Categorieën
Film Media

Terug naar Sunnydale: Buffy is back!

Ken: ‘You’ve got guts. I think I’d like to slice you open, and play with them!’
Uit: BtvS 3.1 “Anne”

Bovenstaande titel slaat niet op het feit dat er een nieuwe speelfilm van Buffy The Vampire Slayer aankomt. Dat is helaas niet het geval. De titel geeft het jubilerende gevoel weer dat ik ervaar sinds de dvd van het derde seizoen van deze fantastische televisieserie in dvd-speler draait. Zoals vampiers maar al te goed weten: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. (Heb je geen idee wie Buffy is of wil je je geheugen wat opfrissen, lees dan dit introductieartikel.)Once upon a Buffy
Wat Amerikaanse televisie betreft waren er in de jaren negentig van de vorige eeuw maar drie series echt de moeite van het kijken waard. Eind jaren tachtig, begin negentig, was dat Quantum Leap. Halverwege de 90’s kregen we het aan de stok met aliens in The X-Files en vanaf 1997 was asskick-televisie volledig in handen van Buffy the Vampire Slayer en haar vrienden. Cult op zijn best. Buffy kwam bij mij in de picture toen ik bezig was met de studie filmwetenschap. Al snel ontmoette ik wat studiegenoten die ook volledig op de hoogte waren van de Buffyverse. En dat schept natuurlijk een band en een gevoel van community. Ik heb indertijd alle seizoenen nauwgezet gevolgd. Met studiegenoten keek ik soms in marathonsessies vele afleveringen achter elkaar. Twee studiegenoten schreven zelfs een scriptie over sterke vrouwrolmodellen waarvan Buffy een van de casestudies was. BtvS kwam in een voor mij tumultueuze tijd op de buis. Het studentenleven, werk en liefdes zijn verbonden aan de serie. Evenals een paar opvallende cd’s in mijn collectie: doordat de producers alternatieve bandjes uit de States uitzochten voor de soundtrack, bood de serie een venster op een geheel nieuw geluid. Nog meer dan een serie als The X-Files, bevatte ieder seizoen een rode draad. Afleveringen stonden op zichzelf, maar daarnaast werd iedere episode de hoofdplot een stapje verder gebracht. Het hoofdverhaal is de geschiedenis van de Slayer en haar vrienden en hoe deze karakters zich ontwikkelen van eigenzinnige tieners naar volwassen en verantwoordelijke twintigers. Ook kende ieder seizoen een Groot Gevaar dat geneutraliseerd moest worden. Doordat een seizoen van 22 afleveringen één meeslepend verhaal vertelt, geeft het in een korte periode bekijken van de episodes je het gevoel dat je naar een lange film zit te kijken. BtvS is wat mij betreft dan ook een cinematografische ervaring in een televisie format. Het derde seizoen
Seizoen drie is een van de beste seizoenen van de serie die zeven jaar duurde. De eerste drie seizoenen vind ik nog steeds het beste en omvatten het hart van de serie. In het eerste seizoen wordt de wereld van Buffy geïntroduceerd. In het tweede wordt deze verfijnd en komt er vaart in het verhaal. In het derde seizoen komen de middelbare schooljaren van Buffy volledig tot bloei. (En tot een explosief einde.)
In veel opzichten is de derde reeks een pay-off van zaken die in het jaar ervoor in beweging zijn gebracht: Angel werd in de climax door Buffy neergestoken en naar een helse dimensie verbannen, Kendra (de tweede Slayer) werd vermoord, waarmee de weg openstond voor een nieuwe Slayer: Faith. Buffy’s moeder is er achtergekomen dat haar dochter een soort van superheld is en er nachtelijke activiteiten op nahoudt. In het derde seizoen worden de strubbelingen in het gezin Summers uitvoerig behandeld. Ook komt Spike weer terug naar Sunnydale en krijgen de slayers te maken met een nieuwe watcher. De rivaliteit tussen Faith en Buffy komt tot een climax. Als Faith de kant van The Big Bad kiest komen de twee superchicks tegenover elkaar te staan. Ondertussen maken Willow en Xander ook belangrijke veranderingen door. Er gebeurt immers veel met je als je op de middelbare school zit – zeker als die school staat op een van de poorten die naar de hel leiden.
Kortom, er staat genoeg te gebeuren in het derde jaar. Ik kan niet wachten met kijken. Lees ook:

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie: Iron Man

Stan Lee, de grootheid die veel populaire superhelden heeft bedacht waaronder Spider-Man, The X-Men en Fantastic Four, heeft ooit gezegd dat Iron Man niet zo succesvol is geworden als zijn andere creaties. Lee wijdt dit aan het feit dat iedereen het harnas van Iron Man kan aantrekken.

In tegenstelling tot de mutanten van de X-Men of de tiener Spiderman, zijn de superkrachten van Iron Man geen intrinsieke eigenschappen, verbonden aan het karakter van het personage. Als Stark zijn harnas uittrekt is hij superheld af.In deze spreek ik Lee (op repectvolle wijze) tegen, want ik denk dat als de film Iron Man een succes wordt, dit in bijzondere mate te danken is aan het feit dat Robert Downey Jr. in het harnas zit. Hij speelt Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier, maar geeft de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid en daarmee geloofwaardigheid mee. Aan zijn zijde staat de mooie Gwyneth Paltrow als de bijdehante assistente Pepper Potts. (Lang leve de allitererende namen in superhelden comics.) Paltrow toont net zoveel spunk als Downey Jr. en is een vrouwelijke en up-to-date versie van butler Alfred Pennyworth.

Jeff Bridges staat met zijn kale hoofd en volle baard mijlen ver af van zijn rol als De Dude in The Big Lebowski (Coen Brothers, (1998), maar op het moment dat hij zijn slechte kant laat zien denk je toch even: ‘Fuck man, de dude maakt gehakt van Stark!’ Bridges, die naast de onovertroffen Dude een uiteenlopende reeks personages op zijn naam heeft staan, speelt Obadiah Stane met zichtbaar plezier en met genoeg overdrijving. Exact wat we van een superschurk mogen verwachten.

Lichtvoetig, maar geen camp
Iron Man is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.Regisseur Jon Favreau (die zelf een klein rolletje speelt als de chauffeur van Stark) en het team scriptschrijvers presenteren een plot waarin de oorsprong van Iron Man op een logische wijze verhaald wordt. Stark wordt door een groep terroristen ontvoerd in Afghanistan en gedwongen om een door hemzelf ontworpen raket na te bouwen. In plaats daarvan zet hij een metalen harnas in elkaar waarmee hij weet te ontsnappen. Deze ervaring heeft een ander mens van hem gemaakt. Als Stark erachter komt dat zijn wapens onder de tafel aan terroristen worden verkocht, besluit hij zijn harnas te perfectioneren om deze handel een halt toe te roepen. Dit ethische dilemma is natuurlijk niet helemaal waterdicht, want kennelijk had Stark er geen moeite mee om hightech wapens te bouwen zolang de Amerikanen die maar gebruikten om oorlog te voeren in de brandhaarden van de wereld. Dit Amerikaans chauvinisme terzijde geschoven, is Iron Man zoals gezegd een prima actiefilm die de prijs van het immer hoge bioscoopkaartje meer dan waard is.

Lees ook:

Categorieën
Film

Racisme in Star Wars?

Op mijn vorige stukje over de inspiratiebronnen van Star Wars, kwam in een van de commentaren ter sprake dat Lando Calrissian (Billy Dee Williams) de Judasfiguur is in de eerste trilogie. Net als in de film Jesus Christ Superstar werd de verrader neergezet door een zwarte acteur. Schertsend merkte iemand op dat dit een teken is van racisme in Hollywood. De Star Wars-films zijn vaker bestempeld racistisch te zijn en dat is niet geheel onterecht.

Jar Jar Binks, dat irritante digitale happymeal figuurtje in de nieuwe trilogie werd door velen gezien als een stereotype Jamaicaan. Jar Jar is onhandig en duidelijk een komische noot in de film, een rol die zwarte personages vroeger wel vaker kregen in Hollywood-films.
George Lucas ging hier tegen in. De BBC tekende in 1999 het volgende citaat op van de regisseur:

“Those criticisms are made by people who’ve obviously never met a Jamaican, because it’s definitely not Jamaican and if you were to say those lines in Jamaican they wouldn’t be anything like the way Jar Jar Binks says them.

“They’re basing a whole issue of racism on an accent, an accent that they don’t understand. Therefore if they don’t understand it, it must be bad.”

Tocht valt er wel iets voor te zeggen dat Jar Jar Binks gezien kan worden als de stereotype onhandige neger. Ook al gooit Lucas het erop dat mensen dit gerucht zijn gestart omdat ze het figuurtje te kinderachtig vonden en van hem afwilden. Hij kreeg bijval van onder andere Stardestroyer.net die tevens weerlegt dat er racisme plaatsvindt in het universum van Star Trek. Episode I bevat in ieder geval nog een ander personage dat niet geheel zuiver op de graad genoemd mag worden: de slavendrijver van Anakin Skywalker in Episode I heeft een beetje de uiterlijke kenmerken van de stereotype Arabier. Hij wordt daarbij als een onbetrouwbare handelaar neergezet.
Eigen blik
Natuurlijk kun je dergelijke claims makkelijk afdoen met het uitgangspunt ‘racism is in the eye of the beholder’, maar gezien de geschiedenis van Hollywood-films die vol zit met stereotypen van alles wat niet Amerikaans is, kan het geen kwaad dit soort personages nader onder de loep te nemen. (Voor meer informatie over stereotyperingen in films, zie onder andere deze youtube compilatie, een wikibijdrage en een tekst over Blaxploitation cinema. ) Oplettende kijkers zijn zich van dit soort typeringen bewust en zullen ze daarom makkelijker herkennen. Al moet je natuurlijk niet om de haverklap met claims van racisme gaan smijten.
Lando Calrissian & Hooper X
De zwarte politieke striptekenaar Hooper X (Dwight Ewell) in Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) weet echter met ferme taal duidelijk te maken dat de claim dat Star Wars rasistische ondertonen kent, wel hout snijdt:
Aan de reacties te zien zijn bezoekers op de linkdumpsite Nujij.nl het over het algemeen niet met Hooper X eens. Het goede aan het fragment uit Chasing Amy vind ik dat Hooper X natuurlijk een toneelstukje opvoert. Hij speelt de stereotype militante neger omdat dit zijn imago is. In de rest van de film komt hij voor als een intelligent en uitgediept personage. Kevin Smith gaat dus speels om met de stereotyperingen in films. Door Hooper een stereotype en realistisch personage te laten neerzetten geeft Smith kritisch commentaar op verborgen racisme in films. Tegelijkertijd snapt Smith ook dat discussies over racisme in media soms te ver doorslaan naar overdreven politiekcorrect gedrag en daar is bovenstaande scène dan ook een reactie op.

Wil je meer Chasing Amy? Check de tag Kevin Smith voor Amy & More.

Categorieën
Film

Star Wars: The source of the force

George Lucas haalde het vuistdikke script voor Star Wars niet uit zijn hoge hoed. Lucas leende veel bekende elementen uit de westerse cultuur en mixte deze tot het ultieme sf-avontuur.Wat waren de inspiratiebronnen van Star Wars?Het Script
Toen George Lucas halverwege de jaren zeventig zijn script The Star Wars schreef, waren er maar weinig mensen in Hollywood die hier brood in zagen. Niet zo gek, want de sciencefictionfilm was op sterven na dood in die tijd. Ook vond men het verhaal te kinderachtig. Lucas liet illustrator Ralph McQuarrie tekeningen maken om zijn ideeën te visualiseren. Uiteindelijk hapte Alan Ladd jr. van Twentieth Century Fox toe. Lucas kreeg de kans zijn script te verfilmen. Toch bleef het tijdens het maken van Star Wars een strijd tussen Lucas en de studiobazen van Fox.

Later trilogie
Lucas schreef vele versies van zijn script tot hij uiteindelijk uitkwam op wat we nu kennen als de eerste trilogie. Episode IV: A New Hope, Episode V: The Empire Strikes Back en Episode VI: Return of the Jedi. Het script van Star Wars was zo dik, dat er genoeg materiaal was om drie films van te maken. De eerste Star Wars-film beslaat dan ook alleen de eerste acte van het script. Het was overigens in eerste instantie niet de bedoeling om een hele trilogie te maken. Toen de film een succes bleek, voegde Lucas de ondertitel Episode IV: A New Hope toe. Hij mocht de andere twee delen ook gaan maken. En de rest is zoals men zegt geschiedenis.
Herkenbaarheid
Wat maakt de Star Wars-trilogie nu mateloos populair? Hoewel het succes van Star Wars verschillende oorzaken heeft, is vooral ‘herkenbaarheid’ de sleutel hiertoe. Lucas leende namelijk veel bekende elementen uit de westerse cultuur en mixte deze tot het ultieme sf-avontuur.

Filmgenres
Een kleine greep. Lucas haalde zijn inspiratie uit oude filmserials als de Flash Gordon-films. Deze films werden gemaakt in de jaren dertig en veertig en waren op tv toen Lucas jong was. De serials bestonden uit afleveringen van zo’n 15 à 20 minuten. Iedere aflevering eindigde met een spannende cliffhanger waarin de held bedreigd werd. De volgende keer was dan te zien hoe de held zich hieruit redde. Eigenlijk is de Star Wars-cyclus een dure filmserial, waarbij elke episode met een cliffhanger afsluit. De titels van de episodes zijn ook net zo pulpachtig als die van filmserials.

Behalve de filmserial, zijn genre-elementen van de swashbuckler (piraten/avonturenfilm) en de western herkenbaar: Han Solo lijkt op een space cowboy; Luke Skywalker is een boerenzoon die leeft op de frontier in de ruimte. Net als de held in de film The Searchers van John Ford, treft Luke zijn familie afgeslacht aan als hij thuiskomt. Ook volgt het verhaal van Star Wars nagenoeg de gehele plot van de film Hidden Fortress van Akira Kurosawa. Hierin ondernemen een jonge prinses en een loyale generaal een gevaarlijke reis. Onderweg worden ze ‘geholpen’ door twee stuntelige reisgenoten. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van deze reisgenoten. Dit idee wilde Lucas doorvoeren in alle films, maar het is voornamelijk A New Hope waarin het vertelperspectief van de robots R2D2 (Kenny Baker) en C-3PO (Anthony Daniels) gekozen is.

Mystieke kracht
In de Star Wars-films staat het idee van de Force centraal. Dit is een mystieke kracht, waar alles in het heelal mee verbonden is. Het is ook een beetje de Heilige Geest, uit de christelijke, goddelijke drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. Maar het is ook Boeddhistische zen. De Jedi-orde lijkt veel op Middeleeuwse ridders vermengd met de code van de Samurai. Dat Star Wars veel wegheeft van een stripverhaal is ook geen toeval; Darth Vader had de tweelingbroer van Marvel Comics’ Dr. Doom kunnen zijn. Wie weet is hij dat ook.

Bijbelse figuren
Eigenlijk is het succes van Star Wars niet zo verbazingwekkend. Het verhaal van een held die uitverkoren wordt, in beginsel met tegenzin zijn zoektocht begint en uiteindelijk de wereld redt is al eeuwen oud. De Bijbel staat vol met dat soort figuren en verhaaltjes over de strijd tussen goed en kwaad. Dergelijke bijbelse thema’s slaan natuurlijk goed aan in een conservatief religieus land als Amerika. Ook zijn de verhalen bekend over de gehele wereld. Luke Skywalker is een moderne versie van Moses, Samson, Jonah en andere bijbelse figuren. Alleen doet Luke het met een lichtzwaard, een luchtschip en een beetje Force, terwijl Moses lopend door de woestijn moest. Maar ja, Force had hij wel, want het scheiden van water is vergelijkbaar met het optillen van een ruimteschip.

De held met duizend gezichten
Naast de oude verhalen uit de bijbel was het werk van antropoloog Joseph Campbell verreweg de belangrijkste invloed op Lucas. Zijn werk The Hero with a Thousand Faces is een blauwdruk voor Star Wars. Campbell bestudeerde mythologische verhalen uit alle delen van de wereld en ontdekte dat deze verhalen veel overeenkomsten hebben. Deze overeenkomsten vormen samen een monomythe: de ultieme formule voor een mythologisch verhaal. Campbell stelde dat alle mythische verhalen te herleiden waren tot één bron van beelden en symbolen. Daarbij maakte hij ook gebruik van de theorie over archetypen van psycholoog Carl Jung. De personages in Star Wars zijn dan ook herkenbare archetypen: Luke (Mark Hamill) is duidelijk de held, Leia (Carrie Fisher) de vrome prinses en Darth Vader Vader (David Prowse met de stem van James Earl Jones) de belichaming van het kwaad.

Drie fasen
Episodes IV, V en VI volgen Campbells indeling van de monomythe. Deze bestaat uit drie hoofdfasen: Vertrek, Initiatie en Terugkeer. Luke verlaat zijn thuis nadat hij geroepen wordt om aan een zoektocht (queeste) te beginnen. Daarna wordt hij geïntroduceerd in de wereld van de geheimzinnige Force en moet hij een aantal beproevingen doorstaan en obstakels overwinnen. Uiteindelijk keert hij terug om zijn nieuw verworven krachten ten goede te gebruiken om zo zijn lot te vervullen.

Overigens bestaan de drie hoofdfasen van de monomythe ook weer uit verschillende elementen. Zo wordt de held altijd geholpen door een magisch figuur (Obi-Wan Kenobi en Yoda) en andere partners (Han Solo, Leia, de Droids). De held moet altijd een taak vervullen waar hij voor is uitverkoren (Luke redt het heelal, leert om te gaan met de Force en wordt een Jedi.)

Tegenstellingen
In de mythische verhalen gaat het altijd om twee tegenovergestelde zaken die elkaar bestrijden: goed tegen kwaad, licht tegenover donker en mens tegenover machine. Star Wars brengt die tegenstellingen duidelijk naar voren: de Force kent een lichte en een duistere kant, goede en kwade personages zijn altijd duidelijk herkenbaar. Je zult nooit een stormtrooper van het Empire verwarren voor een rebel en Darth Vader draagt zwart omdat hij slecht is. Prinses Leia moet de goedheid zelve wel zijn, want zij is immers altijd in het wit gekleed.

Strijd met de Vader
Volgens Campbell is een belangrijk onderdeel van volwassenwording de strijd die de zoon voert met de vader. Luke vecht tegen Darth Vader die zijn vader blijkt te zijn. (Niet zo verrassend als we de naam ‘Vader’ letterlijk nemen.) Uiteindelijk zal de jongeman winnen van de vader en zich met hem verzoenen. Dit gebeurt dus ook in Episode VI: Return of the Jedi. Een film precies volgens het boekje.

Zie ook Superhelden 101.

En Kevin Smith over Bored of the Rings.

Categorieën
Film

Tim Burton interview op het AFFF

Donderdag werd de Amerikaanse regisseur Tim Burton, eregast van het Amsterdam Fantastic Film Festival, in de kleine zaal Tuschinski Arthouse Vier geïnterviewd. Het was vooral een best-of interview waarin alle bekende vragen de revue passeerden. Gelukkig maakte Burton nog een paar goede grappen. Tim Burton, regisseur van meesterwerken als Sleepy Hollow, Edward Scissorhands en Batman Returns, maakte een ontspannen en opgewekte indruk. Dat hij zich eigenlijk niet zo lekker voelde, was dan ook niet te merken. Hij gaf routineus antwoord op de belegen vragen van de twee interviewers. Vragen die al vele malen zijn gesteld aan de cineast. Het leek dan ook een best of-compilatie van alle eerdere interviews. Misschien leuk voor iemand die zijn eerste stappen zette in de wereld van Burton; de verstokte Tim Burton-fan heeft echter weinig nieuws gehoord die middag.

Foto: Merel Barends

Michael Jackson
Het meest opzienbarende feitje liet de regisseur in het begin van het gesprek los: toen hij jaren geleden voor het eerst in Amsterdam was, kwam hij Michael Jackson tegen. ‘Voor al het gedoe met die rechtzaken’, zei Burton met een glimlach. Hij liep met het idee rond om een musical-versie van The House of Wax te maken en overwoog toen nog even om Jackson vragen een monster in een film te spelen. ‘Want daar had hij wel het juiste uiterlijk voor.’ Burtons jeugd in Burbank, een voorstad van LA, kwam aan bod. Als kind zag hij vele horror en monsterfilms zoals Frankenstein en The Wolf Man. ‘Allemaal buitenbeentjes en eenlingen. Ik kon me daar makkelijk mee identificeren. Voor mij waren de normale mensen pas écht eng in die films.’

Onbegrijpelijk
In Hollywood is Burton ook een buitenbeentje, al weten de filmmaatschappijen wel zo’n beetje wat ze van hem kunnen verwachten, daar in een Burton-film altijd de hand van de maker herkenbaar is. Hoewel Burton aardig wat successen heeft geboekt, is het toch iedere keer weer moeilijk om de studiobazen te overtuigen een project te financieren. Uiteindelijk lukt het hem wel, maar volgens Burton komt dat vooral omdat ze niet snappen wat hij bedoelt. Wat dat betreft waren Burtons antwoorden niet gespeend van zelfspot, wat het gesprek ondanks de betreden paden onderhoudend maakte. Ook wilde hij best een carrièrefoutje toegeven: ‘Planet of the Apes, that was a bad idea.’ Hij vervolgde: ‘Je weet nooit van tevoren of een film fantastisch wordt of dat hij niet werkt. Maar dat is er ook wel weer mooi aan.’

Foto: Merel Barends

Op locatie
Dat Burtons films zo herkenbaar zijn is omdat de maker altijd vanuit zichzelf redeneert. ‘Ik probeer de verhalen altijd zo persoonlijk mogelijk te maken. Ik moet me kunnen identificeren met de personages.’ De belangrijkste les die hij over Hollywood kwijt wil is dat je er eigenlijk niet een film moet opnemen. ‘Ga lekker op locatie draaien, het liefste in een ander land. Dan heb je minder last van de businesskant van het filmmaken.’ Burton woont tegenwoordig in Engeland. Een land waar hij voor het eerst kwam toen hij Batman (1989) in de Pinewood Studio’s opnam: ‘Ik geloof niet in vorige levens of zo, maar toen ik de eerste in Engeland kwam, voelde ik me er meteen thuis. Alsof ik er eerder geleefd had.’

Handelswaar
Een van de interessanste vragen kwam uit het publiek. Of Burton zich, gezien zijn imago als gekke creatieve regisseur, geen handelswaar voelde. ‘Ik probeer daar zo min mogelijk bij stil te staan. Het is een kwestie van niet lezen wat er online over je gezegd wordt. Ik wil het idee hebben dat ik altijd iets nieuws doe als ik een film maak.’ Over toekomstige projecten wilde de regisseur nog weinig kwijt, al kwamen Alice in Wonderland en een remake van Burtons eigen Frankenweenie wel ter sprake.

Voor een verstokt Burton-fan als ondergetekende was het een kick in the butt om de regisseur live aan het woord te zien. (Na het zien van Batman in 1989 wist ik dat ik films wilde gaan maken.) Dat hij veel fans heeft in Nederland bewees de lange rij met mensen die graag een krabbel van Burton wilden voordat het gesprek plaatsvond. Aan het eind van het gesprek was er een groepje filmmakers dat over de rug van Burton nog wat publiciteit wilde scoren: ze gaven de Amerikaanse regisseur een ‘award’ omdat hij de inspiratiebron zou zijn hun filmproject. Een beschamende vertoning, hoewel Burton sportief genoeg was om dat niet te laten merken. Hij nam de ‘award’ dan ook gelaten in ontvangst. (Hadden de heren dan niet begrepen dat Tim juist geen commodity wilde zijn?) Gelukkig had hij op de openingsavond van het AFFF nog een echte prijs gekregen, namelijk de Career Achievement Award.

Barends Blogt
Ik woonde het interview bij met de Illustere Merel Barends. Barends houdt tijdens het AFFF een stripblogje bij. Check haar belevenissen op de site van Zone 5300.
Meer Tim Burton op Mike’s Webs.

Categorieën
Film

Filmzomer 2008: Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull

De slogan van Indiana Jones and the Last Crusade (Steven Spielberg, 1989) was ‘The Man with the Hat is Back. And this time, he’s bringing his Dad.’ Deze zomer kan die eerste zin weer uit de kast, omdat Harrison Ford voor de vierde keer de hoed van Indiana Jones opzet. The Last Crusade was mijn favoriete Jones-film van de – toen nog – trilogie. Harrison Ford stapte in de voetsporen van diens filmvader Sean Connery en ging op zoek naar de heilige graal: de beker waaruit Jezus gedronken zou hebben tijdens het laatste avondmaal. Net als in de eerste flick kreeg hij nazi’s op zijn pad. Die wilde het heilige voorwerp hebben omdat de Graal het eeuwige leven zou schenken aan een ieder die van hem drinkt.
The Last Crusade bevatte perfectuitgevoerde actiesequenties en de humoristische wisselwerking tussen Ford en Connery gaf de film zowel verlichting als een warm hart. Als tiener keek ik de films ettelijke keren. Ook sloeg ik geregeld de actievolle pockets over ’s werelds bekendste archeoloog open. Indiana Jones is dus een echte jeugdheld van me.
Oude helden komen nog één keer terug
Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull gaat 22 mei in roulatie met 110 kopieën. Vorig jaar zagen we oude rot Rocky weer in de ring stappen. (Zie de recensie van Rocky Balboa.) Dit jaar zijn broertje Rambo. Hoewel die films overbodige pogingen waren om oude glorie te doen herleven, lijkt een nieuw avontuur van Indiana Jones mij wel een boeiend relaas. Harisson Ford doet zijn hoed weer op en trekt zijn zweep uit de kast. Steven Spielberg staat weer achter de camera’s. En zelfs Karen Allen, het liefje uit de allereerste film, maakt haar opwachting. Ben benieuwd hoe zij uit de botox is gekomen. Verder componeert John Williams weer de soundtrack en monteert oudgediende Michael Kahn de film. Aan de ingrediënten van deze flick zal het niet liggen, maar of het geheel dezelfde smaak van ouderwets avontuur zal hebben als de vorige films… dat valt nog te bezien.Oud & Nieuw
Ford is immers ook een dagje ouder. Een thema dat wordt aangestipt in de eerste trailer van de film. Voor jong bloed is acteur Shia LaBeouf gekozen. Juist ja, het enige lichtpuntje van Transformers vorig jaar (Zie ook de recensie Transformers: Hardly More Than Meets the Eye). Gelukkig is Sean Patrick Flanery niet uitgenodigd voor dit feestje. Hij speelde in de jaren negentig de jonge Indiana Jones in de gelijknamige televisieserie. Niet slecht overigens, maar op een herhaling van zijn eendimensionale acteertalent zitten we niet te wachten.

What’s next?
Een van de meest fascinerende vragen met betrekking tot fictieverhalen is, wat er gebeurt met het hoofdpersonage op de morgen nadat het verhaal is afgelopen. In mei weten we hoe het verhaal over Dr. Jones verdergaat.

Categorieën
Film Strips

Filmzomer 2008: The Incredible Hulk

In juni verschijnt mijn favoriete groene monster weer in de bioscoop: The Incredible Hulk. De nieuwe film lijkt meer actiegericht te zijn dan de film uit 2003.
De Plot (spoiler)
De plot van de film ziet er (volgens de pr-mensen van de filmmaatschappij) ongeveer als volgt uit: Wetenschapper Bruce Banner zoekt onopvallend de aarde af naar een middel dat hem moet bevrijden van het razende groene monster de Hulk. Maar de oorlogszuchtige lieden die zijn krachten maar al te graag willen misbruiken, laten hem niet met rust. Zelf wil hij niets liever dan terugkeren naar zijn enige grote liefde, Betty Ross. Bij zijn terugkeer naar de beschaafde wereld wordt de Banner meedogenloos achtervolgd door the Abomination, een nachtmerrie van een beest, één bonk adrenaline en agressie met krachten die niet onderdoen voor die van de Hulk. Er volgt een gevecht dat zo uit een stripboek zou kunnen komen. Banner moet een beroep doen op de held die in hem sluimert om New York te redden van totale vernietiging. De wetenschapper staat voor een kwellend dilemma. Hij moet een definitieve keuze maken: Een vredig leven als Bruce Banner of voorgoed veranderen in The Incredible Hulk.
Iron Man
De cast bestaat onder andere uit: Edward Norton, Liv Tyler, Tim Roth en William Hurt. Mijn favoriet Robert Downey Jr. maakt kort zijn opwachting als Tony Stark. Het is in de strips van Marvel heel normaal dat de superhelden gastrollen in de strips van anderen vertolken. In de filmversies kwam dat nooit voor, mede omdat deze door andere filmmaatschappijen zijn gemaakt. The Incredible Hulk en Iron Man worden echter doorMarvel zelf geproduceerd. (Zie ook de voorbeschouwing van de film Iron Man.)
Nieuwe Banner
Edward Norton neemt de rol van Bruce Banner over van Eric Banna. Banna zette een psychologisch getraumatiseerde held neer in Hulk van Ang Lee uit 2003. Hier en daar een beetje zwaar op de hand wellicht, maar een dappere poging om iets meer te doen het actiegenre van de superheld. Vooral de verhaalstructuur van de film was boeiend: Lee laat de Hulk in de tweede helft heel lang vechten tegen het Amerikaanse leger. Dit levert fascinerende beelden op vol vernietigend machtsvertoon en rijmt volledig met de geest van de strips. In de nieuwe film over de Hulk, dit keer geregisseerd door Louis Leterrier (Transporter I & II, Unleashed) deel zou nog meer actie zitten. Norton als Banner lijkt me een prima keuze, omdat hij wel een iel mannetje met een scherp randje weet neer te zetten. Ik heb een grote zwak voor Bill Bixby’s tv-versie van Bruce Banner. Dat is immers de Hulk waar ik mee ben opgegroeid. (Zie ook The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie) Maar goed, de televisieserie is van een geheel andere tijd. Een tijd waarin een groen geverfde bodybuilder nog door kon gaan voor de Hulk. Tegenwoordig is het monster volledig virtueel.Aan de productiefoto’s te zien die op het net circuleren, heeft de artdirector goed naar deze serie gekeken. Op deze foto zien we Banner in een speciaal stralingsapparaat die veel wegheeft van het design uit de televisieserie. In de trailer zien we Banners ogen groen worden als zijn transformatie begint – net als in de serie die dezelfde naam draagt als de nieuwe film. Verder dan dit soort uiterlijke kenmerken zullen de overeenkomsten tussen de nieuwe film en tv-versie niet gaan. Als de trailer een goede indicatie is, gaat het vooral om de comicbookactie in plaats van dat er zwaar gepsychologiseerd gaat worden. Bixby was vooral bezig met het zoeken van een geneesmiddel en raakte veel in aanraking met sociale problemen als kindermishandeling, alcoholisme en verschillende geestesziekten. Maar genoeg daarover. Het is tijd voor Edward Nortons versie van Banner en de Hulk. Ik ben in ieder geval erg benieuwd naar deze Incredible Hulk.

Categorieën
Film Strips

Filmzomer 2008: The Dark Knight

Hoe zonnig het ook mag worden deze zomer, in juli duikt deze stripliefhebber de bioscoop in voor wat verkoeling en een spannend nieuw avontuur van Batman: The Dark Knight.In deze tweede flick van het wonderteam Christopher Nolan en Christian Bale neemt de duistere ridder van Gotham het op tegen de Joker. Heath Ledger speelde zijn laatste rol als de hysterisch grijnzende moordenaar die er zo eng uit ziet dat zelf cliniclowns bijna betrouwbaar overkomen. Bijna. De foto’s beloven een andere Joker dan zoals Jack Nicholson deze in 1989 speelde in Tim Burtons-versie van Batman. Ik ben erg benieuwd of Ledger de performance van Jackie boy weet te overtreffen. Batman Begins
In 2005 verraste Christopher Nolan verraste vriend en vijand met zijn rauw-realistische interpretatie van de Vleerman van Gotham. Batman Begins vertelde hoe Bruce Wayne de Batman is geworden. Nolan had dus veel aandacht voor de psychologische achtergrond van het personage. In Batman Begins lag de nadruk op de ontwikkeling van een angstig jongetje dat zijn ouders heeft verloren en langzaam verandert in een volwassene die als een man-beest wraak neemt op de misdaad. Nolan wilde alles zo realistisch mogelijk hebben, hierdoor ontbeerde de film echter de comic book feel die de Burton-films wel hadden. (Voor meer over de wereld van Burton zie dit artikel.)
Jaar één
Met de cast van Batman Begins was overigens niets mis. Zowel het Bat-pak als de smoking van Bruce Wayne zaten Christian Bale als gegoten. Gary Oldman was een gouden vondst als politie-inspecteur Gordon. Hij leek als twee druppels water op de Gordon uit Year One van Frank Miller en David Mazzucchelli. Naast Return of the Dark Knight een van de strips die het karakter van Batman definitief neerzette en niet voor niets een inspiratiebron voor de recente flicks. Overigens vond scenarist David Goyer, die ook meeschreef aan de nieuwe film, naar eigen zeggen veel inspiratie in de strips van Jim Sale en Joseph Loeb. Dit dynamische stripduo maakte The Long Halloween en het vervolg Dark Victory, waarin Batman het onder andere aan de stok krijgt met het Falcone misdaadsyndicaat.Batman Begins was serieus, met hier en daar een goed getimede glimlach. Ik ben erg benieuwd hoe humor en de duistere wereld van Batman zich verhouden in het aankomende The Dark Knight. Van de Joker mag je immers enkele psychopathische grappen verwachten. Naast Ledger speelt de mooie Maggie Gyllenhaal Rachel Dawes. Katie Holmes mocht zeker niet meer van Tom met de vleerman spelen. Pech voor haar, gelukkig voor ons. Ik kijk uit naar een nieuwe dosis Maggie; gecombineerd met Bats en de Joker belooft het een opwindende voorstelling te worden. :-)Update: Lees de filmrecensie van The Dark Knight.
Meer over Maggie Gyllenhaal: Recensie Stranger than Fiction.Meer Batman.

Categorieën
Film Strips

Filmzomer 2008: Iron Man

Dit jaar komen een paar oude helden van me terug op het witte doek: Batman, Indiana Jones, Hellboy en de Hulk. En een nieuwe superheld maakt zijn opwachting in bioscoop: Iron Man. Het zal wel de nerd in mij zijn, maar ik vind het harnas van Iron Man er ultiem cool uit zien. Het design is door de jaren heen aangepast aan de mode van de tijd, waarmee het altijd state of the art fantasietechnologie verbeeldt. Zoals het hoort in superheldenstrips. Iron Man is als technosuperman de belichaming van het idee dat technologie en wetenschap het individu extreme krachten kunnen geven – een kracht die ten goede ingezet kunnen worden. Net als Batman is Iron Man een selfmade man: hij bezit buiten zijn harnas geen speciale superkrachten. Al is hij bovengemiddeld intelligent en heeft hij een aanleg voor mechanica. Armor Wars
Als stripheld ken ik Iron Man vooral als bijfiguur bij de Avengers en als de misleidde held die in Marvel Civil War voor de Amerikaanse regering kiest. Daarom heb ik recent de tradepaperback Armor Wars gelezen. Het verhaal stamt uit 1987 (gepubliceerd in Iron Man # 225-232) en werd geschreven door David Michelinie en Bob Layton. Met tekenwerk van Bob Layton, Barry Windsor-Smith en Mark D. Bright.
In Armor Wars komt Tony Stark – Iron Man dus – erachter dat zijn technologie is gestolen en wordt gebruikt door misdadigers. Hij besluit daarop alle criminelen die van zijn harnastechniek gebruikmaken op te sporen en hun harnassen uit te schakelen. Het is namelijk altijd Starks bedoeling geweest zijn uitvindingen ten goede van de mensheid te gebruiken. Hij voelt zich daarom medeverantwoordelijk voor de slachtoffers die de criminelen met zijn technologie hebben gemaakt. Door zijn handelen lijkt hij in de ogen van de regering en menig vriend op een misdadiger. Iron Man komt zelfs tegenover Captain America te staan en Tony Stark wordt door de publieke opinie gedwongen om zijn lijfwacht Iron Man te ontslaan.
Ruim twintig jaar na dato is de verhalenreeks Armor Wars nog steeds onderhoudend. Het thema dat technologie ten goede en ten slechte van de mensheid ingezet kan worden is een boeiend thema dat veel varianten kent. Einsteins denkwerk was immers ook indirect verantwoordelijk voor de atoombom zonder dat dit zijn bedoeling was. De tekeningen van Layton staan in dienst van het verhaal, maar zijn niet erg opmerkelijk. Als je je bedenkt dat in dezelfde tijd ook illustrators als Todd McFarlane, Charles Vess en Bill Sienkiewicz met hun experimentele stijl strips tekenden, doet het tekenwerk van Armor Wars wat gewoontjes aan. De paperback biedt een aardige kijk in de wereld van Tony Stark. Grappig is de afwisseling van Tony’s dagelijkse werkzaamheden als directeur van de multinational Stark Enterprises, en de jetset die daarbij hoort, en zijn activiteiten als Iron Man. Zijn thuisbasis ligt in de Amerikaanse staat Californië – het is verfrissend om superhelden tegen een andere achtergrond dan New York te zien knokken. Robert Downey Jr.
Vorig jaar kwam er een animatiefilm uit over het Staalmannetje van Marvel. En nu is er dus (bijna) de eerste live-actionfilm. De veelzijdige acteur Robert Downey Jr. neemt de hoofdrol voor zijn rekening, onder regie van Jon Favreau. Downey Jr. zet over het algemeen opvallende eigenzinnige types neer en speelt zijn rollen met een lichte ironie. Recente kunststukjes van de acteur zijn Kiss Kiss Bang Bang (Shane Black, 2005) en zijn bijrol als reporter Paul Avery in Zodiac (David Fincher, 2007). (Lees de recensie over Zodiac hier.) Ik ben dan ook erg benieuwd hoe hij het strippersonage interpreteert. In de film wordt Stark ontvoerd en gedwongen om een verschrikkelijk wapen te bouwen. In plaats daarvan construeert hij een ijzeren harnas waarmee hij weet te ontsnappen. Als hij terugkeert in de Verenigde Staten ontdekt hij een wereldwijd complot dat de stabiliteit van de wereld in gevaar brengt. Als Iron Man gaat hij de mensen achter dit complot te lijf. Ik geef toe dat het verhaal nog niet erg prikkelend klinkt, de trailer is dat gelukkig wel. De release van Iron Man is begin mei.

Categorieën
Film Filmrecensie

Beverly Hills Cop III

Of: The Trouble with Trilogies, part I

Beverly Hills Cop III behoort zeker niet tot mijn persoonlijke filmklassiekers. De film kan in geen geval tippen aan zijn twee voorgangers. Een kritische beschouwing van de film werpt nieuw licht op de eerdere delen.
Het is moeilijk te zeggen wat een film succesvol maakt. Meest waarschijnlijk is het een combinatie van factoren die de juiste chemische samenstelling vormen. Kortom: de juiste elementen ‘klikken’ met elkaar. Een goede cast, de juiste regisseur en een doortimmerd script, kan een gouden combinatie zijn.

Minder van hetzelfde
Zoals eerder beschreven is het moeilijk om een goed vervolg te maken op een geslaagde film. Tony Scott deed dit met verve met zijn vervolg op Beverly Hills Cop: hij hield in grote lijnen de formule hetzelfde, maar vertelde het verhaal in zijn eigen stijl — zo kreeg het publiek dezelfde film, maar toch even iets anders. Regisseur John Landis leverde met het derde deel uit de Beverly Hills Cop-reeks echter een prutfilm af.

In Cop III komt Axel naar Beverly Hills om de moord op zijn baas te wreken. Todd werd vermoord door Ellis De Wald, hoofdbewaking van het pretpark Wonderworld. Axel probeert De Wald te ontmaskeren en diens valsemunterij tot een einde te brengen. Hij wordt daarin bijgestaan (of tegengewerkt, het is maar net hoe je het bekijkt) door maatje Rosewood en Jon Flint.

Scherpe randjes
Wat ging er mis? John Landis is een veteraan als het om comedy gaat. Hij maakte samen met Eddie Murphy Trading Places en Coming To America en eerder films als Animal House en de klassieker The Blues Brothers. Ook regisseerde hij de originele horrorcomedy An American Werewolf in London. Zijn flauwe gevoel voor humor is echter moeilijk te rijmen met het Cop-concept. Het grootste probleem schuilt dan ook in het feit dat alle scherpe randjes van Axel Foley af zijn gehaald. De man is – afgezien van een vloek hier en daar – een heilige in deze film: hij redt een stel kinderen uit een ontspoorde attractie, luistert aandachtig naar geneuzel van Serge in de wapenboetiek en assisteert zelfs de FBI in plaats van als echte anarchist aan de slag te gaan.

Slechte timing
De de timing van deze film is beroerd. De honderd minuten dat Cop III duurt voelen aan alsof je een Bored of the Rings-marathon door je neus krijgt geboord. Landis houdt grappen namelijk veel te lang aan: als een stelletje illegale automonteurs het nummer ‘Come See About Me‘ van de Supremes op de radio horen, beginnen ze te dansen en mee te zingen. Dat is een paar seconden leuk, maar Landis laat het maar doorgaan en doorgaan. De rest van de actie en de humor is voorspelbaar saai.

Missende castleden
Een ander missend element is een belangrijk deel van de supporting cast. De combinatie Foley, Taggert en Rosewood maakte de eerste films bijzonder. Nu Taggert ontbreekt mis je een belangrijk element. Flint, gespeeld door Hector Elizondo, is duidelijk een Taggert-kloon, maar dan een van de irritante soort. En om als compensatie Serge uit deel één uit de kast te halen is ook geen goede zet. Hoe graag ik Bronson Pinchot ook aan het werk zie, gaat het er bij mij gewoonweg niet in dat Serge zich Axel Foley na tien jaar nog zo geestdriftig kan herinneren.

Die Hard?
Het verhaal voelt te veel als een mislukte Die Hard aflevering in een pretpark. (Geen wonder wellicht: scenarist Steven E. de Souza schreef beide films.) Al kunnen de schurken in de Die Hard-films veel beter mikken dan het stelletje misschietende kruimeldieven in Cop III. Ook geeft de Wonderworld setting niet het LA-gevoel zoals de andere films dat wel gaven. Daarmee is het laatste beetje contrast tussen de straatslimme Detroit-smeris en het rijke Beverly Hills volledig teniet gedaan. Why lord, why?
In de making of op de dvd vertelt Eddie Murphy dat het een paar jaar geduurd heeft voordat ze met een aardig concept kwamen voor een derde film. Kennelijk had Murphy wel behoefte aan nog een flick over Foley, maar kon hij geen origineel verhaal bedeken. Dat lijkt me een duidelijke hint dat er niets meer uit het concept te persen valt en dat een vervolg niet noodzakelijk is. Behalve dan misschien voor het geld. Hoewel: de film kostte volgens de IMDB een slordige 50 miljoen dollar en bracht in de Amerikaanse bioscoop slechts een ruime 44 miljoen op.

Cop IV?
Murphy’s carrière verloopt niet meer zo glansrijk als in zijn hoogtijdagen. Net als collega Sylvester Stallone (die oorspronkelijk de rol van Axel Foley zou spelen) grijpt hij terug naar verjaarde successen om er weer bovenop te komen. Volgens een artikel uit Variety (2006) komt er een deel vier. De IMDB meldt dat de release volgend jaar staat gepland. In tegenstelling tot de vierde Die Hard-film die vorig jaar uitkwam, zit ik persoonlijk niet op een vierde deel te wachten. Wat Beverly Hills Cop betreft hou ik het graag bij de eerste twee delen. Laten we Axel in het pretpark voor de goede orde maar gewoon vergeten.

Lees ook:

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: I Am Not There

Ieder zijn eigen Bob DylanEr is al veel geschreven over de film I Am Not There, de nieuwe film van Todd Haynes over levende legende Bob Dylan. Ik kan me erg goed vinden in de recensie van Jos van der Burg (Parool, 12-03-2008), maar wil er zelf als soort van Dylan-fan toch het een en ander over kwijt. Todd Haynes maakte eerder films als Far From Heaven (2002) – een stijloefening in het melodrama, Velvet Goldmine (1998) – over glamrock in de seventies en Superstar: The Karen Carpenter Story (1987). Spelen met filmstijlen en muzikale onderwerpen zijn deze filmmaker dus niet vreemd. Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan. En ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elf jarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is.
Kate Blanchett en Bob Dylan. Zoek de verschillen.

Origineel
Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic. Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Kate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaire Don’t Look Back. Het is duidelijk dat Haynes hier stilistisch teruggrijpt naar de beroemde documentaire van D.A. Pennebaker uit 1967. En teruggrijpen op periodische filmstijlen doet Haynes constant in I Am Not There. De scènes met Richard Gere verwijzen duidelijk naar de film Pat Garrett & Billy the Kid (Sam Peckinpah, 1973), waarin Dylan himself een rol speelde en waar hij de muziek voor schreef. Wie niet veel over de volkszanger weet, zal een hoop aanwijzingen in deze film niet herkennen. Toch is hij dan nog de moeite van het kijken waard omdat het een heel originele flick is waarvan er niet veel worden gemaakt. De film is een mozaïek van elementen en zal bij iedere nieuwe kijkervaring nieuwe facetten tonen. Al zal deze experimentele stijl niet iedere kijker aanspreken.
Multimediale verwijzingen
Bob Dylan is een niet duidelijk te definiëren personage. Zodra je denkt te weten wie hij is, transformeert hij weer. Misschien dat regisseur Jos de Putter er daarom voor koos om in zijn documentaire How Many Roads (2006) de fans van Dylan te portretteren in plaats van de Amerikaanse bard zelf. (Voor een recensie van de film zie hier.)

Todd Haynes geeft ook geen antwoord op de kwestie wie Dylan is. In plaats daarvan gebruikt hij multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan, zoals we hem dus kennen uit films en andere media. Iedere rol die Robert Allen Zimmerman zich heeft aangemeten en vooral de rollen die hij door anderen heeft opgelegd gekregen — hij kreeg het predicaat protestzanger opgedrukt terwijl hij zich zelf niet in de rol zag — wordt dus vertolkt door een andere acteur. Om de ongrijpbaarheid van zijn identiteit te onderstrepen, heeft iedere rol een andere naam gekregen. Persoonlijk vind ik dat de meeste Dylan-songs ook het beste tot hun recht komen als ze door anderen dan Dylan worden vertolkt. Daarom is het des te passender dat het personage Bob Dylan wellicht ook beter gespeeld wordt door andere acteurs. Dylans werk
Het hart van I Am Not There is het oeuvre van Dylan. Het zijn de muziek en teksten die de fragmentarische film bij elkaar houden. Flarden van liedjesteksten komen ook terug als dialoog. De hele film zit vol met de vingerafdrukken van Dylan zonder dat hij deze ooit heeft aangeraakt. Tot slot nog een opvallend moment uit de film die ik hier nog wil vermelden. Dylan (Kate Blanchett) toert midden de jaren zestig door Engeland en rolt daar speels door het gras met de Fab Four. Het vijftal loopt te giechelen als kleine kinderen. Als Dylan daarna ontboden wordt voor een interview, zien we op de achtergrond hoe The Beatles achternagerend worden door een reeks gillende tienermeisjes. Het is een cartoonesk moment dat de film wat verlichting biedt.Meer Bob Dylan op Mike’s Webs:

Categorieën
Film Filmrecensie

Film Flashback: Beverly Hills Cop 2

Van de drie Beverly Hills Cop-films, was het tweede deel altijd mijn favoriet. Het bekijken van Cop II is dan ook een feest der herkenning. Gaandeweg valt de film me echter toch wat tegen. In Beverly Hills Cop part deux (Tony Scott, 1987) laat Axel Foley (Eddie Murphy) wederom zijn politiewerk in Detroit achter zich om in Beverly Hills misdaad te bestrijden. Dit keer omdat er een gedurfde aanslag op Capt. Andrew Bogomil (Ronny Cox) is gepleegd. Het neerschieten van Bogomil is misdaad B in een reeks van alfabetmisdrijven. Samen met maatjes Taggert (John Ashton) en Rosewood (Judge Reinhold) lukt het Axel de aanslag te wreken en Maxwell Dent (Jürgen Prochnow), het brein achter de alfabetmisdrijven, uit te schakelen. Opvallend detail: Dent wordt bijgestaan door Karla Fry (Brigitte Nielsen), een schietgrage platina blonde schoonheid die niet zo misstaan in een James Bond-film. Hetzelfde, maar dan anders
Een goed vervolg maken op een succesvolle film is altijd lastig. Het publiek wil immers hetzelfde, maar dan toch net even anders. Regisseur Tony Scott hanteert een andere aanpak dan Martin Brest. Scotts cinematografie is herkenbaar door het overmatige gebruik van kleurfilters en lange lenzen, ook wel zoomlenzen genoemd. Bij zoomlenzen worden de dieptevlakken in het beeld dichter op elkaar gedrukt waardoor voorwerpen dichtbij elkaar lijken te staan. De kijker zit als het ware bovenop de actie. Door diep in te zoomen is ook veel cameracorrectie vereist om de handelingen goed in beeld te krijgen. Dit soort camerabewegingen, in combinatie met de vertekening van het beeld, geven de film een gevoel van tempo mee.

Dit shot uit de openingsequentie is een typisch Tony Scott-shot: kleurenfilters en ingezoomd beeld.

Improvisatie
Omdat Eddie Murphy veel improviseerde tijdens de opnames en bijna iedere take iets anders deed, besloot Scott om met twee camera’s tegelijk te draaien. Dat was toen nog tamelijk ongewoon in Hollywood, maar wordt tegenwoordig vaak gedaan. Door tegelijkertijd een close-up en een wijdshot te draaien, kon Scott makkelijker verschillende takes aan elkaar monteren. Op deze manier kon hij de beste stukjes van Murphy’s improvisatie selecteren.

Nu
Scott begon zijn regiecarrière in de reclamewereld. Daarom is hij er vaak van beschuldigd dat hij meer aandacht heeft voor de visualisatie van zijn films dan voor de karakterisatie van de personages. Dit vooroordeel wordt voor een deel bevestigd door Beverly Hills Cop II. Nu ik de film weer zag na al die jaren, voel ik me wel teleurgesteld door de oppervlakkigheid van het geheel. De plot van de film bestaat uit (niet meer dan) een reeks situaties waarin Eddie Murphy zijn comedytalent kan demonstreren. Om zijn zin te krijgen, neemt Axel bijna iedereen die hij op zijn pad vindt in de maling. Murphy vertoont dat kunstje net iets te veel en laat weinig meer zien dan dat. Foley doet weliswaar wat detectivewerk, maar het drietal ordehandhavers worden over het algemeen veel geholpen door het lot en komen bij toeval op de juiste plek terecht. Kennelijk had ik als jeugdige kijker niet veel meer nodig dan een paar goede Murphy-grappen om van de film te genieten.

Demonstratie
De misdaden die de alfabetbandiet pleegt, zijn niet meer dan een aanleiding voor Murphy om in actie te komen. De kartonnen criminelen zijn niet meer dan targets voor de scherpe grappen van Axel den de kogels van Taggert en Rosewood. Door deze luchtigheid voelen de tranen van dochter Jan Bogomil (Alice Adair) bijna aan als vals sentiment. Hoog op de irritatiefactor staat Paul Reiser -zijn rol als Detroit slaafje van Axel is aanzienlijk groter dan in het eerste deel, en de irritatie van de onkunde van deze ‘ster’ is daarmee exponentieel groter geworden. Gelukkig wordt zijn deelname aan de cast al snel vergeten als veteraan Dean Stockwell in beeld komt. Jammer dat de rol van Charles ‘Chip’ Cain zo klein is. De rol van Chris Rock is trouwens nog veel kleiner: hij is de valet die Axels cementtruck moet parkeren bij het Playboy Mansion.

Eyecandy Nielsen

Oordeel
Wie plotlogica en de behoefte naar driedimensionale personages even laat varen, krijgt van Scott vermakelijke actie voorgeschoteld. De achtervolging met de cementwagen bevat vaart en enkele rake opmerkingen van Foley over Rosewoods rijstijl: ‘Are you driving with your eyes open? Or you like using “the force”?’ De scène in de Playboy Mansion is ook on the money en biedt een leuk stel huppelende bunny’s. Wie kan daar nu bezwaar hebben tegen dergelijke visuele effecten? Hetzelfde gaat op voor de verschijning van Brigitte Nielsen. Scott wilde haar neerzetten als een witte Grace Jones. Jones had recent in de Bond-flick A View To A Kill een overtuigende moordenares met smaak voor haute couture neergezet. Nielsen is een femme fatale voor de jaren tachtig: platina blond, kilometers lange benen en een schietgrage instelling. Zoals Taggert droog opmerkt nadat hij haar heeft neergeschoten: ‘Women!’

Beverly Hills Cop II biedt nog steeds aardig vermaak, maar valt voor mij persoonlijk door de mand als oppervlakkig komediegedreven actievehikel. Het eerste deel uit de reeks heeft vanaf heden mijn voorkeur.Meer film flashbacks:

Zie ook: Have a nerdy weekend!