Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 5: De Joker op het lijf geschreven

Wat vertolkingen in live-action versies betreft heeft de Joker niet te klagen gehad. Caesar Romero’s Joker paste heel goed in de camp stijl van de televisieserie in de jaren zestig. Op dit moment speelt Heath – mr. Brokeback Mountain – Ledger de Joker in de volgende Batman-film van Christopher Nolan. Ben erg benieuwd naar zijn interpretatie. Voorlopig is mijn favoriete Joker Jack Nicholson: die rol in Burtons Batman (1989) leek hem op het lijf geschreven te zijn.Hoewel de identiteit en de achtergrond van de Joker in Batman afwijken van de stripversie, komt de karakterisatie van het personage in grote mate overeen met de algemene karaktertrekken uit de strips. Dit heeft alles te maken met de casting van Jack Nicholson als de Joker. Batman is wat Justin Wyatt een high concept-film noemt, omdat a) de film gebaseerd is op een pre-sold concept en b) vanwege de casting van Jack Nicholson als de Joker.
High concept
Met high concept worden films bedoeld die zich onderscheiden door een opvallende stijl en commerciële potentie. Het filmproject is zodanig geconstrueerd dat dit op maximale wijze verkoopbaar is aan het publiek: het verhaal is in een of twee zinnen weer te geven; het verhaal is niet al te moeilijk; het thema van de film is populair op dat moment; een grote ster of sterren zijn bij het project betrokken; een uitvoerige promotiecampagne gaat aan de film vooraf en vaak wordt in deze campagne de film gekoppeld aan een symbool als merkteken. Wyatt vat dit samen in de slogan ‘The Look, the Hook and the Book: the look of the images, the marketing hooks, and the reduced narratives form the cornerstones of high concept.’
Alle kenmerken van het high concept zijn toepasbaar op Batman, al benadrukt Wyatt bij deze film vooral de casting van de Joker en het gegeven dat de film op een bekende stripfiguur is gebaseerd als high concept kenmerken.Looking good
Wanneer een strippersonage naar het witte doek gebracht wordt, geldt hetzelfde probleem als wanneer dit met een romanpersonage gebeurt: de lezer heeft altijd een ideale versie van het personage in zijn hoofd. Daarbij is een stripfiguur meer concreet dan een romanpersonage omdat de eerste visueel wordt weergegeven. Wanneer zo’n personage naar live-action vertaald wordt, is het belangrijk dat de acteur zoveel mogelijk op het personage lijkt; waar nodig met make-up of prosthetics.
In het geval van Jack Nicholson is deze vertaling wat betreft uiterlijk voor een deel gelukt. De Joker in de film is net als in de strip lijkbleek, heeft groen haar en er straalt een permanente grijns op zijn gezicht. De Joker in de strip is echter een lange dunne man met een smal gezicht en een grote grijns. Zijn lichaam is bijna een karikatuur. Jack Nicholson lijkt wat betreft lichaamsbouw geenszins op de Joker, maar het imago van Nicholson, zijn sterpersonage, des te meer.




Sterpersonage
Wyatt omschrijft Nicholsons sterpersonage als: [T]he iconoclast, the nonconformist whose energy and mischievousness are infectious and appealing.’ Dit imago is opgebouwd door zijn rollen in films als Easy Rider (USA: Dennis Hopper, 1969) en One Flew over the Cuckoo’s Nest (USA: Milos Forman, 1975). Zijn rol in The Shining (UK: Stanley Kubrick, 1980) is in dit opzicht een keerpunt in de carrière van Nicholson: vanaf deze film zet hij een parodie neer van zichzelf. Het is deze parodie van Nicholsons bad boy personage die we terugzien in zijn Joker. De Joker in de film wordt geconstrueerd door de intertekstualiteit van Nicholsons stertekst: alle relevante voorgaande rollen worden gereflecteerd in het personage. De link tussen Jack Nicholson en Jack Napier wordt al duidelijk gemaakt in het feit dat de ster en het personage dezelfde voornaam hebben. Hierdoor wordt de vereenzelviging tussen Nicholson-als-ster en Nicholson-als-personage benadrukt:

In the dour, oppressive world of Batman, Nicholson destroys the unity of each of his scenes: partly through his garish costuming (mixing purples, blues, and oranges) and his makeup (the permanent smile of his disfigured face as the Joker), but primarily through his broad, ostentatious acting, strongly dependent on gesture, which contrasts dramatically with the more naturalistic performances of the other cast members. This acting style also relies heavily on our identification with Nicholson’s star persona, which gives a context to his ‘bad boy’ actions as the Joker, aldus Wyatt in High Concept: Movies and marketing in Hollywood, 2000.

Overdaad baat
Nicholson is een goed voorbeeld van een sterimago dat als excess gebruikt wordt in een high concept film. Met excess (overdaad) bedoelt Wyatt die elementen die de aandacht naar zich toetrekken, waardoor bijvoorbeeld de eenheid van de stijl of het verloop van het verhaal wordt onderbroken. Excess kan op formele aspecten van de film slaan, maar de uniekheid van een ster (en diens acteerstijl) kan ook momenten van excess in een film teweegbrengen. Nicholsons acteerstijl in Batman verbreekt de eenheid van het verhaal doordat het de aandacht op zichzelf vestigt.
Wyatt geeft als voorbeeld de scène in het museum, waar Vicki Vale water tegen de Joker gooit. Deze slaat zijn handen voor zijn gezicht en roept: ‘I’m melting, I’m melting!’ net als de slechte heks uit de Wizard of Oz (USA: Victor Fleming, 1939). Als Vale hem probeert te troosten, roept de Joker keihard ‘Boe!’ en lacht hij luidruchtig. Wyatt concludeert: ‘While this series of actions would seem wild from any actor, the close fit between Nicholson’s star persona, the role of the Joker, and the ostentatious mode of acting ruptures the coherence of the story and the character.’ Grotesk en toch natuurlijk
Hoewel Wyatt gelijk heeft als hij zegt dat Nicholson hier met overdaad acteert en daardoor een ‘verstorende factor is in de verhaalwereld,’ moet gezegd worden dat dit perfect past bij het gedrag van de Joker, een personage dat door chaos te creëren de orde overhoop haalt. Nicholsons manier van acteren, de wisseling tussen redelijk naturel spel en onverwachts grotesk gedrag, verbreekt derhalve niet de samenhang van het personage: dit gedrag definieert het personage. Overigens vormt deze stijl wel een groot contrast met de meer naturelle performance van de overige castleden. Nicholsons Joker is een vleesgeworden stripfiguur in daad en woord. Toch wordt de Joker nergens een ééndimensionale stripschurk – al zou je dat met zijn overacting misschien wel vermoeden. Dit komt deels doordat in de film de psychologie van de Joker goed is uitgewerkt en omdat er aan de mens achter het masker aandacht besteed wordt – het eerste deel van de film wordt Jack Napier gekarakteriseerd voordat hij in de Joker verandert. De belangrijkste factor is echter het feit dat de Joker gespeeld wordt door de acteur Nicholson, wat van het moordlustige stripfiguur een driedimensionaal personage maakt. Nicholson weet namelijk alle bovengenoemde facetten van het personage te belichamen.Dit was de – voorlopig – laatste aflevering in de serie artikelen over Tim Burtons Batman. Lees ook: The Bat & Prince; De wereld van Tim Burton; Terug naar de bron; Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen.

Categorieën
Film

Zetten films aan tot roken?

Van de week stuurde Stivoro, Stichting Volksgezondheid en Roken, een persbericht uit. Uit nieuw onderzoek zou blijken dat roken in Hollywoodfilms sterk gerelateerd is aan wereldwijde toename van roken door jongeren.Persbericht: “Nieuw onderzoek toont aan in hoeverre het roken in Amerikaanse films van invloed is op tieners in landen ver buiten de Verenigde Staten. Duits en Mexicaans onderzoek, evenals aanvullend bewijsmateriaal uit de Verenigde Staten, wijst een verband aan tussen de hoeveelheid filmbeelden waarin gerookt wordt en de kans dat tieners beginnen met roken. Een verslag in het tijdschrift Pediatrics bevestigt dat Amerikaanse films miljarden beelden waarin gerookt wordt, verspreiden onder Amerikaanse kinderen tussen de 10 en 14 jaar, juist de leeftijdsgroep die het meest vatbaar is om te experimenteren met sigaretten. Het onderzoek concludeert dat in drie van de vier onderzochte films (74%) gerookt wordt. Door te berekenen hoeveel Amerikaanse jongeren elke film bekijken en hoeveel er wordt gerookt in elke film, schatten de onderzoekers dat deze films 13,9 miljard beelden van roken hebben verspreid. Eenenzestig procent van deze beelden wordt getoond in films die geschikt zijn bevonden voor jongeren. Onderzoekers schatten dat de helft van de jongeren gaat roken door het zien van roken in films.Het Duitse onderzoek (Hanewinkel R en Sargent JD. ‘Exposure to smoking in popular contemporary movies and youth smoking in Germany’) dat deze week werd gepubliceerd in het American Journal of Preventive Medicine, onderzocht of tieners in Duitsland (waar tabaksreclame nog toegestaan is), ook beïnvloed worden door het roken op het witte doek. Dat blijkt inderdaad het geval. Na correctie voor demografische en psychosociale factoren en de invloed door media, concluderen de onderzoekers dat tieners die het meest geconfronteerd worden met het roken in films (meestal Amerikaanse blockbusters) twee keer zo vatbaar waren om te experimenteren met roken dan degenen die het minst hieraan blootgesteld worden. Recent Mexicaans onderzoek van J.F. Trasher (‘Smoking in the movies: Evidence and implications of impact among young adolescents in Mexico’) dat tot nu toe alleen nog is gepresenteerd op congressen, geeft vergelijkbare resultaten. Vijf geboden
Deze nieuwe rapporten komen zes weken nadat de Harvard School of Public Health een advies heeft uitgebracht over de tabakskwestie in opdracht van de Motion Picture Association of America (MPAA). Zij adviseert de Amerikaanse filmindustrie om “te stoppen met het afbeelden van het roken van tabak in films die toegankelijk zijn voor kinderen en jongeren.” De MPAA, die de grootste filmstudio’s vertegenwoordigt, moet hier nog publiekelijk op reageren. Het European Network for Smoking Prevention (ENSP) deed 8 mei een beroep op de filmindustrie om het roken in films in te perken door:

  1. te eisen van producers dat ze in de aftiteling verklaren dat mensen die betrokken zijn bij de productie van de film niet betaald worden voor het gebruik of het vertonen van tabaksproducten;
  2. te verbieden dat tabaksmerken herkenbaar in beeld komen;
  3. te verplichten dat sterke anti-rookreclames worden vertoond voor aanvang van een film waarin gerookt wordt;
  4. toekomstige films waarin beelden met tabaksproducten voorkomen, alleen te certificeren voor volwassenen;
  5. geen roken toe te staan in door de Europese Unie gefinancierde films.”

Discussie
Nu ben ik zelf geen roker en een voorstander van een rookvrije horeca (want die maatregel is voor niet-rokers een bescherming van hun gezondheid), maar ik denk toch dat bovenstaande voorstellen te ver doorschieten. Ik zie bijvoorbeeld niet in hoe item 1 mensen niet zou aanzetten om te gaan roken. Tabaksmerken niet herkenbaar in beeld brengen lijkt me ook niet echt uitkomst bieden zolang als de acteurs zelf nog rokend in beeld zijn en de laatste twee items ruiken naar pure censuur. Roken is een algemeen maatschappelijk verschijnsel en cinema reflecteert de wereld en toont dus ook rokers. Daarbij komt dat geen enkele commissie, politieke partij of andere groepering een kunstenaar iets moet kunnen opleggen. Op zich heb ik geen bezwaar tegen anti-rookreclames vóór de film – al heb ik persoonlijk helemaal geen behoefte aan reclamemeuk voordat de film begint. Alleen goede trailers graag.De getrokken conclusies gaan uit van het idee dat jongeren gaan roken omdat ze een voorbeeld nemen aan de rokende helden van het witte doek. Volgens deze redenering worden mensen ook gewelddadig door het spelen van games waarin geweld voorkomt, gaan mensen vloeken als ze naar explicit lyrics luisteren, minachten ze hun vriendin als ze naar rapclips kijken… etc. Dit soort argumenten zijn overigens van alle tijden: in de jaren vijftig werd beweerd dat jongetjes die Batmanstrips lazen homoseksueel zouden worden omdat Batman en Robin samen in een huis woonden, in kamerjassen rondliepen en verse bloemen op tafel hadden staan (Frederic Wertham, Seduction of the Innocent).Ongetwijfeld zullen zwakkere geesten kopieergedrag vertonen als ze een rokende held op het scherm zien, maar ik denk niet dat het verbieden van dat soort beelden de oplossing is. Goede opvoeding en juiste voorlichting over de gevolgen van roken wel. En laat filmmakers dan gewoon lekker hun gang gaan. Daarbij komt nog dat fictie films geen opvoedende taak hebben en ook niet in dat keurslijf geperst mogen worden. (Al kun je antirook documentaires of voorlichtingfilms als ‘wapen’ natuurlijk wel goed voorstellen.)Tot zover mijn 50 cents. Wat vind jij van deze kwestie?Lees ook (of niet:) Niet voor tere zieltjes en Thank you for smoking.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Spider-Man 3 stelt teleur

Spider-Man 3 draait eindelijk in de bioscoop. In dit deel worden de draadjes van Sam Raimi’s web samengeknoopt. Hier en daar laat de regisseur echter behoorlijke steken vallen.

Toen Sam Raimi’s Spider-Man vijf jaar geleden uitkwam, ging mijn jongenshart sneller kloppen. Eindelijk een volwassen interpretatie van mijn favoriete superheld, gemaakt door een filmmaker die het materiaal begreep en de strip vol enthousiasme geloofwaardig naar het witte doek wist te vertalen. Goede vertolkingen van een uitstekende cast en een schilderachtige cinematografie brachten de creatie van Stan Lee en Steve Ditko uit 1962 tot leven. Met het vervolg gooide Raimi daar nog een schepje bovenop en leverde hij een evenwichtige en spectaculaire film af. De verwachtingen voor de derde episode waren dan ook hooggespannen. Helaas worden die verwachtingen maar voor een deel waargemaakt.Spider-Man 3 begint nagenoeg waar deel twee ophield. Mary Jane en Peter hebben elkaar gevonden, zij accepteert dat hij een dubbelleven leidt als webhoofd en New York juicht de held toe. Het gaat Peter Parker dus eindelijk eens voor de wind. Dat mag natuurlijk niet te lang duren. De schurken Sandman en Harry Osborn als de Green Goblin draven daarom al snel op om roet in het eten te gooien.

Peter is er maar druk mee en zo vol van zichzelf, dat hij geen oog heeft voor de problemen van Mary Jane. Als een symbiotisch wezen uit de ruimte zich probeert te hechten aan Parker, komt zijn duistere kant boven en laat hij zich van zijn allerslechtste kant zien. Als Sandman ook nog eens de echte moordenaar van oom Ben blijkt te zijn, heeft Peter alle reden om te handelen naar wat de duisternis hem dicteert. Ondertussen drijft de komst van Gwen Stacy ook nog een wig tussen het geluk van Peter en MJ.

Overvloed
De plot van de film klinkt veelbelovend, maar maakt tevens duidelijk dat er heel wat draadjes samen moeten komen in het web dat Raimi en zijn team hebben gesponnen in de afgelopen twee films. Het stripmateriaal van Marvel is een nogal rijke bron en het lijkt wel alsof de scenaristen (Raimi schreef het script samen met broer Ivan en Alvin Sargent) er te veel van in één film wilden proppen. Na het zien van Spider-Man 3 heb je het gevoel dat je twintig comics achter elkaar hebt gelezen.

Het probleem hiervan is dat er die 2 ½ uur filmduur niet genoeg tijd biedt om alles goed uit te werken; de filmmakers hebben er flink de kantjes van afgelopen. Dat is jammer, want de duistere kant van Peter (Tobey Maguire) als thema had een boeiende film kunnen opleveren. Van alle personages komt Harry Osborn (James Franco) – na Peter uiteraard – nog het beste uit de verf: de ontwikkeling van zijn karakter werd al op gang gebracht in de voorgaande delen en komt nu tot een boeiende slotsom.

Hetzelfde kan helaas niet gezegd worden voor Sandman (Thomas Haden Church) of Venom (Topher Grace). Raimi past het verhaal van de moord op oom Ben aan om deze in Sandmans schoenen te kunnen schuiven. Kenmerkend aan zijn Spiderman-films is dat het conflict met de schurk altijd een persoonlijke strijd is. De Green Goblin en, in mindere mate, Doc Ock werden neergezet als alternatieve vaderfiguren voor Peter. Dit keer krijgt hij dus te maken met de echte moordenaar van zijn pleegvader oom Ben (Cliff Robertson). De makers wringen zich onnodig in allerlei bochten om een persoonlijke connectie tussen Peter en Sandman te bewerkstelligen.

De shots waarin Sandman zijn krachten krijgt zijn weliswaar een spectaculair staaltje CGI, de manier waarop hij het slachtoffer wordt van een wetenschappelijk experiment had beter toegelicht mogen worden. De ontwikkeling van Venom wordt stelselmatig opgebouwd en zijn motivatie is duidelijk. Toch maakt ook deze schurk zijn potentie niet geheel waar. Purist
Waarom Gwen Stacy (Bryce Dallas Howard) een rol speelt in het verhaal is echter het grootste raadsel. Stripliefhebbers zullen weten dat Peter een relatie met Gwen had voordat hij Mary Jane ontmoette. In Amazing Spider-Man #121 is het Gwen die door de Green Goblin van de Brooklyn Bridge wordt gegooid waardoor ze sterft. In Spider-Man is de geschiedenis met Gwen overgeslagen en is zij vervangen voor Mary Jane. Prima, want in hervertellingen van Spiderman-verhalen is Gwen ook out of the picture. Waarom Gwen nu dus geïntroduceerd wordt als rivaal voor Mary Jane (Kirsten Dunst) is vreemd, want Felicia Hardy (alias Black Cat) zou bijvoorbeeld een logischer keuze zijn geweest. Het grote bioscooppubliek zal het echter worst wezen, de strippurist in mij echter niet.

Suikerzoet en disco-moves
Raimi heeft in de vorige films een aardige balans gevonden tussen de emotionele lading in het verhaal en de actiescènes, de kenmerkende mix van de Spiderman-strips. In deze aflevering is hij die balans echter kwijt. Veel van de scènes slaan te veel door in suikerzoete emoties. Hierdoor dreigen ze pathetisch te worden.

Dit staat in schril contrast met de meer humoristische elementen. Wanneer Spidey slecht wordt door de invloed van de symbiont, laat hij ook als Peter Parker zijn duistere kant vrij. Raimi verbeeldt dit echter door Peter een emo-kapsel te geven – een iconografie die niet geheel bij het personage past. In combinatie met de disco-moves die Peter op straat demonstreert, wordt het allemaal net iets te belachelijk.

Los daarvan herhalen Raimi en de zijnen net te vaak trucjes uit de eerste twee films. Tante May (Rosemary Harris) fungeert wederom als moreel centrum in Peters leven en brengt hem door een monoloog op het rechte pad – dat hebben we nu wel vaak genoeg gezien. En kunnen de scenaristen niets beters verzinnen dan het ontvoeren van Mary Jane om Spidey in de val te lokken? Het ziet ernaar uit dat de Raimi-Spiderman-formule na drie films wat sleets begint te raken.En toch…
Tot zover de minpunten van deze film, want je moet dit derde deel natuurlijk wél gaan zien. Er wordt een hoop goed gemaakt in het laatste kwart van de film, al had de climax wel wat – wederom – beter uitgewerkt mogen worden. In de laatste akte van Spider-Man 3 weet Raimi alle elementen toch nog bij elkaar te brengen en wordt duidelijk waarom er zoveel personages in de film rondlopen. Visueel ziet de film er fantastisch uit en is voor digitaal Hollywood de lat wederom een stukje hoger gelegd. Met het visuele spektakel en actie zit het dus wel goed.

Christopher Youngs soundtrack weet hier en daar de emoties de juiste hoeveelheid kracht bij te zetten zonder de aandacht op zichzelf te vestigen (en heeft veel weg van Danny Elfmans score voor de andere Spidey-flicks). Ook is Bruce Campbell weer van de partij in misschien wel zijn beste cameo ooit.

Ondanks de onevenwichtigheid en volheid van de film, (en als je als purist de ergernissen buiten beschouwing laat) is deze toch onderhoudend. Al is Spider-Man 3 niet zo goed als zijn voorgangers. Tot slot is het een fijn idee dat er na vijf jaar een (soort van) einde is gebreid aan een trilogie die de film- en stripgeschiedenis zal ingaan als een van de meest boeiende superhelden-stripadaptaties ooit.

Categorieën
Film

Filmzomer!

Persbericht: Bioscoopbranche verwacht filmrecord zomer 2007De Nederlandse filmbranche bereidt zich voor op de grootste filmzomer in de geschiedenis. Vanaf mei volgt de ene “blockbuster” de andere op waarbij ook de liefhebbers van “Spiderman”, “Shrek”, “Pirates of the Caribbean” en “Harry Potter” weer volop aan hun trekken zullen komen. Deze grote films van de afgelopen jaren komen in de zomer met een nieuw vervolg, respectievelijk: “Spiderman 3”, “Pirates of the Caribbean: At World’s End”, “Shrek the third” en “Harry Potter en de Orde van de Feniks”. Ook zal de langverwachte animatiespeelfilm van “The Simpsons Movie” in diezelfde periode uitgebracht worden.Andere grote zomerreleases zijn: “The Transformers”, in de categorie sequels: “Live Free or Die Hard”, “Evan Almighty”, “Fantastic Four: Rise of the Silver Surfer”, ‘The Bourne Ultimatum’. In het comedy segment: “Knocked up” en “Licence to Wed”, in het horror en sci-fi genre: “Hostel’ en “Vacancy”. Overige titels: “Becoming Jane’, ‘Ratatouille” (animatie) en “Lucky You”.Met het ontbreken van een groot sportief evenement zoals het EK, WK of Olympische Spelen dat gebruikelijk veel mensen binnenshuis houdt, ziet de filmbranche deze zomer zonnig tegemoet.“Op papier lijkt deze zomer de sterkste in de geschiedenis te worden”, aldus Wilco Wolfers, Voorzitter van de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie (NFC) die de belangen behartigt voor de filmbranche. “Als we uitgaan van een voorzichtige voorspelling, verwachten we een groei van 3% ten opzichte van het aantal bezoekers in dezelfde periode vorig jaar. Dit komt neer op ongeveer 200.000 bezoekers meer dan in 2006. Bij een optimistische voorspelling zal dit uitkomen op 7%, wat neerkomt op een half miljoen meer bezoekers deze zomer!” Ten opzichte van de eerste 14 weken van vorig jaar is de totale recette met ruim 4% gestegen. Er verschenen dit jaar tot nu toe vier nieuwe Nederlandse films die samen 1,8 miljoen bezoekers trokken en haalden daarmee een marktaandeel van 9%. De Nederlandse zomerfilms die voor een toeloop gaan zorgen naar de bioscoop zijn: “Zoop in Zuid-Amerika” en “Wolfsbergen”.
En movielover: welke film denk jij dit jaar te gaan zien? Waar kijk je echt naar uit? En vind jij die bioscoopkaartjes ook niet vreselijk duur tegenwoordig?!

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Goddelijke ellende

Het wel of niet geloven in een hogere macht blijkt iedere keer weer een heet hangijzer te zijn en mensen snel in een voor of tegen kamp te brengen. Wat mij betreft hadden ze de idee God zo snel mogelijk mogen vergeten.‘God is a concept, by which we measure our pain’, zong John Lennon in het nummer The Dream is Over. De uitvinding van het concept God is wat mij betreft gevaarlijker dan de uitvinding van de atoombom. Hoewel de fall-out van een atoomexplosie voor decennia grote schade aanbrengt aan een relatief beperkt gebied, brengt het geloof in een God al millennia niet te berekenen schade aan over de gehele wereld. Op zich is het geloven in iets hogers dan jezelf niet slecht. Een individu kan er veel troost en kracht uit halen. Zolang deze overtuiging een individuele bezigheid blijft. Het gaat echter mis zodra er rondom een godsidee een collectief ontstaat en mensen voorwaarden aan je overtuiging gaan stellen – het zogenaamde dogmatisch denken komt immers altijd met geboden, beperkingen en uitsluitsels. Zodra iemand claimt de ware versie van de almachtige te kennen, betekent dit automatisch dat de andere versies fout zijn. En dan begint het gelazer. Onderdrukking, uitsluiting, zelfmoordaanslagen, oorlog – allemaal in de naam van het goddelijke gelijk.Dogma
Wat dat betreft had Kevin Smith het met zijn film Dogma naar mijn idee bij het juiste eind. Smith, zelf katholiek, wil met de film uitdragen dat het soms beter is om een vermoeden of een aardig idee te hebben van iets goddelijks, zonder dit gelijk te gieten in een geloofsstructuur. Dit wordt duidelijk gemaakt in de dialoog tussen Rufus (Chris Rock), de dertiende apostel, en Bethany (Linda Fiorentino), de laatste telg uit de Jezus-familie:

Rufus: He [God, red.] still digs humanity, but it bothers Him to see the shit that gets carried out in His name – wars, bigotry, televangelism. But especially the factioning of all the religions. He said humanity took a good idea and, like always, built a belief structure on it.

Bethany: Having beliefs isn’t good?

Rufus: I think it’s better to have ideas. You can change an idea. Changing a belief is trickier. Life should malleable and progressive; working from idea to idea permits that. Beliefs anchor you to certain points and limit growth; new ideas can’t generate. Life becomes stagnant.

Alanis
Natuurlijk ontkwam Smith niet aan het probleem dat op het moment dat God daadwerkelijk een personage werd in zijn Dogma, hij het concept vaste vormen moest laten aannemen. God moest gecast worden. De hele film wordt naar God verwezen als Hij en Zij, maar uiteindelijk neemt de goddelijke aanwezigheid de vorm aan van Alanis Morissette. Je zou je een slechtere casting kunnen voorstellen dan een getalenteerde zangeres uit Canada die bovendien een esthetisch verantwoorde uitstraling heeft. Ze zet een ontwapenende god neer die niet gespeend is van een flinke dosis humor, speelsheid en compassie. (Als God werkelijk Alanis zou zijn, had ik dit stukje natuurlijk niet hoeven schrijven en had ik me graag overgeleverd aan haar genade. ;))Veel christenen in de States vonden de film natuurlijk aanstootgevend, want er was iemand anders die zijn interpretatie op ‘hun’ collectieve idee losliet. Zodra God geclaimd wordt begint immers het gedonder. Daarom zou het goed zijn als iedereen zijn god lekker voor zichzelf houdt en voor de rest niemand lastig valt met zijn visie. Tenzij die visie een goede film oplevert natuurlijk.

Lees ook (of niet): GvD!

Categorieën
Boeken Film

A case of High Fidelity

Eindelijk heb ik het klassieke boek High Fidelity in huis en kan ik de woorden van Nick Hornby tot me nemen.

De film vond ik een van de beste films over break-ups en popmuziek; de filmbeelden lijken echter de leeservaring te overheersen. Het boek van Hornby is een feest van herkenning, want ik heb de film van Stephen Frears meerdere malen gezien. Hele scènes en dialoog zijn woord voor woord uit het boek overgenomen. Daarmee is de film getrouw aan het bronmateriaal. Ook al is de setting in de flick Chicago en niet Londen. Mijn enthousiasme neemt met iedere bladzijde toe. Maar terwijl ik bekende scènes teruglees, kan ik me niet aan het feit ontrekken dat ik tijdens het lezen de film voor me zie. Wanneer Rob, Barry en Dick vol bewondering naar Marie LaSalle kijken die haar nummers op het podium zingt, zie ik niet Marie maar Lisa Bonet voor me die de rol speelt in Stephen Frears’ film. Rob, Barry en Dick zijn ook John Cusack, Jack Black en Todd Louiso. Het maakt dus niet uit hoe Hornby ze heeft omschreven, het is Frears’ visie die zich aan mijn geestesoog opdringt. (Zelfs bij scènes die niet in de film voorkomen.)

Hornby beschrijft Marie LaSalle als volgt: ‘Marie is pretty, in that nearly cross-eyed American way – she looks like a slightly plumper, post-Partridge Family, pre-LA Law Susan Dey’(links). Ze ziet er dus eigenlijk helemaal niet uit als Lisa Bonet (rechts). Niet dat ik het erg vind om Bonet voor me te zien overigens. Geen echt hoogstaande actrice, maar een mooie en sympathieke vrouw.

Mensen klagen vaak dat ze liever eerst het boek lezen voordat ze de verfilming zien, want dan kunnen ze het verhaal vormen in hun hoofd. Een plaatje zegt meer dan duizend woorden, en maakt bovendien alles 100% concreet. Dat mag dan waar zijn, ik heb er in het geval van High Fidelity geen problemen mee. Ik leg het boek naast me neer en bedenk me dat het eigenlijk niet uitmaakt dat ik in mijn hoofd iets anders construeer dan Hornby ooit heeft geschreven. Wat ik zie is het verlengde van zijn visie, vermengd met de elementen die de filmregisseur heeft toegevoegd. Het ervaren van een boek is altijd een collaboratie tussen auteur en lezer. Die neemt het geschrevene en maakt er zijn eigen ding van. Daar is nu alleen de filmtekst bijgekomen, wat het materiaal – wat mij betreft – alleen maar rijker maakt.

Zie ook: Tenacious D in The Pick of Destiny.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 4: Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

De Joker is de aardsrivaal van Batman. Hij mocht daarom niet in de eerste Batflick van Burton ontbreken: een analyse van de relatie tussen Bats en de Crown Prince of Crime.
De jarenlange stripgeschiedenis van de Dark Knight kent verschillende versies van de Joker. Zo is de Joker in de televisieserie uit de jaren zestig een onschuldige grappenmaker, terwijl Frank Millers Joker een psychotische moordenaar is die zonder met zijn ogen te knipperen 200 man vergast tijdens een televisieshow. Millers Joker lijkt ook gay te zijn – hij draagt lippenstift en noemt Batman ‘darling’. William Uricchio en Roberta E. Pearson (in boek The Many Lives of the Batman) geven aan dat veel van de figuren die het Batman-universum bevolken volgens dezelfde parameters kunnen worden gekarakteriseerd. Ze omschrijven de Joker als volgt:

The Joker has traits/attributes (rhetorical mode and whimsical approach to crime), fixed and iterative events (an origin story and obsessive criminal activities), recurrent characters (Batman and Robin), setting (Gotham City) and iconography (green hair, white face, bright red mouth set in a permanent grin).

De Joker uit de strip: antithese
Ondanks verschillende interpretaties blijven de rollen die Batman en de Joker vervullen hetzelfde. De Joker is de antithese van Batman, zijn tegenhanger. Waar Batman orde en gezag vertegenwoordigt en deze twee waarden ook probeert te handhaven, staat de Joker juist voor chaos en het overhoop gooien van orde en gezag. Miller zegt hierover:

‘The Joker is Batman’s most maddening opponent. He represents the chaos Batman despises, the chaos that killed his parents.’ (Miller geïnterviewd door Christopher Sharrett in 1991).

Waar Batman een duister figuur is die het liefst in de schaduwen blijft, is de Joker juist kleurrijk en eist hij luidruchtig zijn plaats op in de spotlights. Ten slotte handelt Batman rationeel en de Joker volledig irrationeel: hij gedraagt zich als een klein kind, die de driften van zijn id niet kan onderdrukken. De Joker vervult in Batman dezelfde rol als in de strips: hij is een chaotische kracht die de orde bedreigt. In wezen probeert de Joker een orde te scheppen naar zijn eigen maatstaven. Hij wil de wereld vormen naar zijn ideaal – alle elementen die hem niet aanstaan, worden aangepast of vernietigd. Zo probeert hij in de film zijn schoonheidsideaal op te leggen: in de museumscène laat hij alle schilderijen vernietigen die niet aan dit ideaal voldoen en zijn voormalige vriendinnetje (Jerry Hall – toen bekend als fotomodel) wordt ook naar zijn evenbeeld herschapen. Dit gedrag kenmerkt overigens het typische Burton personage:

‘They are constantly trying to alter their surroundings aesthetically, to make them more beautiful and poetic, to assimilate them into their own imagination. Whether these changes are material or only notional, the outside world thus becomes a product of fantasy, a Romantic fiction…it becomes art,’ aldus Helmut Merschmann in zijn studie over Tim Burton.

Zowel de Joker als Batman proberen met hun trauma om te gaan door de wereld hun orde op te leggen. Omdat hun ideaalbeelden tegenovergesteld aan elkaar zijn, staan beide figuren ook tegenover elkaar. Oorsprong van de chaos
In de eerste versie van de origin story van de Joker, vertelt in Detective Comics #168 (1951), is de Joker een labmedewerker die besluit een miljoen dollar te stelen van de Monarch Playing Card Company. Hij verkleedt zich als de schurk Red Hood en draagt een rode helm met ingebouwd zuurstofmasker. Hij weet te ontsnappen aan Batman en de politie door in het chemische afval van de fabriek te springen. De chemicaliën hebben echter zijn uiterlijk voorgoed veranderd. In Batman verandert Jack ook in de Joker doordat hij in het vat met chemicaliën terechtkomt. Alleen is het dit keer een ongeluk in plaats van een bewuste sprong. Dit maakt Napier tot een slachtoffer van het lot. Daarbij is Batman nu medeverantwoordelijk voor de Joker: het lukt hem immers niet om Jack vast te houden zodat deze valt. Ook wordt de kogel, die Jacks gezicht beschadigt, weerkaatst door het metaal in Batmans handschoen. De achtergrond van de Joker is in de film heel anders dan in de strips. Hoewel de Joker altijd al een misdadiger was, is hij in de strips nooit neergezet als een harde gangster zoals Jack Napier.
Door hem de moordenaar van Bruce Waynes ouders te maken, wordt er een belangrijk verschil aangebracht in de origin story van Batman. Volgens de oorspronkelijke mythe zijn Thomas en Martha Wayne vermoord door een straatrover met de naam Joe Chill. Later bleek deze Chill de moord in opdracht van ene Lew Moxon gepleegd te hebben. Chill liet de kleine Bruce leven, zodat deze kon getuigen dat het om een straatroof zou gaan. Jaren later weet Batman beide mannen hiermee te confronteren, voordat ze om het leven komen. Cirkel
Zo wordt de geschiedenis tenminste uitgelegd in De onbekende legende van Batman van Len Wein, John Byrne en Jim Aparo. In Batman: Year Two, van Mike W. Barr, Alan Davis en Todd McFarlane, wordt een variatie op dit verhaal verteld. Joe Chill is nog steeds de moordenaar van Batmans ouders, maar over Lew Moxon wordt met geen woord gerept.In de film worden de Waynes vermoord door de jonge Jack Napier. Vele jaren later wordt Napier echter de Joker, mede door toedoen van Batman. Hierdoor ontstaat een cirkel van gebeurtenissen. De geboorte van Batman maakt het ontstaan van de Joker mogelijk. Het is overigens een handig narratief middel om de oorsprong van de held met die van de schurk te verbinden: omdat in een film binnen een tijdspanne van twee uur het gehele concept en wereld van de superheld geïntroduceerd moeten worden, is een compacte vertelling wenselijk. Een van de mogelijkheden om dit te bewerkstelligen, is het samenvoegen van noodzakelijke gebeurtenissen zoals de origin stories. Motivatie
Door de verandering in Batmans oorsprong rammelt er wel wat aan Bruce’s trauma: aangezien de Joker aan het einde van de film sterft, en Batman dus wraak heeft kunnen nemen op de moordenaar van zijn ouders, rijst de vraag waarom hij zijn mantel niet voorgoed in de kast hangt. Bruce lijkt zijn lot te hebben vervuld en kan zelfs een gezin stichten met Vicki Vale. Met andere woorden: Bruce kan nu eindelijk volwassen worden. Toch kiest hij ervoor om Batman te blijven. Misschien zit de verklaring hiervoor in de volgende dialoog. Wanneer Vicki Bruce confronteert met zijn Batman-identiteit in de Batcave, zegt ze dat ze niet weet wat ze van zijn alter ego moet denken:

Vicki
I’ve loved you since I met you.
But I don’t know what to think of all this. I really don’t.

Bruce
Look, sometimes I don’t know what to think about this.
It’s just something I have to do.

Vicki
Why?

Bruce
Because nobody else can.
Look…I tried to avoid all this, but I can’t.
This is how it is. It’s not a perfect world.

Vicki
It doesn’t have to be a perfect world.
I just gotta know, are we going to try to love each other?

Bruce
I’d like to. But he’s out there right now.
And I’ve gotta go to work.

Ondanks het feit dat de moord van zijn ouders gewroken is aan het einde van de film, houdt Bruce vast aan zijn eed om alle misdaad te bestrijden. Hier zijn twee redenen voor te bedenken. In de eerste plaats heeft Bruce Batman nodig om niet gek te worden, om het idee te behouden dat hij controle heeft over de chaos. Daarnaast doet de dood van de Joker niets af aan de traumatische ervaring van de moord op Bruce’s ouders. Hierdoor is Bruce Batman geworden, en dat is niet meer te veranderen – Bruce kan niet meer terug.In de tweede plaats berust Bruce zich in zijn lot, hij kiest ervoor om Batman te zijn. Hij ziet het bestrijden van misdaad als zijn taak, zijn roeping, omdat niemand anders dit volgens hem kan doen. Dit deelt Batman met de andere superhelden die hun talenten en krachten inzetten voor een hoger doel, de bescherming van gewone stervelingen. Een verschil met Spider-man is bijvoorbeeld wel dat Peter Parker uit schuldgevoel handelt, terwijl Batman uit wraak de misdaad bestrijdt. De verschillende motieven maken de helden uniek, maar het effect ervan blijft hetzelfde bij iedere superheld: het helpen van gewone stervelingen.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: Ghost Rider

Ghost Rider is nooit de interessantste held van de Marvel-stal geweest: een skelet met een brandende schedel op een helse motor die misdadigers straft. Het ziet er cool uit, maar heeft verder weinig om het lijf. Hetzelfde kan gezegd worden over de verfilming van de strip.Nicholas Cage speelt de ‘getormenteerde’ stuntrijder Johnny Blaze, die een deal sluit met Mephistopheles met zijn ziel als ruilobject. Hierdoor wordt hij gedwongen de liefde van zijn leven voorbij te rijden, maar wanneer hij Roxanne jaren later weer tegenkomt, ontbrandt het oude vuur voor haar opnieuw. Net op het moment dat Mephistopheles een beroep doet op Johnny en hem verandert in de Ghost Rider – de nachtrijder die zielen ophaalt voor de duivel. Een baan die een relatie goed in de weg kan zitten. Wat Ghost Rider vooral ontbeert is spanning. Nergens zit je op het puntje van je stoel, of zelfs maar halverwege. De schurken zijn niet bedreigend of boeiend. De romance tussen de held en het meisje is lauw, al vormt het wel een belangrijk element in de film. Niet alleen Ghost Rider is zijn ziel kwijt, het verhaal waarvan hij het middelpunt is, is al net zo zielloos. Plichtmatig worden enkele superheldenclichés doorlopen: de dood van de vader(figuur), het ontdekken en ontplooien van de krachten en het vriendinnetje dat als lokaas wordt gebruikt door de tegenstanders. Regisseur Johnson mengt wel een paar aardige grappen door het geheel en geeft daarmee een voorzichtige knipoog naar het genre.Easy rider
De scène waarin Johnny aan zijn Roxanne uitlegt dat hij niet op hun date kon verschijnen omdat hij als skelet enkele boosdoeners moest straffen, is wat dat betreft geslaagd. Welke superheld heeft dat probleem immers niet. Ook is de casting van Peter Fonda als de duivel een aardige vondst: Easy Rider meets Ghost Rider. Toch kan de film niet worden beschouwd als comedy of parodie. Daarvoor zit er weer te weinig humor in.Wat overblijft zijn prikkelende visuals: met de stunts en specialeffects zit het wel snor – het ziet er allemaal lekker uit. Diepgang moet voornamelijk komen van het decolleté van Eva Mendes die het ‘vriendinnetje van’ speelt. Mark Steven Johnson regisseerde eerder Daredevil, en leverde pas met de director’s cut een boeiende flick af. (De bioscoopversie werd verknipt door de studio – waarmee bijna alle psychologie uit het karakter werd geknipt.) Het zou natuurlijk kunnen dat voor Ghost Rider hetzelfde geldt, maar ik vermoed van niet. Deze rit kun je aan je voorbij laten gaan.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 3: Terug naar de bron

Wanneer een superheld wordt verfilmd, moeten er altijd de nodige aanpassingen worden gemaakt. Daarom is Burtons Batman niet precies de held uit de strip. Een kijkje naar de overeenkomsten en verschillen. In feite bestaat er natuurlijk niet één versie van Batman: iedere tekenaar zet hem immers anders op papier. Hetzelfde geldt voor acteurs: iedere acteur creëert zijn eigen versie. Het casten van de juiste acteur was daarom geen gemakkelijke opgave. Acteurs als Mel Gibson, Pierce Brosnan, Charlie Sheen en Bill Murray (!) waren in de running voor de rol. Maar voor Burton was Michael Keaton de perfecte Batman. Het postuur van Keaton was atletisch, maar hij was geen Schwarzenegger. Hierdoor had de regisseur meteen een realistisch motief voor het vleermuiskostuum.Zoals Burton zelf zegt:

‘Bij die gozer kun je je voorstellen dat hij een bat-pak draagt; hij doet dat omdat het nodig is, omdat hij niet zo’n gigantisch bedreigende macho is.’

Het kostuum maakt van Keaton een creatie van de nacht, een onaards wezen dat een bedreiging vormt voor de misdaad.Over de casting van Keaton als Batman waren de meningen flink verdeeld, omdat hij tot dan toe vooral in komedies had gespeeld. Mensen waren bang dat Batman weer camp zou worden. Maar Burton was heel wat anders van plan:

‘I thought about being true to what I loved about the original idea, and I think in the spirit of it, it’s close to Bob Kane,’ zegt Burton over zijn interpretatie van Batman in Burton on Burton (Salisbury 1995: 74).

Duistere vigilante
Burtons film is aan te duiden als een adaptatie in de geest van het oorspronkelijke werk. Er zijn twee elementen van de eerste verhalen die prominent in de film terug te vinden zijn: Batman als duistere vigilante en gangsterverhalen uit de jaren dertig.Het verhaal van de film speelt in de begindagen van Batman. Net als in zijn eerste optreden in Detective Comics #27 wordt de beschermer van Gotham gezien als een misdadiger – hij opereert los van de politiemacht. Zoals Gordon in de film tegen reporter Alexander Knox zegt: ‘Knox, for the ninth time, there is no Bat. If there were, we would find him…we would arrest him.’Burtons Batman is net zo meedogenloos als de vroege stripversie: wanneer hij tijdens de climax van de film oog in oog staat met de Joker, de moordenaar van zijn ouders, wil Batman hem vermoorden. Vlak ervoor heeft Bats nog een schurk laten doodvallen in het driehonderd meter hoge trappenhuis van de kathedraal. De vroege stripverhalen van Bob Kane waren geïnspireerd door gangsterfilms uit de jaren dertig en het Duits expressionisme.

‘Kane was a fan of Little Caesar (USA: Mervyn LeRoy, 1931) and The Public Enemy (USA: William A. Wellman, 1931), and explicitly aimed for a “Warner Brothers look” in the early stories’, volgens Will Brooker in Batman Unmasked (2000).

De urbane setting van Burtons film, met smalle straten, vuile steegjes met rook uit pijpleidingen en putdeksels, heeft een look die verwijst naar de gangsterfilms uit de jaren dertig/veertig, gecombineerd met een Film Noir-belichting (veel slagschaduwen en licht vanuit één bron, wat het geheel een sinister uiterlijk geeft). Sublimatie
Burtons Batman wijkt op belangrijke punten af van de versie van de stripheld zoals die ten tijde van de film werd voorgesteld: Batmans uiterlijk komt niet overeen met die van de strip – hij draagt een pak met voorgevormde spieren terwijl Bruce Wayne in de strip atletisch en gespierd is. Daarbij leidt Bruce Wayne in de comics een celibatair leven. In de film heeft hij een seksuele relatie met Vicki Vale. (Volgens Frank Miller is Batman in de comics niet seksloos, maar sublimeert hij zijn seksuele driften door al zijn energie op de misdaadbestrijding te storten.) Deze twee veranderingen kunnen gezien worden als een vermenselijking van het strippersonage.Dode schurken
Een laatste verandering heeft echter grote consequenties: de Joker wordt in de film geïdentificeerd als gangster Jack Napier, hij krijgt hierdoor een naam, en blijkt de moordenaar te zijn van Bruce Waynes ouders. Hij sterft aan het einde van de film. Dit zijn grote veranderingen ten opzichte van de comics. In Millers The Dark Knight Returns gaat de Joker ook dood, maar dit verhaal speelt zich af buiten de continuïteit van het Batman-universum. Over het algemeen gaat een prominente schurk als de Joker niet zomaar dood in de strips. En wanneer een superschurk in een comicserie sterft, is dit meestal maar van korte duur. Norman Osborn stierf halverwege de jaren zeventig in The Amazing Spider-Man, maar herrees uit de dood in de jaren negentig. Tijdens zijn absentie hebben andere personages de rol van de Green Goblin op zich genomen – met andere woorden: een superschurk kan niet echt sterven. In superheldenfilms is de dood van de schurk aan het einde van de film echter eerder gewoonte dan uitzondering.Next: een blik op de relatie tussen Bats en de Joker. Zie ook de andere posts over Burtons klassieker Batman.

Categorieën
Film Media

Bones: Gore and beauty

Een cynische en eenzame forensisch antropoloog van het Jeffersionian instituut werkt samen met een team van specialisten en een eigenwijze FBI-agent om langlopende moordzaken op te lossen. Dat is in het kort waar de serie Bones om draait. Bones omvat echter meer dan de som der delen. De serie is een interessante mengeling van elementen die we eerder hebben gezien in andere series. Dr. Temperance “Bones” Brennan (Emily Deschanel) is een Knappe Kop die te veel rationeel nadenkt en moeite heeft met emotionele zaken en intermenselijk contact. Ze komt daardoor over als afstandelijk en een tikje contactgestoord. Eigenlijk is ze een aantrekkelijke versie van Data (de androïde uit Star Trek: The Next Generation): ze probeert de aard van de mens te ontrafelen, en kan vol verbazing naar de meest basale handelingen kijken. Daarentegen schrikt ze niet terug van een lijk dat aan een boom hangt, waarvan de oogkassen lekker worden opgepeuzeld door een stel kraaien.
Seeley Booth (David Boreanaz) is in veel opzichten tegenovergesteld aan Bones. Hij is een FBI-agent die vaak vanuit zijn hart redeneert. Hij gaat niet alleen af op feiten en laat zich leiden door zijn intuïtie. Hij heeft een zoontje, Parker genaamd, en probeert een zo goed mogelijk voorbeeld te zijn voor zijn kind. Hoewel het duo tegen wil en dank samenwerkt, blijkt al snel dat ze elkaar goed aanvullen. De relatie tussen Bones en Booth evolueert langzaam van wederzijds wantrouwen naar vriendschap. Ondertussen spettert de onderhuidse seksuele spanning tussen Bones en Booth bijna van het scherm. Het is te hopen dat het moment dat ze fysiek samenkomen zo lang mogelijk wordt uitgesteld: toen Mulder en Scully elkaar vonden was dat de doodsteek voor The X-files. Stoffelijk overschot
Het oplossen van misdaden door het verzamelen van aanwijzingen in forensisch materiaal is al een tijdje in de mode, getuige populaire televisieseries zoals CSI. Toch biedt Bones fascinerende elementen die het kijken de moeite waard maken. Het beeld van de bloedmooie onderzoekster die skeletten en andere overblijfselen betast biedt een interessant contrast tussen aantrekkelijke schoonheid (dr. Temperance Brennan voor de duidelijkheid) en de afstotelijke aanblik van een halfverteerd stoffelijk overschot. Horrorfilms bieden eenzelfde botsing tussen schoonheid en verafschuwing: jonge mooie mensen die overladen worden met bloed, stukjes schedel of andere lichaamsdelen, is niet ongebruikelijk in het genre. Daarbij wordt altijd het knappe blondje als eerste in mootjes gehakt door de psychopaat. Iets wat Dr. Brennan overigens niet snel zal overkomen, want naast haar scherpe geest, heeft ze ook de juiste ‘moves’ om onverlaten van zich af te schoppen. Iedere aflevering moet er een moord worden opgelost aan de hand van kleine aanwijzingen die alleen de experts kunnen opmerken – dit levert het nodige technisch gebabbel op. Mensen houden nu eenmaal van het oplossen van puzzels. Toch is het mysterie wat mij betreft secundair. De charme van de serie zit hem in de onderlinge verhoudingen tussen de personages. Zoals vaak het geval is bij dit soort series, draait de aantrekkingskracht meer om wat de personages met elkaar uitspoken, dan de zaken die opgelost moeten worden. In eerste instantie kijkt men immers ook niet naar ER of Grey’s Anatomy vanwege de patiënten. (Tenzij een patiënt iets met een dokter krijgt natuurlijk.)Humor is het tweede beslissende element in de serie. De bijfiguren, de collega’s van Bones, zijn allemaal typische nerds die, al zijn ze wat vreemd, erg menselijk zijn en met wie en om wie je hartelijk kunt lachen. Specialisten, mensen die geheel opgaan in hun werk, zijn daarnaast fascinerend om te observeren.Engel
David Boreanaz geeft gestalte aan de sympathieke en tevens complexe agent Booth. Boreanaz werd bekend door zijn vertolking van Angel – de vampier met een ziel – in de cultserie Buffy The Vampire Slayer. Boreanaz weet een goede balans te vinden tussen de humor en serieuzere momenten. Emily Deschanel is wellicht het meest bekend door de kleine rol van receptioniste die Peter Parker dist in Spider-Man 2. Ze geeft dr. Brennan de nodige gratie mee. Toch is haar Data-kant, de koude afstandelijke observator van alles wat menselijk is, minder overtuigend. Daarvoor hadden ze wellicht een actrice moeten maken die er meer als nerd uit ziet. Na de eerste paar afleveringen wordt ze al snel menselijker neergezet en doet een subplot rondom haar verleden zijn intrede. Ondanks de eerder betreden paden biedt de serie een fris perspectief. Het is de vraag hoe lang ze haar glans blijft houden, maar voorlopig biedt Bones lekkere kijkkost voor op de late avond. Op dit moment wordt Bones uitgezonden door ReuTeL-5. Daar zijn ze sinds kort weer begonnen bij seizoen één, zonder dit vooraf aan te kondigen of duidelijk te maken wanneer er weer nieuwe afleveringen worden getoond. Deze onbedachtzaamheid naar de vaste kijker toe is typisch voor commerciële omroepen. Aan de andere kant geeft dit nieuwe kijkers een tweede kans deze boeiende serie te volgen.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Tenacious D in The Pick of Destiny

In The Pick of Destiny gaat het duo Tenacious D op pad om het heilige plectrum te stelen uit The Rock-‘n-roll History Museum. Melige onderbroekenlol, maar vooral veel coole songs volgen elkaar in rap tempo op. Wanneer Jack Black gitarist Kyle Gass ontmoet in Venice Beach is hij als betoverd door zijn spel. Hij gaat bij de gezette ‘soloartiest’ in de leer totdat blijkt dat Gass leeft van het zakgeld dat zijn ouders hem toesturen en allesbehalve een beroemde muzikant is. Toch vormen de heren samen de band Tenacious D – ‘de beste band in de wereld’.

Het filmverhaal geeft de (fictieve?) geschiedenis weer van Tenacious D. In werkelijkheid bestaat deze band, of rockparodie – het is net hoe je het bekijkt – al een aantal jaren. Behalve een cd en optredens was er ook een kortlopende televisieserie voordat deze film het licht zag.

Humor
Films over rockmuziek zijn meestal niet echt serieus te nemen, en worden geserveerd met een flinke dosis humor. Een traditie ingezet met This is Spinal Tap (1984) van Rob Reiner en voortgezet met films als Rock Star (Stephen Herek, 2001), Detroit Rock City (Adam Rifkin, 1999) en natuurlijk de klassieker Wayne’s World (Penelope Spheeris, 1992). Uitzondering is Almost Famous uit 2000, waarin de terugblik op jaren zeventig-rock van regisseur Cameron Crowe ruimte laat voor een brede glimlach, maar waarin nostalgie toch de overheersende factor is.

De rockfilm Tenacious D in The Pick of Destiny is een comedy én een musical. Jack Black en Kyle Gass mogen dan ogen als twee onwaarschijnlijke rockgoden, ze spelen groovy gitaar rifs en zingen pakkende teksten. Tussen de vele ‘fucks’ door geven de songteksten de gevoelens en gedachten van de personages weer – dit is kenmerkend voor de musical.

De muziek van de D is een lekker klinkende parodie van rockmuziek en valt daarmee in de traditie van het werk van Frank Zappa. Het klinkt als rock, maar wie goed luistert, hoort dat de draak wordt gestoken met reguliere songteksten.

High Fidelity
Jack Black begeeft zich op bekend terrein. Rockliefhebber speelde hij ook al in High Fidelity (Stephen Frears, 2000) en School of Rock (Richard Linklater, 2003). Hij zet in al deze films een manische en fanatieke wannabee rocker neer. In een film die iets meer dan 90 minuten duurt, voelt zijn ritalinarme aanwezigheid soms als iets te veel van het goede, maar omdat de film de vaart er flink in houdt, en de ene ‘foute’ grap na de andere elkaar opvolgen, is er geen tijd voor grote ergernissen. Daarbij werkt Blacks enthousiasme aanstekelijk. Bovendien kan hij een aardig deuntje zingen.

Let vooral ook op de grappige bijrollen van Ben Stiller en Tim Robbins. De film biedt genoeg lachsalvo’s om met een prettig prikkelend gevoel de zaal uit te lopen.

Kortom: this movie rocks!

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: WWW, What a Wonderful World

WWW, What a Wonderful World is een mix van verschillende genres en vertelt op speelse wijze over het leven in hedendaags Casablanca. Over een huurmoordenaar die verliefd wordt op de stem van een verkeersagente; over de prostituee die hij na elke opdracht bezoekt en de hacker die bij toeval in zijn database terecht komt.WWW, What a Wonderful World is de tweede lange speelfilm van de eigenzinnige Marokkaanse filmauteur Faouzi Bensaïdi. De film was te zien tijdens het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Vanaf 15 maart draait WWW in Rialto (Amsterdam) Lux (Nijmegen), ’t Hoogt (Utrecht) en Filmhuis Den Haag. Daarna elders in het Land.WWW, What A Wonderful World vertelt het verhaal van vier bewoners in hedendaags Casablanca. De personages zijn representatief voor verschillende aspecten van het huidige leven in deze stad vol contrasten. Kamel (gespeeld door Bensaïdi) is een huurmoordenaar die zijn opdrachten via internet krijgt. Hij heeft de gewoonte om, na het uitvoeren van zijn opdracht, te vrijen met Souad – een prostituee. Wanneer hij haar belt voor een afspraak, is het altijd Kenza die de telefoon opneemt. Kenza (de vrouw van Bensaïdi) is een verkeersagente die haar telefoon verhuurt om bij te verdienen. Kamel en Kenza voeren poëtische gesprekken over liefde en eenzaamheid. Kamel wordt na een tijdje verliefd op Kenza’s stem en gaat naar haar op zoek. Ondertussen droomt Hicham, een professionele hacker die zijn gehandicapte vader verzorgt, ervan naar Europa te reizen. Hij hackt per ongeluk in de opdrachten van Kamel. Veelbelovend
Faouzi Bensaïdi (Meknès, 1967) is een van de meest veelbelovende Marokkaanse filmmakers. Hij is een multi talent dat regisseert, acteert en scenario’s schrijft. In 2005 bracht het Filmmuseum zijn debuutfilm Mille Mois (2003) uit. Het is tekenend voor Bensaïdi dat hij met WWW niet simpelweg het succes van Mille Mois kopieert, al zijn er wel overeenkomsten tussen de films. In beide films is een subtiel commentaar op de hedendaagse Marokkaanse samenleving te lezen. Mille Mois is een ingetogen plattelandsdrama dat gesitueerd is in een Marokkaans bergdorp in de jaren tachtig van de vorige eeuw. WWW neemt de toeschouwer mee naar het hedendaagse Casablanca, waar de oude wereld naast de moderne leeft.Gemengd
WWW is een eigenzinnig vormgegeven moderne vertelling die verschillende filmgenres door elkaar mixt. Bensaïdi mengt naar eigen zeggen elementen van film noir, melodrama, de romantische comedy en de thriller door elkaar, zonder zich verplicht te voelen de conventies nauwgezet te volgen. Door deze eclectische aanpak overstijgt de film de genres. Toch moet daar wel een belangrijke kanttekening bij geplaatst worden, want in deze vreemde mix blijken niet alle elementen even goed met elkaar te mengen. De romance tussen Kamel en Kenza is origineel, maar het zijn vooral de actiescènes waar Bensaïdi goed op dreef is. Deze zijn strak vormgegeven, maar vallen toch moeilijk te rijmen met de eerdergenoemde romance. WWW, What A Wonderful World biedt een kakofonie aan beelden en visuele vondsten. De geanimeerde begintitels en de daarbij spelende muziek doen denken aan het werk van Saul Bass. Bass maakte titelsequenties voor onder andere Alfred Hitchcock en Stanley Kubrick. Bensaïdi maakt op eclectische wijze gebruik van verschillende filmische middelen: zo introduceren titels de personages en bevat de film een volledig geanimeerde actiescène. Een dergelijke greep naar animatie is niet nieuw en helaas is de animatie ook niet van zodanige kwaliteit dat deze de andere voorbeelden doet vergeten. De animatiesequentie in Kill Bill was veel beter uitgevoerd en paste ook beter in het geheel van die film. In WWW lijkt de sequentie een niet goeddoordachte toevoeging te zijn.Visuele patronen
Bensaïdi heeft een voorkeur voor niet-gecentreerde composities en wijde shots, waardoor de enscenering extra benadrukt wordt. Dit vergroot ook de afstand tussen de personages en de toeschouwer, waardoor het moeilijk wordt met de hoofdpersonen mee te leven. Bensaïdi gebruikt het gehele bioscoopscherm als een schilderscanvas en zowel de setting als de personages verworden tot visuele patronen op het scherm. Deze beeldchoreografie komt duidelijk naar voren in scènes waarin Kenza het verkeer leidt– er ontstaat dan een visueel verkeersballet. De film is niet gespeend van humor en Bensaïdi werd door zijn optreden als zwijgzame huurmoordenaar met stalen gezicht in Variety vergeleken met Buster Keaton. Behalve Bensaïdi’s droge optreden zit de humor vooral in de variatie van herhaalde gebeurtenissen in de film.WWW, What a Wonderful World is een interessante film die zeker de moeite waard is om te gaan zien. Ook al is de mix van elementen niet geheel geslaagd, de eigenzinnige visie van de regisseur biedt een interessante blik op een stad vol met contrasten.