy-paste monteren. Shenoi plaatste de video op 1 april op YouTube met de volgende uitleg:
‘Hard to believe, but Oscar-winning director Alfonso Cuaron (“Children of Men”) originally shot an opening scene for Gravity that would have radically changed the film. Too bad the brass at Warner Bros. rejected this version.’
Een ongeloofwaardige, maar toch vermakelijke 1 aprilgrap.
Video gevonden op Laughingsquid.com
Het is weer tijd voor het Holland Animation Film Festival in Utrecht. Net als vorig jaar ben ik een van de journalisten die over het festival schreef in een speciale bijlage van de VPRO Gids. Behalve een overzicht met de features, schreef ik een stuk over de korte filmprogramma’s en over het geanimeerde gesprek met Noam Chomsky van filmmaker Michel Gondry. Het leukste om te doen was het interview met de Canadese filmmaker/kunstenaar/componist Shayne Ehman en dat kan je hieronder lezen:
In Asphalt Watches verwerkten Shayne Ehman en Seth Scriver hun zonderlinge ervaringen als lifters. In de fascinerende roadtrip komt een stoet aan excentrieke creaturen voorbij. ‘Alles is waargebeurd.’
In de zomer van 2000 liften de Canadese filmmakers en kunstenaars Shayne Ehman en Seth Scriver acht dagen door Canada en reisden van Chilliwack naar Toronto. Over hun avonturen maakten ze de animatiefilm Asphalt Watches, waarin een stoet aan vreemde creaturen in één fascinerende, psychedelische trip aan de kijker voorbijtrekt.
Santa training
De twee lifters Skeleton Head en Bucktooth Cloud, een soort van doorschijnende sneeuwpop met verfomfaaide hoed en bijpassende paraplu, ontmoeten onder meer een vuilgebekte moeder en haar peuter, een nette jongeman met een mes in zijn buik die vriendelijk vraagt of iemand hem een lift naar het ziekenhuis kan geven, en een bedreigende, groezelige oude vent met witte baard, die claimt de Kerstman te zijn en wiens auto vol ligt met bakjes van de fastfoodketen Wendy’s. Bij het afscheid moeten de twee lifters beloven hem volgend jaar weer op dezelfde plek op te wachten voor ‘intensieve Santa training’. ‘De rit met Santa was waarschijnlijk het onveiligste wat we hebben meegemaakt,’ vertelt Ehman (Athabasca, 1974) tijdens een telefoongesprek vanuit zijn huis in Thunder Bay. ‘Die ontmoeting hebben we uiteraard overleefd. Ook gevaarlijk was de rit met de drie headbangers die onder invloed waren van alcohol en drugs. Kort nadat ze ons hadden afgezet zijn ze omgekomen in een zwaar ongeluk. Als we iets langer mee hadden gereden, waren we zeker dood geweest. Het verbaasde me hoe emotioneel en therapeutisch het was om die herinnering te animeren en de gore gedetailleerd weer te geven.’
Het lijkt wel of het duo slechts door excentriekelingen werd opgepikt, maar dat ziet de filmmaker toch anders: ‘Iedereen die we tegenkwamen was wel normaal hoor, maar wel een beetje uniek op zijn manier, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Hamburgers
Ehman en Scriver maken kunst in verschillende disciplines, van strips en schilderijen tot poëzie en muziek. Tijdens de reis hielden ze een schetsboek bij met de bedoeling er later strips of een zine (zelf uitgegeven boekje met een kleine oplage) over te maken, maar het verhaal dat ze wilden vertellen bleek te groot om in een zine tot zijn recht te komen. Aangezien beide vrienden ook aan het experimenteren waren met animatie, leek een film de juiste keuze om hun ervaringen in te verwerken. ‘We vertellen over onze reis op chronologische volgorde. In dat opzicht is Asphalt Watches bijna een documentaire, want alles is waargebeurd. Wel gebruiken we metaforen en abstracte elementen die we tijdens het animeren intuïtief hebben toegepast. De film is daardoor behoorlijk cryptisch. Dat is deels omdat we Asphalt Watches voor onszelf en onze vrienden hebben gemaakt. We hadden nooit voorzien dat hij bijvoorbeeld ook in Nederland en India zou draaien.’
In de animatie komen hamburgers en enorme uit de grond stekende rietjes waaruit olie lekt, veelvuldig voor. ‘Dat zijn inderdaad duidelijke symbolen. De hamburgers staan voor overleven en honger, en natuurlijk gewoon voor hamburgers, want langs de snelweg kom je vooral fastfood tegen. Sommigen zien er een symbool van verlangen in. Dat mogen ze zelf bepalen. Mensen begrijpen wel dat de frisdrankrietjes met olie een kritische noot zijn op hoe de natuur vernietigd en vervuild wordt door het materialisme en wegwerpproducten. Het gebruik van dat soort symbolen heeft iets helends, want door erop te wijzen beseft men weer dat we hier iets aan kunnen doen.’
Geen South Park
Tijdens het Toronto International Film Festival vorig jaar won Asphalt Watches de prijs voor beste debuut. De enigszins eenvoudige stijl doet denken aan de animatieserie South Park en primitieve games, maar dat was niet wat de filmmakers beoogden. ‘Ik heb in mijn leven nog nooit een hele aflevering van South Park gezien,’ bekent Shayne. ‘De stijl komt voort uit het animatieprogramma Flash dat we gebruikten. We hebben de film chronologisch gemaakt, waardoor je onze ontwikkeling als animatoren erin terugziet. Aan het begin van de film zijn de personages minder expressief en zijn de tekeningen minder gedetailleerd dan aan het eind. Bij het tekenen probeerden we een directe vertaling van onze herinneringen te maken. Als ik een tekening wil maken die mijn gevoel of herinnering uitdrukt, dan blijf ik als het ware naar het lege papier staren totdat de lijnen zichtbaar worden en beginnen te gloeien, zodat ik ze alleen nog maar over hoef te trekken.’
Neil Young
Wie goed oplet, kan genieten van de vele gevatte tekst- en woordgrappen die Asphalt Watches rijk is. Verder duiken er in de achtergrond personages op van bevriende grafische kunstenaars en animatoren als Keith Jones, Owen Plummer en Amy Lockhart. Ook Neil Young heeft een cameo. ‘In eerste instantie wilden we met de trein reizen. Toen we in Chilliwack aankwamen zagen we een gast met een mondharmonica die op Neil Young leek. ‘There’s no way in hell you’re hopping outta here, boys’ zei hij en hij wees naar het station dat recent was afgebrand. Toen we met de film bezig waren herinnerden we hem als Neil Young dus zo hebben we hem ook geanimeerd.’