Freelance illustrator Paul Stellingwerf is de vaste tekenaar van mijn Schokkend Nieuws–column. Recent leverde hij dit knappe klusje af voor een café in Beverwijk dat alvast in de voetbalsferen wil komen.
Robin van Persie en Louis van Gaal, bij voetbalfans vast niet onbekend, staan centraal in de pakkende cartooneske voorstelling. Stellingwerf tekent in een zeer toegankelijke stijl en maakt illustraties, cartoons, strips, ontwerpt logo’s en mascottes. Op mijn site publiceer ik ook geregeld illustraties van zijn hand, waaronder de tekening in de header.
De bovenstaande plaat is 13,5 bij 6, 5 meter hoog en dus vanaf de weg niet te missen, zoals ook uit dit item van Telegraaf TV blijkt. Daar wordt Van Gaal overigens aangekondigd als ‘onze verlosser’. Van dat soort taalgebruik verbonden aan voetbal krijg ik altijd een beetje kotsneigingen, maar dat neemt niet weg dat Paul een tof kunstwerk heeft afgeleverd.
Dit is een mooi gemaakte video met een boodschap die we al eerder hebben gehoord.
Toch plaats ik hem. Ik ben het deels eens met het sentiment, maar ook sluit ik me aan bij wat Karin erover zei op haar blog, waar ik de video zag, namelijk: het is niet de ‘fout’ van het internet. Technologie op zich is niet slecht, het is wat je ermee doet.
Dus niet met je smartphone bezig zijn als je door de stad fietst of autorijdt!
Sociale media kunnen handig zijn voor allerlei redenen. We leven wat dat betreft in een spannende tijd met alle technologische ontwikkelingen waar we in de pakweg 20-25 jaar mee te maken hebben gekregen. Ik denk dat men over 500 jaar zal terugkijken op deze periode als de nieuwe middeleeuwen. Het web en alles wat daarmee samenhangt, van sociale media tot blogs: het is qua impact mijns inziens vergelijkbaar met de uitvinding van de boekdrukkunst. Onderzoekers zullen bestuderen hoe deze generatie en de volgende een vorm proberen te vinden om deze nieuwe communicatietechnieken in hun leven te integreren. Dus: enjoy the ride. En bovenal: zorg dat je je eigen publicatieplek hebt en geef je autonomie niet aan de kerk die Facebook heet.
En ja, doe vaak genoeg dat scherm uit en ga naar buiten om de lucht op je huid te voelen, vrienden en familie te zien en bovenal om de andere realiteit te ervaren. Maar dat weet je allang, dus dat hoef ik je niet te vertellen.
Na het ontbijt zat ik door mijn facebooktijdlijn te scrollen en werd ik plotseling geconfronteerd met een nare foto. Het blad van een tekentafel had op brute wijze contact gemaakt met het gelaat van een stripmaker en de onderste rij van zijn tanden eruit geslagen. Dat was natuurlijk erg vervelend voor het slachtoffer en daarvoor alle medeleven, maar ik vroeg me wel af waarom hij de foto van zijn gehavende gezicht, en geloof me, het was geen pretty sight, op zijn facebookpagina had gezet?
Nu sprak men laatst in HP/De Tijd over digibitionisme, wat een aardige term is voor dergelijke acties. Wat laat je wel en niet zien op facebook? Als hij volgende week last van zijn aambei heeft, krijgen we daar dan ook een foto te zien? Zit iemand daar dan wel op te wachten? (Ik hoop het niet.)
Facebook hanteert strenge, Amerikaans-christelijke richtlijnen over wat je op Facebook kunt laten zien en vooral wat niet. Uiteraard geen porno en bloot, en zelfs een vrouwentepel is al uit den boze. Bovengenoemde foto was kennelijk geen probleem voor de facebookfilter. Het plaatje ging mij echter te ver. Je weet nooit wat je kunt verwachten als je door je tijdlijn scrolt, maar ik reken op een beetje smaakvol gebruik van sociale media.
Wat vind jij de grens wat betreft dingen plaatsen op Facebook? Met andere woorden, hoe ziet de facebooketiquette er eigenlijk uit?
De VPRO moet van bestuursorganisatie NPO stoppen met het maken van ‘ongecoördineerd media-aanbod’. Daarmee geeft de NPO aan nog steeds in 1950 te leven en niet te beseffen dat internet een volwaardig uitzendplatform is, net als televisie en radio.
In deze vlog reageer ik op dit artikel uit VPRO gids #5, van mijn collega’s Elja Looijestijn en Jonathan Maas, dat natuurlijk ook gewoon online te lezen is. Ik kijk bijna geen televisieprogramma’s meer, maar als ik kijk is dat meestal een programma van de VPRO, zoals Boeken of de fantastische serie Black Mirror. Nu de VPRO zo onder vuur ligt, des te meer reden om lid van deze omroep te worden. Ook ik ben dus Pro VPRO. Jij ook?
Vraag je je ook wel eens af hoe het komt dat je postjes op Facebook minder likes hebben dan vroeger? Of waarom je van bepaalde Facebookvrienden al een tijdje geen updates meer ziet terwijl ze wel gewoon nog een account hebben en updates posten? Bekijk dan deze inzichtelijke video:
Ik geloof dat ik erop gewezen werd via Elsbeth Witt op Twitter. Over mijn liefde-haatverhouding met Facebook schreef ik al eerder. Ik geef toe dat ik me net berust had in het feit dat we allemaal naar onze vrienden toe marketeers waren geworden die om aandacht smeken. Toch, sommige van mijn vrienden ontpoppen zich echt als aandachtsjunkies op Facebook. Het zijn een soort vampiers geworden die in plaats van je bloed, je aandacht en energie opzuigen om te overleven. Heel vermoeiend.
Veel bloggers en online publicisten hebben het gevoel Facebook nodig te hebben om hun content onder de aandacht te brengen. Je kunt wel zonder, maar het scheelt een hoop traffic. Als je daar wakker van ligt, kun je actief blijven op Facebook, maar het wordt wel steeds moeilijker om je content onder de aandacht te brengen als je Facebook daar niet voor gaat betalen.
Ik denk dat Facebook als sociaal platform over zijn hoogtepunt heen is. Wat zal de volgende plek worden waar we massaal gaan netwerken?
Op dit krachtige beeld van fotograaf Will Steacy zien we de redactie van The Philadelphia Inquirer, de krant die na een periode van aanhoudende faillissementen, bedrijfsovernames en ontslaggolven in juli 2012 het gebouw moest verlaten waarin deze Amerikaanse krant al sinds 1925 was gevestigd. Een historisch gebouw met de naam ‘The Tower of Truth’.
De foto is onderdeel van de serie Deadline waarin Steacy de evolutie van de Amerikaanse krantenindustrie portretteert ten tijde van het digitale tijdperk en de economische crisis. Deadline is nog te zien tot en met 2 februari in de Noorderlicht fotogalerie te Groningen.
De foto biedt voor mij een aardige metafoor voor hoe sociale media mijn brein vervuilen en afleiden van mijn schrijfwerk. Als ik tijdens het schrijven van stukken me laat verleiden om even te Twitteren of te faceboeken, heeft dat dezelfde afleidende werking als die stapels papier rondom de journalist in de foto. Er is teveel informatie. Onder die berg tweets en updates zitten vast interessante berichten verstopt, maar probeer ze maar eens te vinden. En als ik te lang zoek tussen al die vellen papier, kan ik mezelf dan nog goed ingraven in het verhaal waar ik mee bezig was? Vaak niet. Tweets, comments, facebookupdates leiden mijn gedachten telkens af, voeren mijn brein met nieuwe ideeën en opmerkingen die eigenlijk niet relevant zijn voor het stuk dat ik aan het pennen ben.
