Een van de charmes van een filmfestival is dat je samen met je vrienden een reeks films gaat kijken om die daarna in het festivalcafé te bespreken. Nu was ik niet zo te spreken over de Bollywood-film No Smoking, (zie mijn recensie over deze flick) maar mijn twee mede festivalbezoekers, de stripmakers Paul Stellingwerf en Matt Baay, dachten daar anders over.
Na No Smoking vond dan ook de volgende conversatie plaats:
Matt: Ik vond hem mysterieus, leuk en niet voorspelbaar. Ik vond hem goed, een aanrader!
Mike: Ja? Vond je hem niet te lang?
Matt: Het was een zit, maar dat geeft niet.
Mike: En Paul, wat vond jij ervan dan?
Paul: Ik vond hem gewoon leuk, vermakelijk.
Mike: Ik had echt zoiets van halverwege de film, gaat dit nog lang duren…?
Matt: Ik heb hem ‘een goed’ gegeven.
Paul: Ik ook.
Mike: Echt? Jullie hebben allebei ‘een goed’ gegeven…. Ik heb hem een ‘ZoZo’ gegeven
Paul: Het zag er gelikt uit, het sfeertje was cool…
Matt: En mooie specialeffects ook!
Mike: “Het sfeertje was cool.” Hmmm, en je vond hem niet te lang duren?
Paul: Nou, ik vond hem wel iets aan de lange kant, laat ik het zo zeggen.
Mike: En je houdt wel van Bollywood-muziek?
Paul: (Met ironische blik) Fantastisch!
Mike: Je inner gay person is er wel door losgekomen?
Matt: Er zat muziek in!
Mike: Ja, het was een soort Mamma Mia, maar dan voor rokers.
Matt: Ja. “Oebe oebe dade!!!”
Paul lacht.
Matt: Ik moet zeggen, ik kreeg wel zin in een sigaretje halverwege de film.
Paul en Mike lachen.
Matt nu ook.
Mike: Halverwege snapte ik er niets meer van. Waar zijn we nu? Of is het weer een nieuwe droom? En hoe zat het met die nazi’s?
Paul: Dat was wel fucked up, ja.
Matt: Ja, maar dat verklaarde hij zelf. Het was gewoon zo’n mind trip waar niemand naartoe wilde, als laatste redmiddel om iemand te laten stoppen met roken. Eerst dwing je iemand en als dat niet werkt, ga je gewoon nog verder. Dat zei hij in het gesprek.
Paul: Ja, je moet gewoon opletten. Bollywood voor dummies eigenlijk. Het komt nog een keer terug.
Mike: De film boeide me te weinig om het allemaal te blijven volgen.
Matt: En dat vrouwtje was ook lekker!
Daar waren we het dan wel weer over eens. Inmiddels was het tijd voor de volgende film.
In No Smoking moet kettingroker K, een verschrikkelijk asociaal alfamannetje, van zijn vriendin verplicht afkicken. De methodes die de afkickgoeroe erop nahoudt zijn echter niet mals. Afkicken kost je bij hem niet alleen een flinke bos duiten, wie het waagt weer een sigaret op te steken, kost het vingers! En ook vrienden en familie van de terugvallende roker zijn niet meer veilig.
Aan de film No Smoking ligt een boeiend concept ten grondslag, dat werd geleend van het verhaal Quitter’s Inc geschreven door Stephen King. Het is maar goed dat demissionair minister Klink dit verhaal niet gelezen heeft, anders hadden de rokers in Nederland wellicht een zwaarder lot moeten ondergaan dan slechts in weer en wind buiten roken.
Het verhaal Quitters Inc. werd al eerder verfilmd door Lewis Teague, waarbij het verhaal een van de drie segmenten is in de film Cat’s Eye. Na het zien van No Smoking ben ik wel erg benieuwd naar deze adaptatie geworden, want hoewel het concept mij zeer aanspreekt, beviel de Indiase versie mij maar matig.
Musical
De horror van King werd namelijk verpakt in een Bollywood-jasje en die jasjes zitten mij nooit echt lekker. Ik ben geen fan van musicals, en Bollywood-films (een verzamelnaam voor de Indiase filmindustrie) zijn eigenlijk overdadige musicals. De vertelling in No Smoking wordt dan ook dikwijls onderbroken door een muzikaal intermezzo.
Daarbij bevat het surrealistische, nachtmerrie-achtige scenario veel plotwendingen en terugkerende scènes, waardoor de draad van het geheel op een gegeven moment behoorlijk zoek is. Daarentegen zie je het grapje aan het einde van de film mijlenver aankomen. K raakt verzeild in allerlei vreemde situaties, tot en met een houten gevangenis bewaakt door Russische soldaten. Als hij op de bel drukt om te spreken met een van de bewakers, is er een geluidfragment van een toespraak van Hitler te horen. En zo zijn er nog meer absurditeiten die op het eerste gezicht amusant zijn, maar uiteindelijk nergens op uit lijken te komen en al snel beginnen te irriteren.
Hoe lang kun je je blijven interesseren voor de lotgevallen van een egoïstische roker? Ik in ieder geval niet zo lang als dat de film duurde.
Het komt wel eens voor dat je dankbaar een bioscoopzaal verlaat en dan niet omdat een draak van een film eindelijk geëindigd is, maar juist omdat je een cinematografisch hoogstandje hebt ervaren dat je niet snel meer vergeet. Fantastic Mr. Fox is zo’n film en tot nu toe de leukste flick die ik op de 26ste editie van het Imagine Filmfestival zag.
Mr. Fox (met de stem van George Clooney) heeft Mrs. Fox (Meryl Streep) beloofd nooit meer kippen te stelen, maar kan de verleiding om de drie boeren Boggis, Bunce en Bean een hak te zetten niet weerstaan. Een vos verliest immers zijn haren maar nooit zijn streken en moet zijn instincten volgen, ook al heeft hij een vrouw, zoontje en een respectabele baan bij een krant. Het gevolg van zijn plagerijtjes is een klopjacht op het gezin van Mr. Fox en bijkans de hele dierengemeenschap. Gelukkig is deze vos niet voor een gat te vangen.
Eigengereid
Ik heb een zwak voor de films van Wes Anderson. The Royal Tenenbaums uit 2001, maar vooral The Life Aquatic with Steve Zissou uit 2004 vond ik fantastische films vol verbeeldingskracht en bijzondere personages. De eigengereide maar charmante Mr. Fox past dan ook prima thuis in de rij van personages die Anderson eerder op het witte doek bracht.
Anderson regisseerde voor het eerst een stop-motion animatie met poppen en maakte een van de beste animatiefilms sinds jaren. De charme van stop-motion is dat de animatie soms juist wat schokkerig verloopt. Fantastic Mr. Fox toont ouderwets handwerk in prachtige, sfeervolle decors en is een verademing tussen alle strak berekende computeranimatiefilms die in de mode zijn.
Beestenboel
Fantastic Mr. Fox is gebaseerd op het gelijknamige boek van Roald Dahl. Niet verbazingwekkend dus dat we een smakelijk verhaal met goed doordachte personages krijgen voorgeschoteld. Ondanks het feit dat de dieren zich deels als mensen gedragen, aangekleed rondlopen en beroepen als journalist en advocaat vervullen, wordt het feit dat het hier om beesten gaat niet ontkent: als Mr. Fox zijn bord leeg eet doet hij dat schrokkend, zoals je dat van een vos mag verwachten. Als hij en zijn advocaat Das (Bill Murray) ruzie hebben staan ze blazend en met krabbelende poten tegenover elkaar.
Saillant detal: De soundtrack bevat klassiekers van The Beach Boys en The Rolling Stones.
Vrijdagavond vond de enige vertoning van Fantastic Mr. Fox plaats op Imagine. Gelukkig is de film vanaf 29 april op de reguliere bioscoopdoeken te zien.
Onderstaande promotievideo laat iets zien van wat er allemaal bij het maken van een een stop-motion animatiefilm komt kijken. Extra bonus voor de fans: je ziet George Clooney in het gras rollen!
Meer over Imagine lezen? Dat kan natuurlijk! De redactie van Zone 5300 blogt hier. Vriend Jooper pende zijn ongenoegen over de film Monkey Boy neer in deze blogpost.
Voor mij zit de eerste dag van het Imagine Filmfestival erop. De score tot nu toe is drie films: No Smoking, Master Key en The Wild Hunt. Die laatste vond ik het beste van de drie.
The Wild Hunt speelt in de wereld van Live Action Role Playing. Je weet wel, van die kantoorpikken en studenten die zich in het weekend verkleden als vikingen, ridders en elfjes om onderling strijd te voeren alsof ze weer in de middeleeuwen leven. Al dragen de ridders in deze fantasieversie zwaarden van piepschuim en verloopt de strijd volgens strakke regels.
Barbaren
Eriks vriendinnetje Evelyn (Kaniehtiio Horn) is in die fantasiewereld een prinses, maar hij moet niets van die fantasiewereld hebben. Als hun relatie moeilijk verloopt en hij vreest haar aan een barbaar of een elfje te verliezen, besluit hij haar achterna te reizen en met haar in de LARP-wereld te praten. Maar dan zul je net zien dat ze ‘ontvoerd’ blijkt te zijn door een stel barbaren. Om haar hart terug te winnen sluit Erik (Ricky Mabe) zich schoorvoetend aan bij zijn broer, de leider van de vikingen.
In het begin is het fijn lachen om die rare verklede dwaallichten in fantasiekleding, die met veel bravoure de krachten van dondergod Thor aanroepen en als kleine kinderen ruzie maken over wie volgens de regels is gedood in de strijd en wie niet. Toch wordt de toeschouwer – net als Erik – langzaam in de verhaalwereld gezogen en leeft mee met de reddingspoging de prinses uit de klauwen van de barbaren te redden.
Bloedbad
De euforie van de overwinning is echter van korte duur, want het spel escaleert onherroepelijk als er op het slachtveld echte doden vallen. Dan blijkt ook dat de heldhaftigheid van de grootste schreeuwer van het stel, Eriks broer, uit schuimrubber te bestaan en dat het middeleeuwse barbaarsheden makkelijk de kop op steken als de spelregels worden genegeerd.
De wending in het verhaal is niet verrassend te noemen, toch is The Wild Hunt van Alexandre Franchi een onderhoudende film, mede dankzij het solide spel van Ricky Mabe en Kaniehtiio Horn. De Oscar voor overacting gaat naar Mark Antony Krupa (bij zijn vrienden ook wel bekend als leider van de vikingen) wiens rollenspel al snel op de zenuwen begint te werken. Thor zou er in ieder geval niets van moeten hebben.
De doorsnee tiener Dave Lizewski vraagt zich af waarom mensen in de echte wereld eigenlijk niet voor superheld spelen en besluit zelf misdaadbestrijder te worden. Kick-Ass is geboren.
Vrijwel ongetraind gaat hij, gekleed in een wetsuit en een masker, de straten op. Al snel blijkt waarom niemand ooit heeft geprobeerd een Batman te zijn, want Lizewski belandt na zijn eerste aanvaring met de misdaad al in het ziekenhuis. Dat houdt hem echter niet tegen, vooral niet als een video van zijn tweede gevecht op YouTube van hem een instant ster maakt.
Kick-Ass zet een trend en krijgt al snel te maken met concurrentie, zoals Big Daddy en zijn 10-jarige dochter Hit Girl die als echte superhelden de schurken van de stad letterlijk een kopje kleiner maken.
Ruig
De comic Kick-Ass is een creatie van schrijver Mark Millar en tekenaar John Romita Jr. De strip is een slimme satire op superheldenstrips en gemaakt voor een volwassen publiek: het geweldsniveau ligt hoger dan de gemiddelde Spiderman-comic en de personages zijn ook veel grofgebekter. De zeer vermakelijke filmversie, die vanaf 15 april in de bioscoop draait, is in dat opzicht een stuk milder.
Juist omdat regisseur Matthew Vaugh zich bedient van gestileerd geweld en zich
genoodzaakt voelt om Quentin Tarantino-achtige fratsen -inclusief Morricone soundtrack – uit te halen om de climax van de film te vergroten, komt het geweld op het witte doek minder hard aan dan de strak getekende lijnen van John Romita Jr. (Het heeft overigens wel iets ironisch dat Vaugh Tarantino citeert aangezien Tarantino’s oeuvre zelf van filmcitaten samenhangt.)
Maar dat is niet het enige verschil. Het filmverhaal wijkt op sommige punten significant af van de strip, wat deels komt omdat de film al in productie was terwijl de comicserie nog gemaakt werd, maar deels ook is te wijten aan Hollywoodconventies.
De film volgt een andere narratieve structuur, waarbij de hoofdpersonages vlak achter elkaar worden geïntroduceerd en het verhaal van Kick-Ass en Hit Girl meer parallel aan elkaar lopen. Ook zitten sommige plotwendingen logischer in elkaar. Als Kick-Ass een onguur type in een drugshol aanspreekt op het feit dat hij zijn ex lastig valt, doet hij dit in de strip omdat de dame in kwestie een verzoek heeft gemaild naar zijn My Space pagina. In de film krijgt hij het verzoek van zijn vriendinnetje en is het een persoonlijke strijd die hij voert.
Modderfiguur
Andere aanpassingen zijn minder geslaagd: dat Lizeweski in de comic niet het meisje krijgt en zelfs wordt afgestraft voor het feit dat hij zich als homo voordeed om vriendjes met haar te kunnen worden, is een vele malen sterker statement dan de romantische afwikkeling in de filmversie. Ook het feit dat Big Daddy in de strip de oorsprong van zichzelf en Hit Girl bij elkaar heeft gelogen, maar dat deze geschiedenis in de film als de waarheid wordt gepresenteerd, maakt dat het thema van de strip zo goed als wegvalt: De strippersonages in Kick-Ass zijn normale mensen die geïnspireerd door strips de superheld proberen uit te hangen, maar die, een enkele uitzondering daargelaten, een modderfiguur slaan. De film eindigt dus nagenoeg toch weer als een standaard superheldenflick.
Dit maakt Kick-Ass overigens niet tot een slechte film. In tegendeel: Kick-Ass is een fijne satire op het superheldengenre die de gemiddelde bioscoopbezoeker twee uur vermaakt. De lezers moeten maar door de verschillen heen kijken.
Aaron Johnson, die recent een zeer overtuigende John Lennon neerzette in Nowhere Boy, is een verdienstelijke Lizewski. Ook Nicholas Cage, die als Big Daddy zijn dialogen op een net zo’n typische manier uitspreekt als Adam West in de Batman tv-serie, zorgt voor een gepaste glimlach.
Maar ster van de film is natuurlijk de 13-jarige Chloë Grace Moretz. Zij weet de kijker ervan te overtuigen dat een meisje van tien een samurai zwaard kan hanteren alsof ze ermee geboren is en in staat is om er een stel maffiosi mee in de pan te hakken. Moretz schopt echt kont.
Dankzij verschillende televisieoptredens komt Heleen van Royen op mij over als een elitair viswijf. Aangezien ik ook niet tot haar beoogde lezersgroep behoor, acht ik de kans zeer gering dat ik ooit een boek van La Royen zal lezen. Toch werd ik blij verrast door de verfilming van de bestseller De Gelukkige Huisvrouw.
Lea Meyer (Carice van Houten) is stewardess en leidt een schijnbaar gezellig leventje met haar man Harry (Waldemar Torenstra). Totdat hij besluit dat ze een kind willen.
Harry: ‘We zijn zes jaar samen. Dat moeten we vieren. Laten we een kind nemen!’
Lea: ‘Wat moet jij nou met een kind, je bent toch nooit thuis?’
Harry: ‘Nee, maar jij wel.’
Zo gaat dat kennelijk in de wereld van Van Royen – ik kan me daar niet zoveel bij voorstellen. Maar goed, Lea heeft geen bezwaar tegen een flinke sekspartij, integendeel, maar dat daar ook kindjes van kunnen komen lijkt voor haar van secundair belang. De bevalling is zwaar, kent veel pijnlijke momenten en duurt zo tergend lang in de film, dat ik zelden een effectievere reclamespot voor anticonceptiemiddelen heb gezien.
Na de bevalling krijgt Lea een postnatale psychose. Als ze haar pasgeboren zoontje probeert weg te stoppen in een verhuisdoos, wordt het tijd dat ze wordt opgenomen. Tijdens haar verblijf in een inrichting laat Lea langzaam haar schild van cynisme zakken en blijkt dat de moeilijke band met haar kind alles te maken heeft met de vroegtijdig verbroken relatie met haar vader.
Carice! Carice!
Bovenstaand plot had snel kunnen verzanden in gratuite emotioneel kijkvoer, maar Antoinette Beumer, die na een reeks tv-series met De Gelukkige Huisvrouw haar speelfilmdebuut maakt, wisselt ietwat botte humor en tragiek vakkundig met elkaar af en zal daarmee de doelgroep zeker aanspreken.
Toegegeven: de vriendinnen van Lea en de gekken in de inrichting hangen naar het clichématige en sommige sequenties hadden wat strakker geknipt mogen worden. Ook de seksscènes in het begin ontstijgen het typische Hollandse filmidee van erotiek niet: platte seksplaatjes zonder passie.
Toch zijn dat soort schoonheidsfoutjes snel vergeten door het krachtige spel van de cast, waarbij gezegd moet worden dat Van Houten bewijst dat ze de beste actrice van Nederland is. Haar spel ontroert.
