De echte fans hebben hem natuurlijk allang gezien, maar ook die mogen vast komen kijken als de documentaire Crumbwordt vertoond in Horizonverticaal in Haarlem.
Op donderdag 28 april wordt daar namelijk deze prachtige documentaire over een van de meest eigenzinnige Amerikaanse undergroundtekenaars gedraaid. Terry Zwigoff, die later ook Ghost World regisseerde, maakte de film.
Film kijken in Horizonverticaal betekent: boeiende programmering + bier en wijn en popcorn + plas- en rookpauze.Toegang is gratis. Deur open om 20:30. De film begint om 21:00. Je wordt niet thuisgebracht.
De film wordt vertoond te midden van de expositie cartoons over literatuur. Kun je die ook meteen even meepakken. Het een en ander is georganiseerd door Robert Schuit, die ook verantwoordelijk is voor de literaire avond op 16 april. Reve-biograaf Nop Maas houdt een lezing over Gerard Reve, daarna lezen jonge schrijvers AHJ Dautzenberg, Tim Foncke en Joubert Pignon voor uit eigen werk.
Donderdag promoveert Dan Hassler-Forest met zijn proefschrift ‘Superheroes and the Bush Doctrine: Narrative and Politics in Post 9/11 Discourse’.
Hassler-Forest is onderzoeker en docent Engelse taal en cultuur en geeft ook lessen over de graphic novel aan de UvA.Volgens zijn onderzoek ondersteunen superheldenfilms die tijdens het presidentschap van George W. Bush verschenen impliciet diens beleid en liggen conservatieve waarden aan hen ten grondslag.
Aan de ene kant kan het succes van iconische figuren als Batman, Superman en Spider-Man gekoppeld worden aan hun herkenbaarheid, maar superhelden worden ook sterk geassocieerd met Amerikaanse politiek en ideologie. Hun opmars in de periode 2002-2008 moet daarom ook bezien worden vanuit hun ideologische inhoud en de manier waarop het genre is verbonden aan de Amerikaanse cultuur en geschiedenis, aldus het proefschrift van Hassler-Forest.
De onderzoeker was de afgelopen dagen vaak in het nieuws om over zijn onderwerp te praten. In de NRC gaf hij het volgende voorbeeld uit Superman Returns:
“Je zou denken: Superman gaat het conflict in het Midden-Oosten oplossen”, aldus Hassler-Forest. “Maar wat doet-ie? Hij gaat achter bankrovers aan. Zoals Umberto Eco al schreef: Superman houdt zich bezig met de symptomen, maar pakt nooit de onderliggende problemen aan.” Wel ziet Hassler-Forest de film als een manier om met het trauma van 9/11 om te gaan. In de film voorkomt Superman dat een vliegtuig in een vol stadion crasht – opnieuw een ramp, maar deze keer is er de superheld.
Dat Superman, de grootste padvinder onder de superhelden, conservatief is staat als een paal boven water. Hij strijdt immers voor Truth, Justice in the American Way. Ook de films over Iron Man hebben volgens Hassler-Forest de boodschap dat een oerconservatieve, hoogtechnologische en steenrijke supermacht op orde op zaken kan en moet stellen. Ook Bruce Wayne zou dit idee volgens hem belichamen. Uit De Volkskrant: ‘Waarom is Bruce Wayne Batman? Omdat hij enorm rijk is, vrijgesteld, technisch superieur en blank. Hij komt nu en dan uit zijn villa om in te grijpen.’
Ouderwetse rolverdeling
In het stuk in NRC wijst de onderzoeker erop dat de rolverdeling tussen de seksen in de wereld van Iron Man een klassieke is: ‘In Iron Man heeft de mannelijke held een natuurlijke affiniteit met technologie en heeft zijn vrouwelijke assistente een verzorgende rol.’
De uitspraken bieden stof tot nadenken, maar vragen ook om toetsing. Ik ben dan ook erg benieuwd naar het proefschrift van Hassler-Forest en kom er vast nog op terug zodra ik de tekst gelezen heb. Ik kijk al een aantal jaar met veel interesse naar stripverfilmingen en superheldenfilms in het bijzonder.
In 2003 studeerde ik af aan de UvA met mijn scriptie over stripverfilmingen. Hierin onderzocht ik de films Spider-Man, Batman (van Tim Burton) en Hulk. Mijn vraagstelling ging echter niet over de onderliggende ideologie, maar over hoe de vertaling van strip naar film verloopt. Ik onderzocht welke elementen vertaald kunnen worden en welke moeten worden aangepast om een superheldenstripverhaal geloofwaardig op het witte doek te brengen.
Ik kijk met veel plezier terug naar het schrijven van mijn scriptie: ik vond het heerlijk om zes maanden ondergedompeld in de superheldenstrips en – films te zijn en erover te schrijven. Ook heb ik in de loop der jaren vaak genoeg gebruik van de teksten uit mijn scriptie kunnen maken.
(Met dank aan Abel Schoenmaker die me op het promotieonderzoek wees.)
Clint Eastwood wordt 31 mei 81, niet zo gek dus dat de regisseur zich afvraagt of er leven is na de dood. Toch geeft Hereafter geen uitsluitsel over een hiernamaals, maar draait om de vraag hoe het leven van de personages is veranderd nadat ze in aanraking zijn gekomen met de dood. Hoe kun je leven met de dood?
Marie, een Franse journaliste, was technisch even dood nadat ze in de vloedgolf van een Tsunami terechtkwam. Haar bijna-doodervaring laat haar niet meer los. Ze wil onderzoeken of er leven is na de dood en raakt hierdoor vervreemd van haar collega’s. De jonge Engelse Marcus verliest zijn tweelingbroer en heeft moeite met dit verlies om te gaan. George, een Amerikaanse arbeider, is een medium: hij heeft contact met overledenen. Niet dat dit zijn leven verbetert: zodra hij iemand aanraakt, begint de seance. Hij schuwt daarom contact met anderen en heeft zijn gaven de rug toegekeerd.
Eastwood vervlecht de levens van deze drie personages en laat ze aan het einde van de film samenkomen in Londen. Het is een wat ongeloofwaardige knoop die de regisseur daarmee legt om de ploteindjes te verbinden, maar dankzij het goede acteerwerk van Matt Damon en Cécile de France kunnen we hem dat vergeven. Al was het einde wat mij betreft te suikerzoet.
Met Damon als George maakte Eastwood een prima keuze: Damons aardse performance zet het medium met beide benen op de grond. In de film wordt er voldoende verwezen naar de oplichters in zijn vak. Marcus bezoekt een hele reeks Derek Ogilvies, maar prikt al snel door hun acts heen. Alleen George lijkt een echt medium te zijn. Al weet hij ook niet hoe een leven na de dood eruit ziet. Hereafter geeft daar ook geen uitsluitsel over: de zielenschimmen die Marie zag kunnen net zo goed bewijs zijn voor het leven na de dood als een hallucinatie.
Onsterfelijk
Middels Georges passie voor de geschriften van Charles Dickens wordt er terloops nog een concrete en aanwijsbare vorm van leven na de dood aangestipt. George kent de boeken en geschiedenis van Dickens van binnen en buiten en luistert graag naar luisterboeken. Hij bezoekt het huis van Dickens in Londen en woont een lezing bij van de acteur die de verhalen van Dickens voorleest. De acteur brengt de oude teksten tot leven en geeft schrijver over het graf een stem. Er is dus wel leven na de dood voor mensen die iets tastbaars achterlaten dat de moeite van het bewaren waard is. Clint Eastwood, die als acteur, regisseur en producent al een omvangrijk oeuvre heeft opgebouwd, is in dat opzicht dus wel verzekerd van een leven na de dood.
Afgelopen vrijdag mocht ik de film Fantastic Mr. Fox introduceren in Cinema de Melkweg. De film is onderdeel van een programma waarin de beste films van het afgelopen jaar volgens Zone 5300 zijn geselecteerd. De dag ervoor zag ik het fascinerende en verontrustende Dogtooth. Tot mijn verbazing kon ik na het zien van die film gewoon slapen. Fantastic Mr. Fox is wat dat betreft een stuk aaibarer.
Hieronder een ietwat aangepaste weergave van mijn praatje.
Ik moet je iets bekennen. Een tijd geleden, het zal ergens vorig jaar geweest zijn, zat ik samen met een vriend me, Jooper, aan de koffie. We bespraken de belangrijke zaken die een mannen leven beheersen: vrouwen, muziek op vinyl, films en strips.
Op een gegeven moment kwam de Amerikaanse acteur George Clooney ter sprake. Dat was niet geheel toevallig overigens, wat ik begon erover. George is namelijk een van mijn favoriete conversatiestarters. Ook halverwege het gesprek doet dit onderwerp het overigens goed.
George Clooney is een van mijn helden. Niet alleen is hij een uitmuntend acteur, ook heeft hij een uitmuntende smaak als het om films gaat. Daarnaast is hij een goede regisseur. Good Night, and Good Luck en Confessions of a Dangerous Mind, allebei geregisseerd door Clooney, zijn films die me zeer wisten te bekoren.
George is het soort man dat je eigenlijk zou willen zijn: knap, rijk, vrijgezel en gewild. Maar ook een vent met klasse en vooral: zelfspot. Gelukkig kan iedere man zich tegenwoordig een beetje Clooney voelen, dankzij een bepaald koffiemerk, waarvan de cupjes worden verkocht alsof het lingerie van Marlies Dekkers betreft. Je krijgt er zelfs een leuk boetiektasje bij.
Toen het gesprek op de gelouterde George kwam, bleek dat Jooper de acteur ook zeer kon waarderen. Hij had net de film The men who stare at goats gezien en hoewel de logica van de plot hem was ontgaan, had hij erg genoten van Clooney in beeld. We besloten ter plekke om nog een Nespresso te drinken en de George Clooney Fan Club For Heterosexual Males op te richten. Want u begrijpt dat onze man-crush alleen vanuit een heteroseksuele invalshoek gezien mag worden. Dit benadruk ik graag even aangezien mijn vriendin ook mijn blog leest.
Waarom vertel ik dit allemaal? Waarom deze bekentenis?
Vanavond gaat u kijken naar Fantastic Mr. Fox van regisseur Wes Anderson.
Ook al zo’n bijzondere vent. Nou ja, iemand die bijzondere films maakt waar ik een zwak voor heb. The Royal Tenenbaums uit 2001, en vooral The Life Aquatic with Steve Zissou uit 2004 vond ik fantastische films vol verbeeldingskracht en bijzondere personages. De eigengereide maar charmante Mr. Fox past dan ook prima in de rij van personages die Anderson eerder op het witte doek bracht.
Anderson regisseerde voor het eerst een stop-motion animatie met poppen en maakte een van de beste animatiefilms sinds jaren. De charme van stop-motion is dat de animatie soms juist wat schokkerig verloopt. Je bent je bewust van het medium, maar tegelijkertijd vol bewondering van hoe een reeks beeldjes tot leven komt.
Fantastic Mr. Fox toont ouderwets handwerk in prachtige, sfeervolle decors en is een verademing tussen alle strak berekende computeranimatiefilms die in de mode zijn. En vooral een verademing in een tijdperk waarin je niet meer om 3D films heen kunt.
Fantastic Mr. Fox is gebaseerd op het gelijknamige boek van Roald Dahl. Niet verbazingwekkend dus dat we een smakelijk en zeer grappig verhaal met goed doordachte personages krijgen voorgeschoteld. De dieren gedragen zich deels als mensen, dragen kleding en gaan ook gewoon iedere dag naar kantoor. Toch wordt hun dierlijke aard niet ontkent: als Mr. Fox zijn bord leeg eet doet hij dat schrokkend, zoals je dat van een vos mag verwachten. Als hij en zijn advocaat Das ruzie hebben staan ze blazend en met krabbelende poten tegenover elkaar.
Mr. Fox heeft Mrs. Fox beloofd nooit meer kippen te stelen, maar kan de verleiding om drie boeren een hak te zetten niet weerstaan. Een vos verliest immers zijn haren maar nooit zijn streken. Ook al heeft hij een vrouw, zoontje en een respectabele baan bij een krant. Het gevolg van zijn plagerijtjes is een klopjacht op het gezin van Mr. Fox en bijkans de hele dierengemeenschap. Gelukkig is deze vos niet voor een gat te vangen.
De stemmencast liegt er niet om. Meryl Streep speelt Mevrouw Vos, Bill Murray de Das. Willem Dafoe sprak de stem van de rat in. Owen Wilson, ook een terugkerend acteur in het oeuvre van Anderson, is ook weer van de partij.
En George Clooney – daar is hij weer – heeft de stem van Mr. Fox himself ingesproken. Zijn warme, door koffie gekleurde stem is duidelijk herkenbaar. En is Clooney eigenlijk ook niet een grijs wordende vos die zijn haren, noch zijn streken heeft verloren in de afgelopen jaren? Het rebelse karakter van Mr. Fox past goed bij het imago van de acteur. Clooney kiest zijn eigen weg. Hij wisselt kunstzinnige projecten af met meer commerciële films. En hij weet altijd zijn eigen waarde te houden.
Goed, genoeg over George. Geniet van de film. Whatelse? Oh ja, inschrijvingen voor de George Clooney Fanclub For Heterosexual Males zijn altijd welkom.
Pak je agenda er even bij en een dikke rode stift. Of je iPad, smartphone of blackberry. Schrijf het desnoods op je hand. 3 t/m 15 februari zit je ’s avonds in de cinema van de Melkweg te Amsterdam. Dan zijn namelijk de beste 10 films van 2010 te zien. Tenminste, wat de medewerkers van Zone 5300 de beste films vinden.
Zone 5300 is het tijdschrijft voor strips, cultuur en curiosa. En onder dat laatste mag je van alles scharen, behalve het kapsel van Geert Wilders wellicht, want dat is een geheel eigen categorie van weirdness. De medewerkers van Zone 5300 hebben een selectie gemaakt van de beste films van het afgelopen jaar. Melkweg Cinema toont deze favorieten in februari op groot scherm. Eerder was de eer aan de filmtijdschriften Skrien (2008) en Schokkend Nieuws (2009).
Zone 5300 koos onder voor Symbol (absurde filosofische humor van de Japanse regisseur Matsumo), Mother (geniale Koreaanse thriller), L’Illusionniste (ontroerende animatie naar een scenario van Jacques Tati) en The Fantastic Mr. Fox (briljante stop-motion naar Roald Dahl).
Deze laatste film is een van mijn favorieten. Aangezien ik ook een medewerker van de Zone ben, leidt ik vrijdag 4 februari deze wonderschone film in. Ik beloof je nu alvast dat mijn held George Clooney, die zijn stem verleende aan The Fantastic Mr. Fox niet onvermeld zal blijven. Kom dus vooral kijken in de Melkweg cinema.
Ook als je de Zone 5300 nog nooit gelezen hebt ben je natuurlijk welkom.
De opnames van de nieuwe Spiderman-film van Marc Webb zijn in volle gang. Dat zal geen enkel Webhoofd ontgaan zijn. Ieder druppeltje informatie wordt door veel blogs en sites overgenomen.
Het meest hilarisch vond ik de uitgebreide analyse van het nieuwe kostuum dat Garfield draagt en waarin dit Spidey-pak allemaal verschilt met de voorgaande outfits. Een hele analyse op basis van een foto terwijl helemaal nog niet zeker is of dit het uiteindelijke kostuum van de held is, of alleen maar een tussenpakje. De scenaristen halen namelijk deels hun inspiratie uit de Ultimate Spiderman-reeks waarin Peter Parker in de eerste delen in een vroege versie van zijn kostuum door de stad slingert voordat hij zijn pak perfectioneert. Het zou ook net zo goed een foute teaser kunnen zijn, want waarom zou de filmmaatschappij de fans niet op het verkeerde spoor zetten?
Van de week waren de eerste beelden vanaf de set te zien. Spiderman rent door de straten van Los Angeles, dat model staat voor New York. Normaliter probeer ik zo min mogelijk van al die non-blogs tot me te nemen, omdat ik zo onbevangen mogelijk in de bioscoopzaal wil zitten als ik in 2012 de film echt kan zien. Maar met films over Spiderman kan ik zelfs mijn nieuwsgierigheid vaak niet bedwingen. Nog los van het feit dat ik het uit professioneel oogpunt in de gaten hou.
Onderstaande beelden stellen niet zo veel voor, toch vond ik het leuk om te zien. Ik vraag me echter wel of in dit soort ‘amateurvideo’s’ niet gewoon gelekt worden door de studio zelf. Ieder stukje aandacht voor de film is immers mooi meegenomen. Ruim een jaar voordat de Spiderman Reboot in de bioscoop komt wordt de hype al opgebouwd.
Iedere film over The Doors gaat onvermijdelijk eigenlijk over de leadsinger, Jim Morrison. De charismatische Morrison zal door fans gezien worden als een zanger met een bijzondere stem en poëtische teksten, de haters kijken wellicht niet verder dan het enfant terrible dat stoned van drank en drugs stampij maakte op het podium, politieagenten uitdaagde en ooit het publiek dreigde zijn geslacht te tonen tijdens een concert.
Die schaduwkant gaf Morrison zelf de naam Jimbo mee. Mijns inziens is het vooral die laatste versie van Morrison die de meeste aandacht krijgt in de documentaire. Al zal dat niet Tom DiCillo’s intentie zijn geweest, want hij benadert Morrison toch vooral als een fan en houdt de mythe van de op 27-jarige leeftijd overleden zanger in stand.
‘De meeste aandacht gaat naar Jim. Als dat Robby (Krieger), Ray (Manzarak) of John (Densmore) al stoort, laten ze het niet merken. Jim wentelt zich in alle aandacht. Hij lijkt voor de roem te zijn geboren. Alles wat hij doet lijkt briljant of briljant berekenend te zijn,’ vertelt acteur Johnny Depp die de voice-overtekst insprak. We zien Jim te midden van zijn fans, vlak voor een concert. Hij bladert door een boek over The Who die in het voorprogramma staan. Depp vervolgt: ‘Het is moeilijk te zeggen of hij gewoon zijn fans ontmoet of dat hij iets cruciaals aan hen onttrekt. Alsof hij slechts kan bestaan door hun aandacht.’
Dat was bij de eerste publieke optredens wel anders: de onzekere Morrison stond met zijn rug naar het publiek toe, net als bij de repetities.
DiCillo behandelt de carrière van The Doors in chronologische volgorde van de begindagen in 1965 tot en met de dood van Jim in 1971. Het verhaal blijft aan de oppervlakte en zal de echte fans weinig nieuws brengen. Toch is de film bijzonder, want DiCillo vertelt het verhaal door op een intelligente manier archiefmateriaal over The Doors en hun tijd aan elkaar te monteren. Daarmee duidt hij de tijdsgeest en de rol die The Doors in de tegencultuur speelden. Ook gebruikte hij fragmenten uit de film HWY: An American Pastoral, een zelden te vinden independent film uit 1969 van Morrison en Paul Ferrara (de laatste krijgt de regiecredit op IMDB) waarin Morrison een lifter speelt. We zien Morrison onder meer achter het stuur van een Mustang terwijl op de radio een nieuwsbericht over zijn mysterieuze dood in Parijs te horen is. De stukjes van HWY fungeren als een rode draad in de film, net als de geest van Jim door When you’re strange waart.
Oorspronkelijk had de regisseur zelf de voice-over gedaan, en zo werd de film ook voor het eerst vertoond tijdens het Sundance Film Festival, maar zijn monotone manier van spreken werd niet door recensenten gewaardeerd, al werd de film over het algemeen goed ontvangen.
Zelf vond ik de opnames ten tijde van de plaat The Soft Parade het interessantst, maar ik hou dan ook erg van kijkjes in het maakproces van albums. We zien The Doors in de studio, waar ze maar liefst 11 maanden lang aan het album werken. Een duidelijk contrast met een paar jaar eerder: het eerste album namen ze op in vijf dagen. Tijdens The Soft Parade periode zit Morrison duidelijk diep in de fles met zijn hoofd, de sfeer in de band is niet best en op creatief vlak valt er daardoor nog veel te wensen.
Geen idee of er meer filmmateriaal van studio-opnames te vinden is, maar mijn honger is door When you’re strange alleen maar groter geworden.
When you’re strange, USA
Regie: Tom DiCillo
Met: The Doors, Johnny Depp
DVD: E1 Entertainment
The Losers is een actiefilm over de leden van een speciale commando-eenheid die tijdens een missie verraden worden door Max, hun opdrachtgever bij de CIA. Clay (Jeffrey Dean Morgan), Jensen, Rogue, Pooch en Cougar doen alsof ze zijn omgekomen en nemen zich voor wraak te nemen op Max. Tegelijkertijd hopen ze hun naam te kunnen zuiveren. Ze worden daarin bijgestaan door Aisha (Zoe Saldana), een aantrekkelijke detective die zo haar eigen motieven heeft om de mannen te helpen.
Uiteraard heeft Max (Jason Patric) snode plannen met de wereld, van het megalomane soort dat we al te vaak hebben gezien in dit genre. Sterker nog: deze eendimensionale schurk is duidelijk de zwakke schakel in het verhaal. Daarbij wordt hij zo overdreven flauw neergezet door Patric dat er geen enkele dreiging van hem uit gaat. Max zou niet eens door de ballotage komen van de Bond-film producenten, die er op schurkenvlak de laatste film ook flink naast zitten.
Dit genre gaat natuurlijk ook niet om emotionele diepgang. Wel om actie en snedige oneliners en een niet al te serieuze benadering. Daar zit The Losers vol mee, en dat levert een onderhoudende film op.
Stripverfilming The Losers is een adaptatie van de gelijknamige comicserie die onder het label van Vertigo werd uitgegeven door DC Comics. De serie liep 32 nummers lang, werd geschreven door Andy Diggle en voor het grootste deel getekend door Jock. Het uitgangspunt van de serie is losjes gebaseerd op de originele reeks met dezelfde titel, over een groep Tweede Wereldoorlog soldaten. In wezen is de film dus een adaptatie van een losse adaptatie, maar daar merk je weinig van. De filmmakers waren slim genoeg om de krenten uit de strip te halen en verder er een eigen ding van te maken.
Gelukkig zit een van de leukste scènes uit de strip, het stermoment van Jensen (Chris Evans), de hacker van de groep, ook in de film. Wanneer hij zich omsingeld vindt door een stel bewakers doet Jensen alsof hij telekinetische krachten heeft. Iedere keer als hij met zijn hand een schietgebaar maakt, valt er een bewaker dood neer. Dit tot verbazing van de laatste beveiliger die angstig de benen neemt. In het gebouw aan de overkant is het scherpschutter Cougar (Óscar Jaenada) die zijn collega middels zijn geweer van munitie voorziet. Dit wordt zichtbaar gemaakt door een extreme zoom naar het gebouw aan de overkant waar de sluipschutter zit opgesteld. De camerabeweging is letterlijk uit de strip overgenomen.
Knipoogjes Verder bevat de film aardige knipoogjes naar de bron: neervallende schurken blijven soms in een freeze frame hangen, alsof ze even in een stripplaatje vereeuwigd worden. Ook de titelsequentie is niet gespeend van stripkaders. Dat is weliswaar een cliché bij hedendaagse stripverfilmingen, maar past prima bij de over de top stijl van de film. Zelfs van de obligate seksscène tussen Aisha en Clay, de baas van de groep, weten de filmmakers nog wat te maken. Deze is opgenomen alsof het een slechte gangsta rap video betreft waarin vertraging van het beeld tot een maximum wordt uitgebuit: het lange haar van Aisha dat sensueel door de lucht zweeft, heupbewegingen die nog eens extra benadrukt worden. Allemaal trucjes die niet bijster origineel zijn, maar het werk wel.
In feite is de film leuker en luchtiger dan de comic. Er zit meer humor in de rolprent en de personages zijn over het algemeen sympathieker. Heldin Aisha is het beste voorbeeld van de transformatie die de strippersonages hebben ondergaan. In beide versies weet ze prima haar – sorry dames – mannetje te staan. Ze is een vechtmachine. Maar wanneer ze in de strip de avances van Jensen een halt toeroept door te vertellen dat ze als kind oren verzamelde, weet je dat ze dit dodelijk ernstig bedoeld. In de film maakt ze duidelijk een grap als ze dit zegt.
Wat de strip vooral overeind houdt is de strakke tekenstijl van Jock: hij tekent de grimmige, vaak in schaduwgehulde koppen in een trefzekere stijl. Het geweld wordt op grove wijze geserveerd: wanneer personages door hun hoofd worden geschoten, vliegen de stukjes brein van de pagina af.
Van The Losers is het eerste deel bij de Vliegende Hollander in Nederlandse vertaling verschenen.
De film is uit op dvd bij Warner Home Video.
Filmdocent en -programmeur Edwin Carels stelde het HAFF programma Reanimating Found Footage samen, waarin hij laat zien op welke manieren animatie gerecycled kan worden.
Een Road Runner-animatie die alleen uit de decors van de film en de soundtrack bestaat, Alice die in Wonderland op zoek gaat naar Guy Debord en door rappende bloemen diens kritiek op de spektakelmaatschappij krijgt uitgelegd en een reeks scènes uit computergames waarin Osama Bin Laden wordt gemarteld, vermoord en verminkt. Het zijn enkele voorbeelden uit het animatieprogramma Reanimating Found Footage dat Edwin Carels samenstelde en waar hij een lezing over geeft.
‘Het programma is een staalkaart waarin ik laat zien op welke manieren animatie gerecycled kan worden,’ zegt Carels. De Belgische Carels bestudeert al ruim twintig jaar de edele filmkunst die animatie heet, doceert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent en is programmeur bij diverse filmfestivals, waaronder regelmatig ook het HAFF.
Jatwerk
Found footage, het bewerken van bestaand filmmateriaal, is in de cinema geen onbekend fenomeen. ‘Vrij snel na de uitvinding van de film is men begonnen met het hergebruiken van andermans werk,’ vertelt Carels. ‘In die beginjaren had men niet zo veel met auteursrecht. Filmmakers stalen moeiteloos elkaars ideeën en grappen. Filmstroken hergebruiken is al een stap verder, maar ook dat gebeurde eigenlijk al vrij vroeg. In de tweede helft van de twintigste eeuw nam het hergebruik toe omdat men makkelijker aan film kon komen. Het was nog voor het televisietijdperk, dus al het bewegende beeld stond op film.’
Een van de spilfiguren van found footage films is wijlen beeldend kunstenaarBruce Connerdie opgekochte stukken film hermonteerde en zo aan clichébeelden een subversieve draai gaf. Filmavant-gardist Standish Lawder maakte in de jaren zestig verschillende animatie found footage films. Zijn film Runaway uit 1969 staat ook op het programma.
Manipulatie
‘Bij found footage wordt alles met een reden gedaan. De makers voeren een betoog of hebben een obsessie die ze in hun kunst al voor langere tijd uitwerken,’ zegt Carels. Essentieel aan deze filmsoort is dat de filmmaker het materiaal hermonteert en dat de manipulatie duidelijk is voor de toeschouwer. Door bijvoorbeeld de beeldvolgorde om te gooien, wordt de nadruk op iets anders gericht of worden er andere verbanden gelegd. De merkbare manipulatie doorbreekt het kijkpatroon waardoor men bewuster gaat kijken en vragen gaat stellen.’
Omdat bij animatie dit mechanisme problematischer is, komt found footage animatie veel minder voor dan de bewerking van live-action. Dit heeft te maken met de aard van animatie: ‘Live-action beelden, bijvoorbeeld documentaire shots, ogen heel natuurlijk. Als je dat beeld bewerkt, is het duidelijk dat je iets anders doet dan wat de oorspronkelijke maker beoogde. Animatie is van zichzelf al een constructie. Er zit geen spontaniteit in, alles is gemaakt. Hierdoor is de deconstructie minder duidelijk. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om een karikatuur van een karikatuur te maken, het beeld is geen realiteit maar van zichzelf al een teken. Het is dus lastig om dat nog eens een nieuwe betekenis te geven.’
Knipperlichtrelatie
De deconstructie van het medium – je laat zien hoe iets in elkaar zit door het uit elkaar te halen – is een belangrijk kenmerk van found footage films. Een goed voorbeeld hiervan uit Carels programma is de film Shadow Cuts van de Oostenrijkse experimentele filmmaker Martin Arnold. ‘Arnold begon met het herbewerken van klassieke films en stapte over op animatie. Daarin is hij in beeldende kunstmilieus toonaangevend. Hij herhaalt filmbeelden en verandert op subtiele wijze de volgorde van de frames. Hierdoor bibbert het beeld enorm, wat volgens sommigen een epileptisch effect geeft.’
Dezelfde techniek past Arnold toe in Shadow Cuts, waarin hij de eindscène van een Mickey Mouse tekenfilm uitvoerig heeft bewerkt. Hond Pluto zit bij Mickey op schoot en ze knuffelen elkaar vriendschappelijk. Arnold toont de handelingen in omgekeerde volgorde en heeft de korte scène opgerekt door frames te herhalen. ‘Arnold is gefascineerd door het fenomeen dat je bij het film kijken per minuut ongeveer zes seconden in het donker zit,’ licht Carels toe. ‘Dat thematiseert hij door de ogen van Mickey en Pluto zwart te maken. Daarnaast manipuleert hij het beeld zodanig met zwarte vlakken dat de nadruk op het licht-aan, licht-uit effect ligt. Tegelijkertijd problematiseert hij een heel herkenbaar en vanzelfsprekend beeld. Door het moment op te rekken, krijgt de toeschouwer tijd om bij dingen stil te staan die je bij een snelle cartoon nooit zou vermoeden. Je zou namelijk ook kunnen stellen dat Mickey en Pluto een knipperlichtrelatie hebben.’
Herkenning Disneyfilms worden overigens veelvuldig gerecycled in found footage animatie. Deels komt dit volgens Carels omdat dat werk zo herkenbaar is. Herkenbaarheid van het bewerkte materiaal is belangrijk, want als de toeschouwer het oorspronkelijke materiaal niet herkent, is het ook niet duidelijk dat er sprake is van manipulatie. Daarnaast is Disney een dankbaar onderwerp, omdat het bedrijf mondiaal opereert en zijn stempel drukt op beeldvorming en deze graag onder controle houdt. ‘Het is ook leuk om Disney een beetje te jennen en vraagtekens te zetten bij die zucht naar controle.’
In Alice in Wonderland or Who is Guy Debord heeft Robert Cauble scènes uit Disneys animatie voorzien van een nieuwe soundtrack, waardoor de bewoners van Wonderland met Alice in een discours verwikkeld raken over Guy Debords kritische visie op wat hij de spektakelmaatschappij noemde. Uiteindelijk bezwijkt Alice bijkans aan een bombardement aan beelden uit videoclips, nieuwsuitzendingen en tv-programma’s, waardoor Debords theorie nog eens wordt gedemonstreerd. Cauble verving bestaande dvd’s ongemerkt in diverse videotheken met zijn nieuwe versie, en confronteerde zo nietsvermoedende consumenten met zijn film.
Found footage animatie heeft vaak iets anarchistisch en subversiefs. Beeldend kunstenaar en gamer Eddo Stern maakt machinima-films: hij gebruikt beelden uit games om politieke hangijzers te behandelen, zoals bijvoorbeeld de Israelisch-Palestijnse kwestie. In de video Sheik Attack combineert hij Israëlische popmuziek met oorloggames. In het meer recente Death Star monteerde hij scènes uit games waarin Osama Bin Laden op gewelddadige wijze om het leven wordt gebracht. Bin Laden wordt in elkaar geslagen, neergeschoten en zelfs anaal gevuist, terwijl de soundtrack van The Passion of the Christ te horen is. ‘Stern pikt uit bestaande games allerlei motieven. Door die naast elkaar te zetten benadrukt hij bepaalde zaken. Door de klemtoon die found footage legt, word je als toeschouwer niet zomaar meegenomen door het verhaal, maar ga je vragen stellen.’
Zaterdag 6 november 2010
Lezing Reanimating Found Footage door Edwin Carels, Theater Kikker 11:00 uur
Reanimating Found Footage, Filmtheater ‘t Hoogt 12:30 uur
Zondag 7 november 2010
Reanimating Found Footage, Filmtheater ‘t Hoogt, 14:30
De 14e editie van het Holland Animation Film Festival (HAFF), dat van 3 t/m 7 november in Utrecht plaatsvindt, markeert tevens het 25-jarig bestaan.
Dat wordt onder andere gevierd met het programma ‘HAFF Replay’ waarin prijswinnaars, premières en bijzondere films nogmaals vertoond worden. Professor Paul Wells geeft een lezing getiteld Re-imagining Animation waarin hij zijn visie geeft op de huidige positie van animatie in het sterk veranderende audiovisuele landschap. En er is een overzichtstentoonstelling in het stadhuis met de inspiratiebronnen van Gerrit van Dijk, oprichter van het festival en Gerben Schermer, organisator van het eerste uur.
De Chinese mediakunstenaar Sun Xun (1980) is artist in residence. Er is volop aandacht voor Xuns maatschappelijk geëngageerde en politiek getinte werk, waarin verschillende media als animatie, schilderkunst en installaties samenkomen. Er is een expositie in het Centraal Museum en Xuns nieuwe film 21G en eerdere producties zijn te zien.
Openingsfilm van het festival is Chico y Rita, een muzikale feelgood-film over twee jazzmuzikanten anno 1948.
Morgen op dit blog een uitgebreid interview met Edwin Carels die het programma over Found Footage Animatie samenstelde.
En waar ik wel benieuwd naar ben:
Ben je wel eens op het HAFF geweest?
Welke animatie is je bijgebleven en waarom?
Wat vind je van het festival?
Deze tekst is ook (deels) gepubliceerd in VPRO Gids #44.
Recent verscheen de autobiografie van de voormalige Engelse premier Tony Blair. Ik betwijfel of zijn verhaal zo spannend is als dat van zijn fictieve tegenhanger Adam Lang in de film The Ghost Writer. Maar goed, daarin staat dan ook een verborgen boodschap waar de CIA erg onrustig van wordt.
Een ghostwriter (Ewan McGregor) krijgt de opdracht om het manuscript van voormalig premier Lang (Pierce Brosnan) te herschrijven tot een leesbaar boek. Zoals hij zelf bijdehand opmerkt nadat hij het dikke manuscript, dat overigens streng bewaakt wordt, voor het eerste heeft gelezen: ‘All the words are there, they are just in the wrong order.’ In dat opzicht is het boek exemplarisch voor het leven van Lang dat ook behoorlijk overhoop ligt. Lang wordt ervan beschuldigd terreurverdachten illegaal te hebben uitgeleverd aan de CIA. Er dreigt een rechtzaak voor deze oorlogsmisdaad. Daarnaast is de eerste Ghostwriter die aan het project verbonden was, op mysterieuze wijze om het leven gekomen. Genoeg reden dus voor de nieuwe ghostwriter om aan de woorden van Lang te twijfelen en op onderzoek te gaan.
Blair & co.
Het script van The Ghost Writer werd gepend door Robert Harris en Roman Polanski. Ze baseerden zich op het boek The Ghost van Harris, de schrijver en journalist die zich liet inspireren door Tony Blair en zijn bondgenootschap met Bush Jr. Al zal de grote onthulling in het boek, niet iedereen als logisch of waarheidsgetrouw overkomen.
Regisseur Polanski houdt de spanning goed vast in deze vrijwel geweldloze thriller. De locatie aan de kust, het duinlandschap en de woest kolkende zee, en het prachtige moderne huis waarin Lang en zijn staf verblijven, verhogen de claustrofobische sfeer en onderstrepen de geïsoleerde positie van de oud-premier. Enkele goed getimede sarcastische oneliners bieden lucht in de adembenemende zoektocht naar de waarheid. Een van de vorige schrijfklussen van de ghostwriter was de autobiografie van een goochelaar getiteld: I came, I sawed and conquered. Van dat niveau dus. Niet alleen the Ghost maakt bijdehante opmerkingen, eigenlijk weet ieder personage zijn mondje goed te roeren.
De photoshopper in het art department verdient wel een tik op de vingers: de foto’s waarin personages bij elkaar geplakt zijn om een gezamenlijk verleden te suggereren zien er erg nep uit.
Saillant detail: we horen nooit wat de echte naam van The Ghost is. De schrijver blijft in dat opzicht anoniem, zoals het hoort bij ghostwriters.
The Ghost Writer, Frankrijk, Duitsland, UK
Regie: Roman Polanski
Met: Ewan McGregor, Pierce Brosnan, Olivia Williams, Kim Cattrall, James Belushi, Timothy Hutton
Nu op DVD: DFW.
Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.
Gisteren heb ik samen met mijn collega juryleden Rosto en Tommy Pallotta vergaderd in een restaurantje om de hoek van het KLIK! Amsterdam Animatie Festival. We waren het redelijk snel met elkaar eens.
Aan ons de schone taak om uit de competitie van de opdrachtfilms en de design competitie de films uit te kiezen die wij het beste vonden. Natuurlijk is ‘de beste’ een arbitrair iets. Had er drie andere professionals neergezet en die waren wellicht met een andere uitslag gekomen. Niet dat een ramp zou zijn: de programma’s bevatten namelijk genoeg goede animaties die aandacht verdienen.
Maar met opgeheven hoofd en zonder te blozen hebben we de onderstaande titels gekozen. Gisteravond was de grote prijzenceremonie op KLIK!, die geheel volgens de traditie van dit festival verliep: genoeg ruimte voor een grap, een ietwat verontrustende Elvis-imitatie van de presentator en het geluid van honderden klikkers in de zaal. (Bij dit festival applaudisseert men niet, maar klikt men op een plastic beestje om de goedkeuring te laten blijken.) Bovenal was de uitreiking snel en doeltreffend.
In de Competitie Opdrachtfilms is Diesel – Safe for work fruity porn van The Viral Factory de grote winnaar geworden.
Aan de basis van deze animatie ligt een prachtig concept. Zo eentje die je zelf bedacht had willen hebben. Prima uitgevoerd en erg grappig. En daarbij: het gaat over porno, dat leek ons reden genoeg. 🙂
In deze competitie waren er twee titels die we een eervolle benoeming hebben gegeven. Cotton van Danny Ilario in opdracht van We can help us. Een marionettefilm waarin een zeer gevoelig onderwerp, namelijk depressieve tieners, op een subtiele manier is verbeeld.
Blockhead – The Music Scene van Anthony Francesco Schepperd. Een videoclip met een punky attitude en visuele poëzie. Dat laatste is iets waar veel animators naar streven maar waar slechts weinigen in slagen.
In de Competitie Design
is N.A.S.A. – A Volta van Alexei Tylevich de winnaar geworden.
De maker van deze visueel verbluffende animatie is een goede vriend van Tommy Pallotta, een van de juryleden. Iets wat we voor de grap als een van de redenen bij de ceremonie noemden. Maar als dat niet het geval was geweest, dan hadden we deze originele clip alsnog gekozen.
Een andere videoclip van N.A.S.A., namelijk Spacious thoughts van Fluorescent hill, gaven we graag een eervolle vermelding. De opdrachtgever van de N.A.S.A video’s verdiende in onze ogen ook een prijs, want die heeft duidelijk smaak voor goede animaties.
De film Wolle van Wolfgang Hückel kreeg ook een eervolle vermelding omdat de filmmaker op intelligente wijze het filmframe als narratieve middel gebruikt. Daarbij stond de tekenstijl ons erg aan, en de gelaagdheid van het verhaal.
En verder ging
de Political Animation Award naar Spin van Max Hattler.
De International Short Award naar The Bellies van Philippe Grammaticopoulos.
En was de de International Student Award voor The Itch van Patrick Schoenmaker. Zie ook de site van KLIK! voor toelichting bij de prijzen en de laatste updates.
Zondagavond om 20:00 uur zijn alle winnaars te zien in het programma Best of KLIK!