Categorieën
Film

Film A-Z: M

Het is vrijdag dus tijd voor mij tweewekelijkse Film A-Z. Vandaag de M, want het is nooit te warm om goede films te kijken. Enjoy.

Man on the Moon (Milos Forman, 1999)
Het levensverhaal van de eigenzinnige komiek Andy Kaufman met liefde verfilmd. Jim Carrey zet een zeer overtuigende Andy Kaufman neer. En een goede Tony Clifton, Kaufmans alter ego. Maar laten we ook acteur Paul Giamatti niet vergeten. Hij speelt Bob Zmuda, de compadre van Kaufman met wie hij snode grappen bedacht. Zmuda schreef ook een memoir over Kaufman. Wie dat boek uitleest, ziet de wereld opeens op een complete nieuwe manier. Dat overkwam mij in ieder geval. Lees het boek na de film, andersom merk je dat de makers van Man on the Moon veel hebben gesleuteld aan de werkelijkheid om er een kloppend verhaal van te maken. Maar ach, wat geeft dat eigenlijk. Het leverde een boeiende flick op, van een boeiende vent.

De band REM maakte nog een mooi liedje over Andy Kaufman.

The Matrix (Andy Wachowski, Lana Wachowski, 1999)
Toen de eerste Matrix-film uitkwam, was ik flabbergasted. Het was steevast de beste film van dat jaar. Goed uitgevoerd, vol met technisch hoogstaande filmsnufjes. Een boeiend verhaal over werkelijkheid en schijnwerkelijkheid. Over wat echt is en virtueel, maar reëler aanvoelt dan de werkelijkheid. Vooral vondsten als de verklaring voor déjà vu, wat dus komt omdat het computersysteem zich aanpast en er dus een kleine loop in het computerprogramma ontstaat, vond ik prachtig. En verder lekker semi-relieus geneuzel. Religie moeten we toch niet serieus nemen. Niet in deze wereld, noch in The Matrix.

Welke pil zou jij eigenlijk nemen? De rode, die je uit de illusies doet ontwaken, of de blauwe, die je de werkelijkheid doet vergeten? Ik vrees dat de meeste mensen voor de laatste pil zullen kiezen, al zullen ze dat natuurlijk nooit toegeven.

Het is zo jammer dat er een tweede en een derde deel moesten komen. Die halen toch een deel van de glans van The Matrix weg. Daarbij trek ik één film met houtenklaas Keanu Reeves nog wel, maar een hele trilogie? Dan nog liever drie films met hobbits!

Metropolis (Fritz Lang, 1927)
Het eerste wat ik ooit van deze scifi klassieker zag, waren beelden die gebruikt werden in de videoclip Radio Gaga van Queen. De beelden lieten me nooit meer los: ik ben erg dol op het gebruik van schaalmodellen in films en de futuristische stad in Metropolis wordt mede verbeeld door schaalmodellen. Verder bevat deze Duitse film uit 1927 prachtige beelden. Zoals de scène waarin de gouden vrouwenrobot tot leven wordt gewekt.

Metropolis, toen de duurste Duitse film ooit, is een dystopisch verhaal dat zich afspeelt in de toekomst. Het verhaaltje, dat geschreven werd door de vrouw van regisseur Fritz Lang, zit simpel in elkaar en de boodschap is duidelijk, maar naïef: de arbeiders en de elite (het hoofd) vinden elkaar in het hart.

Er zijn heel wat verschillende versies van deze film, maar ik geef de voorkeur aan de versie van Giorgio Moroder, die er een aardige Hollywoodachtige versie van wist te maken. Maar smaken verschillen natuurlijk.

Mulholland Drive (David Lynch, 2001)
Wat, alweer een film van David Lynch in mijn film A-Z? Jazeker. Dit is een van de meest toegankelijke films van meneer Lynch en wat een hartzeer laat hij ons zien. De geflopte actrice Diane Selwyn (Naomi Watts) voelt zich verraden door haar vriendinnetje en construeert een heel romantisch verhaal voordat alles in duigen valt en ze zelfmoord pleegt. Of zoiets, want net als bij het andere filmwerk van Lynch zijn er meerdere interpretaties van het verhaal mogelijk. Is dat erg? Nee, dat maakt het alleen maar voor de hand om de film nog eens te gaan zien. En dat is geen straf. Prachtig gefilmd, met twee prachtige hoofdrolspeelsters. Intrigerend ver voorbij het moment dat het laatste frame zichtbaar is.


De volgende Film A-Z is vrijdag 16 juli. Voel je vrij om tot die tijd jouw favoriete M-titels met ons te delen.

Categorieën
Film

Nederlandse animaties voorfilm bij blockbusters

Soms hoor je nieuws waar je vrolijk van wordt: vanaf 3 juli worden vier nieuwe korte Nederlandse animatiefilms vertoond als voorprogramma van Amerikaanse blockbusters. Het is de eerste keer in lange tijd dat animatiefilms van eigen bodem als voorfilm in de bioscoop te zien zijn. Normaliter is er geen plaats voor korte films in de Nederlandse bioscoop.

Tenzij het gaat om een speciaal festival zoals bijvoorbeeld het Klik Animatiefestival, het HAFF of het Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival.

De films die deze zomer in de bioscoop gaan draaien werden geselecteerd als vier beste na een competitie die het Filmfonds uitschreef voor de realisering van ultrakorte animatiefilms van maximaal 2 minuten. Bioscoopexploitant Pathé brengt ze deze zomer in roulatie:
Pik, regie Erik van Schaaik;
DirkJan Heerst!, regie Remco Polman en Wilfred Ottenheijm;
In Other Words, regie Joost Bakker;
In a Forest, regie Fons Schiedon.

De films worden in digitale projectie vertoond in 70 zalen, in het voorprogramma van grote speelfilmreleases. De eerste titel, Pik is vanaf 3 juli te zien als voorfilm in Pathétheaters in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Helmond, Utrecht en Zaandam. De overige titels gaan in de loop van de zomer in roulatie. Meer informatie over de films en het overzicht van de zalen is binnenkort terug te vinden op de websites van Pathé en het Filmfonds.

