Gisteren zei ik mijn oude huisje vaarwel. Mijn appartementje werd door een vertegenwoordiger van de huisbaas geïnspecteerd en goedgekeurd, waarna ik de sleutels kon inleveren en voor de laatste keer het pand verliet. Ik verliet mijn vertrouwde haven op weg naar nieuwe wateren.
Vanmorgen regelde ik de inschrijving in mijn nieuwe habitat.
Het nieuwe avontuur van samenwonen in de grote – echte – stad gaat nu werkelijk beginnen. Lees ook de vorige afleveringen van de verhuissoap:
Categorie: Fotoblog
Visueel dagboek van Michael Minneboo.
Leeg fotoalbum (2)
Voor een verdere toelichting zie hier.
Leeg fotoalbum
Ik plak al jaren geen foto’s meer in. Dat komt natuurlijk doordat ik tegenwoordig alles digitaal schiet. Toch was het vroeger ook een klusje dat vaak bleef liggen.
Zo moet ik bijvoorbeeld nog steeds mijn foto’s van mijn verblijf in Amerika (1995-1996) inplakken. That’s never gonna happen.Toch maak ik bergen foto’s. Veel meer dan voorheen, maar dan vooral met mijn telefoontje en meestal voor een blogpost. De map met fotobestanden puilt aardig uit, want ik gooi zelden iets weg. Soms is het ook wel fijn om door de map te bladeren: het brengt herinneringen terug van vergeten momenten. Dat geldt ook voor de minder geslaagde foto’s, hoewel ik van de week toch eens de tijd nam om mislukkingen uit het virtuele geheugen te wissen. Hieronder een reeks plaatjes die ik in het afgelopen jaar maakte en die ik tijdens het opruimen tegenkwam en wel het bewaren waard vond.
Later meer…
Zaterdagnacht was ik in Sugar Factory om daar Comic Invasion te verslaan voor de Zone 5300.
Overal hingen orginele tekeningen, ter plekke vervaardigd door Nederlandse stripmakers. Zo kon het gebeuren dat je in het herentoilet een poepend meisje van Floor de Goede zag hangen.
Even moest ik weer denken aan de klassieke internethype 2girls1cup, om daarna die gedachte snel met een flesje spa weg te spoelen.
Een uitgebreid verslag volgt. (Over Comic Invasion welteverstaan, niet specifiek over deze charmante prent.)Lees ook: Last year’s internet sensation.
Foto: … en Kwak!
Foto: Filmdecor
Soms lijkt het net of ik in een filmdecor leef terwijl ik gewoon een kopje koffie zit te drinken in een grandcafé. Niet omdat de mensen om mij heen, die allen verwikkeld zijn in eigen dialogen, hun dagelijkse sores en dromen, op de achtergrond figureren, maar omdat de omgeving perfect zou passen in een spannende film noir of een kleinschalig drama.
Neem nu Stanislavski in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Terecht een theatraal gebouw, met prachtige bogen, kroonluchters en een sierlijke trap, waar je ieder moment een mooi uitgelichte femme fatale kan verwachten die gracieus naar beneden loopt. Dezelfde ruimte kan ook fungeren als een ontmoetingsplek voor twee minnaars die een geheime ontmoeting hebben. Ze zitten achter de pilaar aan het tafeltje in de nis en houden zich zo klein mogelijk opdat ze niet opvallen.
Genieten van een ruimte die tot de verbeelding spreekt. Mijn kopje koffie smaakt er net dat beetje lekkerder door.
New York notities #3
PlaatjespraatjesOp de eerste verdieping van ons hotel, het Gershwin in Manhattan, is een klein keukentje met een cola-automaat. Door de deuropening starend lijkt het tafereel veel op een fotorealistisch schilderij. Het is er ook altijd muisstil. Nooit iemand gezien.
In de lobby bij de liften speelt constant deze voorstelling van iemand die schijnbaar via de liftkabels omhoog klimt. Gerswhin is een artyfarty hotel waar veel schilderijen en foto’s van beroemde kunstenaars hangen. Ik vond het een pittoreske hotelletje. Parkje vlakbij Tudor City. Opvallend bordje vind ik dit. Net als al die bordjes in toiletten van restaurants en cafés: ‘employees must wash hands.’ Dat je mensen daar nog op moet wijzen… brrrr.
Hij is echt, maar had net zo goed een rekwisiet van een film of televisieserie kunnen zijn. Wie door New York wandelt waant zich in een filmdecor.Typisch Hollands gebruiksvoorwerp in New York. Misschien achtergelaten door een van de Nederlandse stichters van de stad. Hoewel, te nieuw model.
New York notities #2
Sinds die scène in de film Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984) is het altijd al een wens van me geweest om de New York Public Library te bezoeken. Niet dat ik er iets spookachtigs verwacht natuurlijk, maar de plek bewandelen waar Peter Venkman en zijn collega’s hun eerste ontmoeting met het hiernamaals beleefden lijkt me toch bijzonder. De dag dat we het gebouw bezoeken, zijn we iets te vroeg. De bibliotheek gaat pas om 11 uur open. Voor New Yorkers is 11 uur vroeg genoeg om te lezen. We hebben dus genoeg tijd om de leeuwen te fotograferen die dit instituut der kennis bewaken.Even later gaan we het gebouw binnen. De bibliotheek bevat prachtige leeszalen vol gedrukte kennis. Tussen alle lezende New Yorkers had ik moeite om niet heel hard ‘Hey, has anyone seen a ghost?’ te roepen. Gelukkig kon ik me inhouden. Ik ben immers Bill Murray niet. Bovendien werd deze zin door Pete Venkman in een heel andere scène uitgesproken.
Doodeng en doodleuk vond ik Ghostbusters de eerste keer dat ik de film zag. Ik was een jaar of zeven denk ik. Als de bibliotheekmedewerker aan het begin van de film door de zaal met boeken loopt, begint ze langzaam te vermoeden dat er iets niet pluis is. Rondzwevende boeken en later een heel kaartenregister dat de lucht in vliegt zijn daar duidelijke aanwijzingen voor. Dan schijnt er een spookachtig wit licht op de bibliothecaresse. Ze ziet een verschijning en slaakt een ijzige angstkreet! Het is een wonder dat ik na het zien van deze scène ooit nog een bibliotheek in durfde.Nu ik door de muisstille zalen van de New York Public Library loop, is een dergelijke doodsangst moeilijk voor te stellen. Maar ja, je weet nooit wat er in de kelders van het gebouw schuilgaat…
Columbia University
Enkele dagen later bezoek ik in mijn eentje een plek die ook op de achtergrond van Ghostbusters een rol speelt: de campus van de Columbia University. Hier op de trap zitten Pete en Ray zich te bezatten. Ze zijn zojuist door het universiteitsbestuur ontslagen. Venkman ziet hierin echter een gouden kans: ze moeten voor zichzelf gaan beginnen. Overigens studeerde Peter Parker hier ook in de Spider-Man-films van Sam Raimi. In Spider-Man 2 krijgt Parker hier menig tas tegen zijn hoofd als hij zijn spullen van de grond afraapt. Ook krijgt hij een berisping van Dr. Curt Connors naar zijn hoofd geslingerd wanneer hij voor de zoveelste keer te laat komt opdagen voor college. Het werk van een superheld is nu eenmaal moeilijk te coördineren met het studentenleven.
Wie op de campus van Columbia vertoeft snapt waarom dit een geliefde filmlocatie is. De classicistische gebouwen zijn imposant. Tegelijkertijd straalt het geheel een rustige sfeer uit. De campus van de New York University is een stuk minder schilderachtig dan die van Columbia – het sociale gebeuren speelt zich daar vooral af op Washington Square Park, maar voelt veel minder als een eenheid dan dit centrum der kennisuitwisseling.
Vleugje nostalgie
Een mild windje is het staartje van een regenbui eerder die middag. Ik ga op de trap voor de universiteitsbibliotheek zitten. Ik observeer de paar studenten die op de campus zijn. Het merendeel loopt van het ene naar het andere gebouw. Het is zondag dus erg rustig. Nergens zie ik een leuk tentje om wat koffie te drinken. Daar had ik wel op gehoopt, want dit zijn doorgaans de beste plekken om wat van de studentensfeer mee te krijgen.Ik rondde mijn studie af in de zomer van 2003 en ofschoon ik daarna nog een jaar heb lesgegeven op de universiteit, is het alweer vijf jaar geleden sinds ik het studieleven achter me liet. Soms mis ik het wel. Het discussiëren over theorieën, samen boeiende nieuwe films ontdekken, kennis gevoerd krijgen, kennis opdoen in dat ene verrassende boek dat door zijn vreemdsoortige cover opvalt in de boekenkast en natuurlijk heel veel gezellig toeven in het studentencafé. Ik mis het soms. Net als de zeeën van tijd die je tussen het studeren door lijkt te hebben…
Ach, wat zeur ik nou. Ik deel als freelancer nu ook mijn eigen tijd in, kennis doe ik nog steeds dagelijks op via het web en ik sla zelfs nog wel eens een boek open. Toch voel ik mij wat weemoedig wanneer ik op de campus van Columbia rondloop. Dat komt vooral omdat ik bezichtiger ben van een wereld waar ik geen deel van uit maak. Dit is niet mijn wereld, dit is niet mijn universiteit. Sterker nog: dit is niet eens mijn stad. Stranger in a strange, but familiair land…
Wordt vervolgd…Lees ook:
New York notities #1
Het is alweer bijna een maand geleden dat ik samen met Linda New York bezocht. De drukte van het dagelijks leven maakt dat ik er nog niet aan toekwam om een reisverslag te posten. Daarom zo nu en dan wat aantekeningen uit mijn notitieboekje die ik optekende tijdens mijn ontdekkingstocht door The Big Apple.Naar de grote Appel
We vliegen via Philadelphia met US Airlines. Bij het instappen en later bij het opstappen verkeer ik in een euforische stemming. Alsof het kind binnenin weer is ontwaakt. Nou ja kind, eerder de nerdy tiener die blij is dat hij de stad van zijn helden gaat opzoeken: John Lennon, Spider-Man en andere popiconen die zo veelbetekenend zijn geweest voor mijn jeugd en waar ik maar geen afscheid van wil nemen. En waarom zou ik ook? Het koesteren van mijn jeugddromen maakt dat ik even vergeet dat het leven eindig is, dat alles slechts een momentopname is die snel in de tijd zal vervagen.New York we komen eraan!
Als wittebroodsweken
De eerste dag in New York vergaap ik mij letterlijk aan de architectuur van Manhattan en ben ik in de ban van de energie die door de stad zindert. Ik voel me thuis in deze betonnen jungle. Sterker nog, het liefste ga ik hier wonen en werken, bedenk ik mij al snel. Terwijl we de stad ontdekken fantaseren Linda en ik hoe het zou zijn om hier een apartementje te betrekken. Daar ik al eens een jaar in de Verenigde Staten heb doorgebracht met als doel mezelf uiteindelijk te naturaliseren, wakkert er diep in mij een oude droom aan.
Een paar dagen later denk ik daar alweer anders over. In de dagen dat ik in New York ben doorloop ik wat in wezen het klassieke patroon van een relatie genoemd kan worden. In de eerste fase is alles spannend en nieuw wat ze doet. Ik bewonder al haar vreemde en bijzondere eigenschappen. In de tweede fase worden die bijzondere dingen normaal en welbekend. Een negatieve ervaring hier en daar maakt dat ik mijn mening bijstel. (Zo gaat in Manhattan alles sneller dan bij ons. Het voordeel is dat lange rijen in de lunchroom snel worden weggewerkt, het nadeel is dat het personeel soms weinig geduld heeft met de toerist die alles nog even moet uitzoeken. Zo krijg ik op de tweede ochtend toegesnauwd dat ik een bepaald broodje niet mag bestellen omdat het op de lunchkaart staat. De jongen wijst een bord aan met alleen ontbijt broodjes, terwijl ik even later iemand anders mijn broodje zie bestellen en hij deze ook gewoon krijgt.)
Een paar dagen later teken ik de volgende overpeinzing op in mijn notitieboekje:
De eerste crush op Manhattan is wel een beetje over. Plannen om hier te gaan wonen schuif ik daarom diep weg in mijn onderbewuste. Want wat moet ik hier dan gaan doen? In dienst van Marvel stripalbums gaan promoten in een Spider-Man-pak? Dat betekent eerst een jaar zweten in de sportschool om vervolgens iedere dag geschopt te worden door irritante koters. Nee, bedankt. Een optie zou kunnen zijn dat ik voor een Nederlandse publicatie over New York ga schrijven en daarnaast als vuilnisman of receptionist in een hotel de kost bijverdien. Uiteindelijk ben ik na de vakantie blij dat ik de stad weer kan verlaten. Afgemat van de indrukken en de vele kilometers die ik in een paar dagen heb afgelegd. Om na het afscheid weer vurig naar haar te verlangen, vol met nostalgische gevoelens en een koffer vol inspiratie.
Wordt vervolgd…
Lees ook:
Foto: Overal De Balie
Recent zat ik in De Balie in Amsterdam – ja, dat doe ik wel eens – en terwijl ik op een afspraak wachtte, viel mijn oog op de cover van HP/De Tijd. Op de cover stonden foto’s van enkele bekende gezichten uit de Nederlandse politieke wereld. En met rode letters ‘De Balie’ gestempeld. Natuurlijk is dat laatste zodat De Balie het eigendom van de tijdschriften kan claimen wanneer een geniepige bezoeker – ja, die bestaan ook – besluit om het tijdschrift mee naar huis te nemen. Een van de personeelsleden van de debattempel van Amsterdam was dit keer erg creatief omgegaan met de stempel en had deze enkele malen strategisch op de cover gedrukt zodat het leek of de foto’s van Kamerleden stukjes posters waren van een programma van bovengenoemde Balie. Het bracht een glimlach op mijn gezicht. Altijd goed als je afspraak net binnenkomt.
Een beetje ongelukkig gekozen vergelijking: nu krijg ik meteen een vieze smaak in mijn mond bij het fenomeen ‘poken‘. En ik maar hopen dat we met een nieuw jaar van het belachelijke woord ‘swaffelen’ af waren.
Ik snap nooit zo goed waarom mensen omwille van een cartoon die hen niet bevalt meteen hun abonnement opzeggen. Daar kun je toch ook gewoon overheen lezen?Lees ook: