Categorieën
Film Filmrecensie

Film Flashback: Beverly Hills Cop

Er zijn films die ik in mijn jeugd heb gezien en die voor altijd een warm plekje in mijn hart houden. Het zijn mijn persoonlijke Klassiekers. De eerste twee delen van Beverly Hills Cop vallen onder deze favorieten. Hebben deze flicks de tand des tijds doorstaan?Toen
In het tijdperk vóór interpret, toen ik nog gelukzoeker was in de Verenigde Staten, was er in San Francisco een klein winkeltje waar filmscripts voor tien, twintig dollar werden aangeboden. De scripts waren niet meer dan gebundelde kopieën, maar deden mijn filmhart sneller kloppen. Een van de scripts die ik er kocht was een vroege versie van Beverly Hills Cop, geschreven door Daniel Petrie Jr.. Het script stamde uit de tijd dat Sylvester Stallone de hoofdrol zou spelen. In tegenstelling tot de uiteindelijke versie met Eddie Murphy was het script dus vooral georiënteerd op actie en behelste het een clichématige love-interest. De films van Stallone hebben zo hun eigen charme, maar ik betwijfel of Beverly Hills Cop (Martin Brest, 1984) dezelfde impact op mij had gehad als hij de hoofdrol had gespeeld.

(Overigens is het wel opvallend dat de rol van Jenny Summers (Lisa Eilbacher) van vriendinnetje veranderde in jeugdvriendin toen Murphy werd gecast. Misschien waren de producenten bang dat een liefdesrelatie tussen een knappe jonge vrouw in Beverly Hills en een zwarte smeris uit Detroit te controversieel zou zijn. Aan de andere kant werd zo wel weer een actiefilmcliché, waarbij de vrouwen een love-interest voor de held zijn, vermeden. Al wordt Jenny wel ontvoerd voor de schurken, wat ook een bekend cliché is.)

Axel Foley
Eddie Murphy was op zijn sterkst in deze twee films en was nooit meer zo grappig als Axel Foley, de hem op het lijf geschreven is. De bijdehante smeris uit Detroit die in Beverly Hills terechtkomt als hij de moord op zijn vriend onderzoekt. Met zijn eigenzinnige manier van handelen krijgt hij het al snel aan de stok met de politie in Beverly Hills, maar uiteindelijk weet hij met de hulp van rechercheurs Taggert en Rosewood de schurk Victor Maitland uit te schakelen. Foley bluft zich overal binnen; of het nu een suite is in het Beverly Hills Hotel of een opslagruimte van de douane is. Hij weet op luchtige wijze de rechercheurs van het politiekorps te ontkomen door bananen in de uitlaat van hun auto te stoppen. Tussen de grappen door kan de kijker genieten van een flinke dosis actie. Er was een tijd dat ik bijna ieder zinnetje dialoog van Beverly Hills Cop en het vervolg erop uit mijn hoofd kon napraten.

Nu
Terwijl de begincredits in beeld zijn er op de soundtrack subtiel wat stadgeluiden te horen zijn, krijg ik het prettige gevoel van spanning in mijn onderbuik. Als het nummer ‘The Heat is On ‘ begint en een impressie van Detroit voorbijkomt, zijn de beelden die ik al vele malen eerder zag herkenbaar terwijl ze tóch fris overkomen. Is Beverly Hills Cop – uitgebracht in 1984 – dan niet gedateerd? Ja, de songs in de film zijn heel jaren tachtig en hetzelfde geldt voor de herkenbare Axel F.-tune van Harold Faltermeyer (zie hier de video uit die tijd). De gedateerde elementen zijn echter niet storend. Het geschetste tijdbeeld maakt Beverly Hills Cop eerder charmant dan ouderwets. De plot heeft een tijdloos karakter en zal daarom ook het hedendaagse publiek aanspreken.

Uptempo
De film van regisseur Martin Brest heeft een behoorlijke vaart. De scènes zijn relatief kort, gebeurtenissen volgen elkaar in een snel tempo op. Er zit geen overbodige handelingen in de film. Vergeleken bij de huidige standaard – waarbij er vaak meerdere camerashots worden ingezet om dezelfde handeling te laten zien – is de shotwisseling niet snel, maar is deze wel heel effectief. Het camerawerk staat volledig in dienst van het verhaal, in de zin dat het geen aandacht naar zichzelf toetrekt en dat iedere keer de kadrering die het beste het verhaal vertelt is gekozen. Tegenwoordig zou de scène met de achtervolging van de vrachtwagen vol sigaretten veel meer shots bevatten, terwijl de rustiger montage, gecombineerd met het nummer ‘Neutron Dance’ van The Pointer Sisters, genoeg snelheid en spanning bevat en de kijker nergens verdwaald achterlaat.

Talking heads
Behalve een film vol met actie en snelle grappen, bevat Cop veel dialoog. De personages praten wat af, vooral wisecracking Axel. Dit maakt hem een ander type actieheld dan zijn soortgenoten uit die tijd. Die bedienden zich van grappig bedoelde oneliners en specialiseerden zich vooral in het stuurs in de camera kijken.Ondanks het feit dat Beverly Hills Cop een comedy is, komen er grimmige momenten voorbij. De moord op Axels vriend Mikey (James Russo) bijvoorbeeld en de shoot-out aan het einde van de film in het huis van Victor Maitland (Steven Berkoff) zijn behoorlijk bloedig.

Komisch duo
Een van de weinige zwakke schakels in de film is de vriendschap tussen Axel en Mikey. Deze komt niet erg geloofwaardig over, wat vooral ligt aan het gebrek aan chemie tussen acteurs Murphy en Russo. Tussen de Foley en Jenny Summers klikt het wel. En met de wisselwerking tussen rechercheurs Taggert (John Ashton) en Rosewood (Judge Reinhold) zit het wel snor. Een klassiek duo van tegenpolen dat herinneringen oproept aan Stan Laurel en Oliver Hardy. Opvallend genoeg zijn het deze bijfiguren die een verandering ondergaan, terwijl Axel een statisch personage blijft. Taggert wordt wat losser in de omgang, en ook Billy krijgt meer durf in de loop van de paar dagen dat Foley in de stad is. Opvallend detail is dat Jenny Summers rookt. Dit zien we maar één keer in de film gebeuren, maar is in de huidige cinema een zeldzaamheid.

Oordeel
Omdat de clichématige ingrediënten van een wraakfilm zijn vermengd met het comedytalent van Eddie Murphy en de karakteristieke personages worden neergezet door een groep acteurs die hun vak verstaan, biedt Beverly Hills Cop na bijna 25 jaar na de première nog steeds een luchtige en onderhoudende filmervaring. Ik krijg meteen zin om part deux te gaan kijken.

Meer film flashbacks:

Zie ook: Have a nerdy weekend!

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz (slot): Mr. Kurtz, I presume?

1. Inleiding
2. (De)Constructie van een personage
3. Stemmen over Kurtz
4. Kolonel Kurtz en zijn horrorWat blijkt nu als we alle indicatoren en aanwijzingen uit Apocalypse Now op een rijtje zetten? Kortom: wie is Kurtz? Met als bonus: wie bedacht wat?
Het personage Kurtz in Apocalypse Now is complex en kent meerdere lagen. In de film worden verschillende indicatoren gebruikt waarmee de kijker Kurtz kan construeren. De belangrijkste indicatoren zijn: de dialogen van personages, de actie en gebaren van Kurtz, het uiterlijk van Brando, diens stemgebruik en de mise-en-scène. Daarnaast gelden in het eerste deel van de film het dossier van Kurtz, Willards inzichten daarover en de briefing door generaal Corman als belangrijke indicatoren. Vooral in het eerste deel wordt de mythe van Kurtz vormgegeven.Deze mythe wordt in het tweede deel van de film bevestigd. Door de mise-en-scène en de manier waarop hij in beeld gebracht is wordt deze mythe nog eens versterkt. Door de schaduwrijke belichting wordt vooral het gezicht van Kurtz benadrukt en zien we telkens maar een deel van zijn lichaam. De rest is gehuld in schaduwen. Dit gaat overigens niet op voor de Redux-versie van de film. Daar zit een scène in waarin Brando in daglicht artikelen voorleest uit Time magazine. Hier zien we hem wel van top tot teen. Zijn dikke lichaam is echter bedekt door wijde kleding.Kurtz wordt bijna altijd geïsoleerd in beeld gebracht, dit maakt dat hij losstaat van de andere personages alsof hij buiten de realiteit staat. Door maar een deel van zijn lichaam te laten zien en dit lichaam op te delen in stukken, is Kurtz meer een overheersende aanwezigheid dan een mens. Dit versterkt het idee dat hij als koning of God regeert over de Montagnards.De Brando-factor
Door de manier waarop Brando Kurtz neerzet – met grote gebaren, zijn manier van praten en zijn forse lichaam – maakt dat Kurtz bigger than life is. Door de nadruk op zijn stem te leggen wordt dit idee alleen maar versterkt. Juist door deze narratieve middelen (cameravoering, licht, montage en de vertolking van Brando) voldoet de Kurtz die we aan het einde van de rivier aantreffen aan onze verwachtingen die opgeroepen zijn in het eerste deel van de film.In de preproductie fase wilde Brando van Kurtz een personage maken dat eerlijk, serieus, oprecht is en diepe gevoelens heeft. (Cowie 2000: 67.) Daarbij wilde hij dat Kurtz mysterieus is en dat de kolonel voor een groot deel van het verhaal onzichtbaar is, net als het personage uit Conrads boek. (Brando en Lindsey 1994: 302.) Tijdens de improvisaties in de opnameperiode besloot hij echter om Kurtz bigger-than-life te maken, een theatraal personage. (Cowie 2000: 78.)In feite gaan beide omschrijvingen op voor het personage Kurtz. Kurtz blijkt een dualistisch personage te zijn: aan de ene kant is hij een humane man en aan de andere kant is hij de doorgeslagen generaal die ondeugdelijke methoden hanteert. Zijn omslag is veroorzaakt door een traumatische ervaring. Deze ervaring met de horror van Vietnam heeft zijn ziel ziek gemaakt. Hij gelooft oprecht dat zijn manier van oorlog voeren de enige manier is om deze te winnen.Hekel aan leugens
Kurtz is een imposant iemand, die anderen weet te inspireren en te overtuigen. Daarnaast is hij een intelligente man die warme gevoelens koestert voor zijn zoon. Kurtz heeft een hekel aan leugens en walgt van de dubbele moraal die het leger hanteert. Hij wil dan ook dat zijn zoon de waarheid kent, dat hij begrijpt wat Kurtz heeft geprobeerd te doen.Kurtz is een tragisch figuur. Hij claimt dat hij buiten het oordeel van anderen valt. Zoals hij tegen Willard zegt, heeft Willard niet het recht om hem te veroordelen, maar wel een recht om hem te vermoorden. Hij ontkomt echter niet aan het oordeel dat hij over zichzelf velt. Kurtz doet wat in zijn ogen noodzakelijk is. Om het grotere doel te dienen, leeft hij los van menselijke emotie. Kurtz is zelf de belichaming van horror geworden. Maar juist daarom heeft hij een doodwens, omdat hij beseft dat zonder menselijkheid het leven leeg is.
Bonus: Wie bedacht wat?
Het maken van films is een collectief gebeuren. Hoe bepaalde stijlvormen tot stand komen, is soms moeilijk na te gaan, aangezien ieder departement iets toevoegt. Daarbij heb je als makers soms met verrassende factoren te maken.Zoals eerder beschreven, is Kurtz vooral gehuld in duisternis als hij voor het eerst echt aanwezig is in de film. De keuze om Brando in chiaroscuro uit te lichten en uit de duisternis op te laten komen, was het idee van cameraman Vitto Storaro. Afgezien van de symbolische betekenis was het ook erg praktisch om Brando zo te filmen. Omdat de acteur veel dikker was dan Kurtz zou moeten zijn, moest dit feit gemaskeerd worden. Door hem te hullen in duisternis en slechts delen van zijn lichaam te laten zien, lijkt Kurtz eerder een grote man dan een dikzak. In andere scènes is Brando soms wel ten voeten uit te zien, maar dan verhuld donkere wijde kleding zijn dikke lichaam. Soms zien we ook een stand-in in plaats van Brando.Overigens schrijft Brando in zijn autobiografie dat de manier van belichten, de creatie van Kurtz zoals we die in de film zien en de manier waarop hij geïntroduceerd wordt, geheel door hem bedacht zijn. Andere verslagen van de opnamen van Apocalypse Now spreken dit echter tegen. Natuurlijk heeft hij samen met Coppola Kurtz terplekke geïmproviseerd, maar dit gebeurde wel op basis van de scripts die voor de film geschreven waren, als mede op basis van Conrad’s werk. (Zie Brando en Lindsey 1994:302-304.)Brando’s acteerstijl: een kwestie van improviseren
De monologen van Kurtz zijn gemonteerd uit twee opnamen van ongeveer 45 minuten. Brando improviseerde de tekst. In de documentaire hearts of darkness zijn in de werkopnamen soms borden te zien waarop een deel van de tekst staat. Terwijl Brando zijn tekst improviseerde, kon hij Coppola’s commentaar horen via een zendertje in zijn oor. Cowie 2000: 80. William Hagen is van mening dat Kurtz een meer fysieke en visuele aanwezigheid is dan psychologische kracht heeft. Dit komt volgens hem doordat het personage ter plekke geïmproviseerd is door Brando. (Hagen 1988:299.)Ik denk eerder dat Kurtz juist wel psychologische kracht heeft door hoe hij in beeld is gebracht en de woorden die hij spreekt. Bovendien heeft Brando weliswaar veel geïmproviseerd op de set van Apocalypse Now, maar niet voordat hij en Coppola het eens waren over de psychologie van het personage. Literatuur
Brando, Marlon en Robert Lindsey. Brando: de autobiografie. Baarn: De Kern, 1994.

Bordwell, David en Thompson, Kristin. Film Art. An Introduction. 5th edition. New York: McGraw-Hill, 1997.

Cowie, Peter The Apocalypse Now Book. Faber and Faber LTD, 2000

Dyer, Richard. Stars. London: British Film Institute, 1998.Hagen, william M. ‘Heart of Darkness and the process of Apocalypse Now,’in: Kimbrough, Robert, ed. Heart of Darkness, third Norton critical edition. New York: Norton, 1988: 293-301.Rimmon-Kenan, Shlomith. Narrative Fiction. Contemporary Poetics. London: Methuen, 1983.

Categorieën
Film Filmrecensie

The Exorcist: The Beginning & Dominion

Twee keer dezelfde film, maar dan andersHet gebeurt niet vaak dat twee regisseurs met uiteenlopende stijlen hetzelfde script verfilmen. Dit is echter wel het geval met de prequels van The Exorcist. Dit biedt de unieke kans om Paul Schraders film Dominion: Prequel to the Exorcist te vergelijken met Exorcist: The beginning van Renny Harlin.Toen de horrorklassieker The Exorcist (1973) van William Friedkin in 2000 met succes werd uitgebracht als Director’s cut, kon een derde vervolg natuurlijk niet uitblijven. Er werd gekozen voor een prequel, een verhaal dat voor de oorspronkelijke film speelt. Hierin is Priester Merrin getraumatiseerd: de nazi’s lieten hem tien mensen kiezen die ter dood werden gebracht als represaille voor de moord op een Duitse soldaat. Van zijn geloof gevallen stort hij zich als archeoloog op het opgraven van een christelijke kerk uit de vijfde eeuw, verborgen in Oost-Afrika. Uiteindelijk komt hij hier oog en oog te staan met Het Kwaad zelf.

Regisseur Paul Schrader op de set.

Regisseur Paul Schrader werd ingehuurd om de film te verwezenlijken. Schrader heeft als schrijver van Taxi Driver (Scorsese, 1976) en regisseur van onder andere American Gigolo (1980) zijn strepen in Hollywood ruim verdiend. Toch was filmmaatschappij Morgan Creek niet tevreden met zijn interpretatie van het script. Renny Harlin werd ingehuurd om de film opnieuw te draaien als Exorcist: The beginning (2004).Psychologie versus actie
In grote lijnen is het bovenbeschreven verhaal gelijk gebleven. Schrader heeft er echter een psychologische film van gemaakt. Hij legt de nadruk op het schuldgevoel van Merrin en zijn reis terug tot het geloof. Schrader begint dan ook bij het voorval in WOII dat Merrins leven verandert. Harlin kiest ervoor deze gebeurtenis in stukken door de film te verweven. Het verschil is dat je bij Schrader weet dat alles wat Merrin doet voorkomt uit dit voorval. Bij Harlin is de onthulling het laatste stukje expositie dat uit de weg moet voordat de actie volledig de film overneemt.In Dominion is de horror incidenteel aanwezig. Schrader bedient zich van korte schrikmomenten en bouwt spanning op door middel van intercutting, door tussen de scènes te schakelen. Wanneer hij gebruik maakt van digitale effecten, worden de grenzen van het beperkte budget pijnlijk duidelijk. De digitale hyena’s overtuigen de kijker niet. Daar heeft Harlins versie veel minder last van. Harlin gebruikt meer standaard Hollywood horrortrucjes en leunt zwaar op effecten. Hij doet dit heel doeltreffend en in een hoog tempo, al is het allemaal wat voorspelbaar.Overdaad
Harlins stijl is minder fijnzinnig en in alles overdadiger. Dit maakt de eerste scène al duidelijk: een vliegend shot over een slachtveld na een heilige oorlog, waar honderden mensen omgekeerd gekruisigd zijn. Een interessant verschil is dat bij Schrader de Duivel veel verleidelijker wordt voorgesteld (hij biedt Merrin de kans om zijn geschiedenis te herschrijven). Daarentegen lijkt Harlins versie meer op het origineel, zeker wat de uitdrijving van de Duivel betreft. In het laatste shot loopt Merrin richting het Vaticaan. Hij lijkt met zijn zwarte jas, hoedje en koffertje, precies op de oudere versie uit de oorspronkelijke Exorcist.

Uit welke van de twee films zou deze foto komen?

Accentverschil
Bij Harlin is er sprake van een onemanshow: Merrin staat centraal in beide films, maar in The beginning zijn de overige personages meer bijfiguren. Hierin is de jonge priester Francis voornamelijk kanonnenvlees terwijl hij in Schraders versie uiteindelijk de man is die Merrin dwingt om het exorcisme uit te voeren. Een leuk detail is dat een deel van de cast in beide films hetzelfde is. Merrin wordt vertolkt door Stellan Skarsgård en ook Antonie Kamerling speelt in beide versies de nazi Kessel (al zet hij zijn Duits accent bij Harlin dikker aan). Het zou te makkelijk zijn Harlins versie volledig af te wijzen, want voor beide interpretaties valt een lans te breken. Wie wil griezelen kan bij Harlin terecht, wie meer subtiliteit en diepgang wil moet bij Schrader zijn. Overigens overtreft geen van de films het ijzersterke origineel.

Categorieën
Film Strips

Have a nerdy weekend!

Van de week in de brievenbus gevonden: de dvd boxset van de drie Beverly Hills Cop-films, The Walking Dead Vol. 5 én Comic Creators on Spider-Man. Het perfecte pakketje om de kantoorpolitiek van de werkweek te vergeten. Het weekend kan beginnen. Beverly Hills Cop
Bij toeval kwam ik laatst op YouTube een achter-de-schermenspecial tegen over Beverly Hills Cop II. Toen ik jong was keek ik de videotapes van deze reeks actiekomedies van Eddie Murphy geheel grijs. Fantastisch vond ik de verbale schermutselingen tussen de straatslimme smeris Axel Foley en de agenten in Beverly Hills. Sindsdien is Eddie Murphy nooit meer zo grappig geweest. De special deed me uren kijkplezier herinneren. Ik kon de verleiding dan ook niet weerstaan de dvd-box online te bestellen. Ik ben benieuwd hoe mijn volwassen versie tegen deze trilogie aan kijkt. (Een artikel hierover staat gepland.)

Zelfs als je een film tig keer hebt gezien, biedt een nieuwe viewing vaak nieuwe ontdekkingen. De film is in principe hetzelfde, maar de kijker is wel in de loop der jaren veranderd en heeft meer ervaringen op het netvlies zitten. Zo zag ik laatst de film The Paper (Ron Howard, 1994) weer eens. Het verhaal kon ik me nog herinneren en bood dus weinig nieuws, maar omdat ik tegenwoordig zelf bij de webredactie van een tijdschrift werk, keek ik wel heel anders naar de werksituatie van de journalisten in de film.

The Walking Dead vol 5: The Best Defense
In deze langlopende stripserie wordt een groep mensen gevolgd die zich staande probeert te houden tegen een overmacht aan zombies. Hoewel het verhaal enkele griezelmomenten kent, is het vooral de studie naar het handelen van de mens in extreme omstandigheden die centraal staat. Robert Kirkman heeft een horror-soap geschreven vol verrassende wendingen, uiteenlopende personages en genoeg gore om de horrorliefhebber te bedienen. De strip is in sfeervol zwart-wit gepend door tekenaars die hun vak verstaan. Aanrader. (Nuff said – liefhebbers van goede comics én horror mogen er best een leesuurtje aan wagen. Je raakt gegarandeerd verslaafd.)

Comics Creators on Spider-Man
Goed, nerdiër dan dit kan haast niet, maar ik geniet altijd erg van de verhalen van mensen uit de film-, muziek- en stripindustrie. Tom DeFalco interviewde vakbroeders als Stan Lee, Marv Wolfman, Gerry Conway, Roger Stern en John Romita Sr. over hun werk aan de Spiderman-comics. De liefhebber leest over hoe het er bij Marvel Comics aan toe gaat, hoe de schrijvers en tekenaars te werk gaan en hoe de stripmakers tegen de muurkruiper aankijken. (Een recensie volgt later.)

Have a Nerdy weekend!

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz (4): Kolonel Kurtz en zijn horror

De performance van Marlon Brando onder de loep genomen1. Inleiding
2. (De)Constructie van een personage
3. Stemmen over KurtzTijdens de eerder beschreven gebeurtenissen tijdens Willards reis en het dossier over Kurtz zijn we al heel wat te weten gekomen over deze afvallige kolonel. Door Willards commentaar op de waanzinnige belevenissen in de oorlog zorgen ervoor dat we begrip krijgen voor de standpunten van Kurtz, zeker als we personages als Kilgore als vergelijkingsmateriaal nemen. Nu wordt het tijd om Kurtz te ontmoeten en te analyseren hoe Marlon Brando hem heeft neergezet.Het uiterlijk van Kurtz: de Brando-factor
Regisseur Coppola had veel moeite om Brando te krijgen voor de rol van Kurtz. Tijdens de onderhandelingen heeft hij zelfs gezegd dat hij net zo goed Jack Nicholson, Al Pacino of Steve McQueen voor de rol kon nemen. Dat het uiteindelijk Brando is geworden, is allesbepalend voor het personage Kurtz. Wanneer Al Pacino hem gespeeld zou hebben, dan zou Kurtz een heel ander personage geworden zijn.James F. Scott heeft in Film: The Medium and the maker (1975: 247-251) een studie gemaakt van Brando en de Method; hij schaart Brando onder die acteurs die in essentie in elke film hetzelfde zijn. Als Brando een personage speelt, zien we eigenlijk gewoon Brando. Daarmee zijn Kurtz en Brando vergroeid tot een personage. Anders gezegd: Brando is Kurtz.Stertekst
Dit betekent dat de stertekst Brando een duidelijke indicatie is voor wie Kurtz is: rollen die de acteur eerder heeft gespeeld, zoals die van de rebel in vroeger werk kunnen de interpretatie van Kurtz kleuren. James Naremore schaart Kurtz onder het rijtje gestileerde imperialistische schurken die Brando heeft gespeeld in onder andere The Ugly American (George Englund, 1963) en Burn! (Gillo Pontecorvo,1969).( Naremore 1988:196.)

Het is moeilijk te bepalen of Brando’s imago nu een perfect fit is met Kurtz of juist problematisch, aangezien Coppola het personage herschreef voor en met Brando.Toen de te dikke Brando op de set verscheen besloot Coppola om Kurtz te maken als een man die toegeeft aan zijn zinnen. ‘I instantly thought I’d play him as fat, and show him as a guy who’d gone to seed,’ zegt Coppola in Cowie’s book. (Cowie 2000:77.)De stem van Kurtz en Brando’s lichaamstaal
Hoewel we Kurtz pas in de laatste 20 minuten van Apocalypse Now zien, wordt zijn aanwezigheid in de hele film gevoeld. Zijn angstaanjagende stem in de briefingscène is hier voor een groot deel verantwoordelijk voor. In de ondervragingsscène waar we hem eindelijk in levende lijve zien, horen we ook eerst alleen die stem:Willard wordt binnengebracht in de tempel en Kurtz ligt op bed, hij is gehuld in duisternis. Tijdens de ondervraging van Willard komt hij overeind, en langzaam komt hij uit de duisternis te voorschijn: eerst zien we de vorm van zijn hoofd, daarna zijn handen en uiteindelijk zijn gezicht. Brando is gefilmd in Chiaroscuro ook wel clair obscur genoemd. Dit is een bepaalde meestal ‘dramatische’ licht/schaduwverdeling. Het felle licht komt van één lichtbron, de rest van het shot is gehuld in duisternis. Het moment dat zijn gezicht te zien is, is extra dramatisch doordat Kurtz dan Willard op zijn plaats zet: ‘You’re an errand boy, sent by grocery clerks to collect a bill’. Nu kijkt Kurtz Willard voor het eerst goed aan: in zijn ogen kunnen we de waanzin die hem beheerst lezen. Als Kurtz vraagt of Willard zijn methoden ondeugdelijk vindt, antwoordt die dat hij helemaal geen methode kan ontdekken.Small talk?
Het is interessant dat Kurtz eerst wil weten waar Willard vandaan komt, alsof hij voorzichtig wil beginnen met smal talk. Het verhaal over de Gardenia plantage op de rivier van Ohio is een metafoor. Kurtz zegt dat het daar net de hemel op aarde leek door al de mooie kleuren van de bloemen langs de rivier. Dit beeld is de antithese van de reis die Willard net heeft doorgemaakt: aan het einde van de rivier in Vietnam wacht niet de hemel, maar de hel.Brando spreekt op een zwaarwichtige toon; zijn stem is indrukwekkend. Zijn manier van spreken bepaalt het tempo van de film wat Brando/Kurtz extra kracht geeft. Hij praat langzaam: hij spreekt zijn zinnen niet in een adem, maar breekt deze op in stukken. Als Kurtz spreekt wordt er geluisterd. Zijn stem heeft autoriteit. Dit verklaart waarom hij zijn leger de vreemdste en verschrikkelijke orders kan laten uitvoeren.Gebaren en actie
De lichaamstaal van Brando is erg belangrijk. Juist in de ondervragingsscène, waar hij weinig bewegingsvrijheid heeft, maakt Brando maximaal gebruik van lichaamstaal. Door middel van gebaren beeldt hij uit wat er in het hoofd van Kurtz omgaat. Omdat zijn manier van praten constant is, kunnen we daar niet uit afleiden of hij geraakt wordt door wat Willard zegt. Als Willard vertelt dat de legerleiding vindt dat Kurtz volledig gek geworden is, maakt Brando een vuist. Met dit dramatische gebaar geeft hij aan dat het hem toch wat doet dat men hem als een gek beschouwd, ook al zegt hij zelf dat hij vrij is van de meningen van anderen.Wassen
Het wassen van zijn hoofd is minder subtiel, hoewel over de betekenis daarvan gediscussieerd kan worden. Het zou gezien kunnen worden als metafoor voor het wegwassen van de zonde. Seymour Chatman (artikel ‘2½ versions of Heart of Darkness’) ziet het wassen van Kurtz hoofd als een verbeelding van de scheiding van Kurtz en de leugens van het leger:

‘The shorn skull epitomizes Colonel Kurtz’s separation from all the muddied efforts of the ordinary army to ‘solve’ the Vietnamese ‘problem.’ As he cups his hands and washes his head, he seems to demonstrate a mania to cleanse himself and his mission, but to do so through merciless violence. (Chatman 1997: 213)

Dat Kurtz zijn rug heeft gekeerd naar het leger is duidelijk, toch vermoed ik dat Chatman te veel betekenis leest in de gebaren van Kurtz. Het zou net zo goed kunnen betekenen dat hij zijn hoofd was om wat af te koelen van de tropische hitte of omdat hij koorts heeft. Kurtz in Heart of darkness is dodelijk ziek. Er is echter een aanwijzing dat dit ook voor Brando’s Kurtz opgaat. Als Willard in de houten kooi zit en Hopper hem water geeft, zegt Hopper dat hij denkt dat Kurtz stervende is. Dit zou ook een verklaring kunnen zijn waarom Kurtz überhaupt toelaat dat Willard hem vermoordt. Kurtz voelt zich verscheurd van binnen door de horrors die hij heeft gezien en door de veranderingen die hij heeft doorgemaakt. Dit maakt de moord een daad van euthanasie, want Kurtz wil dood: hij wil van de pijn af. Zoals Willard zegt als hij naar de tempel sluipt om zijn opdracht uit te voeren:

“Everybody wanted me to do it, him most of all. I felt like he was up there, waiting for me to take the pain away. He just wanted to go out like a soldier, standing up, not like some poor, wasted, rag-assed renegade. Even the jungle wanted him dead, and that’s who he really took his orders from anyway.”

De Method
Het wassen van het hoofd is een typische Brando-techniek. Brando gebruikte vaak voorwerpen of gebaren om eigenschappen of gevoelens van zijn personage uit te drukken. Brando wordt gezien als schoolvoorbeeld van de Method. Deze acteermethode is afgeleid van de leer van Stanislavsky, waarin de acteur het personage van binnenuit speelt. Het personage wordt geconstrueerd vanuit zijn psychologie en onderbewuste, waardoor het personage zelf belangrijker wordt dan de plot.Dit is duidelijk het geval in Apocalypse Now. Brando en Coppola zaten dagenlang te praten om de psychologie van Kurtz uit te dokteren. Toen Brando een duidelijk idee van het personage had, konden ze gaan draaien. De scènes van Kurtz zijn het resultaat van Brando’s improvisatie.Brando beweegt niet veel en zet Kurtz neer als een massief figuur. Hierdoor straalt Kurtz kracht uit en wordt er tevens nadruk gelegd op zijn gebaren. Er zijn echter ook momenten dat Kurtz een ongekende snelheid vertoont. Hij is immers in staat om Chef te overmeesteren en diens hoofd af te hakken. Dit zien we niet in de film. Wel zijn we getuige van het moment dat Kurtz in de nacht voor Willard verschijnt. Willard zit op dat moment vastgebonden. De twee mannen kijken elkaar aan, alsof ze elkaars kracht inschatten. Kurtz kijkt op Willard neer, alsof hij de sterkste is van de twee. Kurtz mond staat strak, met de hoeken naar beneden, alsof hij betreurd wat hij heeft moeten doen. Dan loopt Kurtz om Willard heen, en gooit heel achteloos het hoofd van Chef in zijn schoot. Dit is een duidelijk signaal aan Willard, dat Kurtz niet met zich laat sollen.Filosoof en moordenaar
De moord op Chef is een van de weinige momenten dat we ook werkelijk de meedogenloze kant van Kurtz zien; in de rest van de film wordt deze alleen gesuggereerd. In de twee scènes waarin hij tegen Willard praat of wanneer hij gedichten voorleest, lijkt hij een innemende man die nadenkt over het leven. Dat Kurtz het hoofd bijna achteloos weggooit, geeft aan dat hem weinig doet. Bovendien is het een gewoonte van Kurtz om hoofden af te hakken: rond de tempel liggen vele hoofden. Ook hangen er hier en daar wat lichamen. Dit vertoon van meedogenloze moordlust wijst op wat Rimmon-Kenan een actie uit gewoonte noemt. De omgeving waarin Kurtz leeft, de omgeving rond de tempel en het bouwwerk zelf, zijn duidelijke indicatoren van het personage. Terwijl dode lichamen een indicatie zijn voor zijn moordlust, ondersteund de tempel het idee dat hij god is, en zich als zondanig gedraagt.In de tempel kijkt Willard naar de spullen van Kurtz, deze zien we via zijn point of view: Kurtz z’n uniform en medailles, de bijbel, een exemplaar van The Golden Bough van James Frazer en From ritual to romance van Jessie L. Weston. Er hangen wat foto’s van zijn gezin op de muur. Het uniform en de foto’s staan los van Kurtz, hij heeft ermee gebroken. Zoals Willard zegt. ‘He broke from them [his family] and then he broke from himself.’Metafoor voor moord
De legende van de Fisher King uit The Golden Bough en From ritual to romance is een metafoor voor de moord op Kurtz door Willard. In deze mythe is de Fisher King ziek waardoor zijn volk onvruchtbaar is geworden en zijn land tot een woestenij is veranderd. Een moordenaar vaart de rivier op om de koning te vermoorden. Dan neemt de moordenaar de rol van de koning over. Cowie 2000: 80 en Fuller 2001:np.) Als Willard Kurtz heeft vermoord, komt hij de tempel uit. Het volk van Kurtz knielt voor hem en gooit in navolging van Willard de wapens op de grond. Willard zou de plaats van Kurtz kunnen innemen, maar besluit uiteindelijk om het hart der duisternis te verlaten.
Wat Kurtz zegt,
geldt als een van de belangrijkste indicatoren voor zijn karakter en zijn motieven. De tweede monoloog van Brando heeft veel weg van een bekentenis. Het is de langverwachte verklaring voor de daden van Kurtz: het is een antwoord op de vraag waarom hij het leger de rug heeft toegekeerd. Het was zijn ervaring, de confrontatie met de horror, dat hem het grote inzicht gaf. Kurtz spreekt:

“I’ve seen horrors…horrors that you’ve seen. […] Horror has a face. And you must make a friend of horror. Horror and moral terror are your friends. If they are not then they are enemies to be feared. They are truly enemies. I remember when I was with Special Forces. Seems a thousand centuries ago. We went into a camp to inoculate the children. We left the camp after we had inoculated the children for Polio, and this old man came running after us and he was crying. He couldn’t say. We went back there and they had come and hacked off every inoculated arm. There they were in a pile – A pile of little arms. And I remember…I…I…I cried…[…] And I want to remember it. I never want to forget it. And then I realized…like I was shot…Like I was shot with a diamond…a diamond bullet right through my forehead. And I thought: My God – the genius of that. The genius. The will to do that. Perfect, genuine, complete, crystalline, pure. And then I realized they were stronger than we. Because they could stand that. These were not monsters. These were men, trained cadres. These men who fought with their hearts, who had families, who had children, who were filled with love. But they had the strength, the strength to do that. If I had ten divisions of those men our troubles here would be over very quickly. You have to have men who are moral and at the same time who are able to utilize their primordial instincts to kill without feeling without passion, without judgement. Because it’s judgement that defeats us.”

Verschrikkingen als vriend
Terwijl Kurtz dit zegt, staart hij met zijn ogen in de ruimte. Alsof de gebeurtenissen zich in zijn hoofd opnieuw afspelen. De ervaring van de berg afgerukte armpjes die ingeënt waren, zorgde ervoor dat er ‘iets’ in Kurtz knapte. Vanaf dat moment maakte hij zich los van het leger omdat hij beseft dat de oorlog alleen te winnen valt als men bereid is om tot het uiterste te gaan. Het Amerikaanse leger durft dit in zijn ogen niet. Je moet doen wat nodig is en mag niet oordelen als je zelf niet de horror hebt meegemaakt. Zoals Kurtz zegt: ‘It’s impossible for words to describe what is necessary to those who do not know what horror means.’Je moet van de horror je vriend maken, vindt Kurtz. Je moet alle menselijke gevoelens uitschakelen – dus zonder oordeel durven handelen – want alleen zo ben je onverslaanbaar. Kurtz’s inzicht verklaard zijn ‘ondeugdelijke’ methoden. Het Amerikaanse leger leeft met een dubbele moraal, men vecht voor een leugen. Vlak voordat Willard hem vermoordt zegt Kurtz dat de soldaten worden getraind om mensen te bombarderen, maar tegelijkertijd mogen ze geen ‘fuck’ op hun vliegtuigen schrijven omdat dit obsceen zou zijn. Dit sluit aan bij de tweede bandopname van Kurtz als hij vraagt hoe we de situatie moeten benoemen waar de moordenaars de moordenaar beschuldigen. De dubbele moraal wordt ook verbeeld in de eerder besproken scène op de sampanboot.E.N. Dorall (in het artikel ‘ Conrad and Coppola: different centres of darkness’) ziet in de horror een verklaring voor de sterfwens van Kurtz: ‘[Kurtz] has discovered that the consequence of rejecting his humanity to live and fight like an animal is that life has become meaningless and empty. He has faced the challenge of darkness only to be engulfed by it.’ (Dorall 1988: 307.) Omdat het leven voor Kurtz geen zin meer heeft, wil hij dood. Hij heeft Willard laten leven zodat deze zijn wens kan uitvoeren.

Next: Het sluitstuk van Brando’s Kurtz.

Categorieën
Film Strips

Roger Cormans Fantastic Four

Fantastic Four van Tim Story uit 2005 en het vervolg Rise of the Silver Surfer, zijn niet de enige films die van dit superheldenteam zijn gemaakt. In 1994 regisseerde Oley Sassone een filmversie van de strip. Filmveteraan Roger Corman was producent.Corman is legendarisch in B-filmland en heeft ruim vierhonderd low budget films op zijn naam staan, waarvan de meeste binnen enkele dagen zijn opgenomen.

Mager budget
Volgens de legende rond de Cormans Fantastic Four-film werd de film in aller haast gemaakt omdat de producent de rechten over de personages binnen afzienbare tijd zou verliezen. De film werd met een mager budget gemaakt van rond een miljoen dollar. (Volgens Wikipedia 1,5 miljoen overigens.) En dat is overal aan af te zien. Vooral de specialeffects moeten het ontgelden. Wanneer Johnny Storm aan het einde van de film eindelijk doorheeft hoe hij als een menselijke toorts kan vliegen, is duidelijk te zien dat hij geanimeerd is. Toch zien de meeste tekenfilmfiguren er beter uit. De film heeft dus dat typische B-filmgevoel waar Cormans producties bekend om zijn. (Mijn favoriete reeks van Corman zijn de Edgar Allan Poe-verfilmingen waarin Vincent Price de hoofdrol speelt.)

Fantastic soap
De film van Corman heeft nooit de bioscoop gehaald. Na de eindmontage werd de film op de plank gelegd om nooit uitgebracht te worden. Volgens de geruchten is de film opgekocht door Fox of Marvel zodat er later een serieuze verfilming van de strip gemaakt kon worden – de film van Tim Story dus. Overigens is Dr. Doom in beide films de vijand van het fantastische viertal, al krijgen ze het in de Corman-versie ook nog eens aan de stok met Mole Man. Ondanks alle inspanningen van de makers blijkt het soapachtige verhaal rond Cormans Fantastic Four, dat vol intriges zit, boeiender te zijn dan de film zelf.

Voor een indruk zie de trailer hieronder:

Lees ook: De oorsprong van de Fantastic Four.

Categorieën
Film Filmrecensie

Stranger than fiction

Penny Escher: I’m Penny, I’m Kay’s assistant.
Harold Crick: Oh, I’m Harold. Her main character.

Wat doe je als schrijver wanneer het hoofdpersonage van je literaire meesterwerk in de wording bij je aanklopt en vraagt of je hem alsjeblieft niet van kant wil maken? Klinkt dat raar? Wie de film Stranger Than Fiction gezien heeft, weet dat het nóg vreemder kan. Stranger Than Fiction is zo’n film die, als je niet oppast, een filmjehova van je maakt. Na het zien van deze flick had ik in ieder geval de neiging om iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in boeiende films te overtuigen deze te gaan zien. Maar in plaats van bij je aan te bellen schrijf ik dit stukje. Natuurlijk moet iedereen voor zichzelf weten wat hij wel of niet doet, maar hier zijn vier redenen waarom ik deze flick interessant vind.Daar gaat ie:
1. Will Ferrell is vooral bekend van de losers die hij speelt in komedies. Nu zet hij overtuigend een dramatische rol neer in een film die schommelt tussen drama en comedy. Harold Crick, een belastinginspecteur die geobsedeerd is met cijfers, blijkt een sympathiek personage te zijn, wiens lot ons allen aangaat. Iedere acteur die een belastinginspecteur weet neer te zetten als een sympathiek en liefdevol personage, verdient een fucking Oscar. Ferrell maakt van Crick een volwassen man met de onschuld van een jongetje die op vooravond van zijn dood, eindelijk leert hoe hij moet leven. 2. Ooit wel eens het gevoel gehad dat je leven als een slechte film verliep waarin jij de hoofdrol speelde? Schrijver Zach Helm werkte dit idee op ontspannen en ontroerende wijze uit. Het verhaal van Stranger Than Fiction is een lichte mind-fuckfilm, zoals Being John Malkovich (1999) en Adaptation (2002), geregisseerd door Spike Jonze en beide geschreven door Charlie Kaufman. Helms script speelt niet alleen op inventieve wijze met de regels van het fictie schrijven, het bevat ook menig gevatte dialoog. Zoals deze:

Penny Escher: [seeing Eiffel smoking a lot of cigarettes] You know there’s something called a nicotine patch.
Kay Eiffel: I don’t need a nicotine patch. I smoke cigarettes.

3. Helm zet met deze zwarte komedie enkele personages neer die ieder hun eigenaardigheden hebben. Professor Jules Hilbert (Dustin Hoffman) slurpt het ene kopje koffie na het andere op en weet terloops heel wat expositie uit te spuwen. Schrijfster Karen Eiffel (Emma Thompson) is een neurotische roker geobsedeerd met de dood. Niet zo gek dus dat alle helden uit haar romans aan het einde van het verhaal hun laatste adem uitblazen. Het zijn juist dit soort eigenaardigheden die maken dat je van de personages gaat houden. 4. Maggie Gyllenhaal speelt de lieflijke koekjesbakker Ana Pascal. Crick komt bij haar langs omdat ze belasting heeft ontdoken. Of nu ja, ze heeft een ruime twintig procent te weinig betaald. Precies het percentage wat de Amerikaanse regering uitgeeft aan zaken als oorlog en onderdrukking. Pascal is begaan met de wereld en weet deze een beetje zoeter te maken door zelfgemaakte koekjes te verkopen. Niet alleen het hart van Crick smelt als chocolade in de oven, ook het hart van deze filmkijker zwijmelt mee met Maggie. Fuck diabetes! Voor deze dame zou ik me ziek eten aan koekjes. Is er dan niets mis met deze film? Sommige critici zullen zeggen dat het jammer is dat een onconventioneel verhaal toch een wat voorspelbaar einde heeft. Of dat het verhaal een Charlie Kaufman rip off lijkt. Anderen zullen misschien zeggen dat het allemaal wel wat braaf is en er meer venijn in de mix had mogen zitten. Die mensen moeten maar naar het naargeestige Ober (2006) kijken. In deze waar-is-de-prozac?-film van Alex van Warmerdam wordt met hetzelfde thema gestoeid, al weet de regisseur geen maat te houden en vergeet hij het ingrediënt comedy in deze gitzwarte film te stoppen. Nee, geef mij maar Stranger Than Fiction. Deze film laat de hersenen op een aangename manier pruttelen… en ik heb gek genoeg enorme trek in chocoladekoekjes gekregen.Lees ook (of niet): Droomvenster.

Categorieën
Film

Column: Liever dvd dan hangjongeren

Sommige films worden beter als je ze vaker bekijkt. Toen ik van de week Casino Royale op dvd bekeek, vond ik deze plezieriger dan de eerste keer in de bioscoop. Maar goed, ik zat nu ook comfortabel in mijn stoel met een drankje en wat snacks. Wat dat betreft ben ik steeds meer een dvd-mens aan het worden en bezoek ik steeds minder graag de bioscoop.

Mooi leeg is niet lelijk.

Goed, een mooi opgenomen film komt het beste tot zijn recht op een groot canvas. Een 3D-animatiefilm als Beowulf ontleend zijn bestaansrecht zelfs volledig aan de cinema-ervaring, daar je alleen naar zo’n film gaat voor het visueel spektakel. Veel films zijn immers een kwestie van mooie plaatjes kijken. Daarom is het zo jammer dat ik al een tijd niet meer lekker in de bioscoop zit. Er zijn te veel factoren in de zaal die een pure filmbeleving tegenwerken: rumoerige hangjongeren die overal doorheen moeten schreeuwen, mobieltjes die per se opgenomen moeten worden, eeuwigdurende reclames en onnodige pauzes. In je privébioscoop heb je daar allemaal geen last van en kun je je ontspannen concentreren op de film.Toen ik laatst in de bijna lege zaal vier van Tuschinski naar Gone Baby Gone zat te kijken, was het wel heerlijk toeven in de bioscoop. Het was een rustige maandagmiddag en er zat ongeveer zes man in de zaal. Niet echt een situatie die de bioscoopeigenaar wenselijk acht, want weinig inkomens, maar de film kwam zo echter wel goed tot zijn recht.
Spektakel
Ik vraag me ook serieus af of sommige films niet gewoon thuis beter lijken doordat je niet gestoord wordt. Voor Spider-Man 3 gold dat wel: hoewel dit nog steeds de zwaktste film in de reeks is, was de film meer genietbaar nu ook daadwerkelijk de dialogen te horen waren. Tijdens de bioscoopvoorstelling zat de zaal vol met luidruchtige neanderthalers, wat het kijken er niet leuker op maakte.
Casino Royale is echter, ook los van de thuissituatie, een onderhoudende flick. In ieder geval onderhoudend voor een aflevering uit een voorspelbare filmreeks die een strakke formule volgt. (Zie voor uitgebreidere recensies: Bond mag met pensioen en Daniel Craig is de perfecte James Bond.)

Harde klappen
Toch weten door actiescènes gedreven films mij steeds minder te boeien. Op de een of andere manier klikt mijn verstand op nul als ik voor een langere tijd mensen heen en weer zie springen of auto’s door straten zie racen. Misschien dat ik daarom ook geen sport kijk.Films over sport vind ik daarentegen wel weer fascinerend. Echte bokswedstrijden zijn immers nooit zo spannend als de nagespeelde scènes in boksfilms. Scènes waarin allerlei filmtechnieken worden gebruikt om de strijdende sporters zo meeslepend mogelijk in beeld te brengen. Harde vuisten die in slow motion de tegenstander van oorverdovende – in de geluidsstudio nagemaakte – klappen voorzien. Gelukkig is dat spektakel ook heel goed vanaf de bank te bekijken.Tot slot…
Mocht een film toch niet boeien, dan heeft thuis kijken nóg een voordeel: met alle gemak stop je een nieuw schijfje in de speler, of zet je de televisie uit om je met YouTube te vermaken.Gerelateerd: Droomvenster, Beowulf, the trouble with trilogies en (soort van) gerelateerd: Geluidsgeweld in het OV.

Categorieën
Film Filmrecensie

Gone Baby Gone

Meeslepende film met een prachtige castGone Baby Gone is het ijzersterke regiedebuut van acteur en scenarist Ben Affleck. Hoewel hij sinds het schrijven van Good Will Hunting (samen met Matt Damon) de pen niet meer heeft opgepakt, heeft Affleck samen met co-auteur Aaron Stockard een doortimmerd script afgeleverd.In het verhaal, gebaseerd op de roman van Dennis Lehane, krijgen Patrick Kenzie en Angie Gennaro de opdracht een vermist meisje te vinden. Ondanks dat dit privé-detective paar normaliter alleen wanbetalers opspoort, nemen ze deze mediagevoelige zaak aan: het meisje woont bij hen in de buurt en Kenzie kent de aan drugsverslaafde moeder nog van de middelbare school. Al snel blijkt een lokale drugsdealer iets met de verdwijning van het meisje te maken te hebben. De waarheid zit echter ingewikkelder in elkaar dan dat ze op het eerste gezicht leek.
Ethische dilemma’s
Wat volgt is een intrigerende ontrafeling waarbij enkele enerverende ethische dilemma’s op delicate wijze worden verhaald. Wanneer moet je kinderen beschermen tegen slecht ouderschap? Is het geoorloofd om de regels van de wet te overtreden om recht te doen? De keuzes die de personages maken geven genoeg stof voor een discussie na afloop van de film.
Zo opgeschreven klinkt de film wellicht clichématig, maar Affleck weet vriend en vijand te verrassen met een film die tot het laatste frame intrigeert. De kracht van Gone Baby Gone zit hem in de setting en de cast. Affleck castte broertje Casey in de rol van Patrick Kenzie. Casey zet Kenzie neer als een straatslimme detective die bereid is te doen wat hij juist acht en daar de consequenties van durft te dragen. Ed Harris en Morgen Freeman vertolken mooie karakterrollen. De ondersteunende cast bestaat uit sprekende ruwe koppen die de onderste laag van de arbeidersklasse in Boston vertolken.

Morgan Freeman, Casey Affleck en de mooie Michelle Monaghan.

Affleck leidt de kijker vakkundig door de verschillende plotkronkels en zet een ruw-realistische wereld neer zonder terug te vallen op goedkoop effectbejag. Gone Baby Gone is een prachtig regiedebuut. Ik hoop dat Ben snel weer op de regiestoel plaatsneemt.Meer Ben Affleck? Lees over Hollywoodland & Chasing Amy.

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz (3): Stemmen over Kurtz

1. Inleiding2. (De)Constructie van een personageIn het eerste deel Apocalypse Now krijgen we veel informatie over Kurtz door de dialogen van personages en het dossier over hem dat Willard leest. Als we Kurtz eindelijk ontmoeten in het laatste deel van de film, weten we al heel veel over dit personage.
Voordat we Kurtz voor het eerst echt zien, overheersen de indicatoren van zijn karakter die Rimmon-Kenan directe definities noemt. In het eerste deel neemt de stem van Kurtz een speciale plaats in: deze horen we op een bandopname tijdens de briefing scène waarin Willard zijn opdracht krijgt. Willard wordt ontboden bij generaal Corman en krijgt tijdens de lunch twee bandopnamen van Kurtz te horen. In de eerste opname vertelt Kurtz over een droom die hij had: een slak kroop op de scherpe rand van een scheermes. Kurtz stem klinkt rustig, filosofisch bijna, maar ergens klinkt er iets beangstigends in zijn stem. Op de tweede opname zegt Kurtz het volgende:

“We must kill them. We must incinerate them. Pig after pig, cow after cow, village after village, army after army. And they call me an assassin. What do you call it when the assassins accuse the assassin? They lie.. they lie and we have to be merciful for those who lie. Those nabobs. I hate them.
How I hate them…”

De carrière van Kurtz
Tijdens de briefing scène zijn er drie belangrijke indicatoren van het Kurtz personage: de eerste is zijn stem, de tweede indicator is hoe de mannen reageren op die stem en de derde indicator is de carrière van Kurtz. Wanneer de stem van Kurtz de ruimte vult, voelen de officieren zich niet comfortabel. Hij spreekt op een kalme toon over de ergste dingen. Uit de gesproken tekst wordt duidelijk dat Kurtz een hekel heeft aan de dubbele moraal die het leger kennelijk hanteert. De woorden van Kurtz staan in schril contrast met de carrière die hij zorgvuldig heeft opgebouwd. Over de glansrijke carrière van Kurtz wordt tijdens de lunch verteld. We horen dat hij een uitstekende officier was. Generaal Corman omschrijft hem als: ‘Een goede man met een gevoel voor humor’. Nadat Kurtz bij de special forces in dienst trad, veranderde hij. Zijn methoden werden ‘ondeugdelijk’ (unsound). Op een gegeven moment is hij de grens naar Cambodja overgestoken met zijn leger bestaande uit Montagnards, de inheemse bevolking. Dit leger aanbidt hem alsof hij een god is en volgt al zijn orders op – hoe belachelijk deze ook zijn. Willard moet Kurtz doden omdat het leger geen controle meer over hem heeft; hij opereert op eigen houtje en laat de meest verschrikkelijke moorden uitvoeren. Waarom Kurtz opeens van koers veranderd is specificeert generaal Corman niet, maar hij geeft de volgende ‘verklaring’:

“In this war, things get confused out there, power, ideals, the old morality, and practical military necessity. Out there with these natives it must be a temptation to be god. Because there’s a conflict in every human heart between the rational and the irrational, between good and evil. The good does not always triumph. Sometimes the dark side overcomes what Lincoln called the better angels of our nature. Every man has got a breaking point. You and I have. Walter Kurtz has reached his. And very obviously, he has gone insane.”

Later op de boot vat Willard dit heel mooi samen. Hij en Chef zijn net ontsnapt aan de klauwen van een tijger. Hier leren we dat als je van de boot gaat, de horrors je opwachten. Willard zegt dan dat je alleen maar van boord moet gaan als je bereid bent tot het uiterste te gaan. Hij zegt dat Kurtz van boord is gegaan en alles achter zich gelaten heeft. Hier kunnen we uit afleiden dat Kurtz bereid is tot het uiterste te gaan: hij heeft de ‘horrors’ getrotseerd.Overigens is hierin natuurlijk ook een commentaar op de Vietnam-oorlog te lezen. De gekte en de waanzin waarmee de soldaten werden geconfronteerd. Door Willard op zijn reis te volgen, biedt Coppola de kijker een blik op deze waanzin. Kurtz’ dualisme
De stem van generaal Corman heeft autoriteit en is daarom volgens Rimmon-Kenan een betrouwbare bron van informatie. Zij noemt dit een authoritative voice. (Rimmon-Kenan 1983: 60) De generaal laat een foto zijn waarop een smetteloze Kurtz in uniform te zien is. Een beeld dat goed past bij de smetteloze carrière die door de generaal verhaald wordt. Dit beeld biedt een mooi contrast met de woorden van Kurtz die we op de tape horen en duidt daarmee aan dat Kurtz wel degelijk veranderd is. Met de foto en de bandopnames wordt zijn dualistische karakter in een scène op tafel gelegd. Willards perspectief
Tijdens Willards reis op de rivier leest hij regelmatig in het dossier van Kurtz. Dit is de belangrijkste informatiebron voor dit deel van de film. Toch krijgen we de informatie niet droog voorgeschoteld, omdat alles geïnterpreteerd wordt door Willard. Daarbij voorziet hij ons van zijn eigen inzichten: hij reflecteert op de feiten die hij leest over Kurtz en probeert zich, net als de kijker, een beeld van hem te vormen. Net als het publiek zoekt hij naar motieven, waarom de kolonel deed wat hij deed, en probeert Willard een coherent personage te maken van Kurtz. Hij wil weten waar hij tegenop moet boksen als hij de kolonel eindelijk ontmoet. De vragen die Willard zich stelt, zoals waarom Kurtz bij de groene baretten wilde terwijl hij er eigenlijk al te oud voor was, zorgen ervoor dat bepaalde feiten als opmerkelijk gemarkeerd worden. Naarmate Willard meer leest begint hij Kurtz beter te begrijpen. Hij krijgt bewondering voor de man die hij moet vermoorden. Willards zienswijze gaat ook steeds meer op die van Kurtz lijken. Een voorbeeld hiervan is de scène waarin de ploeg van de patrouilleboot uit zenuwen de onschuldige bemanning van een sampanboot uitmoord. Er leeft nog één slachtoffer. Deze zouden ze volgens het boekje moeten verzorgen. Willard schiet haar dood en in zijn voice over vat hij heel kort samen waarom Kurtz zo’n hekel heeft gekregen aan het leger:

“We’d cut them in half with a machine gun and give them a
band aid. It was a lie, and the more I saw of them, the more
I hated lies. […] I felt I knew one or two things about Kurtz
that weren’t in the dossier.”

Omdat het geheime dossier een officiële waarde heeft, geldt het als een autoriteit, net als de stem van kolonel Corman. Daarom valt het dossier ook onder directe definitie. Naast officiële documenten bevat het dossier foto’s, krantenknipsels en brieven van Kurtz aan zijn gezin. De foto’s helpen ons een beeld te vormen van de gebeurtenissen uit het leven kan Kurtz. Er zijn portretfoto’s van Kurtz in uniform, foto’s van zijn gezin en operaties die hij heeft uitgevoerd. Brieven van Kurtz
De brieven geven ons directe toegang tot het personage; zijn gedachten en gevoelens worden aan ons geopenbaard via de tekst. De brieven zijn een verwijzing naar Kurtz z’n sociale omgeving. Voordat hij naar Vietnam gestuurd werd, was hij een vader van een gezin. Zoals uit de brief blijkt, geeft hij veel om zijn zoon. In de brief die Willard voorleest probeert Kurtz aan zijn zoon uit te leggen waarom hij beschuldigd is van moord. Kurtz had opdracht geven tot de moord van vier Vietnamese dubbelspionnen. Kennelijk had hij de goede vier te pakken, want na de operatie was de Vietcong niet meer operatief in zijn sector. Toch wilde het leger hem ervoor vervolgen omdat hij buiten het boekje had opgetreden. Vanaf dat moment vormde hij een risico voor het leger en werd hij als een gevaar beschouwd. Kurtz zit daar niet zo mee, zoals hij in zijn brief schrijft: “As for the charges, I’m unconcerned. I’m beyond their timid, lying morality. And so I’m beyond caring.”Uit zijn woorden wordt duidelijk zijn afkeer voor de dubbele moraal van het leger onderstreept. De tekst heeft daarom dezelfde functie als de tweede bandopname die we in de briefing scène hoorde. Het feit dat hij überhaupt de zaken probeert uit te leggen aan zijn gezin is een duidelijke aanwijzing voor Kurtz’ ‘humane’ kant. Hij wil dat zij de waarheid weten, wat er ook gebeurd. Daarom vraagt hij Willard later zijn zoon uit te leggen wat hij heeft geprobeerd te doen. De reis van Willard
Naast het dossier komen er tijdens de reis van Willard andere indicatoren voor die helpen een beeld te vormen van Kurtz. Sommige indicatoren dienen als contrast met het Kurtz personage. Zo komt Willard in aanraking met Kilgore. Kilgore is de gung-ho officier die op nogal eigenzinnige wijze oorlog voert. Zo laat hij een groep bomen met napalm bestoken om ademruimte te creëren. Willard vraagt zich terecht af wat de legerleiding tegen Kurtz heeft als ze Kilgore’s methoden geen probleem vinden. Willards commentaar geeft de analogische functie aan van Kilgore: aan de ene kant bewijst Kilgore dat men nogal ver ging in Vietnam, aan de andere kant beseffen we dat Kurtz het wel erg bond moet hebben gemaakt – nog veel erger dan Kilgore – om door het leger doodgewenst te worden. Dennis Hopper
De laatste belangrijke stem die iets over Kurtz vertelt voordat we hem daadwerkelijk in de film zien, is de fotojournalist, gespeeld door Dennis Hopper, die is blijven hangen bij de tempel van Kurtz. Dit personage is een combinatie van Hopper zelf, fotojournalisten die de oorlog versloegen als Sean Flynn en de Rus uit Conrad’s Heart of Darkness die Marlow verwelkomt. Coppola omschreef het karakter als: “a foil and a fool to Brando’s king.” (Cowie 2000: 82-3) Hij functioneert als een spiegel en nar van de koning. Hoppers personage is niet zo betrouwbaar – niet een authoritative voice – als de eerdere stemmen. Hij is duidelijk de kluts kwijt. Toch geeft hij een rake typering van Kurtz:

“He can be terrible, he can be mean, he can be right. He’s fighting the war. He’s a great man. […]But you don’t judge him like an ordinary man.”

Later, als Willard gevangen is genomen, voegt Hopper nog toe:
‘The man is clear in his mind, but his soul is mad.”Volgende keer Kolonel Kurtz en zijn ‘horror’…

Literatuur
Bordwell, David en Thompson, Kristin. Film Art. An Introduction. 5th edition. New York: McGraw-Hill, 1997.

Cowie, Peter The Apocalypse Now Book. Faber and Faber LTD, 2000

Dyer, Richard. Stars. London: British Film Institute, 1998.
Rimmon-Kenan, Shlomith. Narrative Fiction. Contemporary Poetics. London: Methuen, 1983.

Categorieën
Film

Droomvenster

Een liefdesverklaring aan de cinemaAls muziek de kunstvorm is die het diepst weet door te dringen tot de ziel, dan moet cinema een venster zijn dat een blik gunt op onze dromen. Gedurende de tijd dat de film voor onze ogen draait, leven we mee met het hoofdpersonage. We voelen wat hij voelt, we denken wat hij denkt. We herkennen onszelf in hem of haar. En ook al lijkt het personage niet helemaal op ons, de situaties, het handelen daarop en de emoties die worden getoond zijn allen inleefbaar. Of we nu een scène zien uit vervlogen tijden, het heden of een beeld uit de toekomst. Wat mij betreft is dat de kracht van cinema. We dromen immers ook in beelden en geluiden. Onze dromen worden ook geregisseerd, net als film. Al is deze regisseur tijdens het slapen ons onderbewuste die het verhaal aanstuurt en die de droom vormgeeft. Wie film kijkt, maakt deel uit van een gepresenteerde verhaalwereld. Daarmee stappen we kort buiten onszelf. Het is alsof we een ander leven leiden, de droom van iemand anders leven. Het zijn externe ervaringen die we in het hoofd – intern dus – beleven. Veel films kijken verrijkt in dat opzicht je bestaan. Kijkervaring wordt leefervaring. Het witte canvas een reflectie van wat zou kunnen zijn. Op het witte canvas worden angst, hoop en liefde geprojecteerd: een beeld vol leven.
En net als in dromen zien we in films wel eens dingen gebeuren die eigenlijk niet kunnen. Maar zien is geloven. In elk geval geloven in de magie van de cinema.Dus, als je binnenkort weer eens een filmpje pakt in de bioscoop: sweet dreams!

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz (2): De constructie van personages

Eerder verschenen: 1. Inleiding2. FilmtheorieHet karakter van een personage kan zelden worden weergegeven in een enkel shot. Deze wordt eerder opgebouwd, door filmmakers en het publiek, in de loop van de gehele film. Een personage is een constructie bestaande uit verschillende tekens. (Dyer 1998: 106) Richard Dyer heeft onderzoek gedaan naar deze tekens in zijn werk Stars (1998). Shlomith Rimmon-Kenan schrijft in haar Narrative Fiction (1983) ook over de constructie van het personage, maar dan gezien vanuit karaktereigenschappen van romanpersonages. Er zijn vele overeenkomsten tussen roman- en filmpersonages, daarom zijn er ook veel overeenkomsten tussen beide theorieën. Al is de theorie van Rimmon-Kenan op sommige punten een verrijking van Dyers werk.Tekens
Richard Dyer onderscheidt de volgende tekens in een film waaruit de kijker een personage construeert: (Dyer 1998: 106- 117)

  • De voorkennis van het publiek
  • De naam van het personage
  • Het uiterlijk van het personage
  • Objectieve correlaties: decor, setting, montage en symbolisme
  • Tekst van een personage/ wat een personage zegt
  • Wat andere personages zeggen (over het personage)
  • Gebaren
  • Actie
  • Structuur
  • Mise-en-scène

Ik zal eerst de indicatoren behandelen die het dichts bij het personage staan, zoals: de tekst van personages, het uiterlijk, de naam van het personage, actie en gebaren.Karaktertrekken
Rimmon-Kenan onderscheidt twee typen indicatoren van karaktertrekken: directe definitie en indirecte presentatie. Bij directe definitie wordt een karaktertrek expliciet genoemd door dialoog of door omschrijvingen in de tekst. Bij indirecte presentatie wordt een karaktertrek van een personage getoond of gesuggereerd op verschillende wijzen. (Rimmon-Kenan 1983: 59-60) Zoals Dyer’s theorie aantoont, is bij film de indirecte presentatie het meest complex en problematisch. Omdat de tekens geïnterpreteerd moeten worden, wordt er meer gevraagd van de kijker. Beide typen indicatoren zijn relevant voor Apocalypse Now omdat er heel veel informatie over Kurtz wordt gegeven via omschrijvingen van anderen. In hoeverre we de gesproken woorden voor waarheid moeten aannemen, hangt af van de mate waarin de stem een autoriteit is en hoe betrouwbaar het personage is dat de woorden uitspreekt. Dyer maakt onderscheid tussen wat het personage zelf zegt en wat andere personages over hem/haar zeggen:

“What a character says and how s/he says it indicate personality both directly (what a character says about him/herself) and indirectly (what a character betrays about him/herself). Importantly, we are more inclined to trust our perception of the latter than the former. A special case of the former is voice-over, whether in the role of the narrator or just as a device for the expression of inner thoughts. These we are more inclined to believe, since the former is grounded in the convention of the (more or less) omniscient narrator and the latter in a belief in the truth of the ‘private’.” (Dyer 1998: 112)

Voice-over
De voice-over van Willard speelt een grote rol in onze perceptie van Kurtz en het verhaal van de film. Het is immers Willard’s reis die we meemaken. Zoals hij zelf zegt: ‘There is no way to tell [Kurtz’s] story without telling my own. And if his story is really a confession, then so is mine.’ Het is Willard die ons ‘voorleest’ uit het dossier van Kurtz en daarmee is hij de belangrijkste informatiebron over . Het uiterlijk van het personage
Rimmon-Kenan maakt onderscheidt tussen de uiterlijke kenmerken die buiten de controle van het personage liggen – zoals de lengte, huidskleur, kleur van de ogen en grootte van de neus – en de kenmerken die in ieder geval gedeeltelijk afhankelijk zijn van het karakter van het personage – zoals kleding en haarstijl. ( Rimmon-Kenan 1983: 64-65)

Dyer onderscheidt drie categorieën: het voorkomen van het personage, aankleding ervan en het image van de ster. (Daarbij kan ‘Het image’ van de ster kan zowel vertaald woorden als imago, beeld of reputatie.) De ster/acteur bepaalt het uiterlijk van het lichaam van het personage. In het geval van Brando kon de Kurtz uit de film niet meer lijken op de Kurtz uit het boek Heart of Darkness van Joseph Conrad, aangezien Brando kampte met overgewicht. Imago
Het imago van de ster kan echter ook een grote rol spelen in de vorming van het karakter. Het imago kan bestaan uit een verzameling van verschillende gegevens en welke op het personage worden geprojecteerd. Op drie verschillende manieren kan het sterimago een rol spelen bij de constructie van een personage: selective use (bepaalde eigenschappen van het imago worden gebruikt en andere worden genegeerd), perfect fit (alle signalen die het personage maken wat hij is komen overeen met de eigenschappen van het sterbeeld) en ten slotte de problematic fit (zowel de ster als het personage vormen een ‘cluster van tekens’ en in het geval van de problematic fit komen deze in het geheel niet overeen met elkaar. (Dyer 1998: 126-131)
Actie en gebaren
De actie en gebaren van het personage zijn, samen met diens uitspraken en uiterlijk, de meest belangrijke indicatoren van zijn karaktereigenschappen. Rimmon-Kenan hecht belang aan het verschil tussen eenmalige acties en gewoonten. De eerste soort is een kenmerk voor de dynamiek van het personage; vaak spelen dit soort acties een rol in cruciale momenten waarin de plot verandert. De laatste soort acties zijn meer een indicatie voor het onveranderlijke, statische karakter van een personage. Daarbij is het net zo belangrijk wat een personage doet als wat hij nalaat: de eerste wordt een act of commission genoemd en de tweede een act of omission. Als laatste is er dan nog de contemplatieve actie: een idee dat het personage in zijn hoofd heeft. Dit kan wijzen op latente eigenschappen.De gebaren van een personage zijn te interpreteren als formele gebaren – gebonden aan sociale regels als etiquette – of informele gebaren. De informele gebaren wijzen op het temperament van het personage; daarom zijn deze een betere indicatie van karaktertrekken dan de eerste. (Dyer 1998: 113 –114.)

Kilgore.

What’s in a name?
De naam van het personage kan hem zowel onderscheiden van andere personages als karaktereigenschappen suggereren. De suggestie kan materieel van aard zijn en wijzen op sociale klasse of etnische achtergrond. Daarnaast kan een naam ook een psychologische lading hebben: een naam met harde korte klanken impliceert andere karaktereigenschappen dan een naam met een zachte mooie klank. Het komt niet vaak voor dat een naam een directe eigenschap van het personage typeert, maar het kan wel. Zo wordt het personage Kilgore (Robert Duvall) in vroege versies van het script Kolonel William Kharnage genoemd. Een niet erg subtiele verwijzing naar zijn karakter. Zo’n naam noemt men ook wel allegorisch en heeft een analogische functie: hij legt nadruk op een karaktereigenschap. Rimmon-Kenan noemt enkele manieren waarin analogieën werken als versterker van karaktereigenschappen. Naast de naam kunnen de fysieke omgeving (kamer, huis, straat en stad) evenals sociale omgeving (familie, sociale klasse, werk) veel vertellen over een personage. Een huis dat altijd netjes is of op een gegeven moment in grote chaos verkeerd geeft een duidelijke verbeelding van de mentale staat van het personage. (Rimmon-Kenan 1983:66-70.)Dyer noemt dit soort indicaties ‘objectieve relaties’. Hier bedoelt hij decor en setting mee, maar ook montage en symbolen in de film. (Dyer 1998: 112.) In het geval van montage en symboliek is de slachting van de Carabao die versneden is met de moord op Kurtz, een mooi voorbeeld in Apocalypse Now. De slachting van de Carabao, een soort van waterbuffel, is een offer van de Ifugao’s aan de goden als dank voor hun hulp. Door dit offer via montage te versnijden met de moord op Kurtz, wordt de suggestie gewerkt dat Kurtz z’n dood ook een offer is. Een goed soldaat wordt geofferd, omdat hij een gevaar is geworden voor het leger en de zaak waarvoor Amerika vecht, tegenwerkt. Hij wordt dus geofferd voor de ‘goede’ zaak. Parallellen
De analogie tussen personages die in dezelfde situatie verkeren is het meest interessant. Op die manier kunnen contrasten of overeenkomsten tussen hen duidelijk worden. Zo bestaat er in Apocalypse Now een duidelijke overeenkomst tussen Willard en Kurtz, maar ook tussen Willard en Colby, de man die er vóór Willard op uitgestuurd werd om Kurtz te vermoorden.Mise-en-scène
Het betrekken van Mise-en-scène bij karakterontwikkeling is een van de pluspunten van Dyer’s theorie op die van Rimmon-Kenan. Bordwell en Thompson omschrijven in hun Film Art: an introduction, mise-en-scène als: de setting (decors en locatie), de belichting, kostuums en het gedrag van de personages. Dyer voegt hier tevens de plaatsing van de personages in beeld toe en de compositie van het beeld. We kunnen mise-en-scène kort samenvatten als alles wat er in beeld te zien is. Hoe een acteur gekadreerd wordt kan aantonen of deze wel of geen overwicht op de situatie heeft. Wanneer een personage bijvoorbeeld van onderaf gefilmd wordt, lijkt deze overwicht te hebben ten opzichte van een personage dat van bovenaf in beeld wordt gebracht. Een close-up laat ons veel meer zien dan een long shot (een shot dat ruim opgesteld is mensen van top tot teen laat zien). In geschreven tekst kunnen we in het hoofd kijken van het personage, met een close-up hebben we een soort van filmisch equivalent van deze techniek. Een andere manier is het point-of-viewshot. Hierin zien we precies wat het personage ziet.Mise-en-scène is een belangrijke indicator van personages, maar ook de meest problematische. Omdat we hier erg afhankelijk zijn van eigen interpretatie en afleidingen.Voorkennis
De laatste indicator die van belang is, is de voorkennis van het publiek. Het publiek kan de zaal binnenstappen met een zeker idee van het personage dat door de volgende elementen ingegeven kan zijn:

  • Bekendheid met het verhaal. Dit geldt vooral voor boekverfilmingen of films gebaseerd op andere media als theater of strips.
  • Bekende personages. Bepaalde personages – zoals Dracula, Tarzan en James Bond – komen voor in meerdere films. Soms worden ze in de loop der tijd vertolkt door verschillende acteurs. Van dit soort personages hebben mensen meestal al een beeld voordat ze de bioscoop in stappen.
  • Promotie die de film voorgaat. Posters, interviews en kijkjes achter de schermen kunnen verwachtingen voor het verhaal en personages oproepen.
  • Ster en genre. Sommige sterren zullen we alleen in bepaalde genres verwachten.
  • Filmkritieken. Een recensie en/of classificatie van een film kunnen ook leiden tot een bepaalde lezing van een personage.

In het geval van Apocalypse Now, waarin het moeilijke maakproces van de film breed uitgemeten is in de pers, is niet ondenkbaar dat het publiek een grote hoeveelheid voorkennis had bij het zien van de film. Weten dat Martin Sheen een hartaanval kreeg, dat Coppola schijnbaar gek werd tijdens de opnameperiode, en dat Brando’s werkwijze de opnamen nog meer ophielden, beïnvloeden de manier waarop de film gezien wordt wellicht. In de volgende analyse van Apocalypse Now zal ik rekening houden met mise-en-scène, vooral in de scènes waarin Kurtz in beeld is. De setting en de belichting, in combinatie met Brando’s performance, bepalen de sfeer in deze scènes en leveren een grote bijdrage aan de verbeelding van het personage Kurtz.
Literatuur
Bordwell, David en Thompson, Kristin. Film Art. An Introduction. 5th edition. New York: McGraw-Hill, 1997.

Dyer, Richard. Stars. London: British Film Institute, 1998.
Rimmon-Kenan, Shlomith. Narrative Fiction. Contemporary Poetics. London: Methuen, 1983.