Zomer(?)terras Vertigo
Het lijkt misschien alsof ze interessant loopt te doen, maar nee, Merel belt hier echt. En nog wel met haar lieftallige zusje die recent basisarts is geworden.
Visueel dagboek van Michael Minneboo.
Na de Pyramide reden we door regen en wind naar het noorden van Noord-Holland om uit te gaan waaien op het strand.
Eerst even een kopje koffie voordat we de harde wind en later ook de regen gingen trotseren.
Foto: Linda
Foto: Linda
Foto: Linda
Ondanks het herfstachtige weer een fijne afsluiter van de roadtrip door Nederland.
Op onze laatste vakantiedag reden we langs de Pyramide van Austerlitz. Na een broodje Unox in het naburige eethuis, waar bovenstaand kunstwerk aan de muur hing, beklommen we het gevaarte. De “Pyramide van Austerlitz” is gelegen op het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug. Het monument stamt uit de tijd van Napoleon van begin 1800. Zie hier voor meer informatie over dit aparte monument.
Foto: Linda.
Foto: Linda.
Het lijkt wel alsof ze al eeuwen bezig zijn met het gebied rondom het station van Arnhem. De bouwput voor het station stemt droevig.
Eric de Noorman keek ook al niet al te blij.
We zijn dan ook niet heel lang gebleven. Even een hapje eten en wroem de snelweg op, over de Nederrijn richting Duiven.
Ik vind het heel bijzonder dat het Kröller-Müller Museum op de Veluwe staat. Van binnen kun je al wat van de bosrijke omgeving zien.
Foto: Linda.
Ook in de beeldentuin word je omringt door fijne natuur.
Het was echter behoorlijk druk op de Veluwe die dag. Net als elders in Nederland moesten we in de rij staan om binnen te kunnen komen.
Daarna sprongen we op de witte fietsjes om van de natuur te genieten, maar kwamen terecht in een file van families die ook op die dingen rondreden. Geen individuele natuurbeleving dus. Toen na een uurtje buiten ook nog eens een wolkbreuk losbarste, hielden we de Veluwe voor gezien.
Een paar jaar eerder hebben we ons er beter vermaakt.
Woensdag trokken we naar de Veluwe, naar het Kröller-Müller Museum op de Houtkampweg te Otterlo, om even flink wat kunst te snuiven. De Belgische kunstenaar Jan Fabre (Antwerpen 1958) exposeerde daar onder de titel Hortus/Corpus.
Fabre in zijn jonge jaren, in een plas van kots en zaad en een nog steeds paraat staande penis.
Foto: Linda.
Foto: Linda.
“Achter de titel, die uit de simpele woorden tuin (hortus) en lichaam (corpus) bestaat, ligt het universum van Jan Fabre. Het insect, de mens, de engel en het blauw van het eeuwig terugkerende moment waarop de nacht in dag overgaat en leven ontwaakt, spelen daarin een belangrijke rol. Het zijn vier basisgegevens waarmee Fabre zijn gedachten en dromen over leven en dood, schoonheid en afschuw, kwetsbaarheid en geweld, vergankelijkheid en eeuwigheid steeds weer op een andere manier ordent en aan ons toont.
Jan Fabre is internationaal bekend als een van de meest vernieuwende en veelzijdige kunstenaars van dit moment. Al meer dan 25 jaar profileert hij zich als grensverleggend performancekunstenaar. Vandaar uit ontstaan enerzijds zijn theaterstukken en opera’s en anderzijds zijn beeldend werk. In het Kröller-Müller museum is Jan Fabre te gast als beeldend kunstenaar.” Zie de site van Kröller-Müller.
Onderweg van Zutphen naar ons hotel gleed het landschap voorbij als een levend en immer fascinerend schilderij.
Foto door Linda.
Na de stevige boswandeling reden we bij toeval langs Zutphen. Aangezien het bijna tijd was om de maagjes te vullen, parkeerden we de auto achter het station en wandelden we de stad binnen.
In een kort tijdsbestek kwamen we veel kunst op straat tegen – iets wat me zeer beviel.
We waren maar een paar uur in Zutphen, waarvan we het merendeel doorbrachten in Revolution, een restaurant met een Zuid-Amerikaanse kaart. Toch had het stadje een positieve indruk op me gemaakt. Ik hou nu eenmaal van mooie historische gebouwen en kunst in de openbare ruimte.
Gekraakt pand achter het station.
Dit is het grappigste dat we tegenkwamen in het dorpje Duiven. Voor de rest was het een grote nieuwbouwtreurnis waarin we verkeerden. Wijken die net zo goed in Heerhugowaard, Kudelstaart of de Kersenboogaard (treurwijk in Hoorn) hadden kunnen staan. Wat lijken veel Nederlandse steden en dorpjes op elkaar!
Moorkoppen: kunst voor de massa!
Zevenaar had wel wat historische gebouwen, maar het centrum bleek een onpersoonlijke speelplaats van projectontwikkelaars. Wel vonden we in de regen een aardige pub waar we goed en vriendelijk werden bediend. Dat is ook wat waard.
Het viel me alleen op dat er grote boekenkasten langs de muur stonden. In Groningen kwamen we dat al in het hotel in andere horeca tegen. Dat kan geen toeval zijn!
Onze uitvalbasis voor de komende drie dagen was een Van der Valk Hotel bij de A12. Correctie: de A12 was om dit hotel heen gevouwen. Als je ’s ochtends in het restaurant bij het raam aan het ontbijt zat, kon je aan alle kanten autootjes zien racen. Het was alsof het pand middenin een racebaan geplaatst stond.
Het uitzicht vanuit de hotelkamer. Broem!
Het personeel was overigens heel vriendelijk. Toch voelt een Van der Valk-hotel als de perfecte plek voor het afhandelen van schimmige zakendeals en het botvieren van je buitenechtelijke relatie. Ondanks de grote kamer en luxe badkamer met bubbelbad, voelt zo’n keten toch een beetje als de McDonald’s onder de hotels.
Maar misschien komt dat laatste vooral door dit bord dat op de parkeerplaats stond met daarop een citaat van Arie van der Valk zelf. Iemand die zo denigrerend zijn personeel toespreekt kan nooit een vriend van me worden. Joost mag ook weten waarom dat bord op de algemene parkeerplaats staat. Moeten de hotelgasten hier blij van worden? Misschien dat VVD’ers van dergelijke uitspraken gelukkig worden van binnen, ik weet het niet. Misschien is Van der Valk een hotel voor VVD’ers en grote gezinnen.