De Nederlandse animatiefilm is internationaal regelmatig aanwezig op toonaangevende festivals. Met deze serie animatiefilms die sterk verschillen in stijl en techniek willen het Nederlands Fonds voor de Film en Pathé een groter publiek voor de Nederlandse animatiefilm bereiken. Het Filmfonds heeft zijn budget voor animatie structureel verhoogd, een animatie-intendant ingesteld en animatiefilms van speelfilmlengte in ontwikkeling genomen om zo de Nederlandse animatiefilm een extra impuls te geven.

Zoals de titel DirkJan Heerst! al aangeeft, is dit wederom een animatie met stripfiguur DirkJan in de hoofdrol. (Eerder was er al Het Elixer). Remco Polman en Wilfred Ottenheijm regisseerden deze korte animatie waarin de creatie van Mark Retera niets minder dan een wereldleider wordt.

In Pik, van animatiemeester Erik van Schaaik, geeft een dierenverhaal een kijkje in de verschillende emoties binnen een relatie. Behulpzaam vs Irritant, Onverschillig vs Afhankelijk, uitgebeeld in 2D vs Stop Motion. Een schouwspel tussen twee vrienden en tegelijk een battle of the animators op muziek van Martin Fondse en sounds en foley van Arno Peeters.

De making of van Pik:

In Other Words van Joost Bakker lijkt een bericht in een opwaaiende krant een man en een vrouw dichter bij elkaar te brengen. Bakker tekende de film met houtskool en potlood. Een scène uit Il Deserto Rosso van Michelangelo Antonioni waarbij een man en een vrouw op een aanwaaiende krant gaan staan en zich erover buigen inspireerde de maker. Naast de tekeningen zorgt het muziekstuk van de Catalaanse componist Frederico Mompou voor de tijdloze sfeer van de film.als filmmaker.

In a Forest is van  Fons Schiedon. De film neemt de kijker mee in een onverwachte transformatie van de ene realiteit in de andere. Met het visuele lexicon van de thriller introduceert deze ultrakorte animatiefilm een spannende achtervolging door een donker bos die eindigt op een filmset. Gaandeweg wordt het verwachtingspatroon van het publiek uitgedaagd. Een film over geloven in een illusie.

Categorieën
Film

Film A-Z: L

Het is vrijdag en dus tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. We zijn inmiddels bij de letter L beland.

Lethal Weapon (Richard Donner, 1987)
Ik zat er eerst nog even te twijfelen of ik Lethal Weapon op de lijst moest zetten. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik in de afgelopen jaren anders ben aan gaan kijken tegen Mel Gibson. In de Lethal Weapon-reeks speelt hij de agent met het korte lontje Martin Riggs die op ieder moment tot een geflipte actie in staat is. Erg amusant die rare sprongen die Riggs maakt. Toch bekruipt me de laatste jaren het gevoel dat Gibson misschien niet echt acteerde: hij heeft een paar rare uitspraken gedaan en The Passion of the Christ noem ik geen gezond kijkvoer. Was het je trouwens al opgevallen dat Mel in bijna al zijn films wel een keer gemarteld wordt?

Maar dat even terzijde. Ik heb indertijd erg genoten van de Lethal Weapon quatrologie, waarin stevige actie en heerlijk mannenhumor hand in hand van het scherm afknallen. Indertijd was ik ook gecharmeerd van de soundtrack gecomponeerd door Michael Kamen en Eric Clapton. Je mag me wakker maken voor een deeltje uit de reeks. Doch niet te laat, want net als Mel heb ik mijn schoonheidsslaapjes nodig.



Let the Right One In (Tomas Alfredson, 2008)

Let the Right One In is een prachtige vampierenfilm, die heel subtiel gedraaid is en een mooi en ontroerend verhaal over een eenzame twaalfjarige jongen die gepest wordt op school. Hij sluit vriendschap met zijn nieuwe buurmeisje, dat hem bekent bloed te moeten drinken om in leven te blijven.

De film won eerder zowel de jury- als de publieksprijs op het 25e Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. De jury stelde toen dat de Zweedse productie “het horrorgenre ver, ver ontsteeg en laat zien dat elke pispaaltje een vampier als vriendin zou moeten hebben”. Deze film werd terecht als beste buitenlandse film van 2009 gekozen door de Nederlandse filmpers.

Lost Highway (David Lynch, 1997)
In een film A-Z mag bij de letter L cineast David Lynch natuurlijk niet ongenoemd blijven. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk, al geef ik graag toe dat ik zijn films ook niet altijd snap. Gelukkig zijn er bij de verhalen van Lynch altijd meerdere verklaringen mogelijk. Lost Highway vind ik nog steeds een van de meest verontrustende films die ik ooit zag.

Lynch kan als geen ander het alledaagse zo in beeld brengen, dat je al koude rillingen over je rug voelt gaan als hij een druppelende kraan laat zien. De complexiteit van de verhalen maakt dat je de films vaker kunt zien, om bij iedere kijkervaring nieuwe dingen te ontdekken of reeds bekende details in een ander licht te plaatsen. De cinema van Lynch is daarom eindeloos fascinerend. Zijn televisieserie Twin Peaks was dat ook, getuige de reeks artikelen die ik daar een tijd geleden over schreef.

Lost in translation (Sofia Coppola, 2003)
Ik wil niet te veel over deze film zeggen, want deze moet je gewoon gaan zien. Een prachtige rol van Bill Murray die Bob Harris speelt, een Amerikaanse acteur op zijn retour die een paar dagen in Tokio verblijft om een commercial op te nemen. Hij ontmoet Charlotte (Scarlett Johansson in haar meest ontwapenende rol ooit) in de bar van het hotel. Charlotte voelt zich net als hij verloren in een stad waar alles vreemd lijkt te zijn. Haar man is een werkverslaafde fotograaf die ze zelden ziet. De twee Amerikanen zijn op elkaar aangewezen en er ontstaat een verrassende vriendschap.

Regisseur Sofia Coppola houdt afstand tot Tokio en benadert de wereldstad vanuit de ogen van haar personages. Vol verwondering en vragen dwalen die door de metropool, soms dromend, soms verdwaald, maar nooit echt alleen omdat ze elkaar hebben leren kennen. Of zoiets. Nou ja, ik heb al te veel gezegd. Ga maar gewoon kijken.

De volgende film A-Z is er over twee weken, op 2 juli.

Categorieën
Film

Film A-Z: K

Vandaag is in mijn Film A-Z de K aan de beurt, maar het is vooral de K van karig lijstje. Ik heb niet zo veel filmfavorieten die met die letter beginnen.

Ik vond Karakter van Mike van Diem bijvoorbeeld een goede film: mooie artdirection, goed camerawerk. Maar ik zou hem toch niet tot mijn favorieten rekenen. Ook The Karate Kid, die ik erg leuk vond toen hij uitkwam, komt niet in dit rijtje voor. Ongetwijfeld zullen sommige mensen met Kill Bill op de proppen komen. Sorry, ik was niet erg onder de indruk van dit aan filmcitaten samenhangende hobbyprojectje van Quentin Tarantino. Vermakelijk is Kill Bill zeker, maar sinds de première heb ik niet de behoefte gevoeld de rolprent nog eens te bekijken.

De onderstaande twee films wel.

Kick-Ass (Matthew Vaugh, 2010)

Kick-Ass
kwam een paar maanden geleden uit in de bioscoop, dus hij is nog erg vers. Toch is het een film die ik graag nog een keer ga zien. Niet alleen omdat deze stripverfilming gebaseerd is op een origineel idee, namelijk dat gewone mensen opeens proberen superhelden te zijn, maar ook omdat dit idee prima is uitgevoerd. Al gaat mijn voorkeur uit naar het origineel: de prachtige strip van Mark Millar en John Romita Jr. Zie hier mijn recensie.

Kiss Kiss Bang Bang (Shane Black, 2005)
Ironische misdaadfilm van de scriptschrijver van Lethal Weapon, Last Action Hero en The Long Kiss Goodnight die met deze film zijn regiedebuut maakte. Robert Downey Jr. (daar is ie weer) speelt kruimeldief Harry Lockhart die op de vlucht voor de politie, bij een filmauditie terechtkomt. Hij mag naar Hollywood waar hij een paar dagen meeloopt met detective Perry Van Shrike, door iedereen Gay Perry genoemd vanwege zijn voorkeur voor de herenliefde. Lockhart komt al snel een oude jeugdvriendin tegen, en samen raken ze in meer intriges, problemen en intertekstuele verwijzingen verzeild om de rest van de film in volle vaart te houden.

Prima vertolkingen, ook van Val Kilmer als Gay Perrry en Michelle Monaghan als mooie jeugdvriendin. De filmvertelling refereert naar zichzelf: niet alleen spreekt Downey Jr. rechtstreeks het publiek aan, ook wordt de film vaak letterlijk even stilgezet voor een grappige terzijde of toevoeging. Regisseur en scenarist Black haalt een paar keer hard uit naar tinseltown en schetst een cynisch beeld van de filmfabriek die Hollywood heet.

De volgende keer gaan we verder met de letter L en wel op vrijdag 18 juni.

Categorieën
Film

Film A-Z: J

Het is vrijdag dus is het tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. Vandaag de letter J, van James Bond. Al zul je geen Bond-films in dit overzicht aantreffen. Die heb ik jarenlang gekeken, maar ben ik zo langzamerhand wel ontgroeid. Wie er even over nadenkt kan zo een aantal filmtitels die met de J beginnen noemen. Jaws, Jackie Brown en The Jazzsinger, bijvoorbeeld. Toch zijn dit niet mijn favoriete J-films. Onderstaande wel.

Jay and Silent Bob Strike Back (Kevin Smith, 2001)
Oké, ik geef toe: dit is niet de beste comedy aller tijden. Dit is zelfs niet de beste comedy van de jaren 0, maar oh, wat moet ik toch iedere keer lachen als Jay en Silent Bob op stap gaan naar Los Angeles om de opnames van een film te stoppen waarin twee stripfiguren de hoofdrolspelen die op hen zijn gebaseerd. Jay en Bob waren altijd bijfiguren in de films van Kevin Smith, maar in deze flick spelen ze – hoe onwaarschijnlijk ook – de hoofdrol. Met een prachtige kleine rol van wijlen George Carlin die als lifter precies weet dat je onderweg je hoofd nooit moet verliezen maar wel hoe je die moet gebruiken om een lift te krijgen. Deze film zuigt geen moment en zou ik iedere dag wel kunnen opzetten op een willekeurige scène. How do you like them apples?

Daarbij weten Jay & Silent Bob precies hoe je met reaguurders op het web moet omgaan.

La Jetee (Chris Marker, 1962)
La Jetee is een erg interessante film van slechts 28 minuten van Chris Marker. De film bestaat volledig uit stilstaande foto’s op een bewegend moment na. Het verhaal was een belangrijke inspiratiebron voor de film Twelve Monkey’s. Een overlevende van WOIII probeert door middel van een wetenschappelijk experiment te communiceren met het verleden en wel via een afbeelding van een jonge vrouw op de startbaan van Orly. Uiteindelijk zal de overlevende getuige zijn van zijn eigen dood. Een prachtig concept dat dus op een bijzondere wijze is ‘verfilmd’.

JFK (Oliver Stone, 1991)
Het is alweer bijna twintig jaar geleden sinds Oliver Stone met zijn visie op de moord op John F. Kennedy kwam. Een ingewikkelde film, of eigenlijk geen film in de traditionele zin des woords maar eerder een collage van archiefbeelden, nagespeelde scènes en filmische technieken, die ik sinds het uitkomen van de film nu een paar keer heb gezien maar toch blijft boeien. De waarheid is zoals je haar monteert.

Juno (Jason Reitman, 2007)


Juno is een schattige film met een origineel verhaal over een zestienjarig meisje dat per ongeluk zwanger wordt. Ze zoekt een stel adoptieouders voor haar ongeboren vrucht. Ellen Page speelt Juno. Ze is een veelzijdige actrice die haar personages natuurgetrouw weet neer te zetten. Eerder schitterde ze al als Kitty Pryde in X-Men 3 en als vleesgeworden castratie-angst voor pedofielen in Hard Candy. (Zie de H van dit Film ABC.) Hou die meid in de gaten, die gaat het nog ver schoppen in Hollywood.

De volgende aflevering van mijn Film A-Z gaat 4 juni online. Over twee weken dus.

Categorieën
Film

Film A-Z: I

Na een pauze van een paar weken gaan we weer vrolijk verder met mijn Film ABC. Vanaf vandaag wel elke twee weken. De volgende aflevering kun je dus 21 mei verwachten. Meer eerst vandaag mijn favoriete films die beginnen met de letter i.

I am Not There (Todd Haynes, 2007)


Todd Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan en ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elfjarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s – is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is. Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic.

Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Cate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaire Don’t Look Back. I Am Not There is een mooi filmisch experiment vol met verwijzingen naar multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan. Een cinematografische mozaïek. Een aanrader voor de Dylan-liefhebber en voor de fan van interessante films.

Imagine: John Lennon (Andrew Solt, 1988)
Een van de mooiste documentaires die ik zag over een popartiest. Natuurlijk was Lennon meer dan alleen een zanger en liedjesschrijver. Hij was ook politiek actief. Met slogans als ‘Give peace a chance’ en ‘War is over (If you want it)’ was hij een twitteraar avant la lettre.

In Imagine wordt een beeld geschetst van deze veelzijdige man. In een scène zien we zijn barmhartige kant als hij het gesprek aan gaat met een zwervende jongen die voor zijn huis bivakkeert. Een ware gelovige in de woorden van Lennon en McCartney die de muziek van de Beatles haast als gospel ervaart. Lennon probeert hem uit te leggen dat hij gewoon een liedjesmaker is en dat zijn songs over zijn eigen leven gaan. Daarna nodigt hij de jongen uit aan tafel.

In een andere scène zien we de duistere kant van Lennon: ongeduldig snauwt hij een technicus af in de studio omdat deze niet het juiste deel van de song weet te vinden waarvan Lennon en producent Phil Spector de achtergrondkoortjes proberen in te zingen. Ironisch dat hij kwaad wordt bij een nummer waarin Lennon zijn liefde voor Yoko bezingt.

In Bruges (Martin McDonagh, 2008)
In Bruges draait om twee huurmoordenaars die na een fout gelopen klus in Dublin van hun baas moeten onderduiken in Brugge te België. Daar brengen ze de dagen door met sightseeing. Terwijl Ray (Collin Farrell) niet eens dood aangetroffen zou willen worden in deze Middeleeuwse toeristenval, geniet de oudere Ken (Brendan Gleeson) met volle teugen van de historische panden en grachtjes. Rays bokkige humeur klaart echter op als hij een date weet te versieren met de aantrekkelijke Chloe (Clemence Poesy). Hij ontmoet haar op de filmset van een pretentieuze surrealistische flick waarin een lilliputter (Jordan Prentice) de hoofdrol speelt.

In Bruges is theatraal in opzet en uitvoering – in de climax van het verhaal komen de verschillende levenspaden en plotlijntjes mooi samen. Brugge wordt schilderachtig neergezet en vormt een karakter op zichzelf. De gevarieerde cast van onder andere Ieren, Engelsen, Fransen en Hollanders is voortreffelijk. Colin Farrell leunt in zijn performance erg op zijn wenkbrauwen, maar speelt des ondanks zijn beste rol sinds Phone Booth (Joel Schumacher, 2002). Door Farrells vertolking is huurmoordenaar Ray sympathiek, grappig en heeft hij bijna iets onschuldigs.

Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994)


Ik hou van vampierfilms. Dracula en varianten: ik krijg er nooit genoeg van. Deze film vind ik dan ook een zeer aardige vampierfilm. Het verhaal komt van de boeken van Anne Rice, waarvan Interview with the Vampire in 1976 de eerste was in de reeks The Vampire Chronicles. Tom Cruise speelt met stijl de rol van de uiterst verdorven, maar charismatische vampier Lestat die Louis, gespeeld door Brad Pitt, in een vampier verandert en veroordeelt tot een verdoemd bestaan. Hoewel Tom Cruise in deze film duidelijk toont dat hij toch echt kan acteren, is Kirsten Dunst de ster in deze film. Ze wordt als jong meisje door Louis in een vampier veranderd en speelt de rol van bloeddorstig kind met verve. Ze was toen slechts 11 jaar.

De film van Neil Jordan is heel andere koek dan die flauwe tienerversies van de ondoden die we tegenwoordig krijgen voorgeschoteld. Films als Twilight en tv-series als Vampire Diaries kunnen mij niet bekoren.

Iron Man (Jon Favreau, 2008)


Iron Man
is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.

Het kloppende hart van de film is acteur Robert Downey Jr. – een prachtige acteur die Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier gestalte geeft, maar de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid meegeeft en daarmee geloofwaardigheid mee. Over Iron Man 2 die recent uitkwam ben ik een stuk minder te spreken.

De volgende Film A-Z is dus op vrijdag 21 mei. Voel je vrij om in de comments je eigen favoriete i-films te noemen en te vertellen waarom je die films zo goed vindt.

Categorieën
Film Filmrecensie

Iron Man 2 komt niet uit de verf

Vroeger perste Hollywood er pas een vervolg uit als de eerste film een succes bleek. Tegenwoordig worden vervolgen al gepland als de cijfers van het eerste vertoningweekend veelbelovend zijn. Sequels waren vroeger dikwijls slechter dan het origineel, op een paar uitzonderingen daargelaten.

Met alle filmtrilogieën en filmseries gaan we er tegenwoordig voor het gemak vanuit dat het vervolg beter is dan het origineel. Vooral in het geval van superheldenfilms, waar men de origin story van de held toch eerder als een struikelblok ziet voor een goede film. Als je de oorsprong eenmaal uit de weg hebt, kunnen we pas echt een goed verhaal maken, wordt er gedacht. Raar, want een interessante superheld valt of staat bij een doordachte oorsprong waarin op boeiende wijze wordt verhaalt hoe de held geworden is zoals hij is en vooral waarom hij zijn krachten ten goede van de mensheid inzet.

Waarom vertel ik dit allemaal? Omdat Iron Man 2 tot mijn verbazing tegenvalt. Niet dat het harnas van Tony Stark Robert Downey Jr. niet als gegoten zit, maar dat was in Iron Man ook al het geval. Iedere scène met Downey Jr. is genieten. Ook de specialeffects vallen niet tegen. Alles ziet er piekfijn uit. Toch maakt Iron Man 2 zijn belofte niet waar.

Impotent
Jammer, want alleen de cast had al veel potentie. Scarlett Johansson als Natasha Romanoff, ook wel bekend als de Black Widow had veel sensueel vuurwerk kunnen opleveren. Helaas komt ze pas aan het einde van de film in vorm als ze mag afrekenen met een stel slechteriken. Maar dat is dan wel een beetje laat. Samuel L. Jackson speelt Nick Fury, de baas van SHIELD. Zijn rol is vooral die van pratend-hoofd-die-alles-uitlegt. Zelfs David Hasselhoff kwam meer in actie toen hij dit personage gestalte gaf in een slechte tv-film. En Mickey Rourke zet big bad Ivan Vanko adequaat maar op een niet-bijzondere wijze neer.

Het thema van de film lijkt het spiegelbeeld te zijn. Zowel Stark als Vanko zitten met een erfenis van hun vader opgescheept. Vanko wil wraak nemen omdat zijn vader nooit de credits of de financiële vergoeding kreeg voor het mede-opbouwen van het Stark-imperium. Hij bouwt een soortgelijk harnas als Iron Man en voegt er twee elektronische zwepen aan toe. Wapenontwerper en handelaar Justin Hammer lijft hem in om Iron Man te kloppen. Maar als de twee uiteindelijk tegenover elkaar staan, blijft het beloofde vuurwerk uit en loopt alles met een sisser af. Daarbij is de hoeveelheid actie in deze superheldenfilm toch al mager en is potentiële spanning ingeruild voor te veel leuk bedoelde onderonsjes tussen de acteurs.

Het thema dat een uitvinding als het Iron Man-harnas ook ten kwade gebruikt kan worden – het Amerikaanse leger wil dat Stark zijn uitvinding afstaat om als oorlogswapen in te zetten – biedt interessante mogelijkheden en luistert het begin van de film op om later op de achtergrond te verdwijnen als de focus wordt gelegd op de gezondheidsperikelen van Stark.

Vermakelijke tik
Aan de andere kant is het genieten met Sam Rockwell die als de meedogenloze wapenhandelaar Justin Hammer het campy spiegelbeeld van Stark is. En regisseur Jon Favreau deelt zelf ook nog een vermakelijke tik uit in een actiescène. In plaats van de actieheld uit te hangen had hij zich beter kunnen concentreren op het rommelige verhaal. Dan had hij vast de scenarist op tijd naar huis had gestuurd om een versie te schrijven die de potentie van de personages meer benutte. Dan was Iron Man 2 ongetwijfeld meer dan alleen amusant geweest. Dan had het echt een goede film kunnen zijn.

**1/2
Deze recensie staat ook op het filmblog van Zone 5300. Overigens neem ik vanaf nu de sterrenbeoordeling over die we op die site hanteren.

Categorieën
Film Strips

John Waters in de Zone 5300

Deze aankondiging is even op de plank blijven liggen door het bloggeweld dat Imagine veroorzaakte, maar dan toch bij deze: Het nieuwe nummer van Zone 5300 ligt in de winkels. Waarom moet je hem kopen? Nou dat zal ik je vertellen.

Allereerst staat er een uitgebreid interview met de meester van de trash-cinema in, namelijk John Waters. Over zijn samenwerking met Divine, inspiratie, zijn geen moment saaie carrière en zijn oprechte liefde voor film: ‘Ik vind het zelfs fantastisch als er witte ondertiteling zit in een film met sneeuw!’ Vorig jaar was John Waters in Nederland en deed ook Cinema de Melkweg aan. Ik was daar aanwezig tijdens de vertoning van Polyester en de Q&A erna. Dat leverde dit verslag op.

Het interview in de Zone 5300 werd uitgevoerd door Frank Schonewille. Het interview werd tot een artikel bewerkt door Eric van der Heijden.

Verder bevat deze versche Zone een bijzonder project van Natasja van Loon en stripmaker Merel Barends. In Jager/Prooi vetellen ze elk een kant van hetzelfde verhaal.

Muziek
Ook zit er muziek in deze Zone. Oftewel: je krijgt er een gratis cd’tje bij. We Are The Chosen is een verzamelaar met maar liefst 19 nummers van striptekenaars die in de vijftien jaar van Zone’s bestaan met het magazine hebben gewerkt of dat nog altijd doen. Striptekenaars spelen namelijk niet zelden in een bandje. Daar moet mijns inziens toch eens een sociologisch onderzoek naar gedaan worden, naar de connectie stripmaker-muzikant, maar dat terzijde.

Verder bevat deze Zone natuurlijk strips en recensies (ook een paar van mij) en kost dit kleinood je slechts 6,50.

Meer weten over deze Zone 5300, numero 89 alweer, klik dan even door naar de Zone-site. Daar kun je meteen wat audiosamples luisteren van We Are The Chosen en – als je helemaal in een gekke bui bent – lezen hoe je abonnee kunt worden.

Categorieën
Film

Imagine in Flashback

Het Imagine filmfestival zit er voor mij weer op. In zes dagen festival zag ik in totaal 12 films, (Exam had ik al bij een persvoorstelling gezien) en een programma Europese korte films. Ook woonde ik het boeiende symposium van filmmuziek componist Simon Boswell bij.

Dit jaar vond het festival plaats in Filmtheater Kriterion. Een goede zet, want niet alleen bevonden de drie zalen zich in één pand, ook bezit Kriterion een leuk café, waar je een schappelijke prijs betaalt voor een kop koffie. Tussen de films door was het dan ook fijn praten met vrienden en mede festivalbezoekers. Ook gaf het café de gelegenheid om de festivalkrant te lezen. Leuk vond ik die Imagine Daily. Het zijn dat soort kleine dingen die een festival extra bijzonder maken. Eigenlijk hoort een serieus filmfestival gewoon een dagkrant te hebben. Punt. En een goede website. Over de site van Imagine heb ik niets te klagen. Overzichtelijk, informatief en een aanvulling op het festivalbezoek zelf.

Overigens werd het naar mijn smaak in de avonduren wel een beetje te druk in de gangen en het café van Kriterion. Misschien is het festival toch wat te groot voor het aantal bezoekers.

Dikkie Dick
Dick Maas liet ook zijn gezicht zien op het festival. Tussen de opnames van de film Sint door nam hij namelijk de Career Achievement Award in ontvangst. Daar was ik overigens niet bij, wel zag ik hem de dag erna uit de taxi stappen om een compilatie van zijn (korte) films in te leiden. Ook daar heb ik geen frame van gezien. Ik vind dat Maas vroeger veel betekend heeft voor de Nederlandse filmwereld met films als De Lift, Amsterdamned en Flodder. Daarna vond ik zijn films niet zo interessant meer, al ben ik wel licht nieuwsgierig naar Sint.

Donderdag 15 april was voor mij de eerste echte dag van het festival. Ik zag drie films die dag: No Smoking, Master Key en The Wild Hunt. Die laatste stak met kop en schouders uit boven de eerste twee films, waarvan Master Key toch wel een van de meest vage scenario’s is die ik ooit op het witte doek heb uitgespeeld gezien.

Quantum Leap


Een eerste dag op het festival is altijd even inkomen. De programmering is strak en de pauzes tussen de voorstellingen daardoor kort. Iedere keer als het licht in de zaal uitgaat kom je in een nieuwe verhaalwereld terecht en moet je je verplaatsen in een volledig onbekend personage. Al snel voelde ik me een soort van Sam Beckett – de tijdreiziger uit Quantum Leap, niet de beroemde Ierse schrijver en dichter. Na een dag krijg ik daar altijd een soort van geestelijke jetlag van. Als ik niet geregeld achter het toetsenbord kruip om recensies en impressies te schrijven van de films die ik zie, dan zouden alle indrukken door elkaar gaan lopen. Scènes, personages, situaties zouden dan een grote onnavolgbare metafilm worden.

Vrijdag 16 april was de dag voor European Fantastic Shorts #2, Black Dynamite en de niet minder dan Fantastic Mr. Fox. Black Dynamite was ook een fijne spoof op de blaxploitationfilms uit de jaren zeventig. Kan het dan ook alleen maar eens zijn met de woorden van Tonio van Vugt die de film uitgebreid besprak. Wel grappig dat er een spoof, cq hommage van blaxploitation is gemaakt. Wie films als Shaft en Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (die titel alleen al) tegenwoordig ziet, heeft toch moeite zijn lach in te houden. Niet dat Shaft niet cool is, maar die jive-talk en übercoole poses die de personages aannemen werken tegenwoordig toch op de lachspieren.

Soundtrack
Simon Boswell is componist van filmmuziek. Hij werkte voor filmmakers als Dario Argento en Clive Barker. Hij voorzag veel horrorfilms van muziek terwijl hij zelden zo’n film kijkt. Boswell gaf een zeer onderhoudende masterclass over zijn carrière, het componeren van filmmuziek en toonde ons zijn eigen geluidsexperimenten. Boswell plaats namelijk filmmuziek onder nieuwsitems. Het effect ervan laat zich raden. Onder beelden van de vliegtuigen die op 11 september 2001 de Twin Towers in vlogen zette hij een zelfgemaakte compositie die niet had misstaan onder beelden van een film als Independence Day. Het nieuws leek daardoor wel een spannende film.

Interessanter vond ik zijn vertraagde videoportretten. Boswell gebruikt bestaande close-ups van beroemdheden als Bowie en Sadam Hoessein en vertraagt de beelden ervan zodanig, dat ook het knipperen van de ogen zeer langzaam gaat. Aan het beeld voegt hij een vreemdsoortige, intense soundtrack toe. Het effect is zeer vervreemdend, maar boeit ieder frame. Het zijn indringende levende portretten van mensen. Je gaat automatisch minutieus naar de gelaatstrekken kijken en ontdekt een oneindig verhaal in de blik van de geportretteerde.

Het experiment lijkt mij een voortgang van de screentest van Andy Warhol. Die richtte een cameralens op iemand en draaide de filmrol vol terwijl deze mensen in de lens keken en tegen de camera zaten te praten. Soms staarden de drie minuten dat de filmspoel duurde naar de toeschouwer. Toen ik mijn observatie na de lezing met Bosswell deelde, gaf hij toe dat hij door Warhols screentests is geïnspireerd.

Verder zag ik maandag nog de film Best Worst Movie. Zie hier mijn recensie. De dinsdag begon met Diagnosis Death, gevolgd door de prachtige en ontroerende animatiefilm Mary and Max. De avond was gereserveerd voor Symbol.

Festivalcafé Kriterion

Symbol ondersteboven
Halverwege de eerste vertoning van Symbol van Hitoshi Matsumoto ging het goed mis. Opeens was het beeld ondersteboven en in spiegelbeeld. In eerste instantie dachten we allemaal dat dit misschien zo hoorde. Symbol is namelijk een nogal vreemde film en bij de scène in kwestie schakelden we net over naar China, aan de andere kant van de wereld. Misschien dat Matsumoto de wereld daarom op zijn kop toonde? Toen de ondertiteling echter ook in spiegelbeeld en bovenin het beeld verscheen, bleek dat de operateur de aktes verkeerd aan elkaar had geplakt.

Voor niet ingewijden: film wordt in een reeks kleine spoelen aangeleverd die voor vertoning achter elkaar geplakt moeten worden op een grote spoel. Als een film eenmaal draait, kun je dit soort fouten niet zomaar herstellen. Kortom: einde van de filmvertoning. De festivaldirectie ging hier heel netjes mee om: iedereen kreeg een voucher zodat een andere voorstelling gratis bijgewoond kon worden. Ook werden er consumptiebonnen uitgedeeld.

Toch was het heel frustrerend, want Symbol is een film die de kijker een enigma voorschotelt: Een man in een fel gekleurde pyjama ontwaakt in een lege witte kamer waarvan de muren zijn gedecoreerd met de piemeltjes van engelenbeeldjes. Wanneer hij op zo’n piemeltje drukt floept uit een luik in de muur een willekeurig voorwerp te voorschijn: een roze tandenborstel, een steekwagentje, een vaas, sushi… Op de een of andere manier houden de gebeurtenissen in de witte kamer verband met de voorbereidingen, ver weg in Mexico, van de oude gemaskerde worstelaar ‘Escargotman’ op zijn wedstrijd. Maar hóe, dat blijft een verrassing tot het goddelijke einde. Het einde dat ik dus niet gezien heb.

Symbol vormt een puzzel waarvan ik de oplossing nu niet weet. Aan de ene kant frustrerend, aan de andere kant een mogelijkheid om zelf een passend einde te bedenken. Inmiddels heb ik al van mensen de afloop van Symbol vernomen. Dat bevredigt het ongenoegen enigszins, maar niet zoveel als het zien van de film zelf.

Imagine etalage ABC Amsterdam

Woensdag zag ik het matige doch onderhoudende The Crazies en de saaie film Time Out. De dag werd gered door Leslie, My name is Evil. Aanrader!

Donderdag sloot ik het festival af met Dark and Stormy Night die best leuk was geweest als de film maar een halfuurtje had geduurd en de tromafilm Vampiere Girl versus Frankenstein Girl. Deze was net zo vermakelijk en fout als de titel doet vermoeden. Geen slechte afsluiter van Imagine 2010.

Silver screen award
Na een vertoning mogen de bezoekers hun mening over de betreffende film doen blijken door met een formuliertje aan te geven of ze de film: hopeloos, slecht, zozo, goed of zeer goed vonden. Op basis daarvan wordt iedere dag een tussenstand voor de Silver Screen Award gepubliceerd. Maar hoe zit het precies als een film weinig bezoekers heeft getrokken maar die drie mensen in de zaal deze film allemaal zeer goed vonden? Komt die film dan bovenaan te staan? Of werkt het systeem op een relatieve basis, waarbij het aantal bezoekers en vertoningen in de berekening worden meegenomen? Ik vroeg het Phil van Tongeren op een dag toen hij uit het festivalkantoor stapte. ‘Daar is onderling nogal wat discussie over,’ zei Phil. ‘Maar het klopt wel hoor,’ verzekerde hij ons. Nou ja, veel maakt het niet uit. Dat wil zeggen, dat de top drie wel overeenkomt met die van mij.

  1. Mary and Max 8.93
  2. Fantastic Mr. Fox 8.80
  3. Best Worst Movie 8.77

Hoewel, ik zou Fantastic Mr. Fox op 1 hebben gezet en Mary and Max op nummer twee. Met Best Worst Movie op nummer drie ben ik het geheel eens. Mr. Fox had overigens minder vertoningen dan Mary and Max. Heeft dat er misschien toch mee te maken, Phil?

Voor de liefhebbers: check Hallie Lama’s stripblogjes over Imagine. En voor meer recensies het Imagine blog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Leslie, My Name is Evil

‘I love you, but I love Jesus more,’ geeft Dorothy (Kristin Adams) als verklaring waarom ze niet met Perry naar bed wil voor het huwelijk. Ze is daarmee het tegenovergestelde van de wilde Leslie. Leslie is een van de Meiden van Charles Manson. Zij heeft er geen moeite mee haar liefde en lichaam te delen met anderen.

Perry (Gregory – Everwood – Smith) komt in aanraking met Leslie wanneer hij zitting neemt in de jury die moet bepalen of zij, Manson en twee andere vrouwen de doodstraf verdienen. Leslie (Kristen Hager) was betrokken bij de slachting van een gezin. Tijdens de rechtzaak heeft de christelijke Perry moeite met het kiezen tussen zijn lustgevoelens voor Leslie en de wens van zijn vader en verloofde, die vinden dat Manson & Co. de stoel verdienen.

Opoffering
Zware kost? Allerminst. Regisseur Reginald Harkema uit zijn kritiek op Amerika ondubbelzinnig, maar doet dit met een de verzachtende knipoog van de satire. Zowel de familie Manson als het christelijke kamp worden dik aangezet vertolkt. Pa is bereid om zijn zoon te laten sterven in Vietnam, want God heeft immers ook zijn enige zoon moeten opofferen ten goede van de mensheid. Dorothy spant wat domme opmerkingen betreft de kroon: ‘If they can kill a Hollywood actress, they can kill anyone!’

Behalve humor, benadrukt de regisseur op zelfbewuste wijze de kunstmatigheid van de cinema om zijn boodschap te verzachten. Harkema versnijdt bijvoorbeeld archiefbeelden met zijn eigen opnames. In de scène waarin Perry Dorothy op straat ontmoet, kijken ze vol vreugde toe hoe een stel studenten wordt gearresteerd. Deze arrestatie bestaat uit zwart-wit archiefbeeld dat overduidelijk contrasteert met de felgekleurde scènes uit de rest van de film. Ook worden er in een droomsequentie psychedelische effecten toegepast die werden gebruikt in de jaren zestig.

John Waters
En zo gebruikt Harkema wel meer filmtechnieken die de film van een speels karakter voorzien. Sterker nog: een van de juryleden lijkt verdacht veel op filmmaker John Waters. Een verwijzing naar het feit dat Waters zich in latere jaren heeft ingezet om Leslie vrij te krijgen. Ze had in zijn ogen immers al genoeg geleden. En als de echte Leslie ook maar half zo ontwapenend is als actrice Kristen Hager, who can blame him?

De luchtige benadering doet niets af aan de strekking van de film. In wezen handelen zowel de Meiden van Manson als de leden van het Christelijke gezin op basis van een onzinnig vertrouwen in één man (respectievelijk Charles Manson en Jezus) en claimen ze beiden de waarheid in pacht te hebben. Met dit verschil dat de vader van Perry, die voor de Vietnamoorlog en de doodstraf is, het gelijk van de meerderheid van de Amerikaanse bevolking en president Nixon aan zijn kant heeft. In mijn ogen zijn pa en Manson beiden waanzinnig. Perry twijfelt nog, maar gaat na zijn jurering doodleuk werken voor een bedrijf dat napalm maakt. Wie uit naam van God spreekt heeft immers gelijk.

Charles Manson doet een Jezus

Tijdens het kijken van Leslie, My Name is Evil, bekroop mij dan ook een beangstigend idee: het is niet moeilijk voor te stellen dat christelijke fundamentalisten in de Verenigde Staten helemaal niet doorhebben dat Harkema zijn film satirisch heeft bedoeld. Mensen die hun leven wijden aan een sprookjesfiguur en blind vertrouwen in geestelijk leiders die onzinnige verbanden leggen tussen homoseksualiteit en pedofilie, zijn in mijn ogen eigenlijk enger dan de Meiden van Manson. (Zolang de dames het hakmes in de keukenla laten liggen uiteraard.)

Leslie, My Name is Evil stemt tot nadenken. En dat maakt het voor mij een fijne film.

Deze recensie is ook op het Imagine filmblog van Zone 5300 gepubliceerd. Wil je meer recensies over de films op Imagine? Check de artikelen van mijn collega’s.

Categorieën
Film Filmrecensie

The Crazies

Als een van de bewoners van Ogden Marsh, in Iowa het sportveld oploopt met een geweer en de sheriff Dutton (Timothy Olyphant) genoodzaakt is de verstoorde man dood te schieten, is dat slechts een voorbode van het bloedbad dat zal volgen. Al snel beginnen meer dorpsbewoners zich buitengewoon gewelddadig te gedragen om daarna apathisch voor zich uit te staren.

William steekt zijn huis en gezin in de hens en staat daarna doodleuk fluitend het gras te maaien. U begrijpt dat dit gedrag niet als sociaal acceptabel gezien wordt. Al snel grijpt het Amerikaanse leger in en wordt het dorp  tot  quarantainegebied verklaard. Om de epidemie te bezweren worden op commando burgerrechten geschonden, waarbij de populatie het loodje legt. Tijd voor Sheriff Dutton, zijn vrouw (Radha Mitchell) en hulpsheriff Clank (Joe Anderson) te ontsnappen aan het leger en de losgeslagen dorpsbewoners.

Wasstraat
The Crazies is een losse remake van de gelijknamige film uit 1973 van George A. Romero (Night of the Living Dead). Daar ik het origineel niet gezien heb, kon ik de film van Breck Eisner met open vizier tegemoet treden. Eisner jaagt de kijker geregeld de stuipen op het lijf, maar doet dit herhalend door plotseling iets in beeld te laten komen, gecomplementeerd met een harde knal in de soundtrack. Dit trucje is op een gegeven moment vervelend voorspelbaar.

Een zeer doeltreffende scène in de wasstraat compenseert die gemakzucht enigszins. De vluchtelingen zijn met hun auto in een wasstraat gemanoeuvreerd, en worden belaagd door de wassende borstels, zeepsop en moordlustige autowassers. Gekkenhuis dus.

Categorieën
Film Filmrecensie

Best Worst Movie: Veel beter dan Troll 2

Het staat buiten kijf dat Best Worst Movie tien keer beter is dan Troll 2, de film die deze documentaire als onderwerp heeft. Filmmaker Michael Stephenson maakte als tiener zijn speelfilmdebuut in Troll 2. Twintig jaar na de productie van wat gerust een van de meest vervreemdende films aller tijden genoemd mag worden blijkt Stephensons jeugdzonde een heuse culthit te zijn.

De documentaire volgt de leden van de cast en dan met name de goedlachse tandarts George Hardy die in de film de vader van het gezin speelt. Aan het begin van de documentaire blijkt dat de acteurs zich schamen voor hun aandeel in de door de Italiaanse filmregisseur Claudio Fragasso vervaardigde rolprent waarin een Amerikaans gezin tijdens een vakantiereisje een klein dorpje aandoet met de naam Nilbog (wat Goblin achterstevoren geschreven is), en al snel slachtoffer dreigt te worden van een stel vegetarische goblins die mensen in planten doen veranderen alvorens ze op te eten.

Kun je het nog volgen? Fijn.

Troll 2 (die overigens niets te maken heeft met de film Troll uit 1986)  is zo’n film die eigenlijk in de vergetelheid had moeten geraken, maar door een vreemde speling van het lot een trouwe groep fans heeft gekregen die ieder jaar in aantal lijkt toe te nemen. Tandarts Hardy geniet dan ook zichtbaar van de Q&A’s na vertoningen in steden als New York, Chicago en Toronto. De fans van Troll 2 doen in gekte overigens niet onder voor fanatieke followers van The Force, maar dat terzijde.

Waanvoorstellingen
Schrijnend wordt het als Hardy en Stephenson een bezoek brengen aan de actrice Margo Prey, die in de film de moeder van het gezin speelt. Ze verzorgt nu haar eigen moeder en hoopt ooit nog wel eens in de filmwereld door te breken. Het gelaat van de vrouw is duidelijk verfraaid door een plastic chirurg maar ziet er zo plastic uit, dat ze in Troll 3 zonder make-up zo een vegetarische goblin neer kan zetten. Dat de vrouw ze niet meer op een rijtje heeft wordt duidelijk wanneer ze beweert dat Troll 2 eenzelfde kwaliteitsfilm is als de klassieker Casablanca: ‘Beide films gaan over mensen!’ beweert de actrice.

Wie ook leeft met waanvoorstellingen is Fragasso. De regisseur is in eerste instantie blij verheugd dat zijn film na twintig jaar zo populair blijkt. Hij ziet Troll 2 als een miskend meesterwerk en verbaast zich dan ook dat het publiek in de zaal dubbel ligt van het lachen om de ‘serieus bedoelde delen’ uit de film. Kennelijk zijn de regisseur en de scenariste, die de film schreef omdat ze zich irriteerde aan vegetariërs, de enigen die de diepere lagen van Troll 2 op waarde weten te schatten. Wanneer de acteurs tijdens de Q&A de draak steken met zijn gebroken Engels en zijn cinematografische kindje belachelijk maken, roept Fragasso vanuit het publiek dat ze er niets van begrepen hebben.

Flossen
Best Worst Movie is een film die prachtig laat zien hoe een C-film de levens van zowel de makers als een select groepje liefhebbers heeft veranderd. En dat roem maar betrekkelijk is. Als Hardy en de cast naar Engeland afreizen voor een beurs in memorabilia, blijkt bijna niemand van Troll 2 gehoord te hebben. Dit irriteert Hardy duidelijk, die gedurende de documentaire steeds meer is gaan geloven in de niet bestaande kracht van de enige film waarin hij ooit een hoofdrol vertolkte. ‘Moet je die tanden zien. Ik garandeer je dat slechts 5% van deze lui hier flossen!,’ roept de tandarts gefrustreerd uit als hij de bezoekers van de beurs gadeslaat.

Een viewing van Troll 2 kan ik je niet aanraden, maar deze documentaire des te meer. Kijkgenot verzekerd. Aan het einde van Best Worst Movie wordt aangekondigd dat de makers van Troll 2 een sequel overwegen, getiteld: Troll 2, part two. Als die film er ooit komt voorspel ik een dankbaar onderwerp voor een boeiende documentaire over 20 jaar.

Zin in meer? Bekijk de trailer van Troll 2 maar eens: