Categorieën
Film

The Monster of Nix: Een sprookje voor Max

The Monster of Nix is een sprookjesachtige film die kunstenaar Rosto voor zijn zoon Max maakte. Terry Gilliam en Tom Waits spraken een rol in.

Overrompelend, nachtmerrieachtig, hallucinerend – enkele sleutelwoorden die het oeuvre van de multikunstenaar Rosto beschrijven. Een oeuvre dat heel consistent in elkaar steekt, of het nu gaat om de videoclip The Dark voor Anouk, de online graphic novel Mind My Gab of zijn laatste creatie The Monster of Nix, een sprookjesachtige animatiefilm van 30 minuten, bedoeld voor kinderen vanaf 10 jaar.

Personages die we eerder in zijn werk tegenkwamen, zoals de bosgeesten de Langemanne en hun tegenstrever Virgil maken ook weer hun opwachting. Al is Virgil ditmaal een zwaluw in plaats van een duister type met lange gedaante en sprak niemand minder dan Tom Waits zijn stem in. Ook nu speelt muziek een bepalende rol in de animatiefilm. Sterker nog: The Monster of Nix is een musical geworden, waarvoor Rosto zelf de miniopera schreef die werd uitgevoerd door onder andere het Metropole Orkest, de Amerikaanse artrockers The Residents en de Franse indie band The Dø.

The Monster of Nix. Links: Willy.

Spiegels
Een film van kunstenaar/regisseur/muzikant Rosto interpreteren is net zoiets als een surrealistisch schilderij proberen uit te leggen. Op het moment dat je een idee van de betekenis van het plaatje hebt, transformeert het beeld in iets anders, soms met dezelfde elementen en figuren, maar altijd in een nieuw, fascinerend tableau.

Rosto praat bij voorkeur niet over de betekenis van zijn werk. Hij wil de film niet voorkauwen. Liever houdt hij met zijn films de toeschouwer een spiegel voor. Spiegels komen ook veelvuldig voor in Rosto’s universum. ‘Het moet over interactie gaan tussen de toeschouwer en mij. Je moet je erin kunnen herkennen zonder dat ik meteen mijn interpretatie ervan opleg. Goed, het werk gaat erg over mijzelf, maar mijn overtuiging is dat hoe persoonlijker ik iets maak, hoe universeler het uiteindelijk wordt.’

The Monster of Nix is Rosto’s meest toegankelijke film tot nu toe. Waar de animatie over gaat? We doen een poging. ‘De synopsis is zoiets als: “Het leven is goed in het prachtige dorp Nix totdat een alles verorberend monster verschijnt. De jonge Willy moet het in zijn eentje bevechten.” Dat is het verhaaltje aan de oppervlakte, maar daar gaat de film eigenlijk niet over,’ vertelt Rosto.

Sprookje
‘Met The Monster of Nix probeer ik schaamteloos een sprookje te vertellen vanuit mijn mythologie. Het is een sprookje op een bijna traditionele manier: mythologie zonder religieuze aspecten. Het is ook een traditionele vertelling in de zin dat het clichéachtige punten raakt zonder dat het clichématig wordt. In het begin huiverde ik van het idee dat Willy bij zijn oma woont. Het lijkt namelijk erg voor de hand te liggen, maar als je er echt bij stilstaat, blijkt er van alles in te zitten. Die situatie roept vragen op als wat er met zijn ouders is gebeurd. Er zit veel gesuggereerde voorgeschiedenis in dat jongetje, wat hem meteen zwaartekracht geeft. Je ziet bijvoorbeeld dat hij er heel veel moeite mee heeft om in de steek gelaten te worden. Voor een jongetje van die leeftijd is je oma ook een heel belangrijk persoon. Als je die kwijtraakt is dat nogal wat.’

In de film slokt het Monster de sprookjeswereld en de verhalen daarin op stormachtige wijze op. Wat achterblijft is het grote niets, een wit vlak. Maar daarin schuilt ook de ruimte voor nieuwe verhalen. ‘Dit verhaal is heel zelfreferentieel. Het gaat om het gegeven dat je in een verhaal zit en dat daar een einde aan komt. Het heeft te maken met het besef dat er een einde is aan alles. Op een gegeven moment gaan oma’s weg, zijn verhalen afgelopen, gaan er dingen stuk. Maar ik suggereer ook dat dingen in cycli gebeuren, de film eindigt zoals die begon, want er is altijd wedergeboorte. Dat is de natuur van de dingen en dat zit in al mijn werk.’

Onderbuik
Eigenlijk was The Monster of Nix bedoeld als een luchtig tussendoortje na de zware bevalling van het nachtmerrieachtige Jona/Tomberry. Voor deze animatiefilm van 12 minuten kreeg Rosto op het filmfestival van Cannes in 2005 de Canal+ prijs voor de beste korte film in de Semaine de la Critique.

Jona/Tomberry kostte me bijna mijn kop, daar zat heel veel van mezelf in. Ik probeerde echt het binnenste naar buiten te trekken,’ vertelt de filmmaker. ‘Ik denk niet dat de wereld zit te wachten op bullshit, daarom vind ik het belangrijk dat je zo eerlijk mogelijk bent. Kunstenaars hebben de plicht om dat wat ze zien en wat zij weten, zichtbaar, hoorbaar en voelbaar te maken. Dat zijn niet de harde dingen, maar de meer poëtische dingen. Die zitten altijd hier, in je onderbuik.’

Hoewel The Monster of Nix wellicht niet zo’n diepte-investering zou worden wat Rosto’s zielenroerselen betreft, duurde het uiteindelijk toch zes jaar om de film te maken. ‘De harde kant van het filmmaken was drie jaar met het plan onder je arm met verschillende mensen iets van de grond proberen te krijgen. Uiteindelijk heb ik beslist dat het beter was om zelf een productiebedrijf op te richten, om zelf de uitvoerende producent zijn.’

Max
De inspiratie voor de film kwam van Rosto’s zoon Max. Max was op zesjarige leeftijd al een waar connaisseur van het universum dat zijn vader schiep en wilde meer weten over de goedaardige bosgeesten de Langemanne. ‘Het zijn wezens die alleen door kinderen gezien kunnen worden, dus ik denk dat dit meteen al tot de verbeelding van een zesjarige spreekt. Daarbij leven ze in een sprookjesachtige wereld, terwijl veel van mijn andere werk veel meer in de duistere krochten van de psychoanalyse zit.’

Max, inmiddels twaalf, was bij alle fasen van het productieproces betrokken, hij was het testpubliek van de film. Als Max iets niet goed vond werd het aangepast. ‘Het mooie van Max is dat hij ongezouten zijn mening geeft. Tot schrik van het animatieteam, want hij staat soms gewoon mee te kijken en zegt dan “Ga je dat nog fixen of laat je dat zo?” Dat doet hij in kinderlijke onschuld, toch hij heeft bijna altijd gelijk. Hij heeft een scherp oor en een heel goed oog voor die dingen,’ aldus de trotse vader.

Willy en Virgil.

Mengvorm
Net als Rosto’s eerdere films is The Monster of Nix geen volbloedanimatie, maar een mengsel van mediavormen. ‘Ik maak geen verschil tussen animatie en live-action. Ik beschouw mezelf niet als een animator, ik gebruik animatietechnieken omdat ik daarmee hardop kan dromen. Dankzij de techniek is alles tegenwoordig een mengvorm, je kunt bijna geen verschil meer maken tussen live-action, animatie en postproductie.’

De productie van The Monster of Nix begon dan ook bij live-action opnames waarbij acteurs in kostuum voor een green screen hun rol spelen. Max speelde ook een rol, namelijk die van de Rostostilstkin, een personage dat qua uiterlijk verdacht veel op zijn vader lijkt. In de film zijn Max’ lichaamsbewegingen gebruikt, het groene masker dat hij tijdens de opnames droeg werd vervangen voor een geanimeerd gezicht.

Het hoofdpersonage Willy is ook gestoeld op Max. Hij sprak de tijdelijke soundtrack van het personage in. De animatoren hebben voor Willy’s gezichtsuitdrukkingen goed naar Max gekeken. De actrice die Willy speelt heeft in haar spel gedragingen en kleine tikjes van de jongen opgenomen. ‘Max zijn ziel zit echt in de performance van Willy. Hij ziet er uit als een mix tussen Kurt Cobain en Max die er toen ook letterlijk zo uitzag met z’n lange blonde haar en grote blauwe kijkers. Het is een eigenwijs jongetje, een heel complex personage.’

Gilliam en Waits
Voordat de animators aan de slag gaan, worden doorgaans eerst de stemmen opgenomen. Op die manier kunnen de animators de dynamiek van de performance van de acteur gebruiken bij de animatie van het personage. Als je twee eigenzinnige types als Tom Waits en Terry Gilliam hebt als acteurs, wil je hun energie natuurlijk zo veel mogelijk benutten. Waits nam Virgil voor zijn rekening. ‘Hij is altijd een inspiratiebron geweest voor het duistere en theatrale voorkomen van Virgil,’ zegt Rosto.

De animator kent Terry Gilliam al jaren, dus met een telefoontje was zijn toezegging geregeld. De opnames verliepen minder soepel. ‘Terry heeft sinds Monty Python geen stemmen meer gedaan, dus die zat flink te zwoegen in de inspreekcel. Hem regisseren was in eerste instantie heel tricky, omdat hij zichzelf wilde regisseren. Hij stond vaak op het punt om te zeggen dat het niet ging lukken. Terry was ook verbaasd dat hij opeens niet meer kon zingen. Hij had vroeger nota bene in het koor gezeten. Het was juist die onzekerheid en dat nerveuze gedoe wat ik wilde. Het personage de Ranger is namelijk een nerveus wrak. Na de lunch probeerde ik hem uit te leggen dat het juist te gek was als hij zijn noten miste. Ik zei: “Vertrouw mij nou maar, dit is precies was het karakter nodig heeft.” Toen hebben we wat teruggeluisterd en begon hij de humor van zijn gehannes in te zien. Daarna heeft hij zich volledig dienstbaar opgesteld.’

The Monster of Nix ging begin juni in première in Frankrijk op het 51ste Annecy Animatiefestival. Ondanks de lengte van slechts 30 minuten wordt de film mogelijk later dit jaar in de bioscoop uitgebracht.

Wie is Rosto?
Regisseur/kunstenaar Rosto maakt onder andere videoclips,
televisiewerk zoals leaders voor VPRO’s In Europa en Pinkpop en onafhankelijke korte films.
(The Rise and Fall of the Legendary) Anglobilly Feverson, Rosto’s bombastische, eigentijdse variant op het verhaal van Icarus, kwam uit in 2002.
Mind My Gap begon als een online graphic novel (nog steeds te zien op www.rostoAD.com), en groeide uit tot een mixed media project met muziek, print en films. In 2005 maakte hij Jona/Tomberry, die hij omschrijft als ‘Borges meets Murnau’. Thee Wreckers, de band waar hij vroeger mee optrad, leeft virtueel voort in zijn universum en films.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids#24.

Categorieën
Film Strips

Graphic novel Essex County wordt verfilmd

Verrassend nieuws uit Hollywood: de graphic novel Essex County wordt verfilmd. John Dykstra, visual effects supervisor, debuteert met Super Zero als regisseur.

Dat meldt de site Geek Tyrant.

Essex County verscheen vorig jaar in Nederlandse vertaling bij Oog&Blik/De Bezige Bij en is een 500-pagina’s tellend epos van de Canadese stripmaker Jeff Lemire. Lemire vertelt in drie verhalen de levenswandel van verschillende personages, beginnend bij de twaalfjarige Lester die, na het overlijden van zijn ouders, noodgedwongen bij zijn oom moet wonen. De jongen verkleedt zich graag als superheld. Hij vindt weinig aansluiting bij zijn oom, maar des te meer bij de oudere Jimmy Lebeuf met wie hij denkbeeldige ruimtewezens bestrijdt. Lebeuf was de sterspeler van het Canadese ijshockeyteam tot een hersenbeschadiging zijn carrière beëindigde.

John Carr schreef een script op basis van de strip.

De film zal live-action gedraaid worden maar er zal ook flink gebruikgemaakt worden van special effects. In het verhaal van Lemire vloeien fantasie en werkelijkheid naadloos in elkaar over en dat is hopelijk in de film ook het geval.

John Dykstra
Als het om special effects gaat, heeft John Dykstra een behoorlijke staat van dienst. Recent was hij nog visual effects designer van X-Men First Class, maar hij werkte ook mee aan Spider-Man 1&2, en Star Wars Episode IV: A New Hope. Voor die film ontwikkelde hij samen met anderen, waaronder Alvah J. Miller en Jerry Jeffress de Dykstraflex, een camera die computergestuurd is waardoor een camera minutieus telkens dezelfde beweging maakt. In de tijd voor digitale effecten werden veel beelden samengevoegd. Door de Dykstraflex kon dus telkens een nieuwe laag worden opgenomen, van bijvoorbeeld voorbijvliegende ruimteschipmodellen.