Schrijven vereist concentratie en rust. Tenminste, dat zijn voor mij de meest ideale omstandigheden om mijn werk te doen. Misschien gaat het bij jou anders, maar ik wil met deze blogpost mezelf er vooral weer eens aan herinneren dat tijdens het werken alles vanaf nu weer uit gaat.
Wie comics leest, weet dat het verhaal nooit echt afloopt en eeuwig doorgaat. Comics zijn superheldensoaps: overleden personages komen terug en grote veranderingen worden – meestal – weer teruggedraaid.
Eind 2012 overleed Peter Parker in Amazing Spider-Man #700, het laatste nummer van de serie, en tegenwoordig zit superschurk Doctor Octopus in zijn lichaam om als ‘Inferieure’ Spider-Man het Marvel Universum onveilig te maken. Dat klinkt inderdaad net zo fout als de huidige verhalen die schrijver Dan Slott hierover uithoest. Verhalen van een lager niveau dan menig fan-fiction of Vijftig tinten grijs-achtige lectuur. Ik troost mij met de gedachte dat Slott ooit vervangen zal worden en dat Peter Parker dan wel weer terug zal keren, net als Superman, Batman en andere dode (super)helden die het eeuwige voor het tijdelijke inruilden. Want zo gaat dat in comics.
Die troost ontbreekt echter volledig bij televisieseries die ongelukkig eindigen.
Neem Dexterbijvoorbeeld. Acht jaar lang leefden we mee met een psychopaat die misdadigers omlegt. Langzaamaan zagen we hoe Dexter in een echt mens veranderde. De avonturen van deze sympathieke messentrekker zouden aan het eind van seizoen 8 tot een spannende conclusie komen. Helaas, in plaats daarvan presenteerden de schrijvers een verschrikkelijke cop-out: wat logisch leek gebeurde niet. Dexter werd niet ontmaskerd door zijn politiecollega’s van Miami Metro, noch leefde hij nog lang en gelukkig met zijn geliefde Hannah, de aantrekkelijke blonde seriemoordenaargroupie met een voorkeur voor giftige salades. De makers kozen voor een flauwe middenweg en niet voor een bevredigende climax. In 50-minuten werd acht jaar kijkgenot veranderd in een waste of time. Omdat tijd geld is, overweeg ik een fikse schadevergoeding van betaalzender Showtime te eisen om deze verloren tijd te compenseren.
Dexter is natuurlijk niet de enige serie die slap afloopt. Gelukkig heb Lost nooit gekeken, want naar het schijnt krijgt het merendeel van de fans nog steeds therapie bij dokter Sigmund om de grote teleurstelling van de laatste aflevering te verwerken. De frisse scifi-serie Fringe (met het sympathiekste trio uit de televisiegeschiedenis en meer onverwachte plot-twists dan menig kabinetsbeleid) had beter kunnen eindigen na de spannende climax van seizoen vier en niet met het halfbakken, clichématige invasieverhaaltje uit het slotseizoen.
Vroeger werden series niet afgerond. De omroep trok simpelweg de stekker eruit, waardoor er nooit echt een einde kwam aan de avonturen van de personages waarmee je een emotionele band had opgebouwd. Eigenlijk was dat beter, want je kon zelf fantaseren hoe het verhaaltje verderging. Nu rest ons niets anders dan het risico op teleurstelling te minimaliseren en de laatste aflevering van een geliefde serie niet te bekijken. Nog beter: laat de televisie uit en ga comics lezen. Maar uiteraard niet de huidige Spider-Man-reeks.
De winnaar van de VPRO gids coverontwerpwedstrijd is een prachtige illustratie van Roel Seidell die vragen oproept:
Ieder jaar vraagt de redactie van de VPRO gids aan de lezers om een cover te ontwerpen voor de eerste gids van het jaar. Dit keer was het thema ‘doe het zelf’. Hoofdredacteur Hugo Blom, met Angelique Viester en Beate Wegloop de jury, licht toe: ‘Uiteindelijk zagen we het meest in de Pinokkio van Roel Seidell. Want wat is hier aan de hand? Is Gepetto even weggelopen en besluit het houten ventje het werk zelf af te maken? Of zijn we al verder heen in het verhaal? Waarom is zijn neus zo lang en probeert hij die met beitel en hamer in te korten? Is Pinokkio de verbeelding van de hedendaagse bankier die zichzelf probeert bij te snijden en in te perken? U merkt, we sloegen volledig op hol, altijd een goed teken. Naar deze intrigerende cover willen we wel een week kijken.’
Intrigerende beelden roepen vragen op. En dat is met Seidells illustratie het geval. Daarnaast is het ook nog eens een heel mooi beeld.
Benieuwd naar de andere inzendingen? Die kun je hier zien.
Overigens vind ik het een mooi thema: Doe het zelf. Of in het geval van de telkens falende overheid: ga maar naar huis politici en ambtenaren (en natuurlijk zonder wachtgeld), we doen het zelf wel weer. Burgers nemen steeds meer het heft in eigen handen. We beginnen steeds meer zelf dingen te organiseren. Zoals een wijkblog beginnen om buurtdemocratie uit te dragen. Zelf weer aan de slag gaan en je niet afhankelijk opstellen van die zogenaamde officiële instanties lijkt me een goed uitgangspunt voor 2014.
Stel je voor: je bent een hond en iemand gooit een bal in de lucht. Daar ga je natuurlijk achteraan, zelfs als deze bal in het water terechtkomt. Je bent immers een hond of niet. Je springt in het water en onder de oppervlakte zie je opeens een man met een camera. Daarna volgt een heldere lichtflits…
Dit is het resultaat:
Deze en nog veel meer onderwater honden hangen in Life the gallery in Amsterdam. Meestal verbaasde, soms wat dom uit hun ogen kijkende honden. De serie werd gemaakt door de Amerikaanse Seth Casteeldie zijn carrière begon met het fotograferen van dakloze huisdieren. De foto’s van de huisdieren exposeerde hij in een tentoonstelling, met talloze adopties als resultaat. Sindsdien heeft Seth zijn passie omgezet in een carrière als lifestyle huisdierfotograaf.
Nu ben ik geen hondenvriend, want Amsterdam ligt vol met hondenstront, wat eigenlijk de schuld is van de baasjes, maar goed. Toen Linda en ik van de week Life bezochten, heb ik toch erg genoten van de grappige en kleurrijke fotoserie van Casteel. De foto’s zijn overigens ook in boekvorm te bekijken.
Bij het lezen van deze blogpost van Edwin Mijnsbergen, moet ik even denken aan de paar honderd videobanden die ik vroeger in de kast had staan. Dat waren gekopieerde films en afleveringen van series. Let wel: dit was voor het dvd-tijdperk en voordat series makkelijk te koop aangeboden werden.
Van de Batman-serie uit de jaren zestig met Adam West in de hoofdrol, had ik zo’n tien VHS tapes vol. Dat waren bijna alle 120 afleveringen. Iedere zaterdag- en zondagmorgen werd bij Telekids een aflevering uitgezonden. En daar zat ik dan gespannen op te wachten om precies op het juiste moment op de record-knop te drukken, zodat je niets van Telekids zou zien. Dat betekende halverwege wederom in actie komen om bij het reclameblok op pauze te drukken. Op die manier maakte ik van een aflevering weer één geheel dat je in een keer kon uitkijken.
Niet dat ik dat deed overigens. Ik keek die tapes zelden terug. Wel ontwierp ik er speciale hoezen voor, zodat de serie mooi eenvormig in de kast stond, alsof het koopvideo’s waren. Dat was nog voor Photoshop, dus kopieerde ik plaatjes van Batman-strips en plakte deze bij een logo en handgeschreven teksten op het omslag. Met de typemachine tikte ik de titels van de afleveringen op de achterkant. Soms tekende ik zelf een Batman & Robin op de cover. Uiteraard passen de stripplaatjes allerminst bij de sfeer van de campy Batman-serie, maar goed.
Heel wat uurtjes gingen in dat soort kunstwerkjes op.
Het merendeel van mijn VHS-collectie ligt tegenwoordig ergens op de vuilnisbelt, maar die Batman-tapes liggen nog ergens op zolder in een doos. Nee, ik kan geen afstand doen van de omslagen. Noem het jeugdsentiment, want VHS afspelen doe ik tegenwoordig niet meer. Als ik afleveringen van Batman wil zien, download ik die wel.
De Tardis op een begraafplaats in New York. Britser kun je het, wat mij betreft, bijna niet krijgen in de Verenigde Staten. De stills zijn afkomstig uit Doctor Who S07E05: The Angels Take Manhattan. Ik ben een grote fan van Doctor Who. De serie is zowel geschikt voor de kids die tegen een spannend stootje kunnen en leuk kijkvoer voor volwassenen.
Het aantrekkelijke aan het personage de dokter is dat een positieve instelling heeft. Het maakt niet uit hoe groot de oppositie is en hoe onmogelijk de uit te voeren taak eruit ziet: Dr. Who blijft altijd positief en sprint moedig het avontuur tegemoet. In dat opzicht vind ik hem een zeer goed rolmodel. Ondanks zijn volwassen voorkomen en het feit dat de beste man al zo’n duizend jaar leeft, heeft hij niets van kinderlijke enthousiasme verloren.
Daarnaast heeft de Timelord altijd een metgezellin om zijn avonturen op te vrolijken, die worden neergezet door aantrekkelijke actrices als Billie Piper en Karen Gillan. En zeg nu zelf: wie zou nu niet mee willen reizen met een buitenaards wezen dat continue het universum redt en een tijdmachine heeft?
In november wordt een speciale aflevering naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de serie uitgezonden. Met gastoptredens van David Tennant, Billie Piper én John Hurt. Matt Smith zwaait daarna in de extra lange kerstaflevering af als de dokter. Zijn opvolger heet Peter Capaldi. Helaas bezit ik geen Tardis dus wacht ik net als iedereen in spanning af.
Wat mij betreft is er geen grotere band in de muziekgeschiedenis dan The Beatles. Zij hebben het verloop van de popmuziek voor altijd veranderd. Ook ben ik een groot fan van John Lennons solowerk (minus de tracks waar Yoko een deuntje op meezingt). Eigenlijk dacht ik alles wel van The Fab Four gehoord te hebben, maar nu vind ik op YouTube allerlei kale vocalen van The Beatles. Daarin hoor je dus wel de stemmentracks van de bandleden, maar niet de muziek. Of beter gezegd: de muziek hoor je nagenoeg niet.
Geen idee of deze tracks meegenomen zijn uit de studiokluis of dat mensen er audiosoftware op loslaten om de stemmen los van de muziek te filteren – sommige tracks klinken zo, anderen klinken alsof we oorspronkelijke vocal-tracks horen, waarbij de muziek zachtjes op de achtergrond te horen is, alsof die audiosporen in de microfoon van de zanger hebben gelekt.
Bij de video van Don’t let me down schreef de uploader: ‘This is the vocal track from the song Don’t Let Me Down. I can get A LOT of isolated Beatles tracks and i can create backing tracks without guitar or without vocals etc etc. Please message me with requests and ill see what i can do :)’ wat volgens mij aangeeft dat hij audiosoftware op de tracks loslaat.
Hoe dan ook: je hoort nu hoe goed John, Paul en George konden zingen. Het biedt weer een nieuw audioperspectief op de muziek van The Beatles en daar kan ik alleen maar blij van worden.
Tonio van Vugt, hoofdredacteur van Zone 5300 en groot muziekliefhebber, zette van de week de Abbey Road Medley op Facebook. Zo kwam ik nog allerlei andere tracks op het spoor. Hieronder een selectie. Je kunt op YouTube nog veel meer Beatles-video’s in dezelfde geest vinden.