Categorieën
Film Media

Sylvester Stallone twittert ook (soort van)

Stallone nu ook op twitter? Nou ja, eigenlijk is het zijn setpubliciste die nieuwtjes blogt over de opnames van Stallones nieuwste actiefilm The Expandables.Lees haar verslag via http://twitter.com/marialascala. Dat laat Bfdfilm vandaag weten.
The Expandables gaat over een groep huurlingen die een Zuid-Amerikaanse dictator proberen ten val te brengen. De cast bestaat uit bekende actie-acteurs als Jet Li, Dolph Lundgren, Eric Roberts, Mickey Rourke en Oscarwinnaar Forest Whitaker. Stallone scheef het script, regisseert en speelt een rol in de film.Filmmakers Jon Favreau (Iron Man) en Kevin Smith, acteur Hugh Jackman en schrijver Neil Gaiman zijn ook te vinden op Twitter. Zij schrijven hun tweets overigens wel zelf. Twitter wordt de laatste tijd steeds meer ingezet om films te promoten. Persoonlijk verwacht ik niet veel van de ‘nieuwtjes’ van de Stallone-film, al geniet ik erg van de tweets van Smith, Favreau en Gaiman.

Categorieën
Film Video

Video Pet Shop Boys door Han Hoogerbrugge

Deze week staat mijn interview met kunstenaar/animator/webpionier Han Hoogerbrugge in de VPRO Gids #19.

Hoogebrugge maakte recent een videoclip voor de nieuwste single van The Pet Shop Boys: ‘Love, etc.’ Hieronder de clip. Het interview gaat over de carrière van Hoogerbrugge die met animeren begon in de begindagen van het interpret. Het artikel zal binnenkort op Mike’s Webs gepubliceerd worden. (Wie niet kan wachten kan natuurlijk ook gewoon de Gids kopen.)

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie X-Men origins: Wolverine

Wolverine, de sympathieke rauwdouwer met opvallende coupe en klauwen die net zo scherp zijn als zijn cynische opmerkingen, was natuurlijk al de ster van de eerste drie X-Men-films.

In die filmreeks transformeerde hij van een loner tot teamplayer. Regisseur Bryan Singer maakte handig gebruik van Wolverines status van nieuweling onder de buitenbeentjes: Logans eerste stappen in de wereld van de X-men was voor het publiek een prima manier om bekend te geraken met de wereld van de mutanten: mensen met aangeboren krachten die verguist worden door de samenleving.

Een tweede meesterlijke zet van Singer was het casten van Hugh Jackman in de rol van Wolverine/Logan. De rol was de Australische acteur op het lijf geschreven. De zes klauwen van de mutant zaten Jackman zo lekker dat hij wel trek had in een nieuw avontuur. X-Men origins: Wolverine, is de eerste in een nieuwe serie mutantenfilms waarin de oorsprong van de personages uit de doeken wordt gedaan.

Een van de leidraden van de eerste drie X-Men-films was het feit dat Logan zijn verleden probeerde te achterhalen. In X-Men 2 leerden we al hoe hoe Logan zijn adamantium (een onbreekbaar soort staal) skelet en klauwen kreeg en dat hij door zijn helende krachten veel ouder is dan hij eruit ziet. Met X-Men Origins: Wolverine zou er dieper op de oorsprong van Logan worden ingegaan.

Vadermoord
De film van regisseur Gavin Hood begint dan ook goed: ergens halverwege de negentiende eeuw, op het moment dat Logans krachten zich voor het eerst manifesteren. (Bij mutanten is dat de pubertijd.) Als de vader van de jonge Logan wordt vermoord, ontaart de jongen in een grenzeloze woede en schuiven er een zestal scherpe botten uit zijn vuisten waarmee hij de moordenaar uit zijn lijden verlost. Samen met broer Vincent (Liev Schreiber) vlucht Logan het huis uit. Ze worstelen zich vervolgens door maar liefst vijf oorlogen tot ze tijdens de Vietnamoorlog worden gerekruteerd door William Stryker (Danny Huston) om deel uit te maken van een speciaal taskforce met mutanten. Uiteindelijk keert Logan dit leven vol dood en verwoesting de rug toe om hout te gaan hakken en samen met zijn prachtige vriendin Kayla (Lynn Collins) in een schilderachtig hutje in de wouden van Canada te gaan wonen. Uiteraard wordt de idylle verstoord als Vincent en Stryker weer van zich laten horen. Dit alles leidt tot het moment waarin Logan zich vrijwillig aanmeldt om met het Weapon X programma mee te doen.De grootste handicap van X-Men origins: Wolverine is het feit dat het een prequel betreft: we weten wat er na de film met Wolverine gebeurt, derhalve zijn bepaalde uitkomsten van het verhaal voorspelbaar. Dat hoeft geen probleem te zijn als scenarioschrijvers de aanloop tot deze uitkomsten zo interessant mogelijk maken. Daarin zijn ze niet geslaagd. David Benioff en Skip Woods leverden een script in dat op sommige plaatsen erg onlogisch en gekunsteld in elkaar steekt en daardoor soms meer vragen oproept dan beantwoordt.

Een gemiste kans als je je bedenkt dat er genoeg inspirerende stripverhalen omtrent Wolverine zijn gemaakt. (Wat dat betreft heeft het personage een prachtige ontwikkeling doorgemaakt van de doelgerichte heethoofd die in 1974 debuteerde in een Hulk-comic tot het gelaagde personage dat hij kan zijn wanneer hij geschreven wordt door vaklui als Christopher Claremont en Peter David.)Broedertwist
De film mag dan in het verleden van Wolverine en diens motieven duiken, de plot ontbeert diepte. De relatie tussen Logan en zijn broer Vincent (die later Sabretooth wordt) had op dramatisch vlak beter benut kunnen worden, ware het niet dat broeflief slechts als motivatieloze slechterik wordt gepresenteerd. Wat dat betreft had Sabretooth net zo goed niet Wolverine’s broer kunnen zijn – een feit dat nooit vermeld werd in de andere films en dus speciaal voor deze aflevering is bedacht. De grote confrontatie tussen Logan en Vincent – waarbij Vincent met zijn beestachtige lange nagels de duistere versie van Wolverine is – lost zijn belofte niet in en blijft onbeslist. Uiteindelijk komen de knokpartijen neer op het laten zien wie de grootste, euh, klauwen heeft.

Maar beste lezer en stripliefhebber, het is niet allemaal kommer en kwel als het om deze stripverfilming gaat. Er zitten een paar prima actiesequenties in Wolverine. Het shot waarin Wolverine bovenop een vliegende helikopter springt, herinnert aan de prachtige geïllustreerde acties uit de comics. De climax waarin Wolverine en Vincent het opnemen tegen Deadpool (Ryan Reynolds), die krachten van diverse mutanten in zich verenigt, is spectaculair, al wordt ook deze confrontatie niet tot de maximale mogelijkheden uitgespeeld. Ondanks de cameo van enkele bekende X-Men personages blijft het open einde, inherent aan een prequel, onbevredigend.

Onbevredigend is het woord waarmee dit eerste solo-avontuur van Wolverine getypeerd kan worden: een dergelijk boeiend personage verdient een beter doordachte origin story.
—-
X-Men origins: Wolverine draait vanaf 28 april in de bioscopen.
Deze recensie staat ook op de site van Zone 5300.

Lees ook:

Categorieën
Film Filmrecensie

Imagine-AFFF: Lichten aan

De lichten in de zalen van Tuschinski Arthouse gaan weer aan. Oude blikjes, zakken chips, lege popcorndozen en dooie muizen kunnen worden opgeruimd. Het Imagine/ Amsterdam Fantastic Film Festival is weer voorbij.
Maar wat heb ik een lol gehad. Ik beken: ik ben niet zo dol op filmfestivals. Als ik ze al bezoek, dan hoogstens een à twee dagen. Een hele dag films kijken lijkt heel erg leuk, maar dit een paar dagen achter elkaar en mijn brein loopt over van de indrukken. Bovendien heb ik zelden tijd om hele dagen in het duister alles op het constant veranderende witte canvas in me op te nemen. Dit jaar was dat anders en bezocht ik het Imagine filmfestival meerdere dagen en woonde ik 16 voorstellingen bij. Ik heb dus lang niet alles van het programma gezien, maar was des ondanks zeer tevreden met mijn filmkeuze.Laat ik dit laatste overzicht beginnen met twee animatiefilms die zeker het bekijken waard zijn. One night in the city en Edison and Leo. One night in the city is een verfijnde stopmotion film uit Tsjechië van Jan Balej. De nacht in de stad valt uiteen in drie segmenten. Het eerste draait om de rare hobby’s van de bewoners van een appartementengebouw. Het tweede om de vriendschap tussen een boom en een vis. En het derde koppelt de wensdromen van twee dronkaards aan de lotgevallen van een mislukte straatmuzikant. De animatie is prachtig uitgevoerd. Vooral het segment met de boom en de vis toont veel verbeeldingskracht. Wat doet een boom aan zijn voeten/wortels als hij op stap gaat? Precies: bloempotten.Edison and Leo werd gemaakt geregisseerd door Neil Burns. Het verhaal wordt in een onnavolgbaar tempo verteld. Het draait in wezen om de strijd tussen de arrogante uitvinder George T. Edison en diens zoon Leo. Bij een mislukt experiment is Leo ooit geëlektrocuteerd, waardoor de jongen voor de rest van zijn leven onder hoogspanning staat. Iedere aanraking van Leo is dodelijk. Lastig hoor als je je vriendinnetje wilt aanraken. Producer Dean English vertelde tijdens de Q&A na de viewing dat er absoluut geen boodschap zit in het verhaal. Ze wilden zoveel mogelijk scriptregels breken. (Het personage Edison maakt bijvoorbeeld geen ontwikkeling door.) Ze wilden gewoon een leuk en gek verhaal maken. Dat is ze gelukt.
Bloedarmoede
Menno Kooistra, je kent hem wel van Eeuwig Weekend, was niet te spreken over de horrorfilms op het festival. Ben het deels wel met hem eens: qua creativiteit heeft het genre al jaren te maken met fikse bloedarmoede. Er is weinig origineels in te vinden. Zo vond ik The Children te traag op gang komen en de gewelddadige uitspattingen matig in beeld gebracht. Kinderen zijn normaliter al zwaar irritant, maar kids die hun ouders willen vermoorden die moet je helemaal postnataal aborteren. Een film als Donkey Punch – nog bedankt voor het t-shirt jongens – was wat het geweld betreft al veel grafischer, maar het verhaal van deze flick was middelmatig en slaapverwekkend voorspelbaar.
Ik heb me ook beter vermaakt met de fantasy en sf-films dit jaar. 11 minutes ago bleek inderdaad een heel sympathieke kleine film te zijn. Kreeg er een lekker warm gevoel van in mijn buikje. En ja, er zijn heus een paar minder goede dingen aan te merken op deze flick die in één dag (!) werd gedraaid, maar dat ga ik nu niet doen. (Lees een uitgebreidere recensie door Tonio van Vugt hier.) Al raad ik iedereen draken als Dante 01 over te slaan. Die Fransen met hun Jezus-complex ook. Bah.
Misschien kwam het door het bekijken van vier à vijf films per dag, maar veel films leken wel te lang te duren. Waarom moeten alle films tegenwoordig twee uur of meer duren? (En waarom moet elk verhaal bijna een trilogie zijn?) Er is niets mis met een kortere lengte van 80 minuten als het om horror of sf gaat. Daar hadden ze in de Hammer studio ook genoeg aan.
Less is more, and less bore, people!Alles behalve boring en wat mij betreft nog steeds de beste film die ik op het festival zag, is Let the right one in. Oftewel: Låt den rätte komma in. (Zie hier een uitgebreide recensie over deze prachtige film.) Het was nog een tijdje onzeker of deze film ook daadwerkelijk de publieksprijs, de Silver Scream Award, zou winnen. Het muzikale ruimtefeuilleton Stingray Sam stond deze week namelijk eventjes op numero uno. Onbegrijpelijk, want hoewel deze reeks van zes afleveringen, speciaal gemaakt voor mobieltjes, best vermakelijk was, zou een eerste plaats toch echt te veel eer zijn geweest.
Een heel slechte dag
Nu we het toch over comedy’s hebben: de slotfilm van het festival, A film with me in it, was een heerlijke kluchtige afsluiter. In de film is de acteur Mark een geboren loser: met zijn acteercarrière wil het niet vlotten, hij is achter met de huur, zijn vriendin staat op het punt hem te verlaten, en de huisbaas is een nare bullebak. Op een dag krijgt Marks lijdensweg een hels vervolg wanneer kort na elkaar drie huisgenoten én een hond bij bizarre ongelukjes om het leven komen. Samen met vriend Pierce, alcoholist en wannabe filmmaker, proberen ze deze problemen op te lossen, maar natuurlijk werken ze zichzelf alleen maar meer in de nesten. Deze film van regisseur Ian Fitzgibbon is prima komedie met een goede cast en gevatte dialogen, al kun je je afvragen of deze film thuishoort op het Amsterdam Fantastic Film Festival. Alleen als je de naam Imagine interpreteert als ‘stel je voor dat…’ Maar goed, door het zien van A film with me in it lach je de horror van de afgelopen week goed van je af en loop je met een lekker gevoel de bioscoop uit.
Lees ook over het Imagine-AFFF:

Categorieën
Film Filmrecensie

Imagine-AFFF: Twee losers met magische middelen

La crème en Suspension zijn twee magisch-realistische films die thuishoren op het Imagine filmfestival. Niet alleen omdat een magische gimmick centraal staat, ook omdat je ze buiten het festival waarschijnlijk niet in de bioscoop zult zien. In beide films vertolkt een loser de hoofdrol. Een loser die ondanks magische hulp zijn leven niet weet te beteren. Sterker nog: door de magie werkt hij zich alleen maar meer in de problemen.La crème (Reynald Bertrand, 2007) draait om François, een sukkelige verkoper die zijn dagen slijt met het verkopen van wenskaarten voor een niet-bestaand goed doel. Wanneer François met kerst een geheimzinnige potje crème onder de kerstboom vindt, verandert zijn leven aanzienlijk. Zodra hij het goedje op zijn gelaat smeert, denkt iedereen dat hij een beroemdheid is. Er gaat een wereld voor hem open. Zolang de crème werkt tenminste, want zodra het smeersel is uitgewerkt gunt men hem geen blik meer waardig. Wonderlijk detail is dat iedereen een andere held in hem ziet: de een denkt dat hij een beroemd acteur is, de ander ziet een virtuoos muzikant in François, die met veel plezier misbruik maakt van zijn plotselinge faam.Stillframes
In zowel La crème als in Suspension wordt het magische element niet nader verklaard en als een feit gepresenteerd. Niemand weet wat erin de crème zit of wie deze aan François heeft gegeven. Hij neemt zelf ook niet de moeite om dat allemaal uit te zoeken. Daarvoor is hij veel te druk met het genieten van zijn cadeautje. In Supsension (van Alec Joler en Ethan Shaftel, 2008) is het magische element een videocamera. Wanneer de gebruiker ervan op de pauzeknop drukt, staat de wereld stil en kan hij zich er vrijelijk in bewegen. Daniel overleefde een auto-ongeluk waarin zijn vrouw en zoon het leven lieten. De camera van zijn zoon biedt hem in beginsel wat troost: dagenlang bekijkt hij oude homevideo’s. Zodra hij echter de magische werking van het apparaat ontdekt, is Daniel zijn gezin snel vergeten en richt hij al zijn aandacht op Sarah Kane – de vriendin van het andere slachtoffer in de botsing.Dubieus gedrag
Daniel gebruikt zijn magische camera eerst om kleine vergrijpen uit te voeren. Maar al snel focust hij zich volledig op Sarah en nemen zijn bemoeienissen stalkerachtige proporties aan. Daniels obsessie met haar leidt tot gewelddadige acties met onomkeerbare gevolgen. Het is interessant om te ervaren hoe je als toeschouwer sympathie voor Daniel verliest naar mate zijn gedrag bedenkelijker wordt.De toon van Suspension wordt gedurende de film steeds ernstiger. De makers weten de thrillerelementen goed uit te buiten en deze sfeer tot het laatste frame (letterlijk) vast te houden. La crème, toch echt een comedy, legt veel meer de nadruk op het komische effect dat het magische element in het leven van de personages brengt. In de laatste akte vliegt het verhaal wat uit de bocht. Als een medeverkoper en concurrent een overdosis crème neemt en zo dol op zichzelf wordt dat hij ondersteboven zichzelf begint te bevredigen, verliest het verhaal het laatste zuchtje geloofwaardigheid. ‘Too much of a good thing…’ Niet alleen vanwege de spanningsopbouw, ook vanuit cinematografisch oogpunt is Suspension interessanter dan onopvallend gefotografeerde La crème. De specialeffects van de momenten waarin de wereld stilstaat en Daniel als enige beweegt, zien er bijzonder realistisch uit. Het kostte de filmmakers dan ook een jaar om deze shots naar tevredenheid af te werken. Toch is het jammer dat Daniel niet wat meer experimenteert met zijn camera. Wat zou er gebeuren als hij op de terugspoelknop zou drukken? Het is opmerkelijk dat hij dit niet in ieder geval een keer probeert nadat hij de uitzonderlijke werking van het apparaat ontdekt. Wat dat betreft wordt de gimmick in Suspension weinig gevarieerd toegepast. Hetzelfde geldt overigens voor La crème, hoewel het heel amusant is om te zien hoe François zich steeds meer in de nesten werkt.Deze post stond ook op de site van Zone 5300 en EeuwigWeekend.nl.
Lees ook over het Imagine-AFFF:

Categorieën
Film Strips

Imagine: Barends tekenblogt

Traditiegetrouw (nou ja, vorig jaar deed ze het ook) tekent Merel Barends over het Imagine filmfestival een stripcolumn voor Zone 5300. Hieronder de eerste.
Barends het festival is al eeuwen bezig, waarom ben je zo laat? Klik voor het antwoord op de stripstrook voor de grotere en leesbare versie.

Barends-zone-afff-09

 

Lees ook over het Imagine-AFFF:

Categorieën
Film

Imagine-AFFF: Intermezzo

Voor mij blijft de beste ervaring op het AFFF, euh Imagine filmfestival toch het interview met Tim Burton vorig jaar. Het komt niet veel voor dat je de kans krijgt om je held van zo dichtbij mee te maken. Toch is het dit jaar ook zeer goed toeven op het festival.De eerste twee dagen van Imagine zag ik vier films per dag, samen met vriend Paul. Van tevoren hadden we een schemaatje opgesteld, waar ten alle tijden van afgeweken kon worden. Heren Baay en Van Barneveld voegden zich soms bij onze gelederen. Gezellige boel is dat, samen films kijken.Over het filmaanbod heb ik dit jaar niet veel te klagen. Imagine biedt een mooi divers programma met goede films. Niet iedere flick in het programma is briljant natuurlijk, dat kan haast niet, maar over het algemeen ligt het kwaliteitsgehalte hoog. Aan het einde van de eerste dag bijvoorbeeld Let the right one in (Tomas Alfredson, 2008) gezien. Prachtige vampierenfilm, heel subtiel gedraaid, mooi en ontroerend verhaal. Aukje schreef er een uitvoerige recensie over die je hier kunt lezen. Wat mij betreft – ten tijde van dit schrijven zijn we halverwege het festival – nu al de beste film van het Imagine dit jaar.Visueel bombardement
Gedurende het festival leef je in een luchtbel. De buitenwereld bestaat even niet meer en komt bij terugkomst enigszins surreëel over. Dagen bestaan uit films kijken en als nomaden van zaal naar zaal lopen. Tussendoor een toiletbezoek, kopje koffie en weer op tijd door naar de volgende voorstelling.In een dag vier à vijf films kijken maakt een heftige indruk, een waar bombardement aan beelden brandt als het ware op het netvlies in. Na het zien van Chemical Wedding, die enkele visueel bombastische scènes bevat, was het fijn om even buiten frisse lucht te happen alvorens in de hyperactieve animatiefilm Edison and Leo (Neil Burns, 2008) te stappen. Het effect van die twee films achter elkaar kijken (en als avondeten een mega zak chips naar binnen werken) was groter dan wat een sterke pot koffie kan veroorzaken. Slapen was er de eerste paar uur niet meer bij; wel uren nagenieten op het hoofdkussen. De kracht van cinema.

Edison and Leo.

Lees ook over het Imagine-AFFF:

Categorieën
Film Filmrecensie

Imagine-AFFF: Interactieve films zijn frustrerend!

Zondagmiddag vond tijdens het Imagine festival het symposium Screen/Play over films en games plaats. Een panel van game- en filmmakers zou van gedachten wisselen over de vraag in hoeverre fantastische films en games elkaars verteltechnieken kunnen aanwenden voor eigen gebruik. Aanwezig waren onder meer JT Petty (filmmaker, kinderboekenschrijver en gamemaker), Auriea Harvey and Michaël Samyn (indie-gamemakers die The Path maakten) en filmmaker Mateo Guez. Eigenlijk kwam er niet veel nieuws uit de monden van de kenners. Films gebaseerd op games zijn slecht; aan games liggen over het algemeen een weinig psychologisch verhaal ten grondslag en gaan vooral over schieten, vechten of rennen. Harvey en Samyn proberen met hun virtuele kunststukjes los te komen van bovengenoemde gameconventies. Dat levert ze nog wel eens het kritiek op dat hun werk ’too heavy’ zou zijn. Vooralsnog zijn deze indie-gamemakers in de minderheid en wil het gros van de spelers inderdaad gewoon kunnen raggen. Een parallel met de filmwereld is hier natuurlijk snel gelegd: de independents die kunstfilms willen maken versus de commerciële blockbuster uit Hollywood.Late fragment
Na het symposium werd het pas echt interessant toen de interactieve film Late fragment vertoond werd. De Franse filmmaker Maeto Guez was een van de drie regisseurs die aan dit project meewerkte. Hoewel zichtbaar trots op het resultaat, zei hij waarschijnlijk nooit meer aan zo’n interactief project mee te doen. Met drie regisseurs samenwerken betekent namelijk je ego buiten de deur zetten. En om een film interactief te maken moeten er veel concessies worden gedaan. Late fragment zou met een belangrijk kenmerk van de game toepassen, namelijk interactie. Willekeurig kan de kijker van scène verwisselen en op die manier zijn eigen versie van de film samenstellen. Bevalt een scène je niet, dan skip je dus gewoon door naar een volgende. En als je meer wilt weten over de achtergrond van een van de personages, dan kun je met een druk op de knop de achterliggende gebeurtenissen uit diens leven exploreren. Dat klinkt leuk, maar is dat ook leuk als je in een volle zaal naar de film zit te kijken en je zelf niet aan de knoppen zit? Eigenlijk niet.

Plotgaten
Tijdens de vertoning van Late fragment voelde ik mij meerdere malen gefrustreerd als iemand op de knop drukte en er naar een ander fragment werd overgeschakeld. Gefrustreerd omdat ik zelf niet achter de knoppen zat en graag de betreffende scène uit had willen kijken. Maar ook omdat de vertelling door het koortsachtige zappen zo gefragmenteerd was dat de reconstructie van het verhaal door de vele plotgaten ernstig werd bemoeilijkt. Het verhaal van Late fragment barst bijna van menselijke emoties en is niet van het soort waar je vrolijk van wordt. In principe zijn er drie zware drama’s door elkaar vermengd. Het is de vraag waarom men niet voor iets vrolijker/toegankelijker materiaal heeft gekozen voor dit experiment. Nu komt de toeschouwer door het zappen van de ene emotie in de andere terecht, zonder dat hij precies weet wat ervoor heeft plaatsgevonden. In een van de verhaallijnen komt het personage dat als kind misbruikt werd zijn misbruiker na jaren weer tegen. Zal hij zijn verkrachter van het leven beroven of laten gaan? Geen idee, voordat de scène waarin hij de dader confronteert afgelopen was, had iemand alweer op de knop gedrukt.

Daarbij gaat de vergelijking met de interactie met games ook maar zeer beperkt op. Bij een game heb je de actie zelf in de hand: de speler bepaalt wat het personage doet. Goed, ook bij games geldt dat er limieten zijn aan wat je als speler wel en niet kan doen, maar het feit dat je je avatar zelf bedient maakt dat games veel meer bewegingvrijheid bieden dan een film. Bij het ervaren van de interactieve film kun je niet veel meer dan tussen voorgeprogrammeerde scènes zappen. Dat biedt enige vertelvrijheid, maar wel van een zeer beperkte soort. Deze vertelwijze nodigt uit om de film meerdere malen te bekijken en op andere momenten op de knop te drukken. Bij iedere vertoning zullen zo meer verborgen details aan het licht komen. Het resultaat van de vertoning zondagmiddag was een vage indruk van drie verhalen vol plotgaten, met als uitkomst één van de drie mogelijke eindes die de Late fragment te bieden heeft. Maar zelfs zo’n einde biedt weinig soelaas als de voorgaande gebeurtenissen als door een blender vermalen aan je gepresenteerd worden. Natuurlijk is het na één vertoning een voorbarige conclusie, maar wat mij betreft is het voorlopig ‘game over’ voor de interactieve film.

Deze post staat ook op de site van Zone 5300 en EeuwigWeekend.nl.

Categorieën
Film Filmrecensie

Imagine-AFFF: Gewelddadige seksuele uitspattingen

Twee dagen in het donker bij Imagine/AFFF heeft acht filmviewingen opgeleverd. Het merendeel daarvan was meer dan de moeite van het kijken waard. In het brede filmaanbod zitten twee uiteenlopende films vol bizarre seksuele uitspattingen: Someone’s knocking at the door en Chemical weddingVoor mij was de horrorfilm Someone’s knocking at the door, de zwakste schakel in de reeks filmvertoningen. Indie-regisseur Chad Ferrin vergastte de wereld al eerder met tot de verbeelding sprekende titels als The Ghouls en Easter Bunny Kill! Kill! Zijn Someone’s Knocking at the Door behoort tot het genre tienerhorror, maar dan met een vreemde psychedelische en seksueel geladen twist. Studenten in films zijn over het algemeen vervelend voorspelbaar en junkies al helemaal, dus wanneer een paar studenten geneeskunde onder invloed van drugs een psychopathisch stel uit de dood terugbrengt, kun je alleen onheil verwachten. Eén voor één vallen de studenten ten prooi aan de moordlustige seksmaniakken. Deze kunnen verschillende gedaanten aannemen, al bezwijkt bijna iedereen aan het monsterlijk groot geslacht van John Hopper. Anale en orale verkrachtingen te over in Someone’s knocking at the door.Ferrins vertelling wordt naar het einde toe erg onsamenhangend. Soms bekruipt je het gevoel dat bepaalde scènes alleen zijn gedraaid omdat ze mooie, surrealistische plaatjes opleveren. Zoals de begrafenisstoet die door een bos- en duinlandschap loopt. Waar naar toe mag Joost weten. De scriptschrijvers hebben in ieder geval verzaakt enige logica in het geheel te brengen.Here comes Crowley!
Tot de categorie bizar maar boeiend behoort Chemical Wedding; overigens ook een film vol gewelddadige seksuele uitspattingen, zij het dit keer uitgevoerd door een charismatische occultist. Regisseur Julian Doyle werkte samen met Iron Maiden-zanger Bruce Dickinson en maakte een vreemdsoortige mengelmoes van sciencefiction, fantasy en absurdistische comedy. Nu was Doyle onder meer de editor van Monty Python-films, en wanneer in een van de scènes een typisch Britse heer in een fel paars pak en een bolhoed op het hoofd door de straat loopt, is het bijna onmogelijk om niet aan het onsterfelijke Britse comedy-team te denken. Toch bevat de film genoeg naargeestige horrormomenten om op Imagine thuis te horen.In Chemical Wedding belandt de geest van Aleister Crowley, de Britse occultist die tevens een grote fan was van vrije seks, door een experiment met virtual reality in het lichaam van een verlegen, stotterende professor. In zijn nieuwe gedaante gaat hij letterlijk over lijken om een magische ceremonie voor te bereiden die hem onsterfelijk moet maken. Ondertussen vergrijpt Crowley zich zo vaak mogelijk aan gewillige en ongewillige slachtoffers. Wanneer blijkt dat het meisje van de escortservice niet het rode haar heeft waar hij om vroeg, spijkert Crowley haar aan de voordeur van het bordeel vast. Daarmee geeft hij een letterlijke interpretatie van de term pin-up.De film wordt gedragen door Simon Callow die zijn Crowley personage dik aangezet en met een aanstekelijke, theatrale flair gestalte geeft. ‘De enige aanwijzing die ik Callow gaf,’ zei regisseur Doyle tijdens de Q&A voor de filmvertoning, ‘was dat hij Crowley als Richard III moest spelen.’ In Chemical Wedding wordt behalve Aleister Crowley ook Shakespeare op de hak genomen als de door Crowley bezeten professor over zijn studenten heen pist en ‘To pee or not to pee,’ schreeuwt. To pee, dus. Kortom: aanrader!Deze post stond ook op Eeuwig Weekend en op de site van Zone 5300.Lees ook:

Categorieën
Film

Imagine AFFF: Ik heb er zin in!

Deze week gaat het Imagine filmfestival – voorheen Amsterdam Fantastic Film Festival genaamd – van start. En ik heb er zin in!Imagine is 16 t/m 25 april 2009 in Pathé Tuschinski Amsterdam. Behalve een kluit interessante horror- en fantasy-films, zijn er ook enkele special events tijdens het festival. Zoals het symposium Screen/Play op zondag 19 april. Centraal staat de vraag wat films en games met elkaar gemeen hebben en wat ze van elkaar kunnen opsteken.
Dat de twee media op het visuele vlak steeds dichter naar elkaar toe kruipen, is duidelijk. Maar kan een game ook de psychologische complexiteit van een speelfilm benaderen en is, omgekeerd, de speelfilm in staat een game-specifieke vertelwijze te adopteren?Het hoofdprogramma van Imagine omvat 50 lange speelfilms. Het korte-filmprogramma European Fantastic Shorts omvat 21 titels, waaronder 4 Nederlandse. Openings film is The Good, The Bad, The Weird (Ji-woon Kim, Zuid-Korea 2008) en de slotfilm is A Film With Me in It (Ian Fitzgibbon, Ierland 2008). Om maar met wat titels te strooien.
Een film waar ik erg benieuwd naar ben is One Night in a City van Jan Balej. Deze Tsjechische animatiefilm is volledig zonder dialoog en bevat drie segmenten waarin het wemelt van de eigenaardige types, barokke decors en ongerijmde gebeurtenissen. Weet je wat, we doen er een YouTube clipje bij:

Tijdreisfilm
Een andere film die tot mijn verbeelding spreekt is 11 minutes ago. Een tijdreisfilm waarin wetenschapper Pack vanuit de toekomst terugkeert naar het nu om een luchtmonster te nemen. Zijn bezoekjes duren precies 11 minuten (blijft hij langer, dan kan hij niet terug), waarbij hij telkens terugkeert op dezelfde plek waar in de toekomst zijn lab is gevestigd. In het heden is dat de badkamer van een appartement waar toevallig net een bruiloft aan de gang is. Pack raakt zo verkikkerd op één van de bruidsmeisjes, dat hij op en neer blijft pendelen tussen toekomst en heden. Aangezien ik een groot fan ben van series als Quantum Leap en tijdreisparadoxen geestprikkelende concepten vind, ben ik erg benieuwd naar deze flick van Bob Gebert. Over tijd gesproken: de hele film duurt 83 minuten en werd in slechts één dag opgenomen.

Kort, hoor
Tot mijn spijt is The Night of Terror dit jaar een short night. Dit heeft alles met de locatie van het festival te maken. In de nacht van zaterdag 18 op zondag 19 april kan vanaf 00:30 uur uit drie verschillende double bills worden gekozen.Tuschinski 4: The Last House on the Left + Splinter
Tuschinski 5: The Last House on the Left + Autopsy
Tuschinski 6: The Last House on the Left + Tokyo Gore PoliceThe Last House on the Left is natuurlijk de remake van Wes Cravens baanbrekende rape & revenge thriller uit 1972. Een bende sadisten vraagt om onderdak bij de ouders van het meisje dat ze even tevoren te grazen hebben genomen. Dat hadden, ze net als in het origineel, beter niet kunnen doen. Want als papa en mama boos worden, kan zelfs een magnetron in een moordwapen veranderen.Persoonlijk heb ik grote vraagtekens bij alle slappe remakes van horrorklassiekers die de laatste tijd het witte doek bevuilen. Hollywood lijkt in dat opzicht nog fantasielozer dan voorheen. Ik ben dan ook benieuwd of The Last House on the Left-remake net zo teleurstellend en overbodig is als andere remakes.
Tijdens het AFFF zal ik waar het uitkomt en leuk is verslag doen van het festival. Op Eeuwig Weekend zullen overigens ook een aantal artikelen verschijnen.
Ik heb in ieder geval zin in het AFFF dit jaar. Jij ook? Zo ja: welke film wil jij absoluut niet missen?Lees ook:

Categorieën
Film Fotoblog Mike's notities

New York notities #2

Sinds die scène in de film Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984) is het altijd al een wens van me geweest om de New York Public Library te bezoeken. Niet dat ik er iets spookachtigs verwacht natuurlijk, maar de plek bewandelen waar Peter Venkman en zijn collega’s hun eerste ontmoeting met het hiernamaals beleefden lijkt me toch bijzonder. De dag dat we het gebouw bezoeken, zijn we iets te vroeg. De bibliotheek gaat pas om 11 uur open. Voor New Yorkers is 11 uur vroeg genoeg om te lezen. We hebben dus genoeg tijd om de leeuwen te fotograferen die dit instituut der kennis bewaken.Even later gaan we het gebouw binnen. De bibliotheek bevat prachtige leeszalen vol gedrukte kennis. Tussen alle lezende New Yorkers had ik moeite om niet heel hard ‘Hey, has anyone seen a ghost?’ te roepen. Gelukkig kon ik me inhouden. Ik ben immers Bill Murray niet. Bovendien werd deze zin door Pete Venkman in een heel andere scène uitgesproken.

Doodeng en doodleuk vond ik Ghostbusters de eerste keer dat ik de film zag. Ik was een jaar of zeven denk ik. Als de bibliotheekmedewerker aan het begin van de film door de zaal met boeken loopt, begint ze langzaam te vermoeden dat er iets niet pluis is. Rondzwevende boeken en later een heel kaartenregister dat de lucht in vliegt zijn daar duidelijke aanwijzingen voor. Dan schijnt er een spookachtig wit licht op de bibliothecaresse. Ze ziet een verschijning en slaakt een ijzige angstkreet! Het is een wonder dat ik na het zien van deze scène ooit nog een bibliotheek in durfde.Nu ik door de muisstille zalen van de New York Public Library loop, is een dergelijke doodsangst moeilijk voor te stellen. Maar ja, je weet nooit wat er in de kelders van het gebouw schuilgaat…
Columbia University
Enkele dagen later bezoek ik in mijn eentje een plek die ook op de achtergrond van Ghostbusters een rol speelt: de campus van de Columbia University. Hier op de trap zitten Pete en Ray zich te bezatten. Ze zijn zojuist door het universiteitsbestuur ontslagen. Venkman ziet hierin echter een gouden kans: ze moeten voor zichzelf gaan beginnen. Overigens studeerde Peter Parker hier ook in de Spider-Man-films van Sam Raimi. In Spider-Man 2 krijgt Parker hier menig tas tegen zijn hoofd als hij zijn spullen van de grond afraapt. Ook krijgt hij een berisping van Dr. Curt Connors naar zijn hoofd geslingerd wanneer hij voor de zoveelste keer te laat komt opdagen voor college. Het werk van een superheld is nu eenmaal moeilijk te coördineren met het studentenleven.
Wie op de campus van Columbia vertoeft snapt waarom dit een geliefde filmlocatie is. De classicistische gebouwen zijn imposant. Tegelijkertijd straalt het geheel een rustige sfeer uit. De campus van de New York University is een stuk minder schilderachtig dan die van Columbia – het sociale gebeuren speelt zich daar vooral af op Washington Square Park, maar voelt veel minder als een eenheid dan dit centrum der kennisuitwisseling.

Vleugje nostalgie
Een mild windje is het staartje van een regenbui eerder die middag. Ik ga op de trap voor de universiteitsbibliotheek zitten. Ik observeer de paar studenten die op de campus zijn. Het merendeel loopt van het ene naar het andere gebouw. Het is zondag dus erg rustig. Nergens zie ik een leuk tentje om wat koffie te drinken. Daar had ik wel op gehoopt, want dit zijn doorgaans de beste plekken om wat van de studentensfeer mee te krijgen.Ik rondde mijn studie af in de zomer van 2003 en ofschoon ik daarna nog een jaar heb lesgegeven op de universiteit, is het alweer vijf jaar geleden sinds ik het studieleven achter me liet. Soms mis ik het wel. Het discussiëren over theorieën, samen boeiende nieuwe films ontdekken, kennis gevoerd krijgen, kennis opdoen in dat ene verrassende boek dat door zijn vreemdsoortige cover opvalt in de boekenkast en natuurlijk heel veel gezellig toeven in het studentencafé. Ik mis het soms. Net als de zeeën van tijd die je tussen het studeren door lijkt te hebben…

Ach, wat zeur ik nou. Ik deel als freelancer nu ook mijn eigen tijd in, kennis doe ik nog steeds dagelijks op via het web en ik sla zelfs nog wel eens een boek open. Toch voel ik mij wat weemoedig wanneer ik op de campus van Columbia rondloop. Dat komt vooral omdat ik bezichtiger ben van een wereld waar ik geen deel van uit maak. Dit is niet mijn wereld, dit is niet mijn universiteit. Sterker nog: dit is niet eens mijn stad. Stranger in a strange, but familiair land…

Wordt vervolgd…Lees ook:

Categorieën
Film

Filmspot stopt ermee

Na zestien jaar stopt het tv-programma Filmspot, de wekelijkse filmstek van Jac. Goderie. Voor producent Shooting Star Filmcompany is het niet meer haalbaar het langst lopende filmprogramma van de Nederlandse televisie te blijven produceren. De laatste seizoenen was het programma wegens het sterk veranderende medialandschap niet meer rendabel. Filmspot wordt uitgezonden door RTV Noord Holland, TV West, TV Oost, L1 Limburg, Omroep Maximaal, Zienopsis Doetinchem, TV Utrecht.In de week van 2 april zal Goderie voor de laatste keer zijn kritische mening verkondigen over de premières van die week. Een week later is er een speciale afscheidsaflevering waarin hij zijn favoriete films van zestien jaar Filmspot presenteert. Sinds de start in de zomer van 1993 zijn er naar schatting rond de 700 afleveringen gemaakt.Bron: mvsp.