Volgend jaar komt The Wolfman uit. De eerste trailer staat inmiddels online. The Wolfman is een remake van de film uit 1941 van George Waggner waarin acteur Lon Chaney Jr. de harige antiheld gestalte gaf. Maar het kan net zo goed een remake zijn van een van de vele versies die na 1941 uitkwamen. Universal boerde indertijd goed met horrorfilms als Frankenstein, Dracula en The Invicible Man. Klassieke Hollywood horror op zijn best. De eerste reeks dan, op een gegeven moment waren de concepten wel uitgemolken en toen het komische duo Abbott and Costello de monsters uit de Universal-stal tegen het lijf liepen, kon niemand ze meer serieus nemen. In de nieuwe versie zal niemand minder dan Benicio Del Toro het digitale vachtje van de Wolf Man aantrekken. Verder zullen Hugo Weaving, Anthony Hopkins en Emily Blunt een rol spelen in de film van Joe Johnston die eerder Jurassic Park III maakte en naar verluidt ook Captain America zal regisseren. Onderstaande trailer geeft een aardig beeld van de sfeer van de film. Eindelijk weer eens een gothic horrorfilm, van het soort dat alleen mensen als Tim Burton nog lijken te maken tegenwoordig. Zijn Sleepy Hollow dateert alweer uit 1999 en hoewel ik de art-direction van Van Helsing (Stephen Sommers, 2004) zeer kan waarderen, had deze vermakelijke film qua verhaal niet veel om het lijf. Hoewel we naar aanleiding van de trailer van The Wolfman voorzichtig kunnen concluderen dat ook deze film een weinig verrassend verhaal te bieden heeft. Maar dat krijg je met een remake van een klassieker. Soms kun je met de juiste spookachtige sfeer, mooie art-direction en een puike cast een heel eind komen. We gaan volgend jaar zien hoe ver regisseur Joe Johnston ermee komt.
The Wolfman anno 1941:En dan als laatste nog even een amateur videoclip met beelden van The Wolfman (1941) om nog wat sfeerbeelden van de film te tonen:Lees ook: Iedere dag een dosis horror.
Magisch-realistische roadmovieDit Amerikaanse speelfilmdebuut van de Kroatische regisseur Goran Dukic is een fijn filmjuweeltje vol verrassingen. Wanneer Zia (Patrick Fugit) uit liefdesverdriet zelfmoord pleegt, komt hij net als alle zelfmoordenaars in de hel terecht. Die lijkt verdacht veel op onze wereld, alleen is alles een beetje erger. Als hij verneemt dat zijn ex-vriendin een maand na zijn dood ook een einde aan haar leven maakte, springt Zia met Eugene (Shea Whigham), een sympathieke Russische zigeunerpunker, in de auto om haar te vinden. Onderweg pikken ze de aantrekkelijke liftster Mikal (Shannyn Sossamon) op. Mikal zoekt ’the people in charge’ omdat ze ten onrechte in de hel zit.Aldus ontvouwt zich een origineel en ontroerend liefdesverhaal annex roadmovie met magisch-realistische elementen, zoals het zwarte gat onder de bijrijderstoel waarin gedurende de reis zonnebrillen, stukjes kauwgom en een wegkaart verdwijnen.Nette jongen Regisseur Dukic maakte een tragikomische film die nergens somber wordt en gebruikte geraffineerde vertelmiddelen. Dat Zia zich zijn relatie met zijn ex bijvoorbeeld rooskleuriger herinnert dan deze wellicht was, wordt subtiel in beeld gebracht in flashbacks die helder van kleur zijn, terwijl de sequenties in de hel zijn uitgebleekt. Bij de introductie van de personages wordt getoond hoe ze zelfmoord pleegden: Zia sneed zijn polsen door (maar ruimde wel eerst netjes zijn kamer op); Eugene elektrocuteerde zichzelf tijdens een optreden – een punker tot in de dood. Tom Waits schittert als excentrieke leermeester. Leuk detail: Wristcutters is gebaseerd op een kort verhaal van de Israëlische schrijver Etgar Keret, die het verhaal zelf tot de graphic novel Pizzeria Kamikaze bewerkte.Wristcutters: A love story, VS/2006. Regie: GORAN DUKIC. Met: Patrick Fugit, Shea Whigham, Shannyn Sossamon, Leslie Bibb en Tom Waits. (De Filmfreak). Reeds uit op dvd. Deze recensie stond ook in Zone 5300 #86.
Beter dan Transformers!Het ligt voor de hand om neerbuigend te doen over het bronmateriaal van GI Joe: een tekenfilmserie die werd gemaakt om een speelgoedlijn van actiefiguurtjes en accessoires aan kinderen te verkopen. Films met een soortgelijke oorsprong leveren immers, zelfs voor popcornfilms, vooral laagwaardig hersenloos vermaak op. Films zonder noemenswaardig plot met personages die slechts dienen als visueel behang. De Transformer-reeks bewees recent nog hoe laag het medium cinema kan zinken. Ik had mijn portie na het overbodige eerste deel al gehad. De recensies van Transformers 2 waren zo zuur dat filmmaatschappij Paramount bij het uitbrengen van GI Joe: Rise of the Cobra besloot om alleen een selecte groep journalisten, die schrijven voor positief ingestelde blogs en filmwebsites, uit te nodigen. De rest van de Amerikaanse filmjournalistiek krijgt de film pas te zien na de première. Paramount wil op die manier voorkomen dat negatieve recensies het bioscooppubliek zou ontmoedigen de film te gaan kijken. Ondanks de slechte recensies dook het publiek massaal de bioscoop in om Transformers: Rise of the Fallen te gaan zien. Vice-voorzitter Rob Moore van Paramount Pictures liet via filmblad Variety weten dat hij wil dat ‘het publiek de film definieert’, in plaats van de filmpers. Natuurlijk is deze actie van Paramount ook een prima manier van publiciteit genereren, al is hiermee wel een vreemd precedent geschapen waarvan de consequenties voor de filmkritiek nog niet te overzien zijn. Terug naar GI Joe: The Rise of Cobra. Het maakt niet uit dat het bronmateriaal een simpele tekenfilmserie is die draait om een militair eliteteam dat de strijd aan gaat met een terreurorganisatie die uit is op wereldheerschappij, want in principe moet een goede regisseur van ieder onderwerp een boeiende film kunnen maken. We weten immers allemaal dat het verhaal over de midlifecrisis van Lester Burham (Kevin Spacey) in American Beauty bijzaak was en dat film werkelijk draaide om het plastic zakje dat danste in de wind. En was het vermakelijke, zo niet geniale Mars Attacks van Tim Burton niet gebaseerd op een serie kauwgomplaatjes? Goedbedoelde Soap Stephen Sommers (regisseur van The Mummy en Van Helsing) heeft dan ook duidelijk zijn best gedaan met GI Joe. In tegenstelling tot collega Michael Bay neemt hij het bronmateriaal serieus genoeg en probeert tussen de actiesequenties door de hoofdpersonages enige achtergrond te geven. Via flashbacks krijgen we te zien wat hun motivatie is. Ook houden regisseur en scenaristen de conflicten tussen de personages zoveel mogelijk op het persoonlijke vlak: Ana (Sienna Miller), de verraderlijke schoonheid aan de kant van schurk McCullen, heeft een persoonlijke vete uit te vechten met soldaat en ex-vriendje Duke (Channing Tatum). Duke slaagde er namelijk niet in om ondanks zijn belofte Ana’s broertje heelhuids van het front thuis te brengen. Dat de Schotse wapenhandelaar McCullen (een verrassende over-de-top rol van Christopher Eccleston die eerder Dr. Who nieuw leven in blies) Frankrijk kiest als doelwit voor een revolutionaire bom heeft alles te maken met wat dit land zijn voorouders heeft aangedaan. En zelfs de zwijgzame ninja Snake Eyes heeft een persoonlijke vete te bevechten. Dat de persoonlijke beslommeringen de gemiddelde soapaflevering niet overstijgen en verder niet veel om het lijf hebben, doet er niet toe. Centraal staan immers de special effects en actiescènes. Ook op dat vlak scoort de film redelijk. Team America revisited De actiesequentie in het midden van de film, waarin de Joe’s proberen te verijdelen dat Cobra Parijs met de grond gelijkmaakt, zit bijvoorbeeld vakkundig in elkaar. Al doet het geheel wel denken aan de film Team America, waarmee South Park-bedenkers Trey Parker en Matt Stone het Amerikaans militairimperialisme op de hak namen en waarin menig nationaal symbool tegen de vlakte ging. In beide films haalt de Eiffeltoren de eindcredits niet. In wezen ging met het hilarische Team America (2004) de parodie van GI Joe de film van Sommers ruim voor. Hoewel de parodie veel leuker is dan GI Joe zelf, scoort GI Joe: The Rise of Cobra binnen het genre van onzinnige filmadaptaties, mede door de lage verwachtingen die gelijksoortige films als Transformers geschapen hebben, dus helemaal zo slecht nog niet. Toch knap als je je beseft dat deze infantiele video de inspiratiebron is van de film: Lees ook:
De Amerikaanse filmmaker en scriptschrijver John Hughes is niet meer. Donderdag 6 augustus overleed hij op 59-jarige leeftijd aan een hartaanval in New York. Wederom een droevige dood van een creatieve grootheid dit jaar. Met films als Pretty in Pink, The Breakfast Club en Ferris Bueller’s Day Off, sprak hij de jongeren van de jaren tachtig aan. Hughes toonde ons innemende, gewiekste tieners met al hun angsten en onzekerheden en rebelsheid. Hij introduceerde acteurs als Molly Ringwald, Anthony Michael Hall, Ally Sheedy en Judd Nelson. Van de tienerflicks maakte The Breakfast Club op mij persoonlijk de grootste indruk. Het is ook nu nog boeiend om te zien hoe Hughes de tieners met uiteenlopende karakters naar elkaar toe laat groeien tijdens een zaterdag nablijven op school. Al ben ik Hughes ook zeer dankbaar voor het casten van Kelly LeBrock in Weird Science: toen nog een hot MILF with a British accent die mijn jongenshartje sneller deed kloppen.Hughes bereikte zijn creatieve piek in de jaren tachtig als regisseur en scenarist. Een creatieve periode die wat mij betreft ten einde kwam met de Home Alone-reeks: Hughes schreef het script van de eerste en derde film uit de filmserie waarin Macaulay Culkin het irritante jochie speelt dat door zijn familie thuis wordt achtergelaten. Daarna schreef Hughes vooral nog van dit soort flauwe familiefilmgarnituur. Meuk als Beethoven, Baby’s Day Out en Flubber.John Candy Jammer, want Hughes was ook in staat om hartverwarmende personages te creëren zoals Del Griffith in Planes, Trains & Automobiles. Misschien wel de beste rol die John Candy ooit speelde. Candy en Steve Martin zijn in deze film perfecte tegenpolen die noodgedwongen samen op reis moeten. De snobistische Martin probeert koste wat kost op tijd bij zijn gezin te komen voor Thanksgiving, en kan in het begin Griffith, de onhandige maar goedbedoelende vertegenwoordiger van douchegordijnringen, niet uitstaan. Uiteraard ontstaat er een band tussen beide heren terwijl ze op weg naar huis door half Amerika reizen. Typisch zo’n film met het hart op de juiste plek. En tevens een mooi voorbeeld van hoe Hughes films maakte waarin tegenpolen elkaar vinden. Hoewel ik de tienerkomedies van Hughes ook koester, blijft Planes, Trains & Automobiles mijn favoriete film van deze filmmaker.Ode aan Hughes Filmregisseur en stripschrijver Kevin Smith bracht wat mij betreft de mooiste ode aan het oeuvre van Hughes. Smiths personages Jay & Silent Bob reizen in de strip Chasing Dogma af naar de staat Illinois. Ze kennen de tienerfilms van Hughes van binnen en buiten en concluderen dat er op de high school in het stadje Shermer, de locatie van de meeste films, nooit een dealer te zien is. Ze zien Shermer dus als de perfecte afzetmarkt voor hun wiet. Totdat ze er na een lange reis achterkomen dat het plaatsje Shermer volledig fictief is. De ideale tienerwereld van Hughes mag dan zeer herkenbaar zijn geweest voor de generatie in de jaren tachtig, ze is fictief. Maar dankzij John Hughes wel bereikbaar via het witte doek.Deze tekst staat ook op het filmblog van Zone 5300.
Vanaf vandaag draait de film Millennium: Mannen die vrouwen hatenvan Niels Arden in de bioscoop. Deze film is het eerste deel van een trilogie, gebaseerd op de boeken van de journalist Stieg Larsson.Ik heb geen van de boeken gelezen en de persvoorstellingen van de film door drukte moeten laten schieten. Toch ben ik nieuwsgierig geworden naar deze film. Laatst prees mijn tante de drie boeken van Larsson aan, stond er een mooi interview van Gerhard Busch in de VPRO Gids met de regisseur en hoofdactrice Noomi Rapace en van de week besteedde het actualiteitenprogramma Nova 8 minuten aan de film en het fenomeen eromheen. Want net als andere mode-boeken als Harry Potter en De Da Vinci Code, is met de drie boeken van Larsson sprake van een hype.De film MILLENNIUM: mannen die vrouwen haten is gebaseerd op de gelijknamige bestseller, de eerste uit de Millennium-reeks van Stieg Larsson. De twee andere boeken uit de reeks zijn De vrouw die met vuur speelde en Gerechtigheid. In 2008 was Stieg Larsson de tweede best verkopende auteur in de wereld – na Khaled Hosseini met De Vliegeraar. Wereldwijd zijn bijna 20 miljoen exemplaren verkocht, waarvan ruim 500.000 in de Benelux.Zelf heeft Stieg Larsson het succes niet meer mee kunnen maken. Voordat zijn eerste boek gepubliceerd werd overleed hij in 2004, op vijftigjarige leeftijd, aan een hartaanval. Hij was onderzoeksjournalist in Zweden, en autoriteit op het gebied van racisme en sociale issues.Feit en fictie In het item van Nova komen enkele interessante zaken naar voren. Fans van de boeken bezoeken locaties uit de verhalen, een gids leidt ze rond Stockholm en toont het appartementencomplex waar de hoofdrolspeler Mikael Blomkwist zou wonen. Ik vind de drang om naar dat soort plekken te gaan om de fictieve wereld te legitimeren en/of de beleving daarvan te vergroten, een fascinerend fenomeen. Zelf heb ik een paar maanden geleden enkele locaties uit Spiderman-strips in New York bezocht. Het zoeken naar feitelijke plekken in fictie en naar fictie op bestaande plekken is mij dus niet vreemd. (Het artikel dat ik hierover schreef verschijnt in het nieuwste nummer van Stripschrift dat 18 augustus uitkomt.)Verder herken ik me in de uitspraak van acteur Michael Nyqvist (die Blomkwist vertolkt) dat hij vroeger nooit zin had om hype-boeken te lezen. Ikzelf heb ook de neiging om de Potters en Da Vinci-codes links te laten liggen, juist omdat ze al door iedereen gelezen worden. ‘Ik was toen nogal een snob en wilde niet lezen wat iedereen las,’ zegt Nyqvist in het item van Nova. Kennelijk ben ik ook een snob. Nu heb ik na het zien van de film The Da Vinci Code nog steeds geen hoge pet op van de boeken (ja, ja, zonder ze gelezen te hebben, sue me!), maar ben nu toch wel benieuwd naar de reeks van Larsson. Eerst maar eens de film kijken. Een film biedt je immers de kans om het verhaal, of een deel van het boek, in twee uur tijd te ervaren. Bovendien zit in de film de actrice Noomi Rapace en die wil ik wel in actie zien. Ik ben na het lezen van het interview en het Nova-item erg nieuwsgierig naar haar geworden.
(Lees hier een recensie van de film.) Korte inhoud Millennium Twee tegenpolen, Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander. Hij is een charmante man en een kritische journalist van middelbare leeftijd, en uitgever van het tijdschrift Millennium. Zij is een jonge, gecompliceerde vrouw met zwartgeverfd haar, piercings en tatoeages, én een uitermate goede hacker. Samen vormen ze een ongewoon, maar sterk team.Mikael wordt benaderd door oud-zakenman Henrik Vanger. Veertig jaar geleden is de zestienjarige Harriët Vanger op mysterieuze wijze verdwenen en vermoedelijk vermoord. De zaak is echter nooit opgelost en inmiddels verjaard. Toch wil Henrik Vanger graag dat Mikael zich hier nog eens op stort. Aanvankelijk lijkt het onderzoek nergens op uit te lopen. Totdat Mikael met hulp van Lisbeth op een spoor stuit dat rechtstreeks naar een zeer duister en bloedig familiegeheim voert.Lees ook :
Zondag wordt Kevin Smith, een van mijn favoriete filmregisseurs, 39. Om dit heugelijke feit te vieren, plaats ik vandaag de registratie van zijn Q&A op de San Diego Comic Con. Zoals gewoonlijk heeft Smith de lachers op zijn hand en beantwoordt hij met veel zelfspot de vragen van zijn fans en andere aanwezigen. Ook geeft hij zijn mening over de (fans van de) meidenvampierfilm Twilight: ‘It’s like porn for children!’, vertelt hij over het feit dat de titel van zijn nieuwe film A Couple of Dicks (met Bruce Willis, Tracy Morgan en Jason Lee) wellicht veranderd zal worden omdat de Amerikaanse omroepen anders geen reclame voor de film willen uitzenden voor 9 uur ’s avonds. Tussendoor mengt hij voldoende dick & fart jokes in de mix. Kortom, erg vermakelijk.
Happy birthday, Kev!
De andere tien delen verschijnen aan het einde van deze clip als related video’s. You know the drill. 🙂
Op dit moment zijn de opnames van Iron Man 2 bijna voltooid. Toch duurt het nog bijna een jaar voordat de film in de bios draait. Downey Jr. is terug en hij neemt Scarlett Johannson met zich mee.Hoewel ik de tweets van regisseur Jon Favreau volg, probeer tot de première van Iron Man 2 zo min mogelijk mee te pikken van de berichten online, want tegenwoordig kun je over iedere wind lezen die de hoofdrolspeler laat. Sterker nog: als de derde assistent iets verkeerds gegeten heeft staat dat wel ergens op een blog. Toch kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen toen ik vandaag een linkje zag naar de eerste foto van Scarlett Johannson als Black Widow. Ziet er goed uit die Johansson.Sowieso vind ik dit een erg leuke actrice. Ze stal mijn hart in Lost in Translation en speelde daarna ook nog erg verdienstelijk in een aantal films. Leuke, niet sexy rol in Ghost World bijvoorbeeld. En in Vicky Cristina Barcelona was zij voor mij een van de weinige lichtpuntjes in het verder vergezochte verhaal van Woody Allen. (Wat was Penelope Cruz irritant in die film trouwens.)
Scarlett in Ghost World.
Scarlett in Lost in Translation.
Maar goed, de echte ster van Iron Man is natuurlijk de onovertroffen Robert Downey Jr. Perfect gecast als Tony Stark – dat harnas zat hem in deel als gegoten. En verder natuurlijk Samuel L. Jackson als Nick Fury. (De eerste acteur die Nick Fury speelde was overigens niemand minder dan David Hasselhoff. Kijk maar.) Ik ben ook erg benieuwd naar wat Mickey Rourke brengt naar de Iron Man franchise. Hoewel ik The Wrestler nog niet gezien heb (schande, ik weet het) vond ik hem heel goed gecast als Marv in Sin City. Zo’n beetje de beste rol die hij sinds jaren speelde, want eerlijk gezegd ben ik nooit zo onder de indruk geweest van Rourke’s acteerprestaties. (Nee, ook niet in de films die hij in de jaren tachtig maakte.)De casting van een goede schurk is belangrijk in een superheldenfilm. Daar valt of staat de film eigenlijk mee. Kijk maar naar Spider-Man 3: Sandman was slecht uitgewerkt en bleef – ha ha – vooral los zand. Heath Ledger in The Dark Knight was een perfecte Joker en daarmee de perfecte tegenstrever voor Christian Bale. Maar ik dwaal af. Iron Man 2: we gaan het zien. Volgend jaar. Tot die tijd kunnen we genieten van plaatjes van Scarlett.Lees ook:
Het is warm in mijn appartementje vandaag. Maar dat ben ik wel gewend. In de zomermaanden kun je een ei op het aanrecht bakken. Terwijl ik achter mackie zit te tikken kijk ik even naar de lege verhuisdozen die nog gevuld moeten worden. Maar eerst even een post over Eeuwig Weekend, Transformers, het rookbeleid en de durf om te falen.Woensdag 1 juli bestaat EeuwigWeekend.nl één jaar. Wellicht een bescheiden leeftijd voor een groepsweblog, maar toch het vermelden waard. In één jaar werden meer dan 500 posts gepubliceerd. Van lange epistels tot korte, doch pakkende straatprenten. Hoewel ik mijn functie als co-hoofdredacteur sinds april heb neergelegd, draag ik de site die ik samen met Menno Kooistra in het leven riep, natuurlijk een warm hart toe.Overigens is het rookbeleid ook een jaar van kracht. Een niet onomstreden maatregel waar veel, heel veel commentaar op kwam uit de horecabranche. Ik schreef vlak voor het ingaan van het rookverbod nog triomfantelijk dat ik nu eindelijk rookvrij van mijn stamkroeg kon gaan genieten. Helaas, het is een van de kleine kroegjes waarin nog steeds flink gepaft wordt. Dat past overigens geheel in de geest van de rebelse eigenaar, maar heeft ook een praktische reden: het café is simpelweg te klein om een aparte rokersruimte in te richten. Sinds augustus vorig jaar ben ik niet meer in mijn stamkroeg, nou ja zeg maar voormalige stamkroeg, geweest, want kies liever voor een dranklokaal waar niet gerookt wordt. Al kijk ik ernaar uit om op de avond dat ik afscheid neem van deze woonplaats nog even een nostalgisch drankje te nuttigen aan de bar.Over rebelsheid/koppigheid gesproken: tussen alle blogberichten vandaag las ik dit inspirerende tekstje van Jonathan Morrow over de durf om te falen en de kracht van buitenbeentjes. Michael Jackson was natuurlijk ook een buitenbeentje. Word jij ook al helemaal gek van alle Jackson-muziek die de laatste dagen gedraaid is? Niet dat het naar in het gehoor klinkt, maar je kunt ook overdrijven. Duidelijke zaak van overkill. Overdrijven is een woord dat regisseur Michael Bay niet kent. Zijn bombastische Transformers 2: Revenge of the fallen doet zijn naam als blockbuster eer aan. Volgens het persbericht dat ik gister las heeft deze sequel al $387 miljoen dollar opgebracht. Hoewel je eigenlijk pas een oordeel mag vellen nadat je een film hebt gezien, lijkt deze rolprent mij alles behalve boeiend. Ik vond het eerste deel al niets, maar toen ik in een recensie las dat een van de transformers met een stel ballen tussen zijn benen rondloopt, verloor ik ook maar enige interesse om de film te gaan zien. Zeker nadat een goede vriend van me, wiens mening ik respecteer, zei dat hij de film absolute bagger vond. Als Michael Bay zijn eigen onderwerp niet eens serieus neemt, waarom zou ik als publiek tijd moeten verkwisten aan het kijken van zijn film? De echte vraag is echter: waarom scoort deze film zo ontiegelijk goed? Is het de curiositeitswaarde? Of heeft het grote publiek echt geen smaak?Nou ja, voorlopig heb ik genoeg verhuisdozen vol te stoppen om me niet met die vraag bezig te houden. Laat ik maar eens beginnen met inpakken.Lees ook:
Wanneer de eigenzinnige en flamboyante schrijver Truman Capote in de krant leest dat een gezin in Kansas op brute wijze is vermoord, is hij meteen geïntrigeerd. Samen met zijn vriendin en collega-schrijfster Nelle Harper Lee trekt hij naar het stadje van de misdaad om onderzoek te doen voor een artikel. Hij maakt kennis met de plaatselijke bewoners, de sterke arm en de twee moordenaars: de twee jongemannen die bij het gezin inbraken in de hoop er met een grote geldbuit vandoor te gaan. Truman voelt dat dit materiaal rijk genoeg is voor een boek – wat het eerste non-fictieboek geschreven als een roman zal zijn – en raakt gedurende zijn onderzoek steeds meer betrokken bij de daders. Met een van hen, Perry Smith, krijgt de homoseksuele schrijver een ambigue vriendschap. Mocht dit verhaal je bekend in de oren klinken dan kan dat kloppen: regisseur Bennet Miller verfilmde dit waargebeurde relaas in de film Capote (USA, 2005). Philip Seymour Hoffman gaf daarin op overtuigende wijze gestalte aan de excentrieke schrijver en won er terecht een Oscar en Golden Globe mee. Infamous van regisseur Douglas McGrath, die zelf het scenario pende naar aanleiding van het boek Truman Capote van de schrijver George Plimpton, werd iets later opgenomen en kwam na Capote in de bioscoop. (Een uitgebreide recensie van die film kun je hier lezen.) Nu komt het natuurlijk wel vaker voor dat er in Hollywood meerdere projecten tegelijk worden geproduceerd waar hetzelfde verhaal aan ten grondslag ligt. Ten tijden van Robin Hood: Prince of Thieves (met Kevin Costner weet je nog?) kwam er ook een andere Robin Hood-film uit. Hetzelfde is het geval met Milos Formans Valmont die net uitkwam na het succesvolle Dangerous Liaisons van Stephen Frears.Komisch figuur Het ligt voor de hand om beide films tot in oneindige details met elkaar te gaan vergelijken. Ik wil me hier beperken tot enkele verschillen omdat die goed aangeven dat de toon en invalshoek van Infamous toch heel anders zijn dan die van Capote. Infamous is op verschillende fronten minder subtiel dan zijn voorganger. De Truman Capote van Toby Jones is meer extravert homoseksueel en kinderlijker dan Hoffmans versie. Hij wordt, zeker in het begin van de film, meer uitgespeeld als een komisch figuur. Hoewel beide versies met gevatte oneliners op de proppen komen.De relatie tussen moordenaar Perry en Truman is ook explicieter. We zien Truman op een gegeven moment met hem zoenen, terwijl Perry hem eerder nog bedreigde met verkrachting. De relatie tussen Truman en Perry was in Capote afstandelijker, waarbij de schrijver vooral genegenheid leek te veinzen om de informatie voor zijn boek los te peuteren. Overigens levert Daniel Craig als Perry een prachtige prestatie, en zet de moordenaar tegen wil en dank enerzijds neer als een bedreiging voor Capote, maar anderzijds als een jongen die vecht met zijn seksuele geaardheid. Hierdoor krijgt Perry iets teders. Het uitdiepen van de relatie tussen Perry en Truman maakt dat Infamous een goede aanvulling is op Capote. Daarbij kan het natuurlijk nooit kwaad om meerdere kanten van een verhaal tot je te nemen daar de waarheid ongetwijfeld ergens in het midden zal zitten. Bekende koppen Met een sterrencast met grootheden als Sigourney Weaver, Sandra Bullock, Jeff Daniels en Daniel Craig is dit duidelijk de Hollywood-versie van het verhaal ten opzichte van de meer ingetogen arthousefilm die Miller maakte. Toch maakt dat Infamous niet meteen de mindere versie. Regisseur McGrath laat de komedie-elementen aan het begin van de film op subtiele wijze plaatsmaken voor een ernstiger toon, en verhaalt op die manier de verandering die in Capote plaatsvindt. De vrolijke socialite en roddelkoning die altijd aandacht kreeg door zijn afwijkende voorkomen en gevatte anekdotes, raakt in zichzelf gekeerd en komt de inspanning die het schrijven van In cold blood van hem vergt nooit meer te boven. Te expliciet Waar Infamous wat mij betreft de plank misslaat zijn de scènes waarin de hoofdrolspelers worden geïnterviewd over Capote. Aan bekenden van de schrijver wordt gevraagd een karakterschets te geven om de film, naar wat de kijker alleen maar kan vermoeden, een documentair tintje te geven. (Hierin nekt zich de sterrencast volledig, want als toeschouwer ontkom je er niet aan dat je ziet hoe bekende Hollywoodkoppen historische figuren proberen te imiteren.) Het is een trucje om bepaalde thema’s en motieven van Capote nog eens te verduidelijken. Het wordt daardoor allemaal te uitleggerig. Harper Lee (Sandra Bullock) zegt – en kijkt daarbij rechtstreeks in de camera – dat bij de executie van de daders ook Truman eigenlijk is gestorven. Overbodig, want dat Capote na de publicatie van In Cold blood nooit meer een roman heeft kunnen schrijven wordt ook via het beeld gecommuniceerd. Jammer dat McGrath niet meer vertrouwde op de intelligentie van zijn publiek en de visuele kracht van de cinema. Infamous verscheen al eerder op dvd, maar is sinds kort uit in een goedkopere uitgave en een slank doosje. (Lumière Home Entertainment)Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.
Komt er ooit nog een Ghostbusters 3 of moeten we het met de 3D game doen die in juni dit jaar uitkomt? Sommige fans besloten zelf het antwoord op deze vraag te geven door een fanfilm te maken: Ghostbusters Hellbent.Nee, de film is nog niet af en zou volgens de berichten in postproductiefase verkeren. Het heeft lang geduurt voordat fanfilmmaker Matt Adams het zover gebracht heeft, want hij schreef een eerste versie van het script al in 1999. Op de Myspace pagina van de film staat de volgende synopsis:
Ghostbusters International recruiter Oscar Wallace (Bowles) sets out along the East Coast to set up Ghostbusters franchises outside of New York, Landing him in Richmond, Virginia. A meal gone ghastly leads him to recruit Steven Reeves (Hodges), Marc Skyler (Childress), and Jay Davis (Adams). Three college students with a knack for the paranormal.
They set up shop as GHOSTBUSTERS, ridding Richmond of bizarre aparitions. However, the Boys in Grey are challenged when the River City catches the eye of the anti-christ. Soon all hell breaks loose and it’s up to the Ghostbusters to stop it.
Klinkt als een aardige synopsis, maar hou je adem nog maar niet in voordat je de trailer van de film gezien hebt. Mijn verwachtingen zijn na het zien van de trailer niet bepaald hooggespannen. Typisch een geval van ‘ik ga een leuke video maken met mijn vrienden en laat het camerastatief en goede microfoon thuis’. Het ziet ernaar uit dat de specialeffects beter zijn dan de acteurs. Jammer want het concept van Ghostbusters is rijk genoeg voor interessante films. En games. En animatieseries.
Voorlopig zet ik mijn geld in op de game die geschreven werd door Dan Ackroyd en Harold Ramis. De mannen die ook de twee films schreven en deel uitmaken van de cast. De rest van de originele cast doet ook weer mee. Ze spraken de stemmen in en stonden model voor de avatars. Wie alvast een voorproefje wil, check de site van Ghostbusters, the videogame. Moet ik toch een keer een gamecomputer gaan kopen. De laatste keer dat ik een Ghostbuster-game speelde was op de Commodore 64, ergens in de vorige eeuw. “Ooh, he slimed me!”
In het oeuvre van tekenaar/animator Han Hoogerbrugge worstelt de kunstenaar zich met humor door het dagelijks leven en onderzoekt hij zijn eigen obsessies, neuroses en emoties.
Om in slaap te komen leest de Rotterdamse kunstenaar/animator/webpionier Han Hoogerbrugge oude stripalbums van Kuifje, Lucky Luke en Asterix & Obelix. ‘Dat doet mijn vader ook altijd. Maar wel alleen albums die hij al heeft gelezen. Nieuwe leest hij overdag, anders kan hij er niet van slapen.’
Hoogerbrugge die de slaap vat op het moment dat Lucky Luke van zijn netvlies vervaagt. Het is een beeld dat contrasteert met wat je verwacht bij iemand die een verwantschap voelt met kunstenaars als David Lynch, Matthew Barney, Damien Hirst en Chris Ware. ‘Met hen voel ik een verbondenheid in opvatting en houding. Zij stralen een soort coolness uit waar ik iets mee heb,’ zegt Hoogerbrugge. ‘Bij David Lynch heb ik het gevoel dat ik waarschijnlijk het bankstel dat hij heeft ook mooi vind.’
Punker
Het oeuvre van Hoogerbrugge omvat animaties, illustraties en installaties. In zijn werk schetst hij op toegankelijke wijze een nerveus tijdsbeeld, waarin de moderne mens zich door het dagelijks leven heen worstelt. Hoogerbrugge maakt vaak visuele grappen. ‘Humor is prettiger als hij terloops is, en niet als een grap wordt aangekondigd,’ vindt Hoogerbrugge. ‘Het beeld moet interessant zijn.’In wezen zat de kiem van Hoogerbrugges artistieke leven in zijn punkperiode, toen hij in een bandje gitaar speelde en collages maakte voor een punkblaadje. ‘De gedachte achter punk is dat je zelf iets kunt opzetten,’ zegt hij. ‘Tegelijkertijd kom je erachter dat je heel veel niet beheerst. Dat is frustrerend, dus wil je het leren.’ Hoogerbrugge studeerde schilderen aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam (nu Willem de Kooning Academie) en maakte daarna vooral strips en illustraties tot in de jaren negentig het internet een bepalende rol in zijn carrière ging spelen. In de begindagen van het web was Hoogerbrugge al bezig met de eerste experimenten. ‘Eigenlijk vanuit de punkgedachte: het idee dat je voor heel weinig geld iets kunt publiceren voor een potentieel groot publiek.’
Het internet bood Hoogerbrugge een oneindige instant expositieruimte. ‘De techniek achter de sites leek eenvoudig en dat sprak mij aan. Ik kon het bijna niet geloven dat als ik iets had geüpload en daarna online ging, dat mijn site daar dan ook echt stond. Geweldig!’
Zelfportret
In 1998 begon Hoogerbrugge met de webanimatiereeks Modern Living/Neurotica. In feite was dit de virtuele voortzetting van een stripalbum dat hij in eigen beheer had uitgegeven. Dit autobiografische album was getekend in de klare lijn-stijl die Hoogerbrugge nu nog steeds gebruikt en behandelde dezelfde thema’s. ‘De Neurotica-reeks reflecteert mijn dromen, verwachtingen, conflicten, ervaringen en angsten,’ zegt Hoogerbrugge. Neurotica kreeg een vervolg in de site en animatiereeks Nails, waarin hetzelfde mannelijke hoofdpersonage afwisselend controle heeft over of overheerst wordt door zijn gevoelens, emoties en instincten. Het hoofdpersonage in het werk van Hoogerbrugge is gemodelleerd naar de kunstenaar zelf. ‘Het is niet zo dat ik hem gebruik om dingen te zeggen die ik zelf niet direct zou durven uit te spreken. Aan de andere kant doet hij wel dingen die ik niet snel zou doen, zoals z’n kop kaalscheren. Maar dat zijn meer visuele grappen.’ In werkelijkheid lijkt Hoogerbrugge slechts het uiterlijk met zijn avatar te delen: hij spreekt op zachte toon en denkt soms lang na voordat hij iets zegt. Zijn geanimeerde evenbeeld straalt daarentegen minder rust uit en baant zich op neurotische wijze een weg door de zin en onzin van alledag. In de loop der jaren is het evenbeeld ouder geworden. ‘In de stripwereld worden personages nooit ouder. Ik vond het interessant om een cartooneske tekenstijl met dat gegeven te combineren.’
Kenmerkend voor de animaties van Hoogerbrugge is het spelen met verwachtingspatronen en het combineren van contrasterende elementen. Vaak krijgen natuurgetrouwe verbeeldingen een onverwachte, absurdistische wending. Al praat de kunstenaar niet graag over de betekenis van zijn werk. ‘Nails gaat over mijn demonen. Ik kaart ze aan, zonder daar heel duidelijk in te zijn, terwijl je toch begrijpt wat ik bedoel. Een van de afleveringen van Nails heet ‘Senescence’: kort gezegd het verouderen van biologische cellen. Ik sla me in de animatie redelijk zelfverzekerd door een gordijn van botten heen. Het is een visualisering van het feit dat ik ouder word. De animatie geeft echter niet duidelijk aan of ik daar problemen mee heb. Het laat veel in het midden.’ Geanimeerde werkelijkheid
Al sinds de begindagen hanteert Hoogerbrugge dezelfde werkwijze. Hij maakt video’s van de mensen die in zijn studio voor een groen scherm de handelingen van een personage uitbeelden. Hij print de videoframes die hij nodig heeft uit en tekent deze op doorzichtig papier over. Nadat deze tekeningen digitaal zijn ingevoerd maakt Hoogerbrugge de animatie af in het programma Flash.Door deze methode kan Hoogerbrugge sneller werken dan wanneer hij alles zonder modellen zou moeten tekenen. Hij noemt zichzelf op het gebied van tekenen geen natuurtalent. ‘Je krijgt bewegingen alleen maar natuurlijk als je werkt met videomateriaal.’
Door animatie te gebruiken kan Hoogerbrugge dingen laten zien die in film absurd lijken, of te veel de nadruk leggen op de techniek. ‘Als ik iemand teken die zijn hoofd eraf trekt alsof zijn gezicht een masker is, dan benadruk je bij film het specialeffect, maar bij animatie is dat op zichzelf niet vreemd. Bij animatie gaat het dus meer om wat er gebeurt, niet hoe.’ De beperkte mogelijkheden van het internet hadden een duidelijke invloed op Hoogerbrugges stijl van animeren: ‘De eerste animaties moesten zo klein mogelijk zijn. Binnen 20 seconden moesten ze volledig draaien. Daarom maken ze een kort en krachtig statement, zonder intro’s.’ Hoogerbrugge liet de animaties herhalen in een oneindige loop, enerzijds omdat gifanimaties pas vloeiend lopen als ze één keer volledig zijn geladen, anderzijds omdat dit goed aansloot bij het concept van Neurotica: ‘Iets dat zich herhaalt wijst op een neurotische handeling.’Omdat Hoogerbrugge vaak dezelfde elementen en symbolen in zijn animaties gebruikt, krijgt hij wel eens het verwijt dat hij zichzelf herhaalt. ‘Stijl en persoonlijkheid horen bij elkaar. Als je voortdurend van stijl verandert, heb je geen eigen gezicht. Een herkenbaar handschrift is óók prettig. Als je voor een lange tijd iets doet, is het moeilijk eraan te ontsnappen. In dat opzicht is het ook een gevangenis.’ Toch schuwt Hoogerbrugge herhaling niet: ‘Over Gilbert & George wordt ook vaak gezegd dat ze hetzelfde trucje herhalen, maar ik geloof dat niet. Op visueel niveau gebeurt er weinig nieuws, maar thematisch is het heel gevarieerd. Je zult het in steeds subtielere dingen moeten gaan zoeken.’
Hotel
Voor SubmarineChannel maakte Hoogerbrugge van 2004 tot 2006 het multimedia project Hotel: een non-lineaire vertelling, een crossmediale webervaring waarin gebruikers naar eigen behoefte door de verschillende hoofdstukken kunnen klikken. Interactie met de gebruiker is altijd een erg belangrijk element in de animaties van Hoogerbrugge. Dat de bezoekers van de site zelf met muisklikken de animaties kunnen activeren was in de beginjaren van het internet uniek. Bij Hotel leidt dit streven naar interactie tot een verhaal zonder duidelijke spanningsboog of karakterontwikkeling. Hoogerbrugge noemt het project dan ook zijn beste mislukking: ‘Ik zou het zelf nooit volgen als verhaal. Je moet teveel zelf invullen om er wat van te maken. Het meest traditionele gedeelte, de strip over Dr. Goldin, is het beste aan het project. Dat roept de vraag op of ik er niet beter gewoon een strip van had kunnen maken.’
Geen stuiterende borsten
Hoogerbrugges eerste betaalde opdracht was voor de VPRO, een flashanimatie voor het Lifesavers-project. Daarna werkte hij onder andere voor MTV, Tros Triviant, en grote merken als Sony, ING en Diesel. Ook maakte hij videoclips voor onder meer de Belgische band Dead Man Ray. Recent vroegen de Pet Shop Boys hem een clip te maken bij de single ‘Love, etc’. ‘Afgezien van een stuiterende vrouwenborst gingen ze met alles akkoord,’ zegt Hoogerbrugge. Dat is wel eens anders geweest, zoals bij een opdracht voor Mercedes. Door de art directors werd het werk keer op keer teruggestuurd omdat men vond dat een uitgestoken wijsvinger te lang was. ‘De hele opdracht zat vol met dat soort dingen. Die mensen bekeken mijn werk beeldje voor beeldje. Daar word je op een gegeven moment helemaal gestoord van. Overigens hebben ze er uiteindelijk wel een prijs mee gewonnen,’ voegt de kunstenaar er glimlachend aan toe.
Pro Stress 2.0
Het huidige internetproject heet Pro Stress 2.0. Op deze site publiceert Hoogerbrugge iedere dag een strip of illustratie. De naam van het project verwijst naar Hoogerbrugges opvatting dat nare zaken ook hun goede kanten kunnen hebben. ‘Een soort van Cruyffiaans idee dat elk nadeel ook een voordeel kan hebben. Stress kan bijvoorbeeld heel lastig zijn, maar geeft aan de andere kant ook een kick,’ vertelt hij. ‘Veel dingen tegelijk doen creëert voor mij een werkbare work flow waarin het mij beter lukt eigen werk te maken. Ik heb dan meer ideeën.’ Het is vanwege deze opvatting dat Hoogerbrugge bepaalde zaken die doorgaans als slecht worden bestempeld niet in zijn animaties veroordeelt. In tegendeel: ‘Wat zouden de Stones zijn als Keith Richards alleen thee zou drinken?’ Oorlog, criminaliteit en drugsgebruik horen volgens Hoogerbrugge bij het leven. ‘Bij alles wat ik me bedenk, kan ik het tegendeel bedenken wat net zo goed waar is. Dit is niet verwarrend maar roept blijdschap op. Het betekent namelijk dat je in theorie niet hoeft te kiezen tussen goed of slecht. Niets is een harde waarheid, dat vind ik heel prettig.’
Op dit idee voortbordurend onderzoekt hij de ambiguïteit van beelden in een reeks aquarellen op Pro Stress 2.0. ‘Een deel van La grande fête gaat over geweld ten opzichte van het gelaat. Met tekeningen van mensen die in elkaar zijn geslagen, mensen die net een plastische chirurgische operatie hebben ondergaan en een bokser. Allen hebben ze een beschadigd gezicht, maar de ene keer zijn de wonden een bedoeld effect zoals bij de chirurgie, de andere keer een onbedoeld effect.’ Uiteindelijk moet deze zoektocht leiden tot een installatie die een combinatie zal zijn van bewegende en stilstaande beelden, film en animatie. De liefhebbers van Hoogerbrugges werk moeten dus binnenkort achter hun monitor vandaan komen en het museum in.
Hoogerbrugge highlights:
Modern Living / Neurotica (1998 – 2001)
Eerste interactieve webanimatiereeks bestaande uit korte loops. Hierin krijgt Hoogerbrugges evenbeeld te maken met de kleine zaken van het dagelijks leven en onderzoekt de animator zijn eigen obsessies, neuroses en emoties.
Nails (2002-2006)
Tweede reeks interactieve webanimaties die thematisch voortborduurt op Modern Living/Neurotica. Hoogerbrugges avatar reageert nu niet zo zeer op externe prikkels, maar worstelt met zijn innerlijke demonen in een zelfgecreëerde wereld.
Hotel (2004-2006)
Een non-lineair, crossmediaal 10-delig verhaal dat Hoogerbrugge maakt in opdracht van SubmarineChannel. Dr. Doglin doet onderzoek naar ‘freak accidents’ en laat menig proefpersoon verdwijnen.
Modern living: The graphic universe of Han Hoogerbrugge (2008)
Rijk geïllustreerd boek met dvd over het werk van de animator. Uitgave: Submarine Channel/ BIS publishers.
Prostress 2.0 (2008 – heden)
Huidig internet project waarin Hoogerbrugge dagelijks een strip of afbeelding publiceert en op eigen humoristische wijze de wereld aanschouwt.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #19 (2009).
Gaat het ooit nog goed komen met de horrorfilm in Nederland? Misschien met de nieuwe productiemaatschappij House of Netherhorror die deze week werd aangekondigd tijdens het filmfestival Cannes. Er staan vier lowbudgetfilms gepland voor volgend jaar.House of Netherhorror zal zich zich exclusief gaan toeleggen op het maken van Nederlandstalige horrorfilms. De productiemaatschappij is een initiatief van producenten Jan Doense en Herman Slagter.Eind vorig jaar namen producenten Jan Doense (Film Events, Amsterdam) en Herman Slagter (Riverpark Film, Rotterdam) het initiatief tot een rondetafelgesprek waaraan diverse getalenteerde Nederlandse filmmakers met een voorliefde voor het horrorgenre deelnamen. Hieruit ontstond het plan om de handen ineen te slaan voor vier low-budget horrorfilms, die als pakket gefinancierd en geproduceerd zullen worden.Vooralsnog zijn er vier projecten geselecteerd:BIJLMER VOODOO Een film van Barend de Voogd (Zombeer) en Erwin van den Eshof (Doodeind). Een vluchtelingenadvocate raakt in Amsterdam Zuid-Oost verzeild in een duistere wereld van mensenhandel, slavernij en voodoo.GROENE TANDEN Een film van Chris W. Mitchell (The Prodigal Son, Birthday Boy). Een groep wildkampeerders strandt in het bos en raakt in de greep van een mythologisch wezen, dat huist op de bodem van een meertje.NIEUW BLOOD Een film van Edwin Visser en Frank van Geloven (Necrophobia, SL8N8). Een geheim onderzoek naar een revolutionair geneesmiddel tegen kanker en Aids leidt tot een epidemische uitbraak van vampirisme.KINDEREN VAN HET VEEN Een film van Richard Raaphorst (Zombi 1, Popo). Een gezin dat de drukte van de grote stad verruild heeft voor de rust van het platteland, raakt in de problemen wanneer de vader onder de invloed raakt van hallucinerende paddenstoelen.Lees ook: