Alvast om warm te lopen voor het aanstaande Halloween-feest, een aflevering van Happy Tree Friends die je goed in de sfeer brengt. MOEHAHAHA!
Zie hier voor meer Halloween-animaties van de serie.
Alvast om warm te lopen voor het aanstaande Halloween-feest, een aflevering van Happy Tree Friends die je goed in de sfeer brengt. MOEHAHAHA!
Zie hier voor meer Halloween-animaties van de serie.
Dinsdagavond 13 oktober kwam voor mij het hoogtepunt van de reis naar Londen, toen waren we maar liefst vier (!) uur lang getuige van een optreden van de Amerikaanse filmmaker Kevin Smith.
Hij sprak in een zaal in de O2 naar mijn smaak net iets te vaak over het lossen van zijn feces (de man is duidelijk geobsedeerd, wat ook al blijkt uit zijn dagboek My Boring Ass Life), al waren de verhalen over hoe hij eens door de wc is gezakt en die keer dat hij stoned zijn behoefte deed, ook wel weer vermakelijk. Uit de mond van Smith klinkt bijna alles grappig. Kortom, het was een ouderwetse Q&A zoals alleen Smith die kan houden. Smith weet op basis van vragen die door het publiek gesteld worden een zeer humoristisch en doorlopend verhaal te vertellen. Mijn inziens gebruikt hij de vragen slechts om een aantal van tevoren bedachte anekdotes te oreren, maar dat geeft niets, want de regisseur kan met gemak concurreren met menig standupper. Conclusie van Smiths verhaal was dat hij met zijn laatste film Zack & Miri Make a Porno inzag een nieuwe weg in te moeten slaan. Achteraf gezien had hij deze film gemaakt om de criticasters die vinden dat hij met de komst van Judd Apatow (die recent Funny People maakte) overbodig geworden was, het zwijgen op te leggen.
Volgens deze criticasters maakt Apatow bromance-films zoals Smith, maar dan beter. Uiteraard ben ik het daar als Smith-liefhebber niet mee eens, desondanks vind ik ook dat Zack &Miri niet zijn beste filmwerk was. (Ik heb me hier al eerder uitgebreid over beklaagd.) Smith wilde met Zack & Miri laten zien dat hij het nog kon, maar besefte na het draaien van de film dat hij als maker al een tijdje een andere weg is ingeslagen. Met Zack & Miri probeert Kevin Smith als het ware zichzelf na te doen. Dat kan nooit de juiste motivatie zijn voor een meesterwerk.
Ik ben dan ook erg benieuwd naar zijn nieuwste film A Couple of Dicks, met Bruce Willis in de hoofdrol, die binnenkort uitkomt. Smith regisseerde hiervoor het scenario van Mark Cullen en Robb Cullen. Het is voor het eerst dat hij een filmscenario van iemand anders verfilmd. Smith had nog een paar aardige sappige anekdotes over zijn samenwerking met Willis, een acteur die al 25 jaar in het vak zit en zich eigenlijk niet laat regisseren. Ook niet door een acteur met wie hij samen in Die Hard 4 heeft gezeten. Het volgende project wordt waarschijnlijk een film over ijshockey.
Zoals verwacht was Smiths Q&A een ware samenscholing van nerds. Bijzonder moment was de jongen die zijn vriendin te huwelijk vroeg. (Ze zei nog ‘ja’ ook, nerd-romantiek op zijn prachtigst!). Verder liepen er wat Jay-clonen rond en kampten opvallend veel van de vrouwelijke bezoekers met overgewicht. Net als Smith, die ook geregeld verwijst naar zijn corpulente omvang en wat dit voor zijn seksleven betekent.
Al met al was het een avondje genieten. Ik vond het in ieder geval bijzonder om een Q&A van Kevin Smith (waarvan in de afgelopen jaren enkele zeer vermakelijke dvd’s zijn verschenen) eens echt mee te maken.Hier enkele fragmenten die ik wist op te snorren op YouTube. Ik geef toe, geen van allen geven de sfeer van de avond goed weer en de laatste is wellicht het vreemdste filmpje dat ik ooit heb geplaatst op deze site, maar soms moet je het doen met het weinige beschikbare materiaal. (Het was uiteraard verboden om tijdens de show te video’en. Negeer de stills aan het begin, na een minuutje hoor je de Man praten. Aan het einde van het fragment vertelt Smith iets over zijn samenwerking met Bruce Willis. Smith weet op de set niet welke filmlens bij welke beelduitsnede hoort, iets wat Willis verbaast.
http://youtu.be/86QheNlz8Co
Kevin Smith ontmoet een transseksueel die midden in de ombouw zit. Het verhaal begint pas echt na 4 minuten, maar al met al vertelt het een aandoenlijk verhaal van een fan die helemaal uit zijn/haar dak gaat als hij/zij Kevin Smith backstage ontmoet.
Lees ook het eerste deel van het avontuur in Londen en de volgende posts over Kevin Smith, (of vooral niet als je geen fan bent van deze filmmaker, want dan zit je gewoon je tijd verdoen):
Verwaterde BondLargo Winch is het hoofdpersonage uit de gelijknamige succesvolle stripreeks van Philippe Francq en Jean van Hamme. Inmiddels zijn er zestien albums en een tv-serie over de rebelse miljardair die liever op avontuur gaat met zijn vriend Simon dan dat hij vergaderingen bijwoont van Groep W, de multinational waar hij hoofd van is.De stripalbums kennen een filmische vertelvorm en bieden de vaart en plezier van een goede actiefilm. Prima bronmateriaal voor een verfilming zou je denken. Helaas is Largo Winch, le film, net zo meeslepend als het kijken naar opdrogende verf.
De vele actiesequenties, de exotische locaties, Largo’s nonchalante houding ten opzichte van gevaar en de schurk met het obligate Oost-Europees accent én gehavend gelaat maken pijnlijk duidelijk dat de producenten een Franse James Bond voor ogen hadden, maar deze ambitie niet waar kunnen maken. Ongetwijfeld lieten de stripmakers zich ook door de Bondfilms inspireren, maar hun creatie komt toch beter tot zijn recht op een strippagina dan als filmheld.Onverschillig
Tussen de actiescènes door wordt er veel overlegd over de toekomst van Groep W. Largo is de geadopteerde erfgenaam van miljardair Nerio Winch, die een meerderheid van de aandelen bezit en op verdachte wijze overlijdt. Snoodaards binnen de Groep zijn niet bereid dit economisch imperium te laten leiden door een onbekende jongen met street smarts. Acteur Tomer Sisley zet een sympathieke Largo neer, maar de verder bordkartonnen cast en de bedrijfseconomische prietpraat – waarvan nooit de ernst duidelijk wordt gemaakt – smoren alle empathie in de kiem, waardoor de clichématige achtervolgingen en het machtspelletje achter de schermen onberoerd laten. Largo Winch, Frankrijk 2008. Regie: Jérôme Salle. Met: Tomer Sisley, Kirstin Scott Thomas en Miki Manojlovic
Deze recensie stond ook in Zone 5300 #87.
De Q&A met John Waters in de Melkweg waar ik laatst bij was, deed me denken aan een kort niet-roken-spotje dat vroeger werd gedraaid voor filmvoorstellingen in mijn favoriete theater in Berkeley op University Ave.In dit spotje kondigt de toen nog jonge filmmaker aan dat er vooral niet gerookt mag worden in het filmtheater terwijl hij zelf lustig een sigaret wegpaft. Typische John Waters humor en in ieder geval een stuk leuker dan de zeurspotjes die je in Nederland doorgaans ziet.
Ik heb er trouwens veel films gezien, in dat oude theater. Een aantal filmklassiekers die mijn jonge filmhart sneller deden kloppen. Er is immers geen betere filmeducatie te bedenken dan het Witte Schoolbord, zoals K. Schippers het witte doek ooit noemde. Ik zag er veel Hitchcock en de Bond-films met Sean Connery voor het eerst op een groot scherm. Ik zat zelfs een hele marathon van Prince-films uit. Die middag onmoette ik Apollonia Kotero (uit de film Purple Rain) tijdens een signeersessie. Zij was daar aanwezig om haar carrière een nieuwe impuls te geven en hoopte dat de vele aanwezige Prince-fans ook haar aankomende album zouden aanschaffen. Ik was daar omdat ik indertijd mezelf als Prince-fan beschouwde. (Een predikaat waar ik mij tegenwoordig verre van houd.)Het filmtheater stond vlak bij de universiteit van Berkeley. Misschien dat er daarom iedere vrijdag laat de film The Rocky Horror Pictureshow draaide, want dat is zo’n typische happening die vooral melige studenten kan bekoren. Een film van John Waters heb ik er overigens nooit gezien, al was het rookspotje wel de eerste keer dat ik van de filmmaker hoorde. Jammer dat overheidsspotjes in Nederland (van het voedingcentrum tot en met die draken van de belastingdienst) nooit eens echt leuk of goed kunnen zijn. Het zijn altijd van die flauwe dingen die volgens mij weinig tot geen effect scoren. Misschien moeten ze daar eens een goede filmmaker op zetten.
Tom (Joseph Gordon-Levitt) is het heilige geloof in het bestaan van de Ware nooit ontgroeid, Summer (Zooey Deschanel) vindt dat allemaal maar onzin en zit helemaal niet te wachten op een relatie. Toch krijgen ze ‘iets’ met elkaar en terwijl Tom hier een serieuze relatie in ziet, is Summer zich vooral aan het vermaken. Dat kan natuurlijk nooit goed aflopen, toch?Toegegeven, bovenstaande samenvatting riekt naar een doorsnee romantische comedy, maar 500 Days of Summer stijgt mijlenhoog boven dit ingeslapen genre uit. Wat een heerlijke, verfrissende film over de liefde heeft regisseur Marc Webb gemaakt.
500 Days of Summer snijdt een interessant aspect van liefdesrelaties aan: hoe herinneren we ons het verloop van de zojuist gestrande romance? Welk beeld koesteren we van onze ex-geliefde? Het zijn vragen waar de regisseur zichzelf in herkende. Webb schrijft er in de persmap bij de film het volgende over:
‘At the time, I believed that love was a magic pill that would connect my soul to the universe and provide unending, effortless bliss. […] Some people end up with their Summer. I did not. We broke up and I entered into this weird limbo – I couldn’t shake that feeling that something had gone horribly, painfully wrong with the universe.’
Webb snijdt hier een ervaring aan die in het standaardstudiepakket van volwassenwording hoort te zitten. Door de unieke en originele verbeeldingskracht die de filmmakers tentoonstellen wordt deze universele ervaring in 500 Days of Summer op een particuliere en zeer humoristische wijze verhaald. De film bewijst weer eens dat het recept tegen een gebroken hart uit een flinke dosis (zelf)spot bestaat. Arsenaal
Webb, die eerder videoclips en korte films regisseerde, zet in dienst van het verhaal een breed arsenaal aan filmtechnieken in. Zo gebruikt hij splitscreen op het moment dat het paar net uit elkaar is. Zo kan het publiek getuige zijn van hun levens na de breuk. Iedereen vraagt zich in de eerste solodagen immers af wat zijn ex-geliefde aan het doen is (en met wie!). Gelukkig wordt de film nergens zwaar op de hand: wanneer Tom en Summer voor het eerst het bed hebben gedeeld is hij in de zevende hemel. De euforie die hij ervaart wordt in een treffende sequentie in beeld gebracht. Onderweg naar zijn werk begroet Tom mensen uitbundig en wordt door iedereen opeens teruggegroet, alsof de wereld niet meer stuk kan. Webb gooit er nog een schepje bovenop door alle mensen op straat met Tom mee te laten dansen en om de grap compleet te maken fluit een geanimeerde vogel vrolijk en deuntje mee. Roze flashback
Scenaristen Scott Neustadter en Michael H. Weber schreven op basis van eigen ervaringen een origineel verhaal dat niet-chronologisch in elkaar steekt. ‘I don’t want to get over her, I want to get her back!’, roept Tom tegen zijn vrienden en wereldwijze zusje nadat hij door Summer aan de kant is gezet. Tom probeert zich te herinneren waar het precies misging in zijn relatie, derhalve vloeit de film van de ene herinneringen over in de andere, altijd weer terugkomend in het heden: de duistere dagen vol zelfmedelijden waarin Tom verkeert.Zoals vaak het geval is met mensen met een gebroken hart stelt Tom zich het verleden in beginsel rooskleuriger voor dan dat het was. Als we in de film voor een tweede maal bepaalde gebeurtenissen te zien krijgen blijkt dat alles lang niet zo gezellig te zijn geweest dan een eerste blik deed vermoeden. De tweede terugblik gaat soms langer door, zodat we getuige zijn van hoe de stemming verzuurt. Hierdoor verliest de roze bril van Tom langzaam zijn kleur. 500 Days of Summer past naadloos in mijn rijtje favoriete Topfilms over de Liefde, waar High Fidelity (Stephen Frears, 2000), Almost Famous (Cameron Crowe, 2000) en Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) ook in staan.
Vanaf 24 september in de bioscoop.
500 Days of Summer, USA 2009. Regie: Marc Webb. Met: Joseph Gordon-Levitt, Zooey Deschanel en Geoffrey Arend.
Deze tekst staat ook op het filmblog van Zone 5300.
Nietsvermoedend loop ik door Amsterdam als ik opeens meer dan levensgroot de beeltenis van Scarlett Johansson voor me zie. Hoewel, ik moet eerst twee keer kijken voordat ik mijn favoriete actrice uit Lost in Translation en de laatste Woody Allen-films herken. Wat hebben ze met je gedaan, Scarlett?
Ze staat op een reclame voor Mango, afgebeeld als een ordinair fotomodel. Neergezet voor een donkere muur, gekleed in een pantermotief en opgetoefd haar. Door het modefotografensausje dat over Scarlett heen is gesmeerd heeft ze alle eigenheid verloren. Hier zien we een gestileerde, gespeelde stoeipoes wier lichaam niets meer is dan een kapstok van wat een designer verstaat onder sexy en aantrekkelijk. Jammer hoor, bedenk ik me. Er is in dit plaatje niets over van de naturelle schoonheid die ik ontmoette in Lost in Translation, of van het tienermeisje met de wat logge knieën uit Ghost World. Haar beeld is volledig toegeëigend door een fotograaf, stylist en artdirector.
Natuurlijk is het zinloos om Scarlett te zien als slachtoffer. Ze heeft zelf in de hand waarvoor ze poseert en is ongetwijfeld goed betaald voor deze campagne. En in Hollywood heeft vrouwenschoonheid een beperkte houdbaarheidsdatum dus die meid moet wat werk betreft pakken wat ze pakken kan. Het zal haar een worst wezen wat ik ervan vind of welke man dan ook. Met mijn afkeuring geef ik immers net zo goed mijn eigen ideaalbeeld van Scarlett bloot.
Maar ik kan het niet laten: ik hou van naturel en heb een grenzeloze afkeer tegen het gemaakte, het geposeerde en opgelegde schoonheid. Ik bepaal zelf wel wat ik aantrekkelijk vind. Daar heb ik geen stilist voor nodig. En jij toch ook niet…
Scarlett..?Meer Scarlett op Mike’s Webs:
Wat de negen animaties in het programma Hollandse Nieuwe – Fresh animation from the Netherlands duidelijk maakt is dat Nederlandse animators vooral verliefd zijn op het animeren zelf, het vertellen van boeiende verhalen lijkt secundair. Films als De Magische Tol van Joost van Veen, Theatre Patouffe van Maarten Koopman en Magic show van Milan Hulsing lijken puur in het leven geroepen om de kunst van het animeren te tonen en komen niet verder dan het overbrengen van een basisidee zonder de toeschouwer in vervoering te brengen. De animators lijken niet geïnteresseerd te zijn in het vertellen van een doorvlochten verhaal. Een uitzondering op deze stelling vormt de animatie Paultje en de Draak, van regisseurs Albert `t Hooft en Paco Vink. Deze film is gericht op kinderen van vijf tot dertien jaar die lijden aan kanker. In de animatie zien we hoe de jonge Paultje ziek wordt en in het ziekenhuis wordt opgenomen. Om aan de jongen uit te leggen dat hij aan kanker lijdt, vertelt de dokter dat er een draak in zijn lijf leeft die de boel loopt te verzieken. In zijn fantasie trekt Paultje als ridder ten strijde tegen de draak. Hij wordt geholpen door de vrolijke blauwe druppels van zijn chemokuur. De regisseurs vertellen dit verhaal volledig visueel en slagen erin om zonder dialoog een ondoorzichtige situatie voor kinderen te verduidelijken. Een andere animatiefilm die in het programma Hollandse Nieuwe opviel, was Variété. Regisseur Roelof Van De Bergh verbeeldt op bijzondere wijze de cyclus van het leven en het jachtige bestaan waar de Westerse mens mee worstelt. Als metafoor gebruikt hij een jonge jongleur die verschillende Chinese bordjes met allerlei mensen uit zijn leven erop draaiende probeert te houden, op een lange houten stok. Al deze mensen staan symbool voor zaken als onderwijs, huwelijk en werk. Wie te veel werk op zijn bord neemt, heeft moeite om alles soepel draaiende te houden. Variété was als enige Nederlandse film in de competitie van het Klik-festival opgenomen en is de officiële inzending van Nederland voor de Academy Awards in Hollywood in de categorie ‘korte animatiefilm’.Dirkjan geanimeerd
Een onverwachte verschijning in deze reeks was de korte animatiefilm Het elixer, met stripfiguur Dirkjan in de hoofdrol. Het elixer is een luchtig verhaaltje waarin Dirkjan aan de slag gaat bij een bank als koffiezetter. Op de werkvloer wordt hij verliefd op Angela, maar zij wordt door een gladde collega weggekaapt. Dirkjan zoekt zijn toevlucht in een drankje om de concurrentie uit te schakelen, maar dit elixer heeft een onverwachte uitwerking. De film is gebaseerd op een strip van Mark Retera, tekenaar en bedenker van Dirkjan. De filmmakers hebben echter veel overboord gegooid om het filmpje zo kort mogelijk te houden. De strip bevatte bijvoorbeeld paginalang koffiegrappen en ging dus veel dieper in op Dirkjan als koffiezetter. Mijns inziens heeft deze animatie dan ook geen meerwaarde ten opzichte van een strippagina aan de hand van Retera. De film werd gemaakt door productiemaatschappij Mooves en is bedoeld als pilot voor een televisieserie. Tot op heden hebben geen van de omroepen in Hilversum interesse getoond in zo’n serie. Voorlopig staat de film dus op zichzelf. Het Elixer was vorig jaar op het Nederlands Filmfestival te zien als voorfilm bij Moordwijven. Omdat echter maar weinig Nederlanders zin hadden om de nieuwe Dick Maas flick te aanschouwen, hebben nog maar weinig mensen de geanimeerde Dirkjan kunnen zien. Ik betwijfel of dat erg is. Il Luster
Animatie van een compleet andere soort is de korte film The Phantom of the Cinema van de Nederlander Erik van Schaaik, waar ik in deze blogpost al uitgebreid over schreef. Zowel Phantom of the Cinema, als Variété, Display en Paultje en de Draak zijn gemaakt door Il Luster producties. Een productiehuis met verhalenvertellers waar we in de toekomst vast nog meer moois van kunnen verwachten.Deze tekst staat ook op het filmblog van Zone 5300.
Lees ook: Het beste van Klik!
Zaterdag en zondag zat ik in De Balie, Filmtheater Kriterion en De Uitkijk voor de voorstellingen van het Klik! Amsterdam Animation Festival. Zondagavond heb ik in het bijzonder genoten van het programma The Best of Klik! waarin alle prijswinnaars getoond werden.
Zo was You rock my world van Jobkind de winnende inzending in de Sendable Short opdracht die in samenwerking met Boomerang werd georganiseerd. Deze droge Happy Birthday van Chris vind ik overigens ook erg leuk.Een van de betere animaties vond ik Little Face van Matthew Walker en Ben Lole. In Little Face komt de hoofdpersoon na jaren zijn fantasievriendje van vroeger weer tegen. Hier een fragment:
Een andere heerlijke animatiefilm is Chainsaw Maid. Horror in de vorm van klei-animatie gemaakt door Japanse filmmaker Takena Nagao. Vooral de knipoog naar Twin Peaks van David Lynch kon ik erg waarderen.
De animatie Klotz und Klumpen/(Chump and Clump) van Duitse studenten Stephan Sacher en Michael Herm won de Student award. Hieronder de trailer van deze geestige, niets-aan-de-hand film.De Italiaanse animatiefilm Il Naturalista sprong door zijn prachtige vormgeving en orginele boodschap met kop en schouders boven de gemiddelde animatiefilm uit:
Geen onderdeel van het Best of-programma, maar niet minder vermakelijk was het programmaonderdeel ‘Bad Bugs Bunny’: een reeks Warner Bros. cartoons die gekenmerkt worden door hun racistische inhoud, samengesteld door Dennis Nyback. Al viel het wel mee met de politiek incorrecte inhoud als je de cartoons in hun tijd beschouwt. Veel ervan werden gemaakt tijdens en rond WOII, en dan is het niet zo gek dat je stereotiepe Japanners en Duitsers ziet. Het was ook prachtig om te zien hoe de films na al die jaren verkleurd waren en vol kabelstrepen zaten. De tijd is echt in het filmmateriaal gaan zitten.
Een nadere beschouwing van het Klik! Hollandse Nieuwe programma over Nederlandse animatie volgt nog.
Filmmaker John Waters, aka The King of Trash, was in Nederland en liet zijn gezicht zien tijdens het BUT filmfestival in Breda en in de filmzaal van De Melkweg te Amsterdam, waar zondagavond zijn films Polyester (1981) en Pink Flamingo’s werden vertoond. Waters toonde zich een waar entertainer tijdens de Q&A die tussen de twee filmvertoningen plaats vond. Hij beantwoordde vragen van het publiek en lepelde enkele sappige anekdotes op uit zijn filmcarrière, die begon met zijn korte film Hag in a Black Leather Jacket uit 1964.
Waters is altijd een anarchistische filmmaker geweest die door middel van camp en shockerende scènes commentaar levert op de standaardwaarden van de Amerikaanse maatschappij. Waters maakte in 1981 de film Polyester voor het bescheiden budget van 300.000 dollar en vertelde met de film een totaal bizar verhaal dat een parodie moest zijn op de melodrama’s van regisseur Douglas Sirk. Polyester is dan ook een satire op het familieleven in de suburbs, met dragqueen Divine in de hoofdrol. Divine, die in de verte iets wegheeft van Elizabeth Taylor met overgewicht, wordt door bijna iedereen in deze film op vreselijke wijze behandeld. Thuis is het ook al geen pretje voor deze moeder die haar leven volgens de christelijke waarden wil laten leiden: haar man is exploitant van een pornobioscoop en gaat vreemd met z’n secretaresse, haar zoon is een voetfetisjist die de voeten van vrouwen breekt door hard op ze te stampen en haar dochter is een losgeslagen, oversekste puber tot ze zwanger wordt en na haar abortus de edele kunst van het haken ontdekt.
https://www.youtube.com/watch?v=fwtbY9zfOMA
Divine (Harris Glenn Milstead) speelde in veel films van Waters en was een jeugdvriend van de filmmaker. Waters woonde in dezelfde straat in Baltimore als Divine en ontmoette hem op 16-jarige leeftijd. De dikke jongen werd constant gepest en in elkaar geslagen om zijn verwijfde voorkomen. Volgens Waters werd Divine zelfs door zijn moeder gedwongen iedere avond d’r haar te doen. Misschien dat Polyster daarom zo’n verdraaid beeld geeft van een gemiddeld gezin in de suburbs, om te laten zien dat het daar niet zo vredig aan toegaat als dat men zou verwachten.
Een opvallende aanwezigheid in de cast van Polyester is filmster Tab Hunter. Hunter maakte furore in de jaren vijftig en was toen een waar idool. In Polyester speelt hij de rol van Todd Tomorrow die aanpapt met Divine om haar alimentatie in de wacht te slepen, terwijl hij eigenlijk een relatie heeft met haar moeder. Waters vertelde zondagavond dat Hunter zo onder de indruk was van Divine, dat hij later nog een andere film met hem in de hoofdrol produceerde.
Polyester heeft als special feature Odorama: tijdens sommige scènes komt er een cijfer in beeld. Dit cijfer correspondeerde met een speciale kaart die geursamples bevatte. Het publiek diende cijfertjes weg te krassen om zo de betreffende geur te kunnen ruiken. De gimmick was niet beschikbaar in de Melkweg zondagavond. Gelukkig maar, want bij vertoningen waar Odorama vroeger wel werd toegepast stonk de bioscoopzaal aan het einde van de film een uur in de wind van al die geurtjes. John Waters zou namelijk John Waters niet zijn als er niet wat nare odeurs in het palet zouden voorkomen.
Hairspray
In 2007 kwam de film Hairspray uit van regisseur Adam Shankman, met Hollywoodsterren als John Travolta en Michelle Pfeiffer in de hoofdrol. Tijdens de Q&A vertelde Waters dat hij zeer in zijn nopjes was met deze remake van zijn film en dat hij een synopsis voor een sequel heeft geschreven. ‘Het verhaal gaat een compleet andere kant uit. Dat moet ook wel want je wilt altijd het publiek verrassen met iets nieuws. Daarbij is het verhaal van Hairspray is nu al drie keer verteld, in twee films en een broadway musical, hoog tijd dus voor een nieuwe wending.’ De filmmaker achtte overigens de kans niet groot dat de filmproducenten dit nieuwe treatment zouden accepteren.
Klootzak
Iemand uit het publiek vroeg Waters of hij nog steeds de films maakt die hij graag wil maken. ‘Ja, al moet je natuurlijk altijd concessies doen.’ Zijn houding was wel veranderd, gaf hij toe: ‘A 20 year old angry man is sexy, but an angry 60 year old is an asshole,’ legde hij uit. Films als Polyester en Pink Flamingo’s zal hij nu ook niet meer maken. Al spreekt hij nog steeds met trots over het feit dat hij de scène waarin Divine hondenpoep eet in Pink Flamingo’s door de censuur kreeg. ‘Ik vind het fantastisch dat ik ze gemaakt heb, maar die films heb ik dus al een keer gedaan. Je moet jezelf telkens opnieuw uitvinden en blijven vernieuwen.’
De regisseur van films als Cry Baby (1990) en Serial Mom (1994) werkt nu aan een kinderfilm, maar wel voor ‘fucked up little children’ gaf hij lachend toe. Waters vond het fijn dat ook jongere generaties in zijn films geïnteresseerd zijn. Zelf houdt hij die ook goed in de gaten, hij is nieuwsgierig naar wat jongeren uitspoken. Waters doet op dit moment een collegetoer door Amerika, getiteld This filthy world. ‘Vroeger gebruikte ik de term trash om mijn films aan te duiden, maar dat woord is uit. Daarom noem ik het tegenwoordig filth wat ik maak.’
Warhol en Wood
Waters wordt wel eens vergeleken met kunstenaar Andy Warhol. Die vergelijking is ook niet zo gek: beide filmmakers maakten eigenzinnige films met een aparte sterrencast met daarin dragqueens en andere afwijkende types. Zoals Waters zegt: ‘Warhol was de eerste die homo’s en drugs in film toonde.’ De twee heren hebben elkaar dan ook wel eens ontmoet. Warhol was zelfs zo onder de indruk van Pink Flamingo’s dat hij Federico Fellini mee naar de bioscoop nam om de film te laten zien. In het dagelijks leven wordt Waters wel eens voor Steve Buscemi aangezien. Qua gezicht en lichaamsbouw lijken de twee filmmakers/acteurs dan ook wel wat op elkaar. Wel verwonderlijk vond Waters die keer dat een stewardess hem voor filmmaker Ed Wood aan zag.
Underground cinema
Volgens Waters zijn er geen echte underground- en exploitatiefilms meer. Als die er al zijn dan zijn ze vooral online te zien. Probleem is daar wel dat het moeilijk is met online vertoning je geld te verdienen. Ook kun je veel minder makkelijk een sensatie creëren. Waters sprak zeer enthousiast over de horrorfilm The Final Destination die in 3D te zien is. Dit is wat hij tegenwoordig een exploitation film noemt. ‘3D is pure exploitatie. Ik vraag me dan ook af waarom ze geen 3D pornofilms maken.’ Volgens Waters zijn er in het verleden wel pogingen gedaan om erotische films in 3D te maken, ‘maar die waren een beetje mislukt. Met de huidige technieken zou je veel betere resultaten kunnen boeken.’
Het was een genot om Waters te horen praten. De man sprak in een rap tempo en vol enthousiasme. De Q&A duurde ruim een halfuur, waarna de filmmaker in het Theehuis nog even ging zitten om dingen te signeren.
Soortgelijks: Tim Burton op het AFFF.