Verder is het camerawerk van Bert Pot prima in orde en heeft Tom Holkenborg (Junkie XL) een zeer verdienstelijke soundtrack gecomponeerd.
Niet dat ik na het zien van deze film in de toekomst sneller een roman van Van Royen zal oppakken, maar nog een verfilming van dit kaliber zie ik graag tegemoet.
De Gelukkige Huisvrouw draait vanaf 15 april in de bioscoop.
Wie bij porno voor vrouwen denkt aan sekspartijen waar een nodeloos verhaal aan voorafgaat, zal de meeste korte feministische pornofilms van de dvd Dirty Diaries als een koude douche ervaren.
Dirty Diaries is een initiatief van de Zweedse documentairemaakster Mia Engberg. Engberg veroorzaakte veel ophef met de film Come Together, waarin het gelaat van vrouwen is te zien terwijl ze zichzelf vingeren en klaarkomen. Ze nodigde bevriende filmmaaksters uit hun visie op seksualiteit te tonen. Het resultaat is 12 korte videofilms van wisselende kwaliteit.
Bij de dvd zit een boekje met daarin per film een inleiding van de filmmaaksters. Op de site van Dirty Diaries staat een heus manifest waarin Engberg ten strijde trekt tegen de mannelijke overheersing van seksualiteit, tegen censuur en het schoonheidsideaal. In het manifest staat lettterlijk: ‘We are fed up with the cultural cliché that sexually active and independent women are either crazy or lesbian and therefore crazy.’
Prima, maar bijdragen als Flasher girl on tour, waarin de hoofdrolspeelster te onpas in Parijs in het openbaar masturbeert en nietsvermoedende voorbijgangers met haar kut confronteert, en Authority, waarin een betrapte graffitispuitster met een stereotiep pottenuiterlijk een agente vastbindt en sigarettenas in haar mond deponeert, zullen het clichébeeld van de enge mannenhatende, lesbische feministe dat Engberg in haar manifest wil tegenspreken, eerder bevestigen dan ontkrachten.
Nylonpakken
Wel mooi is Red Like Cherry, waarin door middel van close-ups en onscherpe silhouetten de roes van de opwinding wordt verbeeld. Ook is Skin een van de betere bijdragen. In Skin ontdoen een man en vrouw zich tijdens het vrijen langzaam van vleeskleurige nylonpakken. De twee geliefden geven zich langzaam aan elkaar bloot en transformeren van twee anonieme wezens in individuen. Toch roept de schaar waar de pakken langzaam mee opengeknipt worden juist weer wel het beeld op van de vrouw met penisnijd, maar die interpretatie moet wellicht op het conto van deze mannelijke recensent geschreven worden.
In de anusfilm Fruitcake, waarbij het woord anus als bijvoeglijk naamwoord of als zelfstandig naamwoord beschouwd kan worden, wisselt de filmmaakster onscherpe shots waarin de menselijke uitgang gevingerd wordt af met beelden waarin een vinger een onschuldige kiwi penetreert. Het zal wel avant-gardistisch bedoeld zijn, opwindend is het niet. En porno die niet opwindt is net zo nuttig als een condoom waneer je zwanger wilt raken.
Focus, people, focus!
Hoewel ik sympathie voel voor de doelen van Engberg – wie is er immers niet tegen censuur, het schoonheidsideaal waar geen mens aan kan voldoen en tegen de patriarchale overheersing van vrouwen in de porno-industrie? – is het vooral de uitvoering die teleurstelt. Bijna geen van de filmmaaksters weet haar onderwerp mooi – laat staan scherp – in beeld te brengen, wat het geheel een amateuristisch tintje geeft.
Sterker nog: tussen de grote hoeveelheid amateurporno op het internet zitten, vergeleken bij de ‘kunstenaars’ op deze dvd, de echte Paul Verhoevens van de porno. In dat opzicht is het opmerkelijk dat het Zweedse filminstituut dit project subsidieerde.
Een tip voor alle aspirant pornografen in Nederland: stuur vanaf nu uw onscherpe huisgemaakte porno naar het Filmfonds. Een verhaal, opwindende afloop of interessante seks zijn geen vereisten. Maar vergeet niet er een manifest bij te stoppen om uw werk te verantwoorden.
DIRTY DIARIES, Zweden 2009. Regie: Mia Engberg, e.a.
(Dutch filmworks)
Reeds op DVD verschenen.
Deze keer zes films: twee horrorflicks, twee muziekfilms, een docu en een stripverfilming. Enjoy.
Halloween (John Carpenter, 1978)
In dit film ABC mag natuurlijk een film van horrormeester John Carpenter niet ontbreken. Dus Halloween moet erin. Niet alleen omdat deze film je de stuipen op het lijf jaagt, maar ook gewoon omdat ik gek van het fenomeen Halloween ben. Scream queen Jamie Lee Curtis debuteert in deze film. Carpenter componeerde zelf het herkenbare muzikale thema van Halloween.
De plot is simpel: Michael Myers vermoordt op zesjarige leeftijd zijn zus Judith (Sandy Johnson) met een keukenmes. Hij wordt opgesloten in een inrichting, maar ontsnapt vijftien jaar later om jacht te maken op zijn jongere zusje (Curtis) en haar vrienden. Myers psychiater, Sam Loomis (Donald Pleasence), probeert hem te stoppen.
Rob Zombie maakte in 2007 een remake die eigenlijk zo slecht nog niet is. Hij voegde nog wat welkome backstory toe aan Mike Meyers. Maar het origineel blijft natuurlijk het beste.
Hard Candy (David Slade, 2005) Ellen Page speelt de vroeg volwassen Hayley Stark die wraak neemt op een pedofiel (Patrick Wilson). De scène waarin ze hem ‘castreert’ zorgt er bij de mannelijke kijkers voor dat hun ballen pijn doen van afschuw. En dat puur door de kracht van de suggestie, want we zien natuurlijk niet echt hoe ze zijn scrotum toetakelt. Zo hoort horror te zijn.
Page had eigenlijk een Oscar moeten winnen voor deze rol. (Ze werd wel genomineerd voor haar rol in Juno). Ze zou in de echte wereld alle katholieke priesters doen sidderen van angst.
Erg goed gefilmd en spannend tot het einde. (En een prachtige poster trouwens.)
A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964)
De eerste Beatle-film gaat over een fictieve dag uit het leven van de fab four. Hip gefilmd, goede soundtrack en de Beatles kunnen heel verdienstelijk zichzelf acteren. Richard Lester gebruikte de cinema verité stijl om zijn mockumentary vorm te geven: zwart-wit, kleine camera’s en dicht op de actie. Bij vlagen is de film wel wat flauw, maar dat vergeef je dit bijzondere beeld van Beatlemania snel.
Hearts of Darkness (Fax Bahr en George Hickenlooper, 1991)
Films over hoe films gemaakt worden zijn soms nog fascinerender dan de films waar ze over gaan. Hoewel Apocalypse Now zeker een fascinerende film is, hij staat niet voor niets in de A van mijn Film ABC, is het bijna even zo interessant om te zien welke pijn en moeite het Coppola heeft gekost om deze film op het scherm te krijgen. Waanzin voor en achter de camera, gefilmd door Eleanor Coppola die de twee filmmakers Bahr en Hickenlooper jaren later dat filmmateriaal gaf. Ze draaiden er interviews met de cast en crew bij en het resultaat is een van de beste documentaires over film maken ooit.
Hellboy (Guillermo del Toro, 2004)
Van de week zat ik deze film weer eens te kijken en het verbaasde me weer hoeveel ik ervan vergeten was. Iedere keer als ik Hellboy kijk is het een frisse filmervaring. Hellboy is ook niet de beste stripverfilming die ooit gemaakt is, maar toch staat hij in mijn Film ABC. Ron Perlman zet een zeer sympathieke Hellboy neer en laat de dikke laag make-up niet in de weg staan van een goede acteerprestatie. De film bevat prachtige beelden en is zeer sfeervol.
De relatie tussen Hellboy en Liz Sherman werd door de regisseur zelf bedacht en zit niet in de strip, maar wordt op de juiste dramatische manier uitgebuit voor de film. De scène waarin Hellboy als een verliefde schooljongen Liz en John Myers bespioneert als ze samen uit zijn, is zeer aandoenlijk. Fijn dat de ietwat vreemde, maar daardoor juist intrigerende, actrice Selma Blair is gecast als Liz.
Stephen Frears maakte een filmadaptatie van het klassieke boek van Nick Hornby. Hij verplaatste de setting van Londen naar Chicago in Amerika, maar verder voelt dit toch als een aardig getrouwe verfilming. John Cusack speelt de sterren van de hemel en ook bijspelers Jack Black en Todd Louiso zijn een schot in de roos.
Rob (Cusack) runt een snobistisch platenzaakje dat alleen wordt bezocht door de ware puristen. De dwalende dertiger blijkt een verwoed platenverzamelaar (op het ziekelijke af) en categoriseert alles consequent aan de hand van een top vijf, of het nou om muziek, vrouwen of break-ups gaat. Robs leven staat op het punt een grote verandering te ondergaan wanneer zijn vriendin Laura (Iben Hjejle) voor een ander kiest, namelijk voormalig buurman Ian ‘Ray’ Raymond – een koelbloedige maar irritante zweefteef, prachtig gestalte gegeven door Tim Robbins.
Een liefdesfilm voor mannen met een prima soundtrack die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete filmsAlmost Famous (Cameron Crowe, 2000), Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) en (500) Days of Summer ook in staan.
In verband met het Imagine filmfestival, zal er de komende weken geen Film A-Z verschijnen. Ik ga deep undercover bij het festival en me voor de Zone 5300 sufbloggen over de films die ik daar zie. Natuurlijk zullen die blogposts ook op deze site gepubliceerd worden, dus zal het hier zeker niet filmloos zijn. Mijn Film ABC is weer terug op vrijdag 7 mei. Dan gaan we verder met de I. Imagine that!
(Liefhebbers van alfabetlijstjes kunnen in de tussentijd terecht bij Marco Raaphorst. Die raakte geïnspireerd door mijn Film ABC en maakte een persoonlijke en interessante Muziek A-Z.)
We zijn alweer bij de G van mijn Film ABC. De G van goede films, of in ieder geval: de films die ik goed vind en die mij op de juiste manier wisten te raken.
Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984)
Ik ben zo gek op deze flick dat ik vorig jaar in New York speciaal de bibliotheek bezocht waar een van de scènes is opgenomen.
Ghostbustersis een origineel idee bedacht en opgeschreven door Harold Ramis en Dan Aykroyd, over een stel wetenschappers die hun brood proberen te verdienen met het vangen van spoken. Ze beginnen hun bedrijfje net op tijd, want Gozer de Gozerian staat op het punt om tot onze wereld toe te treden. En dat is niet best.
Het gevolg is een supergrappig script, voor die tijd indrukwekkende specialeffects en bij het opnieuw bekijken van Ghostbusters warme nostalgische gevoelens. Voor spoken ben ik nooit bang geweest, en samen met Peter Venkman, Ray Stantz, Egon Spengler en Winston Zeddmore kan ik hartelijk om hun doorzichtige verschijning lachen.
Daarbij bevat de film belangrijke datingtips, zoals deze: ‘There is no Dana, there is only zuul!’
Pas maar op, voordat je het weet blijkt je date bezeten te zijn door een of ander bovennatuurlijke poortwachter. Gij zijt gewaarschuwd.
The Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966)
De titel mag dan ook verwijzen naar de drie belangrijke hoofden van wijlen Balkenende IV, maar daar draait deze ultieme spaghettiwestern natuurlijk niet om. Al vindt regisseur Martin Koolhoven deze film van Sergio Leone niet exemplarisch voor de spaghettiwestern omdat:
Die films zijn niet representatief voor de 600 andere spaghettiwesterns die er zijn gemaakt. Meestal “kleine” films, gemaakt met beperkte budgetten. Django van Sergio Corbucci is archetypischer en is ook heel invloedrijk geweest. Het gaat er allemaal veel harder, gemener en smeriger aan toe. Het aantrekkelijke van de spaghettiwestern is dat die niet volgens de normale morele codes van Hollywood zijn gemaakt. (Zie dit artikel op Cinema.nl.)
Dat zal dan wel: ik vind The Good, The Bad and The Ugly gewelddadig genoeg, en een prachtig verhaal over een mysterieuze revolverheld – mooi ouderwets woord is dat trouwens – gespeeld door Clint Eastwood. Samen met twee vreemdelingen, de slechterik (Eli Wallach) en de lelijke (Lee van Cleef) probeert hij een fortuin aan gestolen goud op te sporen. Maar hoe betrouwbaar zijn dieven? Hun zoektocht leidt naar een van de beste climaxen uit het western genre.
www.youtube.com/v/13EUXqIwDkQ
Ghost World (Terry Zwigoff, 2001)
Toen ik de trailer van Ghost Worldvoor het eerst zag, dacht ik dat de film geen bal aan zou zijn. Zo zie je maar hoe een slechte trailer kan bedriegen, want deze stripverfilming is het kijken meer dan waard. Dankzij een gevat script, interessante personages en prima vertolkingen van Thora Birch, Steve Buscemi en Scarlett Johansson voordat ze een echte seksbom werd. (Wordt dat woord nog wel eens gebruikt eigenlijk, ‘seksbom?’ Klinkt als een moslimterroriste in burkini.)
Het is vooral het einde dat deze film magisch maakt. Als Enid de stad verlaat en het verhaaltje uitrijdt in een bus die al jaren is opgeheven. Mooi statement over eigenheid en over je eigen weg in slaan. Overigens is de strip van Daniel Clowes waar de film op gebaseerd is, ook heel goed.
The Graduate (Mike Nichols, 1967)
Er zijn van die films die je altijd bijblijven en je keer op keer kunt zien. The Graduate is voor mij zo’n film. Deze flick van Mike Nichols was mijn eerste kennismaking met acteur Dustin Hoffman en de muziek van Simon & Garfunkel.
The Graduate is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie: Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) valt na zijn studie in het spreekwoordelijke zwarte gat. Hij leeft in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), en krijgt hij een verhouding met deze oudere vrouw terwijl hij liever een relatie begint met haar dochter Elaine (Katharine Ross). Als hij een einde aan de affaire maakt is Mrs. Robinson het daar natuurlijk niet mee eens en ze zal er alles aan doen om de relatie tussen Benjamin en Elaine te stoppen.
De kinderen willen voor zichzelf een ander leven dan hun ouders die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.
Het venijn van The Graduate zit aan het einde, want het is nog maar de vraag of Benjamin en Elaine het lot van hun ouders kunnen ontlopen. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze, alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer ‘The Sound of Silence’ onderstreept dit idee.
Groundhog Day (Harold Ramis, 1993)
De tweede film met Harold Ramis en Bill Murray in deze aflevering van mijn film A-Z, dit keer ook geregisseerd door Ramis. Stel je eens voor dat je de ergste dag van je leven telkens overnieuw moet beleven. Bill Murray, die weerman Phil Connors speelt die voor het vierde achtereenvolgende jaar moet afreizen naar Punxsutawney, Pennsylvania, om te zien of de bosmarmot zijn gezicht laat zien of niet, maakt er maar het beste van, krijgt er op den duur lol in en verovert het hart van Andy MacDowell.
Het verhaal gaat natuurlijk over een man die langzaam zijn karakter moet aanpassen en soms zijn daar bovennatuurlijke narratieve middelen voor nodig. Bill Murray speelt perfect de cynische (weer)man die zich niets laat wijsmaken. Een rol die hem op het lijf geschreven is en doet denken aan personages als Frank Cross uit Scrooged. De laatste jaren is er een echte Murray revival, waarin hij tot mijn vreugde ook andere kanten van zijn acteertalent toont.
Groundhog Day won onder meer een BAFTA Award voor beste script, een British Comedy Award voor beste filmkomedie en een Saturn Award voor beste actrice (Andie MacDowell). In 2006 werd de film aan het Amerikaanse National Film Registry toegevoegd vanwege de culturele, historische en esthetische waarde van de film.
Hoewel de film dus over een herhalende dag gaat, is hij mij nog niet gaan vervelen.
Bekijk deze scènes maar eens:
https://youtube.com/watch?v=MMtWAcVy6-w
Volgende week de filmtitels die met een H beginnen. Maar eerst wil ik natuurlijk van jullie horen welke G-films jullie favorieten zijn en waarom.
En ik had me nog zo voorgenomen om me bij deze aflevering van mijn film ABC in te houden en me te beperken tot een paar films. Het zijn toch weer vijf titels geworden. Twee maatschappijkritische flicks, verder veel horror. Enjoy.
Falling Down (Joel Schumacher, 1993)
Het grappige aan regisseur Joel Schumacher is dat hij de ene film bagger aflevert en de volgende film een klein juweeltje is. In de laatste categorie valt Falling Down. (Ik vind Flatlinersook een prima film van Joel, maar als ik tussen Flatliners en Falling Down moet kiezen, wordt het toch de laatste.)
Het is 12 juni 1991, Los Angeles, de warmste dag van het jaar. William ‘D-Fens’ Foster, een medewerker van het ministerie van defensie, gespeeld door een onovertroffen Michael Douglas, heeft geen beste dag. Als hij vast staat in de file besluit hij lopend naar het huis van zijn ex-vrouw te wandelen, waar zijn dochtertje haar verjaardag viert. Maar de man heeft een nogal opvliegend karakter en wordt tijdens zijn wandeling opgehitst door alles wat in zijn ogen onrechtvaardig is in deze maatschappij. En verdomd, hij heeft nog gelijk ook!
William is een man die tot over zijn grens wordt gedreven en al het gezeur niet meer langer pikt. Zo voelen we ons allemaal wel eens. Het is spijtig dat hij zo tragisch aan zijn einde komt. Schumacher heeft met Falling Down eigenlijk een prima therapiefilm gemaakt. Bekijk deze scene maar eens. Vaak als ik langs een McDonald’s loop, moet ik eraan denken:
Fight Club (David Fincher, 1999) Natuurlijk mag Fight Club niet aan een dergelijke filmlijst ontbreken. Edward Norton is een fenomenale acteur, Brad Pitt is erg overtuigend in deze flick en Helena Bonham Carter speelt weliswaar wederom het aparte vrouwtje waar van alles mee mis lijkt, maar doet het hier als de beste. En wat te denken van Meat Loaf met zijn man boobs. Fight Club is een prachtig gestileerde aanklacht tegen de consumptiemaatschappij en alle bullshit die we ons iedere dag weer laten voeren door commerciële instituten en rijksinstanties. De onzinnige ongelijkheid die achter De American Dream schuilgaat is alleen te bestrijden met een flinke dosis cynisme. Zeg nee! tegen alle bullshit die van ons slapende schoothondjes maakt! Ironisch natuurlijk dat we wakker geschud worden door een Hollywoodfilm: commerciëler komen ze bijna niet.
Fight Club is Zeep voor de Ziel.
Frankenstein (James Whale, 1931)
Wie van horror houdt, kan eigenlijk niet om de klassieke horrorfilms van de Universal studio heen. In de jaren dertig van de vorige eeuw produceerde deze filmstudio niet alleen een reeks Dracula-films, maar ook Frankenstein en de Wolfman werden meerdere malen verfilmd. Het monster van Frankenstein vond ik vroeger altijd het engste van het stel – een mens gecreëerd uit meerdere lijken. Brrrr. Toch heeft het monster zoals verbeeld door Boris Karloff ook wel iets van een onschuldig kind dat met een verward hoofd een weg probeert te vinden in de wereld.
Er was een tijd dat de films van Peter Jackson de moeite van het uitzitten waard waren. Films die niet te overdadig waren, niet te lang en – verdomd – nog ergens over gingen. Heavenly Creatures is zo’n film. En wat mij betreft The Frighteners ook. Hierna houdt het wat mij betreft op met Mr. Jackson. Mijn ongenoegen over de Bored of the Rings trilogie heb ik vaak genoeg al vermeld, en King Kong was mij een monster te veel en verder: te lang, te saai, te overbodig. (Zie hier een recensie die ik indertijd over die apenfilm schreef in De Filmkrant.) Wat mij betreft mag Jackson lekker met pensioen, samen met Francis Ford Coppola wijn verbouwen. Qua uiterlijk lijken die filmmakers immers wel wat op elkaar.
Waarom The Frighteners? Ik heb een grote zwak voor Michael J. Fox. Van tv-ster naar filmster naar tv-ster, naar stemmetjesinspreker voor animatiefilms. Ik heb Fox een keer live gezien, bij David Letterman in de prachtige zomer van 1996 toen ik New York bezocht. Aardige vent.
In The Frighteners speelt Fox Frank Bannister die zijn brood verdient als spokenjager. Alleen is hij een oplichter: hij kan weliswaar communiceren met de doden, maar heeft ze in loondienst om bij mensen te gaan spoken. Een oplichtende Ghostbuster dus. Totdat een geest aan het moorden slaat en de hele stad denkt dat Bannister de moordenaar is.
Zoals het horror betaamt is de film bij vlagen eng en naargeestig, maar biedt humor op de juiste momenten verlichting. En – heel toepasselijk natuurlijk – sluit het nummer ‘Don’t Fear The Reaper’ van The Mutton Birds de film af.
Bij het zien van dit soort films vraag ik me des te meer af hoe mensen ooit in de fratsen van kwakzalvers als Derek Ogilvy of Char kunnen trappen. Ze hebben niet eens half de charme van Michael J. Fox.
The Frighteners is de Ghost whiperer met kloten.
From Dusk till Dawn (Robert Rodrigues, 1996)
Ik zeg: Quentin Tarantino, George Clooney, Harvey Keitel en Cheech Marin in één film. Dat is al reden om deze originele vampierfilm te kijken. Jammer alleen dat Juliet Lewis een rol speelt – ik kan dat kindvrouwtje niet uitstaan. Maar goed. Verder prima vermakelijke flick met een aardige twist halverwege de film.
Come on, pussy lovers!
Wat? Geen Full metal Jacket in de F, vraag je je wellicht af. Nope. Knap gemaakte flick, maar geen favoriete film van me. Volgende week gaan we verder met G. Opmerkingen en eigen favoriete F-titels zijn zoals altijd welkom.
Vandaag vond ik een curieus persbericht in mijn digitale inbox: ‘VHS maakt comeback’, luidt de kop. Waar gaat het om? De film Paranormal Activity wordt behalve op dvd en blu-ray ook uitgebracht op VHS. Op videotape dus.
Willem Olov Lourditz, Marketing Director van distributeur E1 Entertainment Benelux zegt er het volgende over: “Met de opkomst van digitale technologieën en toepassingen als Blu-ray en 3D blijkt er, vergelijkbaar met de comeback van vinyl, juist een soort tegenbeweging te zijn ontstaan.”
Een tegenbeweging, waarbij mensen roepen dat films ook uitgebracht moeten worden op VHS? Werkelijk?
Nou bestaat er een site www.wewantvhs.com, waar je zelf mag invullen welke film je op VHS zou willen zien. Volgens het persbericht heeft de site ertoe geleid dat er voor de Amerikaanse markt een VHS-versie van Paranormal Activity uitkwam.
Doe maar Paranormaal, dan doe je al gek genoeg
Dit alles ruikt naar een leuke grap en prima pr voor een film die, laten we eerlijk zijn, middelmatig is. Paranormal Activity gaat over een jong stel dat hun intrek neemt in hun nieuwe huis. Ze krijgen al snel het gevoel dat ze niet alleen zijn in het huis en steeds vaker worden ze wakker van onverklaarbare geluiden en gebeurtenissen. Ze worden lastig gevallen door een poltergeist.
De gimmick van de film is dat deze zogenaamd is opgenomen door de mannelijke hoofdrolspeler. De opnames zijn teruggevonden en gemonteerd tot wat Paranormal Activity geworden is. Een soort van nieuwe Blair Witch dus, maar dan minder eng, voorspelbaar en te ongeloofwaardig om je echt mee te laten voeren met de belevenissen van de personages.
Spoelen
Het is juist het videokarakter dat ervoor zorgt dat mensen deze film op VHS willen zien, volgens het persbericht.
Ik moest dan ook erg lachen om deze formulering. Leest u mee?
‘In de VS, waar deze film enorm gehyped en ook zeer succesvol is geweest in de bioscoop, is dit al een tijdje aan de gang. Een groeiende groep filmliefhebbers heeft daar te kennen gegeven deze film 1-op-1 op videoband te willen bekijken. Ze willen de karakteristieke beleving van de tapeopnames ervaren en de film ook letterlijk voor- en achteruit kunnen spoelen. In de film zelf gebeurt dit ook veelvuldig als de hoofdrolspelers erachter willen komen welk geheimzinnige en angstaanjagende dingen zich ’s nachts tijdens hun slaap hebben afgespeeld in hun slaapkamer.’
Ja, we gaan een film kijken op het inferieure medium VHS. Beeld dat er met de huidige lcd-televisiestandaard niet meer uit ziet. In dat opzicht gaat de vergelijking met de comeback van vinyl meteen mank, want ten opzichte van cd’s geeft dat medium wel superieure geluidskwaliteit. Ik heb jarenlang film gekeken op VHS en koester nostalgische gevoelens naar het medium, maar als ik kan kiezen tussen een film op tape kijken of dvd, kies ik voor het laatste. Bij mijn verhuizing vorig jaar heb ik alle videobanden weggegooid. De hele verzameling, honderden films op de vuilnisbelt. (Een paar titels heb ik gehouden omdat deze voor zover ik weet nog niet op dvd te krijgen zijn, maar de videorecorder is sinds de verhuizing nog niet uit de doos gehaald.)
De grap van de campagne zit natuurlijk in de reden om VHS te gaan kijken: zodat we de film voor- en achteruit kunnen spoelen! Heeft niemand deze VHS lovers uitgelegd dat je dat ook kunt op dvd? Sterker nog, dat je het beeld kunt inzoomen om de vermeende Poltergeist nog beter te kunnen zien? Natuurlijk weten de VHS lovers dat wel. Dit is gewoon een leuk marketing grapje om de film onder de aandacht te brengen.
En het werkt.
De liefhebber kan de limited VHS edition bestellen bij bol.com.
Exam is een van de thrillers die te zien zijn op het aankomende Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival dat dit jaar van woensdag 14 t/m zaterdag 24 april plaatsvindt in filmtheater Kriterion. Dat wordt weer ruim een week genieten van een gevarieerde filmmaaltijd bestaande uit horror, scifi, anime en fantasy, samengebracht onder de noemer fantastische film.
Als we Exam als maatstaf zouden nemen voor deze 26ste editie, dan staan ons een voedzame maaltijd te wachten. De film is geregisseerd door Engelse filmmaker Stuart Hazeldine die samen met Simon Garrity ook het verhaal schreef.
Extreme sollicitatie
Exam is een krachtig debuut met een eenvoudige premisse: Acht sollicitanten krijgen tachtig minuten de tijd om een vragenformulier in te vullen. Voor welk bedrijf ze gaan werken en wat hun functie wordt, is onduidelijk, maar de voorwaarden waaronder dit examen plaatsvindt zijn glashelder en dienen niet overtreden te worden. Wie dat wel doet, wordt zonder pardon de ruimte uitgesmeten door een stoïcijnse bewaker.
De kandidaten dienen geen vragen te stellen, mogen onder geen beding de ruimte verlaten en wie zijn formulier bevuilt of beschadigt, valt eveneens bij voorbaat af.
Nadat de kandidaten tot hun verbijstering hebben geconstateerd dat hun formulieren blanco zijn, kan de onderlinge strijd naar de vraag en het antwoord beginnen. Het zal je niet verbazen dat naar mate deadline in zicht komt de pogingen om als winnaar uit de bus te komen extremer worden.
Papercuts
De oplettende kijker leert er ook een paar handige ondervragingstechnieken bij: wie had kunnen vermoeden dat je met een velletje A4 printpapier in wezen een dodelijk wapen in handen hebt.
x
Het uitgangspunt van Exam mag dan eenvoudig klinken, de uitvoering is zeker niet simpel te noemen. Hazeldine beperkte zich bij het draaien praktisch tot één ruimte en bedient zich van een kleine cast. Toch doet Exam nergens theatraal aan.
Al moet je logica soms uitsluiten: wie zou er in werkelijkheid zo ver gaan voor een baan als sommige van de personages? Zelfs in crisistijd en een hoog werkeloosheidcijfer schurken de handelingen van de kandidaten tegen de grens van het geloofwaardige aan – maar dat is dan ook een van de charmes van de fantastische film. Wie bereid is zich te laten charmeren is getuige van een interessant psychologisch spel gepeeld door een overtuigende cast.
Met in de hoofdrollen: Colin Salmon, Jimi Mistry, Luke Mably en Nathalie Cox.
Speelduur: 97 minuten
Vanaf 6 mei is Exam te zien in de bioscoop.
Binnenkort meer nieuws over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. Donderdag 25 maart start de voorverkoop.