Een tijdje geleden blogde ik over het proefschrift van Dan Hassler-Forest.Hassler-Forest is onderzoeker en docent Engelse taal en cultuur en geeft ook lessen over de graphic novel aan de UvA. Volgens zijn onderzoek ondersteunen superheldenfilms die tijdens het presidentschap van George W. Bush verschenen impliciet diens beleid en liggen conservatieve waarden aan hen ten grondslag.
Het proefschrift ligt op mijn bureau, maar door de drukte in de afgelopen maanden heb ik er nog niet veel in kunnen lezen. Wie zijn bevindingen in het kort wil horen moet zeker donderdag 15 september naar Dans lezing bij Spui25 gaan.
Superhelden in de Politiek: Entertainment of Indoctrinatie?
In de jaren na de aanslagen van 11 september is de superheldenfilm een van de meest succesvolle Hollywoodgenres geworden. Is dit toeval, of geven deze films een nieuwe invulling aan de Amerikaanse politieke en culturele identiteit in het tijdperk van globalisering en de ‘War on Terror’? In deze lezing gaat Dan Hassler-Forest in op het onderwerp waarop hij eerder dit jaar promoveerde, waarbij hij ook stilstaat bij de vraag tot in hoeverre er iets is veranderd tijdens het Obama-tijdperk.
Dan wordt ingeleid door zijn promotor Christoph Lindner.
Zie voor meer informatie hier. De lezing is gratis, maar aanmelden verplicht.
Vandaag, 34 jaar geleden overleed Elvis Presley. Dat kun je herdenken door zijn platen weer te draaien of, godbetert, een van de musicals waarin hij speelt in de dvd-speler te stoppen. Je kunt echter ook voor Bubba Ho-Tep kiezen.
Een van de beste films over The King is Bubba Ho-Tep. Hierin speelt Bruce Campbell, B-acteur extra-ordinaire, Elvis Presley op leeftijd. Hij heeft ooit van plaats gewisseld met een Elvis-imitator en slijt zijn oude dag in een bejaardentehuis waar niemand natuurlijk gelooft dat hij werkelijk de King of Rock-‘n-roll is. Maar wij weten wel beter. Zijn beste vriend is een zwarte bejaarde die beweert John F. Kennedy te zijn. Nog niet gek genoeg voor je? Er waart ook een eeuwenoude mummie door het huis die zich tegoed doet aan de zielen van de bejaarden.
JFK en Elvis zijn de enige die hun huisgenoten het vege lijf kunnen redden en nemen het op tegen Bubba Ho-Tep.
Bekijk hier een compilatie van scènes waarin Campbell dik aangezet en zeer vermakelijk een Elvis op zijn oude dag speelt.
Wie serieus van het talent van Elvis wil genieten, kan het beste de documentaire Elvis: That’s the way it is opzetten. Prachtige concertregistraties afgewisseld met scènes van Elvis on the road en in de repetitieruimte. Toen de film gemaakt werd, was Elvis nog in goede vorm. Snel daarna kwam hij terecht in de neerwaartse spiraal die leidde tot overgewicht, overmatig drugsgebruik en uiteindelijk zijn dood.
Ik ben opgegroeid met de films van Steven Spielberg: ET, Close Encounters of the third kind en natuurlijk de reeks rondom Indiana Jones. Nu is er Super 8 die in zekere zin teruggrijpt op Spielbergs vroege oeuvre, maar toch heel eigentijds aanvoelt.
Zomer 1979: een groepje vrienden maakt in een klein stadje in Ohio een heuse zombiefilm op Super 8: het 88-mm filmformaat dat indertijd door amateur-filmers werd gebruikt. Tijdens een nachtelijke opname bij het station, raast er een trein voorbij die ontspoort. De lading van die trein is letterlijk niet van deze wereld en vormt een grote bedreiging voor de bewoners van het stadje. Al snel vinden er vreemde verdwijningen plaats en bemoeit het leger zich met de zaak.
Hoewel Super 8een zeer gelikte sciencefictionfilm is geworden, draait het niet om de alien en de specialeffects, maar om het groepje kids dat samen een film maakt. De jonge Joe Lamb heeft net zijn moeder verloren. Zijn vader Jackson heeft weinig oog voor zijn zoon. Hij is hulpsheriff is van de stad en heeft zijn handen vol als er na het treinongeluk en de verdwijningen paniek onder de bevolking uitbreekt.
Joe vult zijn dagen het liefste met het helpen van zijn beste vriend bij het maken van diens magnum opus. De aantrekkelijke Alice Dainard speelt daar ook een rol in: langzaam groeit de vriendschap tussen de jongen en het meisje, die beide leven in een eenvadergezin waar de vader nooit thuis geeft.
Amateurs
Regisseur JJ. Abrams en producent Steven Spielberg maakten een ode aan de amateurfilmmaker en hun eigen jeugd. Zelf zijn ze ook ooit begonnen met het maken van 8-mm films voordat ze op het echte Hollywoodwerk overstapten. Super 8 straalt dan ook de lol van het film maken uit. In de aftiteling is te zien welk 8mm-avontuur de kids hebben gemaakt – deze zombiefilm is overigens spontaan en zonder script opgenomen tijdens de opnames van Super 8.
De jaren zeventig art-direction is prachtig, zonder dat het er dik bovenop ligt. Tegenwoordig zijn films die zich in het tijdperk van discomuziek afspelen bijna altijd parodieën op de jaren zeventig, maar Abrams maakte een film die met beide voeten in zijn jeugd staat, doet denken aan de scifi-films van Spielberg uit die tijd, maar toch heel eigentijds aanvoelt.
Juweeltje
De jonge cast speelt opvallend goed. Vooral Elle Fanning die Alice gestalte geeft, is een juweeltje. Maar ook Joel Courtney, die als Joe Lamb zijn speelfilmdebuut maakt, staat zijn mannetje in zowel het menselijk drama als de hightech actiescènes. Van mensen als Spielberg – die met ET en Close Encounters of the Third Kind twee sciencefiction klassiekers maakte – en Abrams (Lost, Star Trek) had ik wel een iets origineler alien verwacht, dan deze slecht doordachte echo van eerdere filmmonsters. We zien het door de vingers, aangezien hij toch maar weinig screentijd krijgt.
ET was wat dat betreft meer een persoonlijkheid. Die film zag ik laatst voor het eerst sinds jaren weer op televisie. Het viel me op dat die film nog niets aan kracht heeft ingeboet.
Een week nadat Captain America, de eerste held van Marvel Comics, in première ging, vliegt Green Lantern in de bioscoop. Als je echter maar voor één superheldenfilm een kaartje wil kopen deze zomer, dan zou ik de groene lantaarn links laten liggen en voor het Amerikaanse volksvermaak gaan dat Captain America: The First Avenger biedt.
Als het om verfilmingen van hun striphelden gaat, loopt DC Comics hopeloos achter op Marvel. Afgezien van twee boeiende delen in de Batman-reeks van meesterregisseur Christopher Nolan is het de laatste jaren armoe troef wat de DC-helden betreft. Bryan Singer wist met zijn Superman Returns niet echt een eigen stempel te drukken en bleef te veel hangen in het verleden van de voorgaande films met Christopher Reeve. Singer maakte wel een aardige film, maar een blijvertje dat meerdere delen voortbracht werd het niet. Men is nu druk bezig met de franchise opnieuw een injectie te geven.
The Green Hornet kwam een paar maanden geleden uit met Seth Rogen in de hoofdrol. Aardige jongen die Rogen, maar een superheld is hij niet. En nu is er Ryan Reynolds die het groene pakje van Green Lantern heeft aangetrokken om de barricaden op te gaan en Marvel een poepje te laten ruiken. (Eerder speelde Reynolds nog Deadpool in X-Men Origins: Wolverine.) Toch is Green Lantern in dat opzicht een mislukte poging.
Cursus
De rolprent begint met een te lange Teleac-cursus over het ontstaan van de Green Lanterns. Het Green Lantern corps is een broederschap van krijgers van allerlei werelden die gezworen hebben de intergalactische orde te handhaven. Elke Lantern draagt een ring die hem superkrachten heeft: je kunt ermee vliegen en alles wat je je kunt bedenken kan door de ring worden gecreëerd. Als de aardse Green Lantern probeert te voorkomen dat een belangrijke politicus (Tim Robbins) met zijn helikopter crasht, creëert hij een raceauto waarop de helikopter rondgereden kan worden. Tijdens zijn training tovert Green Lantern een zwaard van groene energie tevoorschijn. De hoeveelheid energie die de ring bezig wordt bepaald door de hoeveelheid wilskracht van de drager.
Zo, ben je nog wakker?
Lefgozer
De bijdehante testpiloot Hal Jordan is de eerste mens die is uitverkoren om een Green Lantern te worden. Omdat de nieuwe rekruut een lefgozer is die iedere verantwoordelijkheid uit de weg gaat, wordt de eerste mens in de broederschap met enige scepsis ontvangen door de leider van het stel. En niet geheel onterecht: Hal gelooft zelf ook niet erg in zijn eigen kunnen. Pas wanneer hij beseft dat hij zijn angst moet overwinnen kan hij een volwaardige held worden. Uiteraard is juist zijn menselijkheid een troef in de eindstrijd tegen Parallax, de kwaadaardige entiteit die gevoed wordt door haat. Er worden dus belerende thema’s in Green Lantern aangestipt.
Regisseur Martin Campbell en de cast bedoelen het ongetwijfeld goed, maar weten geen boeiende film af te leveren. Daarvoor slaapwandelen de personages te veel door de clichés van het superheldengenre. Wederom wordt het Lois Lane-syndroom uit de kast getrokken: het meisje van de held (gespeeld door de aantrekkelijke Blake Lively) wordt ontvoerd door de schurk. De strijd tussen de mannen draait zowel om het veroveren van haar hart als om het redden van de wereld. Dat hebben we wel vaker gezien de laatste jaren. Dat Green Lantern het voorspelbare patroon van het genre niet ontstijgt, is op zich niet het ergste: het volledig ontbreken van enig noemenswaardige humor is dat wel. Ook de actiescènes voelen plichtmatig aan.
Kortom, wat betreft de filmstrijd tussen Marvel en DC, slaat de laatste met de saaie Green Lantern verfilming nog geen deuk in een pakje boter. Marvel Comics staat ook in de bioscoop ver voor op concurrent DC.
Blog- en stripvriend en VPRO-collega Menno Kooistra maakt al een tijdje videomontages voor CinemaTV – het filmprogramma van de VPRO dat op het web te zien is. Voor deze montage mixt Menno filmbeelden thematisch door elkaar. Ze gaan als het ware de Mennoblender in. Vaak komt daar dan een aardige video uit. Zijn laatste edit vind ik erg leuk en wil ik graag met je delen.
Vinyl en cinema: het is een combinatie die al veel moois heeft voortgebracht. Achter het romantische beeld van het draaiende zwarte schijfje – de krakende naald waar geluid uit komt, samen luisteren met je geliefde of helemaal in je eentje in de muziek opgaan – gaan veel verhalen schuil.
Zelf vind ik High Fidelity en Almost Famousde mooiste films over popmuziek en de liefde voor vinyl. Maar er zijn nog veel meer films over dit boeiende thema gemaakt. Enkele ervan heeft Menno in zijn montage gestopt. Zoals Ghost World waarin het personage Seymour oude bluesplaten verzamelt en de man waarop dit personage losjes gebaseerd is: Robert Crumb uit de documentaire Crumb.
Captain America: The first avenger is een zeer vermakelijke pulpfilm, vol spetterende actie en bovenal een sympathieke held achter het masker.
Als jonge tiener had ik alleen maar kunnen dromen van de stroom aan goede superheldenstripverfilmingen die tegenwoordig in de bioscoop te zien zijn. Oké, er was een televisieserie over Spider-Man in de jaren zeventig, twee matige tv-films over Captain America en niet veel later een goeduitgedachte poging om de Hulk op het kleine scherm te brengen. In de vroege jaren negentig waren er films over The Punisher en Captain America. Maar deze direct to video producties mogen nog niet eens in de schaduw staan van de cinematografische blockbusters waar de Marvel stripfan sinds X-Men (2000) van Bryan Singer op getrakteerd wordt.
Het wachten is tot volgend jaar de film The Avengers uitkomt, waarin de Marvelhelden de Hulk, Iron Man, Thor, Black Widow, Hawkeye en Captain America een hoofdrol in zullen spelen. Afgezien van Black Widow en Hawkeye heeft nu iedere held afzonderlijk in ieder geval één filmavontuur op zijn naam staan. Captain America ging vorige week in première in Amerika en draait deze week vanaf de 28ste in de Nederlandse zalen.
Captain America is naast Spider-Man de meest iconografische held van uitgeverij Marvel Comics. Dit jaar wordt de supersoldaat alweer 70 jaar. Het waren de heren Joe Simon and Jack Kirby die Cap voor het eerst op papier zetten in maart 1941. Op de cover van die eerste comic geeft de held een ferme klap tegen niemand minder dan Adolf Hitler himself. Hiermee begon feitelijk de Marvel Age of Comics waarin supertypes de wereld een beetje schoner maken, ook al heette de uitgeverij toen nog Timely Publications.
Sukkeltje met een goed hart
In Captain America: The first avenger van regisseur Joe Johnston wil Steve Rogers (Chris Evans) wil kostte wat het kost soldaat worden in het Amerikaanse leger om de nazi’s een poepje te laten ruiken. Rogers, die keer op keer door bullebakken klappen krijgt, geeft als motief op dat hij niet van pestkoppen houdt. Helaas wordt zijn aanvraag telkens afgewezen: de slappe, magere Rogers kan nog geen deuk in een pakje boter slaan. Dat verandert als hij wordt geselecteerd voor een speciaal project om supersoldaten te creëren – een natte droom die menig Amerikaanse generaal tot op de dag van vandaag nog steeds zal hebben vermoed ik.
Rogers krijgt een superserum toegediend waardoor zijn lichaam van het een op het andere moment in dat van Arnold Schwarzenegger. In beginsel wordt Captain America slechts ingezet als propagandamiddel, maar als snel bewijst Rogers dat hij zeer effectief kan zijn in de Amerikaanse strijd tegen de nazi’s, in het bijzonder tegen Red Skull (Hugo Weaving) die de HYRDRA organisatie leidt – een afgeleide van Hiter en co. die op eigen kracht streeft naar wereldoverheersing.
Captain America: The first Avenger is een zeer vermakelijke pulpfilm geworden, vol spetterende specialeffects en bovenal een sympathieke held achter het masker. Toch haalt de film het niet bij de beste stripverfilmingen X-Men 2 en Spider-Man 2.
De casting van de charmante Chris Evans is een schot in de roos. Evans speelde eerder Johnny Storm/Human Torch in de twee Fantastic Four-films. Hij lijkt niet alleen op de Steve Rogers uit de strip, hij brengt ook de juiste combinatie van geloofwaardigheid en enthousiasme mee om deze iconografische rol te dragen. Tommy Lee Jones speelt de sarcastische Kolonel Chester Phillips met zichtbaar plezier. De verbale schermutselingen tussen beide heren leveren genoeg lachmomenten op.
Huidprobleem
De grote misser in deze film is de schurk Red Skull. Dat Hugo Weaving kan acteren heeft hij al vele malen bewezen, maar zijn uitvoering van de afvallige nazi met een serieus huidprobleem is onder de maat. Dat ligt vooral aan het feit dat deze machtswellusteling zo plat als een dubbeltje geschreven is. Je kunt anno 2011 niet meer aankomen met het type derderangs Bondschurk dat de wereld wil overheersen just for the hack of it. Aangezien Red Skull net als Rogers is geïnjecteerd met het superserum en daarmee qua kracht en vermogen de schaduwversie is van Captain America, had er mijns inziens uit hun confrontatie veel meer gehaald kunnen worden.
Leuk is de sequentie waarin Cap wordt ingezet als propagandamiddel: we zien hem op toneel een acteur neerslaan die Hitler speelt en er worden fragmenten getoond van de filmserials waarin Cap de hoofdrol speelt – net als in de echte jaren veertig waarin de strips van Cap het moraal van de Amerikaanse soldaten een boost moest geven en er een serial over hem in de Amerikaanse bioscopen draaide.
Blijf bij Captain America: The first avenger vooral in de zaal zitten tot na de aftiteling om de lekkermakende preview te zien van The Avengers.
Nu zat ik afgelopen week niet in San Diego om de Comic Con bij te wonen, toch zijn de hoogtepunten van de beurs goed te volgen via het web. Uiteraard was er ook een presentatie van de nieuwe Spider-Man film die we volgend jaar in juli mogen verwachten.
Nu vond ik de tweede video van het panel op de site GeekTyrant niet veel meer toevoegen dan dat we al weten, de speech van Andrew Garfield in de eerste video is echter de moeite van het kijken waard. De jonge acteur die Peter Parker speelt is vol enthousiasme over zijn rol. Garfield gebruikt bombastische en woorden vol passie om te vertellen wat dit strippersonage voor hem betekent. Dat Peter Parker voor hem een voorbeeld is van iemand die nooit opgeeft. Een stripheld die inspireert. Dat horen we graag als het om ons favoriete webhoofd gaat.
Of hij met zijn ludieke actie de harten van alle stripfans heeft gewonnen, valt nog te bezien. De liefhebbers van de strip die verfilmd wordt zijn immers het meest kritisch op alles wat er met hun held gedaan wordt. Mijn zegen heeft Garfield in ieder geval. Mocht de film alsnog erg tegenvallen volgend jaar… ach, dan duiken we gewoon weer in de papieren avonturen van Spider-Man.
Vorige week werden we getrakteerd op enkele promotiefoto’s. Deze week ‘lekte’ de teaser trailer van The Amazing Spider-Man op het web. Eerst waren er alleen met eigen camera geschoten low res versies van te vinden, die maar al te snel werden verwijderd door Sony Pictures. Daarna kwam de filmmaatschappij met een high res versie op de proppen.
Het is natuurlijk geen toeval dat deze week de Comic Con in San Diego, de belangrijkste en grootste stripbeurs in Amerika, plaatsvindt. Het stripvolk wordt daar altijd lekker gemaakt met speciale voorproefjes van strips en films die uitkomen, in de hoop dat ze een buzz veroorzaken op het interpret.
Eerlijk gezegd wilde ik er in eerste instantie niet naar kijken. Het duurt nog tot juli volgend jaar dat de film uitkomt. Dergelijke teasers roepen vaak alleen maar torenhoge verwachtingen op die de uiteindelijke film lang niet altijd kan waarmaken. Maar het is Spider-Man en dus moest ik wel kijken.
Voorzichtig speculerend op wat het promofilmpje ons laat zien, heeft regisseur Marc Webb de mosterd inderdaad van de Ultimate serie vandaan gehaald. De oorsprong van Spidey lijkt verweven met een experiment van Osborn Industries, het bedrijf van Norman Osborn.
In de Ultimate-strip was Peter Parkers vader ook een briljant wetenschapper. Peter ontwikkelt het webvloeistof door formules van zijn vader te gebruiken. In de strip doet hij dat overigens met de hulp van Mary Jane, maar aangezien Gwen Stacy in de film rondhuppelt en van mijn favoriete roodharige geen spoor te bekennen valt, kunnen we aannemen dat er wel het een en ander is aangepast aan het verhaal. En zo hoort het ook bij adaptaties. De regisseur die letterlijk de oorspronkelijke strip volgt, maakt een voorspelbare film. Voor de lezers althans.
Ben benieuwd hoe Martin Sheen uitpakt als Oom Ben. Hij lijkt me een heel ander type dan Cliff Robertson. Maar goed, de Oom Ben uit de strip geschreven door Bill Jemas en Brian Michael Bendis, is dan ook iets anders dan hoe Stan Lee hem ooit bedacht heeft. Net als May Parker, die veel minder het fragiele vrouwtje is dan Lee’s versie.
Andrew Garfield is duidelijk een andere Peter Parker dan Tobey Maguire. Het shot van hem in de klas, voorovergebogen over zijn werk, gehuld in zijn hoodie, geeft wel aan dat hij het buitenbeentje is en zichzelf van de rest afsluit. Maar Garfields Parker komt in de trailer minder sukkelig over dan hoe Maguire hem in het begin van Sam Raimi’s film neerzette.
Na het zien van de trailer en het feit dat iemand als Garfield is gecast, bekruipt mij dan ook het gevoel dat men zich deels richt op het Twilight-publiek.
Nou ja, allemaal speculatie natuurlijk. Precies wat de filmmaatschappij met zo’n trailer wil bereiken: dat mensen praten en speculeren over de film en via het web een buzz veroorzaken – een jaar voordat de film in de bios uitkomt.
Vanaf begin augustus worden in de Pathé bioscopen (bijna 160 zalen) in het voorprogramma van de grote zomerfilms, vier nieuwe korte Nederlandse animatiefilms vertoond. Een groot bioscooppubliek kan nu genieten van deze ultrakorte animatiejuweeltjes van maximaal 2 minuten.
De vier films die sterk verschillen in stijl en techniek werden door het Nederlands Filmfonds in samenwerking met Pathé geselecteerd.
Nu ken je het toch al van Bastiaan Schravendeel, is als eerste te zien in het voorprogramma van De Smurfen, vanaf 3 augustus in de bios. Heel toepasselijk zal de film Guerilla van Sjors Vervoort vanaf 18 augustus te zien zijn voorafgaand aan Rise of the Planet of the Apes.
De andere films zijn Overlast van Han Hoogerbrugge en Brand van Maarten Koopman. Hoogerbrugge en producent Submarine tekenden ook voor de leader van het programma. De programmering van deze titels wordt binnenkort bekend gemaakt op de websites van Pathé en het Filmfonds.
Ik zag de vier films laatst in een voorpremière en vond Nu ken je het toch al en Overlast de boeiendste animaties. De eerste gaat over het meisje Robin dat op Koninginnedag boekjes met eigen verzonnen verhaaltjes probeert te verkopen. Terwijl zij steeds zelfverzekerder aan een klant vertelt waar één van de boekjes over gaat, luisteren de personages uit dat verhaaltje gespannen toe. Regisseur Schravendeel, in 2010 afgestudeerd aan de HKU, maakte een mooie korte animatie, waarin de stemactrice die Robin insprak zeer overtuigend speelt. Het is de enige van de vier waarin een echt rond verhaal verteld wordt.
In Overlast van Hoogerbrugge draait het om zijn visuele alterego die zich stoort aan zijn medemens en het onnodige geluidsoverlast dat hij veroorzaakt. Op alles wat hem niet bevalt heeft hij commentaar en onderneemt hij actie om de overlast te stoppen. Zo schreeuwt hij de overlastveroorzaker hard toe en slaat diens hoofd herhaaldelijk op het tafelblad. Harde acties dus. De frustratie van de hoofdpersoon is heel herkenbaar: wie zou niet de harde beller in de trein of bioscoop toe willen schreeuwen dat hij nu eens zijn kop moet houden.
Het is het tweede jaar dat een serie ultrakorte animatiefilms gedurende de zomerperiode bij Pathé vertoond wordt. In 2010 zagen meer dan 600.000 bezoekers de eerste serie filmpjes bij onder andere Shrek Forever After, The Last Airbender en Jackass 3D.
Ik moet zeggen dat ik niet heel wild enthousiast word als ik de foto’s van het kostuum zie. Er stonden al eerder foto’s van Spideys pak online, maar ik dacht toen nog dat het lelijke ontwerp van alles te maken had met de special effects, dus dat het een speciaal stuntpak was om later makkelijker de beelden digitaal te kunnen bewerken. Maar aan deze plaatjes te zien wordt dit het kostuum waarin Andrew Garfield het geliefde webhoofd gestalte moet geven. Dat kleren ook de Spider-Man maken, is kennelijk nog niet doorgedrongen bij kostuumontwerper Kym Barrett, anders had hij Spidey niet in dit gedrochtig turnpakje laten rondlopen.
Spidey lijkt verdomme net een stuntman uit in een Justin Timberlake videoclip. Of een gay bikerboy in een hedendaagse Corman-film. En we moeten het geheel tot overmaat van ramp ook nog eens in 3D aanzien.
Nu waren de eerste ontwerpen van James Acheson uit de eerste trilogie ook behoorlijk afwijkend van de stripversie, maar uiteindelijk besefte Acheson dat hij het beste zo dicht mogelijk bij het kostuum uit de strips kon blijven. Steve Ditko maakte een zeer pakkend ontwerp toen hij Spider-Man voor het eerst op papier zette. Ik zie mijn favoriete webhoofd het liefste dus op die manier. Zelfs in de televisieserie uit de jaren zeventig, waar van alles mis mee was, was het kostuum een goede weergave van Ditko’s ontwerp.
Nou goed, we zullen zien hoe Garfield het er als Peter Parker vanaf brengt. Hij gaat het opnemen tegen The Green Goblin (Irrfan Khan) en De Lizard (Rhys Ifans). Twee schurken én het ontstaan van Spider-Man in één film, dat belooft weer een lekker vol script te worden. Een overdaad aan personages was een van de problemen van de laatste productie.
Emma Stone speelt Gwen Stacy, Peters eerste geliefde die in de strips vermoord werd door The Green Goblin. Martin Sheen speelt Oom Ben, Sally Fields Tante May. Laat ik van tevoren niet te veel speculeren en de film met positieve verwachting tegemoet zien. Mocht het dan toch niets worden, dan troost ik me met het idee dat Raimi en Maguire twee heel goede Spider-Man-films hebben gemaakt – erger dan Spider-Man 3kan de reboot toch niet worden. (Kennis van die verschrikkelijke derde film heb ik inmiddels chirurgisch uit mijn brein laten verwijderen…)
In Boerke in Hollywood neemt Pieter de Poortere een brede collectie Hollywoodfilms op de hak. In één tekstloze pagina geeft de Gentse stripmaker een eigen draai aan een bekend filmverhaal. Uiteraard met een hoofdrol voor Boerke. Of Hoerke als het om een vrouwelijke hoofdrol gaat. Van Het Monster van Frankenstein tot Psycho, van Taxi Driver tot The Hurt Locker: Boerke zet de film op stelten.
Een leuk concept, dat zeker, maar niet altijd even geslaagd uitgevoerd. Soms wijkt de Poortere zodanig af van de oorspronkelijke film dat deze moeilijk herkenbaar is. Zijn versie van A Few Dollars More had eigenlijk over iedere willekeurige Western kunnen gaan.
De grap draait ook vaak uit op de dood van Boerke of een of andere seksuele twist. Zo kiest de Prins op het Witte Paard ervoor het bed te delen met de zeven dwergen als blijkt dat Sneeuwwitje dood is. Boerke als Robin Hood verkiest het bezoek aan een hoer boven het bevrijden van Lady Marian als blijkt dat een kuisheidsgordel hem de toegang tot haar schoot ontzegt.
Soms maakt De Poortere het zichzelf wel heel makkelijk door bij herhaling terug te vallen op opblaaspoppen en poepende vogels.
Daarentegen komt de stripmaker in sommige strips juist erg sterk uit de hoek. Hij weet de scène uit The Shining waarin Jack Nicholson zijn vrouw met een bijl belaagt, tot een aardige anticlimax te brengen.
In de parodie op Cocktail probeert Boerke indruk te maken op de schoonmaakster door flink te schudden met een cocktailbeker. Dit blijkt uiteindelijk een urn vol as te zijn die de zuurkijkende nabestaanden komen ophalen.
En in Kill Bill, de leukste visuele grap van het album, gaat de stripmaker speels met het medium om:
Een decennium Boerke
De Poortere debuteerde tien jaar geleden met Boerke. Hij won toen meteen de Stripschapspenning voor het beste Nederlandstalige album van het jaar. Het zwijgzame mannetje, Dickie in het Engels, kent een internationale carrière en is onder andere in Tsjechië, Amerika, Zweden, Slovenië en Taiwan verschenen. Boerke in Hollywood is een aardig album om tien jaar Boerke mee te vieren, al is het album van wisselende kwaliteit.
Pieter de Poortere – Boerke in Hollywood
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN978-90-549-2318-3 Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.
De Muppets van Jim Henson. Wie is er niet lachend groot mee geworden?
In Hollywood houden ze van recyclen. Daarmee vertel ik niets nieuws. De meeste reboots of remakes kunnen me gestolen worden, maar als er een nieuwe Muppet Movie wordt aangekondigd, ben ik wel meteen nieuwsgierig. Vanwege de nostalgische waarde natuurlijk.
Aan de trailer te zien wordt het een brave film voor het hele gezin, zonder heel scherpe of gewaagde grappen, maar toch.
In de States draait de nieuwe Muppet-film van Disney al in november, hier moeten we wachten tot februari volgend jaar, of de eerst beschikbare download. Na het zien van de trailer ben ik in ieder geval wel benieuwd geworden naar de film. En jij?
Hier een korte synopsis van de film:
On vacation in Los Angeles, Walter, the world’s biggest Muppet fan, and his friends Gary (Segel) and Mary (Adams) from Smalltown, USA, discover the nefarious plan of oilman Tex Richman (Cooper) to raze the Muppet Theater and drill for the oil recently discovered beneath the Muppets’ former stomping grounds. To stage The Greatest Muppet Telethon Ever and raise the $10 million needed to save the theater, Walter, Mary and Gary help Kermit reunite the Muppets, who have all gone their separate ways: Fozzie now performs with a Reno casino tribute band called the Moopets, Miss Piggy is a plus-size fashion editor at Vogue Paris, Animal is in a Santa Barbara clinic for anger management, and Gonzo is a high-powered plumbing magnate.