Je zou bijna vergeten dat naast een goede trailer een doeltreffende filmposter ook bezoekers naar de bioscoop kan lokken. De filmwebsite Cinema.nl organiseert dit jaar daarom voor de negende keer de Afficheprijs.Uit 53 posters van Nederlandse films heeft een vakjury vijf posters genomineerd. Het betreft de affiches van de films Angst (ontwerp Sander Plug), De laatste dagen van Emma Blank (Alex van Warmerdam), Nothing Personal (Susanne Keilhack & Joost Hiensch), Oorlogswinter (Sara Simpson & Richie Burridge) en De Storm (Michael van Randeraat).Uiteindelijk bepaalt het publiek welke uiteindelijk de winnaar wordt. De uitreiking vindt plaats op woensdag 30 september live in het Nederlands Film Festival Journaal dat tijdens het festival dagelijks wordt uitgezonden op Nederland 2. De prijs bestaat uit een geldprijs van € 2.500 en een wisseltrofee (een ingelijst affiche van de klassieker Jonge Harten, ontworpen door Titus Leeser). Ja, dat laatste vind ik ook een beetje een rare prijs. Waarom moet men de poster na een jaar weer doorgeven en krijgt de winnaar niet gewoon een herdruk van de betreffende poster? Nou goed, mocht je je geroepen voelen om mee te stemmen dan kan dat tot en met 28 september 24.00 uur op www.cinema.nl/afficheprijs. Maar zie ook: www.afficheprijs.nl, een nieuwe site gewijd aan posters van Nederlandse films.Zelf vind ik de posters van Angst en Nothing Personal erg mooi. Ook de poster van de film over de theatervoorstelling van Theo Maassen kan mij zeer bekoren door het slimme design, maar die haalde de selectie van vijf niet. De poster van De Storm doet me teveel aan een foute Hollywood-film a la Titanic denken. Hieronder de mening van de vakjury over mijn twee favoriete prenten.Angst – ontwerp Sander Plug
De kwaliteit van het affiche voor de documentaire Angst van Michiel van Erp wordt in hoge mate bepaald door de intrigerende foto. Als toeschouwer word je onmiddellijk betrokken bij een pijnlijk leven achter de luxaflex. Een wereld die wordt bepaald door angststoornissen. Het affiche roept herinneringen op aan de poster voor Body Double van Brian De Palma. De luxaflex werkt als een scherm dat opgetrokken lijkt te worden en anderzijds iets verbergt. Je voelt je bijna een voyeur die deelgenoot van iets wordt gemaakt. Het personage achter de luxaflex kijkt je recht in de ogen, alsof ze zich ervan bewust is dat ze bekeken wordt. Nothing Personal – ontwerp Susanne Keilhack & Joost Hiensch / Shosho
De kwaliteit van deze poster zit ‘m in de minimalistische aanpak, maar het in lakens gewikkelde lichaam geeft een extra dimensie, die je in eerste instantie makkelijk kunt missen. De vrouw is wakker, de manier waarop ze het lichaam vasthoudt, verraadt emotie. Haar foetushouding onderstreept haar kwetsbaarheid, maar in haar houding zit ook iets beschermends en krachtigs. Wat de poster zo intrigerend en effectief maakt, vanuit esthetisch én marketing oogpunt, is de visuele aantrekkingskracht gecombineerd met het feit dat je niet precies weet wat er gebeurt. Is het een psychologische thriller, een liefdesverhaal, een moordmysterie? Het doet er niet toe. De poster is een blikvanger, hij eist je aandacht op. Maar hij schreeuwt zijn boodschap niet uit, het beeld doet zijn werk perfect.
Vanaf zaterdag begint de Beatles-week bij de BBC. En ook de film Funny People die 3 september in première gaat, bevat enkele rake (solo) Beatlenummers. Persoonlijk kan ik geen genoeg van ze krijgen, The Beatles. De band mag dan sinds november 1969 uit elkaar zijn, er gaat bijna geen week voorbij zonder dat er niet een van hun albums in de la van de cd-speler ligt te draaien. Tijdloos vind ik ze en tot op de dag vandaag inspirerend. Zo denkt regisseur Judd Apatow er kennelijk ook over: hij gebruikte maar liefst drie liedjes van Beatles in zijn nieuwste film Funny People. In Funny People krijgt stand-upcomedian George Simmons (Adam Sandler) te horen dat hij ernstig ziek is en nog maar kort te leven heeft. Hij huurt opkomend talent Ira Wright (Seth Rogen) in als persoonlijke assistent en grappenbedenker, want Simmons besluit na jaren flauwe Hollywood-films gemaakt te hebben het standup circuit weer in te gaan. Wanneer Simmons afscheid heeft genomen van vrienden en familie, en in het bijzonder met zijn ex Laura op wie hij nog steeds gek is, blijkt hij op wonderbaarlijke wijze genezen te zijn. Simmons krijgt een tweede kans en besluit om zijn ex voor zich terug te winnen. Hij is van plan om niet langer de egoïstische eikel te zijn die hij altijd was, maar of hem dat gaat lukken is nog maar de vraag.Slechte dag
De film begint met Paul McCartney’s ‘Great Day’ van het album Flaming Pie (1997). Het liedje wordt ironisch gebruikt, want we zien tijdens de openingssequentie hoe Simmons zijn bed uit komt op de dag dat hij te horen krijgt dat hij ernstig ziek is. Voor hem is het dus niet zo’n beste dag.Op een gegeven moment huurt Simmons sessiemuzikanten in om thuis mee te jammen. Het nummer dat hij speelt is ‘Real Love’ van John Lennon. Hij voelt zich zielig en alleen. Voor wie de songtekst erbij pakt is het niet moeilijk voor te stellen dat Simmons dit liedje zingt voor zijn ex Laura (Leslie Mann):
All my little plans and schemes
Lost like some forgotten dream
Seems like all i really was doing
Was waiting for you
Overigens werden er tijdens de opnames acht tot tien nummers opgenomen tijdens de jamsessie omdat Apatow in de montage wilde zien welk nummer het beste zou passen. ‘Photograph’ van Ringo Starr is ook opgenomen en zal waarschijnlijk op de extra’s bij de dvd zitten. Ook komt in de film John Lennons ‘Watching the Wheels’ nog ergens voorbij. Van komedie tot relatiedrama
Helaas is de film Funny People niet van dezelfde kwaliteit als de gebruikte nummers. Hoewel het uitgangspunt een boeiende film kan opleveren, is de derde rolprent van Apatow erg uit balans. Het begint allemaal goed en de comedians doen hun naam eer aan met goede grappen. Halverwege slaat de film om van zwarte komedie in een tenenkrommend familiedrama waar nog maar weinig om te lachen valt. Wanneer Simmons weer beter is en naar het huis van zijn ex afreist om alles weer recht te breien, stuit hij op haar huidige echtgenoot. Deze wordt gespeeld door Eric Bana. Bana slaagt erin de ongeloofwaardigste Australiër ooit neer te zetten. Een hele prestatie als je je bedenkt dat Bana zelf Australiër is. Overigens is met de rest van de cast weinig mis. Sandler speelt deze dramatische rol vol overtuiging en de cameo’s van bekende Amerikaanse grappenmakers zijn vermakelijk en verlenen het verhaal een zekere geloofwaardigheid.Had Apatow maar wat meer de mes in de film gezet en het credo less is more in zijn achterhoofd gehouden. Zijn levenlange fascinatie met stand-upcomedians had hem toch moeten leren dat een goede grap valt of staat met de timing waarin deze verteld wordt. Een afgeslankte filmversie was ongetwijfeld beter geweest. Funny People draait sinds 3 september in de Nederlandse bioscoop.Beatles-week
Maar goed, we hadden het over de vier jongens uit Liverpool. De komende week is het Beatles-week op de BBC 2&4. De aanleiding hiervoor is de computergame The Beatles Rockband die woensdag 9 september uitkomt. De gamer kan net als bij Guitar Hero met een plastic gitaartje meespelen met geanimeerde bandleden. Ook komen er een reeks remasters uit.Op de BBC wordt onder andere de documentaire The Beatles on Record uitgezonden. In de acht jaar sinds hun eerste stappen in de Abbey Road Studio in 1962 maakte de Beatles een hele groei door als muzikanten, een ontwikkeling die is vastgelegd in de studioalbums die ze in die jaren maakten. De documentaire brengt die studiojaren in beeld met zeldzaam archiefmateriaal, foto’s en outtakes. The Beatles vertellen in hun eigen woorden hun geschiedenis. Over de mythe dat The Beatles zouden hebben bijgedragen aan het uiteenvallen van de Sovjet Unie gaat de documentaire Storyville: How the Beatles Rocked the Cremlin. Ook de film Help!(Richard Lester, 1965) wordt weer eens vertoond. Dit keer in gerestaureerde versie. Dus eigenlijk hoef je helemaal de bioscoop niet in deze week. Er is genoeg Beatles-vertier bij de BBC. Misschien moet je alleen even de deur uit om de soundtrack van Funny People aan te schaffen. Trailer Funny People:Deze post staat ook op het filmblog van Zone 5300.
Zweedse lachspiegel’Vandaag gaat alles fout. Ik heb mijn dag niet,’ verzucht de tapijtverkoper in You, the living, de vierde speelfilm van de Zweedse regisseur en commercialmaker Roy Andersson. Deze uitspraak zou door bijna ieder personage in de film gezegd kunnen worden, want in de mistroostige wereld die Andersson toont, beklagen ze hun lot.Zoals de opgebrande psycholoog die na jaren praktijkdienst zelf depressief is geworden van zijn egocentrische patiënten en alleen nog maar zoveel mogelijk pillen voorschrijft. En het tienermeisje dat droomt van de rockgitarist die nooit terugbelt. ‘Probeer aan iets anders te denken,’ krijgt een ter doodveroordeelde te horen op het moment dat hij op de elektrische stoel wordt vastgebonden. Een absurde opmerking die direct Anderssons subtiele gevoel voor humor en de kern van zijn film duidelijk maakt. De regisseur vindt dat de westerse mens niet zo moet zeuren om onnozelheden en houdt het publiek in 57 korte tableaus een zwartkomische spiegel voor.
You, the living is net als eerdere producties volledig in Anderssons studio opgenomen waar de decors naar minutieus ontwerp zijn gebouwd. Een belangrijke rol is dan ook weggelegd voor de artdirection en de stijl van de film. Andersson draait de scènes in zorgvuldig gekozen totaalshots en beweegt zijn camera zelden. Het resultaat is een reeks prachtig uitziende en onderhoudende kunststukjes die – ondanks het uniforme ontwerp en het feit dat sommige personages gedurende de film terugkomen – geen echte eenheid wordt. Ook maakt de nadruk op de kunstmatige vorm dat de kijker zich niet snel betrokken voelt bij de in zichzelf gekeerde personages. Hierdoor is You, the living als spiegel niet geheel geslaagd.You, The Living, Zweden/2007. Regie: Roy Andersson. Met: Jessika Lundberg, Elisabet Helander, Björn Englund en Leif Larsson. (Lumière Home Entertainment). Reeds op dvd.Deze recensie stond ook in Zone 5300 #86.