Of al die kennis van visuele effecten ook een goede acteursregisseur maken gaan we zien als Super Zero uitkomt. Dykstra werkt in ieder geval met prachtig bronmateriaal: ik vond Essex County een heel goede strip. (Zie hier mijn recensie.)

Categorieën
Film

George Lucas Strikes Back!

Veel fans vinden de Star Wars prequels maar niets. Dat werd in de documentaire The People versus George Lucas al mooi in beeld gebracht. Maar wat als die films niet gemaakt zijn door de man die vroeger door Jedi-fans op handen werd gedragen, maar door een bedrieger? En wat is er dan met de echte George Lucas gebeurd?

De webvideo George Lucas Strikes Back geeft het antwoord.

Ik werd op de video gewezen via @David Bronkhorst

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

X-Men First Class: Eerste klas superheldenfilm

Ik ben altijd een grote fan geweest van de X-men-films. Bryan Singer zette met zijn eerste twee films de juiste toon voor superheldenfilms: respect voor het stripmateriaal met ruimte voor een grap, goede casting en overtuigende special effects. X-Men 2 zal altijd een van mijn favoriete stripverfilmingen blijven.

Ik ben dan ook verheugd dat Singer nauw betrokken was bij de productie van X-Men: First Class, als producent en schrijver van het verhaal. Het script werd onder andere gepend door Jane Goldman en Matthew Vaughn die ook Kick-Ass scripten, de overdonderende film die ook door Vaughn geregisseerd werd.

X-Men: First Class is een prequel op de eerdere X-films en verhaalt hoe telepaat Charles Xavier en Erik Lensherr elkaar ontmoeten, hoe hun vriendschap ontstaat en uiteindelijk hun wegen scheiden op grond van onverenigbare politieke denkwijzen. Terwijl Xavier hoopt dat de mutanten in vrede kunnen samenleven met de mensheid, heeft Lensherr, alias Magneto die hoop allang laten varen. In zijn ogen zijn de mutanten, mensen met een speciale gave die zich manifesteert in de pubertijd, zijn de volgende stap in evolutie en de betere menssoort.

Nazi’s
De film begint met dezelfde scène als X-Men: We zien hoe de jonge Lensherr in een concentratiekamp in Polen wordt gescheiden van zijn ouders. Door de zware emoties die hij ervaart komen zijn gaven om magnetische velden en materialen te beïnvloedden, voor het eerst aan het licht. Niet alleen is de scène nagenoeg hetzelfde gefilmd als de openingsscène uit X-Men, ook de soundtrack van Michael Kamen is van de digitale opslag gehaald en eronder gezet. Slim, want de toonzetting doet daardoor herinneren aan het goede werk van Singer, terwijl de film daarna vrij is om eigen wegen in te slaan.

First Class speelt zich voornamelijk af in de jaren zestig en de strijd tussen Sebastian Shaw en de X-Men is gesitueerd rond de Cubacrisis. Shaw hoopt de Verenigde Staten en Rusland zodanig te manipuleren dat de mutanten als laatste zullen overblijven. Magneto heeft ook een persoonlijk appeltje met hem te schillen.

Net als bij de vorige films krijgt de kijker een grote groep personages voorgeschoteld. Uiteraard betekent dit dat een deel van de cast er wat bekaaid vanaf komt en dat de nadruk vooral ligt op de relatie tussen Xavier, Lensherr, Shaw en Mystique. Dat mag verder de pret niet drukken. De vervolgfilms zullen ruimte bieden om de andere personages verder uit te werken.

Cameo’s
Regisseur Vaughn trakteert ons op een combinatie tussen superheldenfilms en James Bond – de knipoog naar de films met Sean Connery is niet te missen in de stijl van de film en grandeur van de actie. Verder bevat X-Men: First Class leuke cameo’s van Hugh Jackman als Wolverine en Rebecca Romijn die Mystique in de eerste drie films haar prachtige gestalte verleende. Zoals gebruikelijk bij de X-men-films is er geen cameo van Stan Lee, die normaliter in iedere superheldenfilm die gebaseerd is op zijn creaties acte de presence geeft. Lee bedacht X-Men samen met Jack Kirby in 1963, al werd de serie pas echt populair onder het schrijverschap van Chris Claremont.

Een extra attractie is Kevin Bacon die Sebastian Shaw met zichtbaar plezier dik aangezet gestalte geeft. (Dik aangezet spelen lijkt overigens wel de standaard te zijn als het om (strip)schurken gaat, maar dat terzijde). Hij blijkt een aardig mondje Duits te kunnen spreken. Sowieso is deze aflevering van de reeks opvallend veeltalig. Opmerkelijk voor een Amerikaanse blockbuster.


X-Men First Class draait vanaf 2 juni in de bios.

Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie: Somewhere

Ik ga graag op zondagmorgen naar Cinecenter om een film te kijken. Het is om 11 uur nog lekker rustig in de zaal en halfwakker zijn met een kop koffie verkeerd in je hand is eigenlijk een prima manier om een film te zien.

Vandaag was dat Somewhere, de nieuwe film van Sofia Coppola. Ja, u mag mij als een fan van deze cineaste beschouwen. The Virgin Suicides, Lost in Translation en Marie Antoinette – ik heb van alle drie de films genoten. Ook haar nieuwste werkstuk is een bioscoopbezoek zeker waard.

Coppola biedt je de ruimte om rustig te observeren zonder dat ze dingen duidelijk uit de doeken wil doen. Je mag als kijker je eigen conclusies trekken binnen het narratieve kader dat de regisseur/scenarist bepaalt. Eigenlijk maakt ze slowcinema. Een verademing in het tijdperk waarin bombastische films de boventoon voeren om het popcornpubliek te behagen.

Somewhere is misschien wel de traagste film die ze tot nu toe maakte. De openingsscène, waar ook veel van de filmrecensies mee beginnen, zet de toon van de film: een zwarte Ferrari rijdt doelloos rondjes op een circuit, maar maakt een futloze indruk. Uiteindelijk stapt de bestuurder uit. Het is Johnny Marco (Stepen Dorf), een succesvol acteur die zijn dagen onverschillig doorleeft. Johnny wordt als het ware geleefd: hij wordt door zijn assistente naar persconferenties en premières gestuurd, tussendoor leeft hij in het Chataeu Marmont Hotel te Los Angeles. Hij valt verveeld in slaap als een tweeling in zijn slaapkamer een paaldansroutine afdraait. Verder stopt hij zelf routinematig zijn snikkel in iedere meid die zich aanbiedt, en aangezien hij een bekend acteur is, zijn dat er nogal veel.

De seks en stoeipoezen laten hem overigens onverschillig: hij presteert het om tijdens het beffen van zo’n vrijwilliger in slaap te vallen.

Coppola geeft commentaar op het leven van Hollywoodsterren zonder ook maar een seconde een filmset te laten zien. Het enige wat we daarvan meekrijgen is een moment waarin Johnny’s hoofd in een gietsel zit in de specialeffects-afdeling. Het spul moet een tijdje drogen en terwijl hij alleen in de kamer zit, horen we hem zwaar ademen onder het goedje terwijl de camera tergend langzaam inzoomt op zijn gelaat. Eigenlijk is Johnny zelf ook een afgietsel van een man waarvan de ziel zoek is geraakt.

Alles verandert als zijn dochter een paar dagen blijft logeren omdat zijn ex-vrouw wat tijd voor zichzelf nodig heeft. Het is door het contact met zijn dochter dat Johnny weer opleeft en beseft hoe leeg zijn leven eigenlijk is. Dit klinkt wellicht als een stoffige Disneyfilm, maar gelukkig wordt deze verandering door Coppola net zo ingetogen vertelt als de rest van de film.

Coppola neemt de tijd om haar verhaal te vertellen, doorspekt haar film met het type songs dat doet denken aan haar eerdere films. Allemaal films over een hoofdpersonage dat zich niet thuis lijkt te voelen in de wereld waarin hij leeft, op zoek naar zijn identiteit en rol in het geheel.

Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie: Dorian Gray

Het klassieke boek van Oscar Wilde The Picture of Dorian Gray heeft een eigentijdse verfilming gekregen. Simpelweg Dorian Gray geheten.


Het verhaal van Dorian Gray heeft me altijd gefascineerd. Het dat Dorians ziel geschoond blijft van zijn zondige handelingen, omdat de littekens van alle vuiligheid die hij uitvoert letterlijk in zijn geschilderde portret gaan zitten, heb ik altijd intrigerend gevonden. Het thema eeuwig jong blijven spreekt ook tot mijn verbeelding. Wildes roman, gepubliceerd in 1891, is daarom een van mijn favoriete boeken.

Met de verfilming van Oliver Parker ben ik niet ontevreden. Parker maakte een dynamische filmversie van het verhaal die enerzijds de sfeer meepikt van Londen in de vroege dagen van de twintigste eeuw, maar ook eigentijds aandoet.

Seks, drugs & moord
De film begint op het moment dat jongeling Dorian Gray een moord begaat en het lijk dumpt. Daarna wordt de klok een jaar teruggedraaid en zien we dat de latere moordenaar een verlegen, ietwat wereldvreemde jongeman is die zijn eerste stappen in het Londen van het laatste decennium van de negentiende eeuw zet. Al snel laat hij zich beïnvloeden door de levenswijze van Lord Henry Wotton die vindt dat je van alle geneugten des levens ten volle moet genieten. Dat de leerling de meester uiteindelijk overtreft komt vooral omdat Wotton zijn theorie graag predikt, maar lang niet altijd naleeft omdat hij daar toch te laf voor blijkt te zijn. Dorian verliest zich echter in een wereld vol lust, egoïsme en hedonisme.

Colin Firth speelt op heerlijk aanstekende wijze de cynische Wotton. Ben Barnes zet een verdienstelijke en onderkoelde Gray neer. Zijn Dorian is kleurrijker en minder stijf dan hoe Hurd Hatfield de jonge aristocraat in de filmversie uit 1945 gestalte gaf. In die toneelmatige versie wordt voor schrikeffect het schilderij in felgekleurde technicolor getoond, terwijl de rest van de film in sober zwart-wit is gedraaid. Wat overigens normaal was voor die tijd.

In Parkers versie wordt het portret echt een levende entiteit. Dit doet hij door op effectieve wijze een subjectief point-of-view shot vanuit het schilderij te tonen. De maden die uit de verf kruipen en een creatief gebruik van digitale effecten maken de illusie compleet.

Overigens schiet de digitale toverij soms wat tekort, zoals in het openingshot van Londen. Dit craneshot begint met een panorama van de stad waarna de camera langzaam naar beneden gaat en de straat van Dorian Grays huis toont. Het beeld voelt te digitaal geschilderd aan, wat een laag budget doet vermoeden. Voor CGI-effecten geldt immers net zo goed als voor een halsketting dat de zwakste schakel de kracht van het geheel bepaalt.

DVD
De film uit 2009 is recent door entertainment one op dvd uitgebracht. Helaas ontbreken er extra’s op de schijf. Ook is het niet mogelijk om bij het opstarten meteen naar het hoofdmenu te gaan, maar moet je eerst alle trailers skippen voor je met de film kunt beginnen. Dat is nogal ergerlijk en komt bij Nederlandse versies van DVD’s helaas te vaak voor.

Categorieën
Film Filmrecensie

The People versus George Lucas: Fans willen hun jeugd terug

Veertien, vijftien jaar oud moet ik geweest zijn toen ik voor het eerst de eerste trilogie van Star Wars bekeek. Op een vhs’je – het waren de originele versies. Toen een paar jaar later de opgepoetste en digitaal aangevulde versies van de films in de bioscopen draaiden, heb ik niet de moeite genomen om deze te bekijken. Ik vond Star Wars leuk en heb me wel vermaakt met de prequels. Goed, Jar-Jar Binks irriteerde mij ook, maar ik vond dat jochie dat Anakin speelde in de film eigenlijk ook irritant. Toch heb ik niet meteen de neiging om George Lucas als de antichrist te bestempelen, zo diep zit Star Wars niet bij mij, in tegenstelling tot de die hard-fans die in de documentaire The People versus George Lucas aan het woord komen. Die willen hun jeugd terug. Wie niet?

‘George Lucas raped our childhood’ is een van de liedjes die in de documentaire The People versus George Lucas voorbij komt. Veel van de vroege fans, die zelf kind waren toen ze in de bioscoop Episode IV, V en VI zagen, voelen dat zo. Lucas bracht namelijk behoorlijke aanpassingen aan zijn films aan, zoals het digitaal toevoegen van extra personages, maar ook veranderingen die op karakterniveau veroorzaken. Schoot Han Solo in de oorspronkelijke versie een collega premiejager zonder pardon dood, in de nieuwe versie schiet de collega eerst op hem. Ongeloofwaardig vinden de fans dat, want een professionele premiejager zou nooit van een halve meter afstand moeten missen. De verandering maakt Solo softer en aardiger en dat spoort niet met hoe de fans de ruimteschavuit kennen. En ze hebben natuurlijk gelijk.

Geschiedvervalsing
In 1988 sprak George Lucas het Amerikaanse congres toe om ervoor te pleiten dat men oude zwart-witflms vooral niet digitaal mocht inkleuren. Dat zou geschiedvervalsing zijn. Nog geen tien jaar later probeerde diezelfde (?) George Lucas zijn eigen filmgeschiedenis te herschrijven door de oorspronkelijke Star Wars-trilogie aangepast uit te brengen. Ik schrijf bewust probeerde, want hoewel in de toekomst misschien alleen de nieuwe versies beschikbaar zijn, waren er miljoenen toeschouwers getuige van de originele trilogie. Geschiedenis kan pas volledig gewist worden als er geen getuigen meer over zijn.

Wat de fans vooral steekt, is dat de creator weigert de trilogie in haar oorspronkelijke staat uit te brengen. Hierdoor zijn ze niet langer in staat om een nostalgische trip naar hun jeugd te maken, want als ze nu Star Wars: A new Hope opzetten, zien ze een andere film dan toen. Hopeloos dus. Ze voelen zich door hun god in de steek gelaten, want in wezen zegt Lucas dat de Heilige Schrift waar ze zo van houden niet perfect was en dat ze een inferieure versie van de Star Wars mythologie aanhangen. De christenen zouden het ook niet pikken als God opeens de bijbel zou herschrijven.

Fanfilms
Fascinerend volkje, die fans. Ze maken eigen remakes van Star Wars of films die voortborduren op het universum dat Lucas creëerde. Ze zijn bereid om voor Episode I: The Phantom Menace meerdere malen in de rij te gaan staan in de hoop dat ze zich na de zoveelste voorstelling kunnen verzoenen met de kinderachtige film die Lucas uitbraakte en die niet voldoet aan hun verwachtingen. Ze kopen alle merchandise waar het Star Wars-logo op staat, maar beklagen zich dat Lucas zo’n commercieel mannetje is geworden.

The People versus George Lucas van regisseur Alexandre Philippe is een fascinerende documentaire die interessante vragen aanstipt en oproept. Wie is nu eigenlijk de baas over Star Wars? Zijn dat de fans of is dat Lucas? Als je het vanuit het auteursrecht bekijkt, is de vraag gemakkelijk te beantwoorden. Lucas maakte de films, hij is de eigenaar. Maar, zo oppert iemand in The People versus George Lucas: vanuit ethisch oogpunt behoort het Star Wars universum de fans toe. Het is onderdeel van onze cultuur geworden en daarmee collectief bezit.

Overigens is het opvallend dat de kinderen van de oude fans geen moeite hebben met de nieuwe films en een figuur als Jar-Jar Binks juist heel grappig vinden. Nu heeft Lucas altijd gezegd dat Star Wars voor kinderen is bedoeld, dus wellicht heeft de man simpelweg gelijk door telkens nieuwe versies uit te brengen: op maat gemaakt voor een nieuwe generatie. Moeten die oude fans niet gewoon een kindertijd achter zich laten en eindelijk eens volwassen worden?

Hoe het ook zij: ik denk niet dat Lucas, stinkend rijk geworden dankzij zijn Star Wars, er wakker van zal liggen. En terwijl Lucas zijn eigen weg gaat, is het voor ons flink genieten van alle fanfilms die uit de liefde-haat gevoelens voor Lucas zijn voortgekomen.

The People vs. George Lucas – Trailer #3 from The People vs. George Lucas on Vimeo.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival kun je lezen op het blog van Zone 5300.

4 sterren

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

THOR: Hoe een dondergod volwassen wordt

De Noorse dondergod Thor, al jaren ingelijfd in het Marvel Universum, is de volgende in een rij superhelden die van het witte doek afspat. In 3D nog wel. Kenneth Branagh regisseerde een zeer vermakelijke en romantische blockbuster.

In wezen is Thor een familiedrama; een broedertwist tussen de broers Thor en Loki. Thor is de zoon die de goedkeuring van zijn vader wil, maar hij is nog te ijdel en impulsief om de troon van Odin, Koning van Asgaard, over te nemen. Na een impulsieve daad, ontneemt Odin Thor zijn goddelijke krachten en verbant hem naar de aarde. Ook stuurt hij Thors hamer Mjollnir die kant uit. Pas wanneer de zoon de macht van Thor waardig is, dus als hij ‘volwassen’ is geworden, zal hij Mjollnir weer mogen hanteren. Ondertussen ziet broer Loki zijn kans schoon om uit Thors schaduw te stappen en de macht te grijpen. Thor gaat dus eigenlijk over een superheld die de overgang van puber tot volwassene ondergaat.

Romantisch
De volwassenwording van Thor komt in een stroomversnelling als hij Natalie Portman ontmoet – ze is een wetenschapper die uitzonderlijke hemellichamen onderzoekt. In dat opzicht is niets menselijks deze Noorse god vreemd. Branagh geeft in de film het menselijk drama ruimschoots de ruimte.

Thors hamer zit op magische wijze stevig vast in een berg versteend zand. Dat levert in de film een aardig tafereel op dat duidelijk een knipoog is naar de legende van Koning Arthur: veel stevig gebouwde mannen proberen Mjollnir los te wrikken en op te tillen, maar niemand sterk of waardig genoeg zal het lukken.

Thor is wederom een held uit de koker van striplegende Stan Lee en een van de tekenaars van Marvel, namelijk de even legendarische Jack Kirby. Lee is natuurlijk de man achter creaties als de Hulk, The Fantastic Four, X-Men en Spider-Man. Dit keer tapte de goedlachse schrijver niet uit het vaatje van radioactiviteit of gammastraling om zijn held van buitengewone krachten te voorzien; hij maakte handig gebruik van Noorse mythologie om de wereld van Thor in het Marvel Universum in te voegen.

Stan Lee heeft overigens weer een leuke cameo, al zal ik niet verklappen welke kleine rol hij nu mag spelen. Hij is niet de enige met een cameo overigens. Schrijver J. Michael Straczynski speelt een kleine rol in een bar. Zijn reeks Thor-comics was ook een van de invloeden voor het script.

Het taalgebruik van Thor in de film is bloemrijk, maar niet zo barok als de stripversie. Al is vanaf het eerste moment dat hij voet op aarde zet, wel duidelijk dat Thor er niet echt thuis hoort.
Behalve dat hij zich zeer hoffelijk naar Natalie Portman opstelt – wie in het echte leven de hand van een vrouw vastpakt om een handkus te geven kan waarschijnlijk een klap verwachten – gooit hij ook vrolijk koffiemokken stuk op de grond om aan te tonen dat het hem smaakt.

3D spieren
Een extra pluim voor production designer Bo Welch: Asgaard ziet er fantastisch uit. Ook een zegen is het feit dat 3D-effecten ingetogen worden ingezet. Je komt niet duizelig de bios uit en de film is op meer gestoeld dan alleen visueel effectbejag. (Overigens, als Chris Hemsworth zijn ontblote, zwaar gespierde bovenlijf toont, snap je opeens wel waarom men voor 3D heeft gekozen.)

Kenneth Branagh zal niet willekeurig gekozen zijn om Thor te regisseren. Branagh heeft namelijk enkele filmadaptaties van Shakespeare op zijn naam staan. Koningsdrama’s zijn dus gesneden koek voor hem. Ook maakte hij verfilmingen als Mary Shelley’s Frankenstein een toneelstuk van Chekhov. Ik vermoed dat de producenten door Branaghs naam aan de film te verbinden deze extra allure hopen mee te geven. Ook de casting van acteer zwaargewichten als Anthony Hopkins en Portman geven de film krediet.

De cast zit dan ook stevig in het zadel. Hopkins zit de mantel van Odin als gegoten. Ook de Australiër Hemsworth is geen dom gespierd blondje, en weet Thor de juiste hoeveelheid warmte en humor te geven. Daarmee doet de film recht aan het schrijfwerk van Lee, die ook van goden mensen van vlees en bloed weet te maken.

Minpuntje is wel dat Thors optreden op aarde wel wat langer had gemogen. Ook het gevecht dat daar plaatsvindt stelt ietwat teleur: we hebben in het superheldengenre wel beter vuurwerk gezien. Dat gezegd hebbende: Thor is bijna net zo vermakelijk als de eerste Iron Man, en al is Hemsworth nog geen Robert Downey Jr., ik zie hem graag terug in een volgend avontuur van de Noorse dondergod.

Blijf vooral zitten tot na de aftiteling voor het bruggetje naar de film The Avengers die volgend jaar uitkomt.

Thor draait vanaf woensdag 27 april in de Nederlandse bioscoop, in 3D en IMAX 3D.

4 sterren

Categorieën
Film Strips

Batman: Year One verfilmd

Voor het merendeel ben ik teleurgesteld in de animatiefilms die DC Comics en Marvel produceren van hun meest prominente superhelden. Nu Batman: Year One verfilmd gaat worden heb ik daar dan ook mijn twijfels bij.

Batman: Year One uit 1986, geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, is een van de beste Batman-strips die in de afgelopen 25 jaar zijn uitgegeven. Sterker nog: het is een van de beste Batman-strips ooit uitgegeven. Miller vertelt de begindagen van de Dark Knight met een frisse blik en Mazzuchelli’s tekenwerk is formidabel: gestileerd en ieder plaatje is raak. Beide stripmakers zijn immers verhalenvertellers van formaat.

Year One was Millers tweede succesvolle Batman-verhaal. Daarvoor schreef en tekende hij de mijlpaal The Dark Knight Returns, waarin de Duistere Ridder het na zijn pensioen toch niet kan laten om nog eenmaal zijn pak aan te trekken.

Een interessant gegeven van de vierdelige comic-reeks Year One is dat de verhalen van Bruce Wayne, die zijn eerste stappen zet als Batman, en die van James Gordon parallel aan elkaar verteld worden. Sommige critici vonden zelfs dat Gordon teveel aandacht kreeg in de strip en dat deze eigenlijk Gordon: Year One had moeten heten. Ik vind het juist interessant dat er wat meer aandacht was voor Batmans bondgenoot en vriend en dat zijn achtergrond werd uitgelicht.

Waarom zou je van Year One een animatiefilm maken? Het verhaal is immers al verteld en verdomde goed. Bovendien zijn elementen uit de strips al gebruikt in Batman Begins. Een tekenfilmversie kan dan alleen maar tegenvallen, toch?

De animaties die Warner Bros. Animation de afgelopen jaren produceerde van Superman en Batman-verhalen vielen over het algemeen erg tegen. De animatie stijgt vaak niet uit boven het niveau van televisie-animatie en de verhalen volgen een slaapverwekkend voor de hand liggend patroon. Mask of the Phantasm uit 1993 die voortkwam uit Batman The Animated Series, was nog aardig gedaan. Net als die tv-serie trouwens. De jaren negentig liggen echter al weer lang achter ons.

Batman: Year One wordt geregisseerd door Lauren Montgomery en Sam Liu. Montgomery regisseerde eerder al animaties als Green Lantern: First Flight en Superman/Doomsday. Liu heeft ook een reeks superheldenanimaties op zijn kerfstok.

Bruce Timm, co-creator en producent van Batman The Animated series, is van Year One de executive producer. Hij geeft aan dat de film een getrouwe adaptatie zal zijn van de strip:

“The source material is surprisingly cinematic; it’s a pretty straight forward literal retelling. Mazzucchelli’s artwork is beautifully composed and we were able to refer to the comic for about 80 percent of the camera setups.” Bron citaat.

Ik ben altijd wel geïnteresseerd in live-action adaptaties van comics en er zijn de afgelopen jaren aardig wat superheldenfilms uitgekomen die het kijken meer dan waard zijn. De films zijn altijd bewerkingen van de superheldenstrips, nooit letterlijke vertalingen ervan. Live-action is dan ook andere koek dan animatie. Animatie lijkt veel meer op strips; de tekenstijl van de oorspronkelijke tekenaar kan nagebootst worden. Als dan de animatie slaafs het verhaal van de strip volgt, maar in uitvoering niet kan tippen aan het tekenwerk van Mazzucchelli, kun je beter gewoon de comic gaan lezen.

Batman: Year One beleeft zijn première tijdens de San Diego Comic-Con in juli en zal in het najaar op DVD en blu-ray uitkomen. Uiteindelijk zal ik mijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en zal ik de film wel gaan kijken, maar voorlopig ben ik er wel sceptisch over.

Hieronder alvast twee stills van de film:

Categorieën
Film Filmrecensie

Metropia

Omdat de masterclass van Bob Murawski niet doorging, toonde Imagine maandag middag de Zweedse animatiefilm Metropia. Een verrassingsfilm dus die helaas weinig verrassends bood.


Positieve toekomstbeelden in cinema zijn op één hand te tellen. Ik kan er op dit moment even geen bedenken in ieder geval. Mistroostig is de toekomst in Metropia ook. Alle olie is opgeconsumeerd en de wereld is grijsgrauw gekleurd. Heel Europa is verbonden door een uitgebreid metronetwerk dat in handen is van een bedrijf, Trexx genaamd.

Big Brother is watching you, again!
Trexx houdt de bevolking in de gaten. Als ze tv-kijken, kijkt Trexx via de beeldbuis terug. Dankzij een speciale antiroosshampoo kunnen ze zelfs gedachten lezen en via de ogen van de subjecten meekijken.

Big Brother is watching you and making sure you’ve got clean hair. Of zoiets.

Voor een film waarin een coöperatie tot de gedachten van de personages weet door te dringen is Metropia helaas erg oppervlakkig. Geen van de personages wordt goed uitgediept. Van hoofdpersoon Roger weten we vooral dat hij niet blij is met zijn leven en dat hij zich zorgen maakt over de relatie tussen zijn vriendin en haar beste vriend. Die zorgen zijn niet geheel onterecht overigens, want de schurk probeert haar te verleiden zodra Roger ’s avonds niet thuis komt. Ondertussen is Roger zelf in de ban van supermodel Nina. Als ware femme fatale spant ze Roger voor haar karretje en speelt hij een sleutelrol in haar plan tegen Trexx.

Ook de toekomst wordt slechts schetsmatig weergegeven: verder dan wat verwijzingen naar quizshows – die ongetwijfeld als commentaar op het huidige televisieaanbod zijn bedoeld – en gerecyclede ideeën van wat een Dystopie inhoudt, gaat het eigenlijk niet. Het gehele hoe en waarom blijft gehuld in mist, al is dat idee van de metro die heel Europa samenbindt wel aardig gevonden.

Thunderbirds
Foto’s van acteurs en locaties werden digitaal bewerkt. Het characterdesign vond ik wel interessant. Het gezicht van het personage lijkt, tot op zekere hoogte, op het gelaat van de acteurs die hem speelt. Behalve dan Nina die weliswaar de stem heeft van Juliete Lewis, maar meer wegheeft van gestroomlijnde versie van de Thunderbird Penelope. (Wat mij betreft een hele verbetering, want ik ben niet zo fan van haar hoofd, maar dat terzijde.) Sowieso bewegen de figuurtjes wat stijf en omdat het hoofd proportioneel groter is dan de rest van het lijf, kreeg ik sterk het gevoel naar CGI-versies van de Thunderbirds te kijken.

Roger wordt van stem voorzien door Vincent Gallo. Udo Kier tekende voor de rol van Trexx magnaat Ivan Bahn. Ook nu is hij dus getypecast als bad guy.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival kun je lezen op het blog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Flooding with Love for the Kid: Zo kun je ook films maken

Flooding with Love for the Kid is een van de meest vreemde films die ik ooit heb gezien. Maar het is ook een pleidooi om buiten vastgestelde kaders te denken.


Zachery Oberzan was zo onder de indruk van de roman First Blood van David Morrell, dat hij besloot deze zo getrouw mogelijk te verfilmen. De film met Silvester Stallone, de eerste in een reeks Rambo-films, wijkt namelijk nogal af van het boek. Oberzan wilde zien of het mogelijk was om alle dialogen uit het boek in de film te stoppen.

Dat is op zich niet zo’n gek idee. Wat Flooding with Love for the Kid zo’n vreemde film maakt is dat Oberzan de productie geheel in zijn New Yorkse appartement opnam en zelf alle rollen speelt. Budget: 96 dollar. Resultaat: 100 minuten experimentele film vol passie, hilariteit en een voorbeeld van wat je bereikt als je verder kijkt dan standaardconventies.

Wie zien Oberzan door de woonkamer rennen met een geweer, maar dat moet eigenlijk John Rambo in het bos voorstellen die op de vlucht is voor de politie. Een paar digitaal gemonteerde takjes en dennentakjes in de kamer moeten een bos suggereren. En weet je, het werkt!

Oberzans film is een ode aan de fantasie. Vroeger toen je met je vriendjes speelde, waren twee stoelen die naast elkaar stonden en een ronde schijf in je handen ook een auto. Bij Oberzan werkt het net zo. Een badkuip kan ook prima dienstdoen als rivier zo blijkt. Hij projecteert soms heel knullig wat beelden op de muur om de scène van een decor te voorzien, maar dat helpt wel bij het bepalen van de locatie. Ook maakt hij handig gebruik van de soundtrack: omgevingsgeluiden suggereren een bos of een drukbezochte diner. Je hoeft de andere eters ook niet te zien, het geluid zegt genoeg.

Heel slim geeft hij ieder van de 26 personages (!) een eigen accent en uiterlijk, zodat de kijker ze uit elkaar kan halen. Een groot acteur is Oberzan niet, maar zijn enthousiasme en passie komen zeker over en werken aanstekelijk.
Het resultaat is nogal vervreemdend, maar toch overtuigend genoeg om er in mee te gaan. Oberzans gekkigheid, maar vooral zijn doorzettingsvermogen zijn wat mij betreft een inspirerend voorbeeld voor een ieder die creatief bezig is en heel graag een bepaald project of idee wilt uitvoeren. Alleen daarom al drie sterren voor deze film!

Na de filmvoorstelling was er tijd voor een Q&A.

Hoe lang ben je met deze film bezig geweest?
Ik dacht dat het gehele proces ongeveer een jaar zou duren, maar ik had er zoveel lol van, dat de film binnen die tijd klaar was. Van de adaptatie van het boek in scriptvorm tot en met de postproductie was ik zo’n acht maanden bezig. Ik werkte als secretaresse overdag, ’s avonds repeteerde ik voor theatervoorstellingen, dus het meeste werk aan de film deed ik ’s nachts of op zondag. Al mijn vrije tijd stopte ik erin.

Wat vond je zo goed aan het boek dat je geïnspireerd werd om deze film te maken?
Toen ik negen of tien jaar oud was, zag ik de Stallone-versie voor het eerst. We hadden een weekend gratis HBO en daardoor kon ik op die leeftijd een R-rated film zien. De film raakte me echt toen. Kort daarna zag ik het boek liggen in een kruidenierswinkel. Het was een aangrijpend moment voor me waarin ik besefte dat een boek en een verfilming erg van elkaar kunnen verschillen. Toen ik het boek las verbaasde me dat de roman zoveel méér details en diepte bevatte dan de filmversie. Het verhaal van sheriff Wilfred Teasle is in principe uit de film gelaten. Het boek gaat over hem én Rambo, terwijl de film alleen over Rambo gaat.

Als tienjarige was ik dus erg onder de indruk van de verschillen tussen het boek en de film. Zeker aan het einde van het boek waar Rambo sterft. Ik begreep dat toen niet en heb dat hoofdstuk wel drie keer gelezen. Ik had immers de film gezien en daarin sterft hij niet! Dat was voor mij echt een keerpunt, net zoals het moment waarop je ontdekt dat de kerstman niet bestaat. Ik hoop niet dat ik nu mensen laat schrikken,’ grapt de regisseur.

De zaal lacht.

Oberzan vervolgt: ‘Dus sinds dat moment heb ik altijd al een trouwe adaptatie willen maken van het boek. Een adaptatie die uitdrukking gaf aan het boek zoals de tekst mij geraakt had. Ik kwam in de theaterwereld terecht en begon met acteren. Op een gegeven moment verhuisde ik naar New York, maar ik kon geen werk krijgen als acteur of filmmaker. Ik probeerde de traditionele route te volgen om een filmmaker en acteur te worden, maar dat lukte zo niet. Ik voelde dat ik geen greep had op de situatie.

Uiteindelijk heb ik het idee opgegeven dat ik van iemand anders toestemming moet hebben om een filmmaker te zijn. Ik besefte dat ik het zelf kon doen, zolang als ik maar de idee van wat een film hoort te zijn losliet en anders benaderde. Als je vanuit een ander perspectief kijkt naar wat acteren hoort te zijn of wat een film hoort te zijn, dan kan je ook een film maken.

In mijn ogen heb ik een big budget Hollywood movie gemaakt waarin ik zelf de hoofdrol speel. Wat mij betreft zijn het Oscarwaardige optredens en is het een Oscarwaardige montage. Vooral over de montage ben ik erg tevreden. Dat de rest van de wereld en de Oscarcommissie dat niet zo ziet, vind ik prima. Het maakt me niet uit, omdat ik me realiseer dat ik deze film gemaakt heb.

Heeft de auteur van het boek, David Morrell, de film gezien?
Ja. Ik wilde hem laten weten dat ik dit gedaan had omdat ik dacht dat hij het ontroerend zou vinden dat iemand zich zo verbonden zou voelen met zijn werk. Maar ik maakte me wel zorgen over copyrights en dat soort zaken. Uiteindelijk kwam hij achter het bestaan van de film, want hij werd opgepikt en is al op verschillende plekken te zien geweest.

Ik zocht contact met hem op. Gelukkig is hij een vrijgevig man en was hij er enthousiast over. Ik weet niet of hij helemaal begrijpt wat ik probeerde te doen, hij is immers van een andere generatie en nu in de zestig, maar hij waardeert de film en vindt het een fantastische ervaring. Hij staat er honderd procent achter. Als ik ooit problemen krijg met de copyrights, kan hij met helaas niet helpen, want hij heeft de rechten aan de filmmaatschappij verkocht.

Hoe heb je de rollen opgenomen. Iedere rol in zijn geheel?
Ja, ik heb als eerste alle shots van Rambo opgenomen en zo de hele film gespeeld. Je kunt zien dat ik steeds beter word met de techniek, want die shots van Rambo waren eigenlijk niet zo goed. Vaak valt zijn hoofd deels buiten het kader van het frame. Dat is dus geen artistieke keuze, ik was mijn manier van opnemen nog aan het perfectioneren.

Ik wilde ook zoveel mogelijk het toeval de ruimte geven aangezien ik de beperkingen die ik had ook omarmde. Dus toen ik bij het terugkijken zag dat ik Rambo deels buiten beeld is, vond ik dat het zo moest zijn. En het is prachtig om te zien hoe dingen uiteindelijk samenvallen. In een van de einddialogen zegt Captain Sam Trautman: ‘I took the top of his head off with this shotgun!’. Dus dat verwijst terug naar het feit dat de bovenkant van Rambo’s hoofd in het begin van de film is afgesneden.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival kun je lezen op het blog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Some guy who kills people

Some guy who kills people was voor mij de eerste film op het Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival dit jaar. Een prima keuze, want licht van toon, bij vlagen charmant en hier en daar wat bloedspatten.

Ken Boyd werd op de middelbare school flink mishandeld door het basketballteam omdat ze niet blij waren met hoe hij hen portretteerde in zijn strip. Als hij jaren later zijn leven probeert op te pakken na een verblijf in een inrichting, begint iemand op gruwelijke wijze het oude team uit te dunnen. De sheriff onderzoekt de seriemoorden en date ondertussen met Boyds moeder. Het ziet ernaar uit dat hij voor de moordenaar niet ver hoeft te zoeken. De grootste complicatie in Boyds leven – die zijn geld in een ijssalon verdient en dagelijks vernederingen van zijn baas moet tolereren – is de komst van zijn 11-jarige dochter die hij sinds haar geboorte niet meer mocht zien van zijn ex.

De toenadering van dochter Amy tot vader Ken levert enkele charmante scènes op. De nadruk ligt dan ook niet zo zeer op de moordscènes. Some guys who kills people is wat dat betreft een luchtige comedy met korte gewelddadige uitbarstingen.

De cynische opmerkingen van Boyds moeder (Karen Black) versterken de lage eigendunk die Boyd van zichzelf heeft, maar zorgen dikwijls een glimlach op bij de kijker. De leukste opmerkingen komen echter uit de mond van de sheriff, gespeeld door Barry Bostwick die we kennen als burgemeester in de sitcom Spin City. Hij maakt rustig woordgrappen met het woord ‘axe’ erin terwijl hij een slachtoffer bestudeert dat met een bijl in het hoofd is vermoord.

Boyd wordt op verdienstelijke wijze neergezet door acteur Kevin Corrigan. Ook al zo’n tv-hoofd: hij is nu te zien in de herhalingen van Grounded for life op Comedy Central.

De grote plottwist aan het einde is wat vergezocht, maar verder is Some guy who kills people een prima tussendoortje.

 

“Some Guy Who Kills People” – Exclusive Trailer from Some Guy Who Kills People on Vimeo.

Meer Imagine kun je lezen op het blog van Zone 5300.