Categorieën
Media

Hoogerbrugge exposeert in TENT

In februari en maart 2012 presenteert TENT een omvangrijke solotentoonstelling van de Rotterdamse kunstenaar Han Hoogerbrugge. La Grande Fête des Voyeurs is het eerste overzicht van zijn werk.

Nu kom ik niet graag in Rotterdam, maar de overzichtstentoonstelling van Hoogerbrugge is een goede reden om toch naar de Maasstad af te reizen. Ik volg zijn werk al een paar jaar, sinds ik hem uitgebreid sprak voor de VPRO Gids. Later spraken we elkaar nog voor Het Parool over zijn webproject Pro Stress 2.0, waar hij dagelijks een webcomic publiceert.

Al bijna vijftien jaar tekent Hoogerbrugge zijn alter ego, een einzelgänger in zwart pak die met zwarte humor de wereld om zich heen beziet. Ik moet vaak erg om zijn comics lachen. In 2011 draaide Hoogerbrugge’s vermakelijke, korte animatiefilm Overlast als voorfilm in de bioscoop. De film was onderdeel van het programma Ultrakort. In hetzelfde jaar was zijn animatie Quatrosopus te zien in het Deens paviljoen op de Biënnale van Venetië. De animatiegame FLX is onlangs verworven door Stedelijk Museum Amsterdam.

Grensoverschrijdend
Hoogerbrugge is uitgegroeid tot een prominent voorbeeld van een hedendaagse crossmediale kunstenaarspraktijk, waarin de grenzen tussen virtueel en reëel, tussen droom en nachtmerrie, tussen high en low art, niet bestaan. Met grote regelmaat zijn de tekeningen en animaties van Hoogerbrugge te zien op festivals, popconcerten, in kranten en magazines, maar ook in musea, expositieruimtes en galeries.

In La Grande Fête des Voyeurs transformeert TENT tot het universum van kunstenaar. Diaprojecties, tekeningen, videomonitoren en projecties tonen werk van de afgelopen vijftien jaar, van het pioniersstadium waarin Hoogerbrugge met eenvoudige computerprogrammatuur bewegende animaties maakte, tot de verfijnde computertechniek die het publiek in beweging brengt om de Hoogerbrugge-games te spelen.

Twistgesprek
Momenteel werkt Hoogerbrugge aan een nieuwe video-installatie waarin de verschillende personages uit zijn comics met elkaar in een visueel twistgesprek worden gebracht. De video-installatie gaat op de opening van de tentoonstelling in première.

TENT is een platform voor 100% hedendaagse kunst dat zijn wortels heeft in Rotterdam. TENT richt zich via haar uiteenlopende programmering op relevante ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst, waarbij er speciale aandacht is voor actuele thematiek. Sinds 2008 programmeert TENT solotentoonstellingen van beeldbepalende Rotterdamse kunstenaars, gericht op het bekendmaken van het werk aan een breder publiek. TENT presenteerde solotentoonstellingen van Wendelien van Oldenborgh, Katarina Zdjelar en Lara Almarcegui.

TENT
Witte de Withstraat 50
3012 BR Rotterdam

Categorieën
Bloggen Media

Je bent geen merk, laat zien wie je bent

Illustratie: Emma Ringelberg

Personal branding was ’the thing of the day’. Ooit. Jezelf via social media neerzetten als een product, is niet hoe het moet, volgens Olivier Blanchard. Hij gaat voor authenticiteit.

You know what we used to call people with “personal brands” before the term was coined? Fakes. So here is a simple bit of advice for 2012: Don’t be a fake. Drop the personal branding BS. You don’t need it.

If you really want to brand something, focus on your business, on your blog, on your product. If your product is you, I hope your name is Lance Armstrong, Tom Cruise or Lady Gaga, because otherwise you aren’t thinking clearly about this. A brand is ultimately an icon. Are you an icon? No. You aren’t. And if you ever become one, you won’t need to worry about building a personal brand.

Have I seen your face pop up on billboard ads for Nike, Ford or Chanel? Are you on Wheaties boxes? Do you have your own action figure? Do designers call your agent asking if you would wear their clothes to award shows? No? Then you aren’t a product or a brand.

Ik ben niet zo van de tips en goeroe’s, maar vind het lijstje met tips dat Blanchard in zijn blogpost geeft, behulpzaam. Nou ja, behalve dat gezeur over kleding wellicht.

Wat je wel en niet laat zien
We hoeven personal branding wat mij betreft niet meteen bij het afval te zetten. De positieve kant ervan is dat je bewust bent van wat je wel en niet online publiceert. Bewust omgaan met het beeld dat je van jezelf presenteert. Je hoeft je daarbij niet meteen te gedragen als een reclameman en alleen maar bezig zijn met het neerzetten van een positief imago. Twitteraars die constant vertellen hoe druk ze het wel niet hebben en van de ene leuke opdrachtgever naar de andere hollen, volg ik niet. Niemand wil constant belaagd worden door reclametweets.

Het is niet slecht om te laten zien waar je goed in bent, maar toon dit. Ik kan wel zeggen dat ik een specialist ben op het gebied van het beeldverhaal, maar het is beter om dat te laten zien door inzichtelijke artikelen te publiceren. Precies wat Blanchard zegt in punt 1: Talk less, do more, vergelijkbaar met het credo: show, don’t tell.

Blanchard pleit er ook voor dat je vooral jezelf bent online:

5. Just be yourself. If I have learned anything from Facebook’s new Timeline feature, it’s this: It’s fun to be yourself. It’s easy to forget that, especially when the “personal branding” industry would have you shift your focus away from the little flaws that make you… well, you.

Hou het persoonlijk maar let op wat je prijsgeeft
Het is goed om na te denken over wat je wel en niet deelt via social media, je blog of welke openbare publicatievorm dan ook.
Eerlijk zijn en dingen dicht bij jezelf houden zijn goede uitgangspunten. Hou je uitingen persoonlijk en laat jezelf zien op je blog. Laat zien wat je van dingen vindt, wat je bezighoudt, wat je verwondert en waar je kwaad van wordt. Dat maakt je een mens, geen merk.

Toch hoef je ook niet meteen alles op je blog te zetten. Ik zit zelf niet te wachten op de meest ongemakkelijke bekentenissen van mensen op hun blog. Laatst publiceerden enkele bloggers opeens onbekende feiten van zichzelf onder het mom van ‘Als je me echt zou kennen, zou je weten dat…’. Ingrid Prent liet zich inspireren door Challange day:

Een grensverleggende methode uit Amerika, die onder andere wordt ingezet om pesten op scholen tegen te gaan en wederzijds respect te stimuleren. Door spelletjes af te wisselen met serieuze gesprekken, worden leerlingen uitgedaagd om verborgen gevoelens naar elkaar uit te spreken. Centrale vraag: wat weten we nu eigenlijk van elkaar? Vrij weinig, is de constatering.

Groot verschil: scholieren doen daarin ontboezemingen in een veilige omgeving, het internet is geen veilige, gesloten omgeving. Je deelt de informatie niet alleen met bekende bezoekers van je blog, maar iedereen die bij toeval op je site terechtkomt. Geen idee dus eigenlijk aan wie je al die privé-informatie prijsgeeft. Iedereen moet natuurlijk zelf weten wat hij op zijn of haar blog doet, maar dit soort bekentenissen gaan wat ver, wat mij betreft. Ik hoef niet alles van je te weten. Sommige informatie moet je bewaren voor intimi en hoeft niet op het web geslingerd te worden waar jan en alleman het kan lezen.

Met dank aan Jeroen Mirck, die naar de post van Blanchard verwees.

Categorieën
Media

Sherlock is weer terug

Vanavond om 21:30 op BBC: de tweede aflevering van het tweede seizoen van Sherlock. Wederom drie telefilms rondom de moderne versie van Sherlock Holmes. Eerder schreef ik al een blogpost over deze boeiende, snelle en intrigerende update.

Het eerste seizoen eindigde met een enorme cliffhanger waarin Moriarty en Holmes tegenover elkaar stonden bij een zwembad. Holmes richtte zijn pistool op een bom en dreigde zijn tegenstander, zichzelf en Dr. Watson op te blazen. Het tweede seizoen begon precies op dit moment. Nu zit er ruim een jaar tussen de twee afleveringen en ik dacht me te kunnen herinneren dat Holmes de bom had laten ontploffen. Maar dat bleek niet het geval te zijn. Soms speelt het geheugen rare spelletjes.

‘If you have what you say you have, I’ll make you rich. If not I’ll make you into shoes.’ – James Moriarty.

Categorieën
Media

Het einde is in zicht

Vandaag is het 1 december. Nog een maand en dan kunnen we 2011 weer voorgoed achter ons laten. Ik wil deze maand doorkomen door zoveel mogelijk herhaling te vermijden.

Herhalingen, ik ben er niet dol op. Natuurlijk, ook ik lees wel eens iets voor de tweede keer. Nog eens een strip lezen kan zeer plezierig zijn. Je ziet vaak de tweede keer meer, dus lees je een beetje anders verhaal dan eerst. Sommige films zijn een tweede kijkbeurt ook meer dan waard. Maar verder, liever zo min mogelijk. Laat december nu bij uitstek de maand van de clichés en herhaling zijn.

December, het is de maand van terugblikken: het oneindig herhalen van beelden en momenten die al eerder voorbijkwamen. Willen we echt al die mediahypes van het afgelopen jaar nog eens zien? Nee toch zeker! December is de maand van de lijstjes en top-zoveels. Het is de maand van de bekende feestdagen: Sint, Kerstman en Oud & Nieuw.

Sommige herhalingen zijn goed te vermijden: geen DWDD kijken waar altijd diezelfde koppen dezelfde meningen verkondigen. (Dat geldt overigens niet alleen voor deze maand.) Geen Top 2000 kijken, want hoe leuk ik die weetjes van Leo Blokhuis ook vind, de formule van het programma is zo sleets als het verplichte knalwerk op de feitelijke eerste nacht van het nieuwe jaar.

Echt, het leven is te kort om al die platgelopen paden te bewandelen. Nieuwe wegen in slaan, op onbekende plekken komen. Dáár heb ik zin in.

Toch kan ik wel genieten van dingen die bekend zijn. Ik kijk uit naar mijn kerstvakantie. Twee weken lang geen VARA aan mijn hoofd. Tijd om orde op zaken te stellen, mijn brein te resetten. Ik kijk uit naar die dagen op de bank met mijn stapel strips. Dat heb ik vaker meegemaakt, maar toch: het zijn nieuwe strips.

En net als voorgaande jaren geen familieverplichtingen, geen kerstliedjes, geen vuurwerk en ander geneuzel in december.

En geen terugblikken.

Nou ja, alleen de oudejaarsconference van Youp dan. Die sprak ik vorige week voor HumorTV over zijn show, dus ik ben wel benieuwd hoe hij 2011 gaat duiden. En oké: tussen al die blogs die ik lees zullen er ook wel weer genoeg terugblikken zitten, maar negeren kan ook.

Nou goed, cliché of niet: oliebollen horen bij december. Welja. Dikker worden we toch wel.

Nu ik erover nadenk: het zou best wel eens kunnen dat ik in voorgaande jaren een soortgelijke blogpost heb geschreven. Herhaling is lang niet altijd te vermijden.

Categorieën
Media

Graaicultuur

Dit is
niet
mijn crisis,
vriend

Categorieën
Bloggen Media

De kunst van een goede krantenkop

Illustratie: Emma Ringelberg

Als ik een artikel inlever bij de krant of een tijdschrift, doe ik daar altijd een suggestie voor de kop bij. Soms wordt deze overgenomen, soms ook niet en maakt de eindredacteur er iets anders van. Iets wat hij beter vindt bekken, iets wat volgens hem beter de aandacht van de lezer trekt. Want dat is natuurlijk de functie van een goede kop: zorgen dat het betreffende stuk gelezen wordt.

Dat betekent soms ook dat er een andere kop boven je stuk staat dan je zelf voor ogen had. Dat pakt lang niet altijd slecht uit: de zeldzame keren dat de eindredacteur van de VPRO gids een titel van mijn artikel had aangepast, was het eindresultaat altijd beter dan ik had voorgesteld. Goede koppen maken is een vak apart.

De veranderingen pakken niet altijd even fijn uit. Soms wordt er een klein dingetje uit een artikel gelicht en door de kop benadrukt. Dat is lang niet altijd de strekking van het stuk. Dat blijkt ook uit dit item van De waan van de dag van vrijdag 18 november.

Leuk aan het item vind ik dat je een klein kijkje op de werkvloer bij Het Parool krijgt. Eindredacteur Ronald van der Horst komt aan het woord. Ook komen er een aantal belangrijke eigenschappen van een goede krantenkop aan bod. ‘Een aantrekkelijke kop prikkelt, en moet een uitnodiging zijn aan de lezer: “Dit stuk moet u lezen!”, aldus Van der Horst.

Bekijk de video in andere formaten.

Koppen voor een blog
Een kop als ‘Ik huil nooit’ zoals die boven het artikel van Frénk van der Linden stond in De Volkskrant, zou niet goed passen boven je blogpost. Goed, het trekt aandacht, maar je lezer weet niet waar het precies over gaat, want nergens in de kop staat wie die uitspraak doet. De kop is niet informatief genoeg, al trekt die online net zo goed de aandacht van een lezer als op papier.

Een blogger hoort wat mij betreft een kop te maken die aandacht trekt, maar die ook de lading van de blogpost dekt. De titel van je blogpost moet informatief zijn, anders kunnen de zoekmachines er ook geen chocolade van maken.

Dat laatste houdt vooral in dat het onderwerp duidelijk in je titel moet staan. Is je blogpost een interview? Dan moet de naam van de geïnterviewde in je kop voorkomen. Sterker nog: ik geef in dat soort gevallen in de titel ook aan dat het hier om een interview gaat. Daarna kan altijd een mooi citaat volgen die de lading denkt of prikkelt. Als ik een striprecensie publiceer, noem ik dat ook in de kop. Dat helpt de Googler die op striprecensies van dat specifieke album zoekt.

Als ik zo naar de blogposts van de laatste weken kijk, is meteen duidelijk dat ik voor de meer zakelijke en informatieve koppen ga. Maar goed, ik heb dan ook vooral een informatief blog met hier en daar een persoonlijke noot. Ik kan me goed voorstellen dat een kop als ‘Ik huil nooit’ heel goed in een lifeblog zou passen. Dan is het onderwerp van de site immers de blogger zelf.

De kop boven dit stuk had overigens ook een vraag kunnen zijn: Wat maakt een goede krantenkop? En misschien had het woord bloggen er ook in voor moeten komen. Aan de andere kant: je kan ook niet alles dekken met een kop. Het is dan ook de bedoeling dat je lezers  niet alleen maar koppensnellen maar ook je blogpost lezen.

Categorieën
Media

De unieke blik van Saul Leiter

Sommige kunstenaars zorgen ervoor dat je anders naar de wereld gaat kijken. Fotograaf Saul Leiter is er zo een.

'Postbodes'. Foto: Saul Leiter.

Op dit moment is er een expositie van zijn fotowerk te zien in het Joods historisch museum in Amsterdam.

Saul Leiter maakt vooral furore met zijn schilderachtige kleurenfoto’s van het straatleven van New York, gemaakt tussen 1948 en 1960. Te midden van de drukte van de stad wist hij verstilde momenten van alledaagse schoonheid vast te leggen. Gewone zaken – een rode paraplu in een sneeuwstorm, een voet die rust op een bankje in de metro, of een persoon gezien door de condens op een raam – kon hij transformeren tot wat is omschreven als urban visual poetry. Zijn foto’s zijn vaak gelaagde, bijna abstracte composities van reflecties en schaduwen, die doen denken aan schilderijen van abstract-expressionistische schilders als Mark Rothko en Willem de Kooning, met wie Leiter zich sterk verwant voelde.

Gefascineerd heb ik zijn beelden bestudeerd. Een mooi tijdsbeeld van New York. Alledaagse taferelen worden op een aparte manier onder de aandacht gebracht, Leiter heeft een bijzondere manier van kadreren: objecten en mensen worden op een atypische manier door het kader afgesneden; vaak zitten er meerdere lagen en objecten tussen de toeschouwer en het onderwerp van de foto. Veel zien we middels reflectie in glas, soms opgedeeld in meerdere spiegelstukken.

Leiter laat zien dat het alledaagse heel bijzonder kan zijn. Het is maar net hoe je de realiteit in beeld brengt.

What’s in a name…
De titels van de werken zijn kort en net zo alledaags als de taferelen waarnaar verwezen wordt: hoedjes, stokbrood, Lijn L. De titels helpen je het onderwerp eruit te lichten, je ziet een andere foto als je niet eerst naar de titels kijkt. In het voorbeeld van stokbrood zie je in eerste instantie gewoon een oudere man over straat lopen met een boodschappentas. Wanneer je de titel hebt gelezen, valt het stuk stokbrood dat uit de tas steekt pas echt op. Je kunt meteen nergens anders meer naar kijken. Het stokbrood is het centrum van het universum geworden. Voor het eerst zie je de unieke vorm en de structuur van dit toch dagelijkse gebruiksvoorwerp.

Soms zijn de titels noodzakelijk om het verhaal van de foto te completeren. De situatie van de man die eenzaam in een hoekje van een koffietent over zijn kopje zit gebogen, wordt pas echt schrijnend als je de titel ‘Thanksgiving’ leest.

Toen ik na een uurtje in de wereld van Leiter vertoeft te hebben de straat opliep, zag ik Amsterdam op een nieuwe manier. De tentoonstelling Saul Leiter: New York Reflections raad ik je bij deze van harte aan.

Categorieën
Bloggen Media Strips

Loggy versus Bunbun: Zoek de verschillen

Zie hieronder het logo van Loggy.nl, een nieuwe webservice om een weblog bij te houden en het nevenstaande plaatje van Bunbun van Matt Baay. Als dit geen copyright schending is, weet ik het niet meer.

Loggy.nl is eigendom van Lunedy. Het is natuurlijk aardig dat de mensen van Lunedy Bunbun een leuk figuurtje vinden. Daar kan ik inkomen, want ik moet ook geregeld lachen om Matts gekke konijn. Maar als ze gebruik willen maken van zijn beeltenis mogen ze natuurlijk wel eerst de maker ervan benaderen en proberen over te halen met een zak geld. Zo doen we geen zaken, mensen.

Categorieën
Media

Lachen met Google advertenties

Gisteren publiceerde ik een blogpost over Bloggen na de dood. Blogvriend Peter de Kock reageerde daarop. Zoals altijd kwam zijn reactie ook binnen op Gmail. Toen ik deze opende viel mijn oog op de advertenties die automatisch gegenereerd worden op basis van de tekst in de mail. Toen moest ik nog wel even lachen, want Google ging er voor het gemak maar van uit dat als je over de dood schrijft, je meteen depressief bent.

Advertenties, wat moet je er eigenlijk mee? Ik kijk er nooit naar. Ook Facebook zit er vol mee, maar als ik die al zie, dan klik ik nooit op een linkje. Ik ben er zo goed als blind voor geworden. Ze zijn net als een vlekje op je bril: op een gegeven moment zie je ze niet meer.

Categorieën
Bloggen Media

Bloggen na de dood

Illustratie: Emma Ringelberg

Is er bloggen na de dood? Het kan wel. Als je wilt kun je blogposts klaarzetten die gepubliceerd worden als je je laatste adem hebt uitgeblazen. Ik zie dat zelf niet zo zitten. Toch kan virtueel herdenken wel een belangrijke functie vervullen.

Deze maand onderzocht Multiscope in opdracht van Nuvema Uitvaartverzekering onder 1000 Nederlandse consumenten of zij hebben nagedacht over hun digitale nalatenschap en wat er met hun online erfenis zou moeten gebeuren. Om hun social media testament onder de aandacht te brengen, maakte Nuvema vandaag bekend dat maar liefst 61 % van de ondervraagden wil dat zijn social media profiel meteen na overlijden wordt gewist. Slechts 8 % heeft behoefte aan een digitale gedenkplaats. Dat social media testament is overigens niets nieuws onder de zon.

Toen recent de stripmaker Minck Oosterveer plotseling overleed, veranderde zijn Facebook-profiel in een condoleanceregister omdat iedereen die het wilde een laatste boodschap voor Minck plaatste. Een mooi gebaar. Ook deze week werden er nog berichten toegevoegd. Dat heeft wel een vreemd effect, want als op die manier is zijn account nog steeds actief en duikt zijn profiel dus vaak op in mijn lijstje van actieve vrienden. Toch vind ik het wel mooi dat mensen op die manier ook afscheid van iemand kunnen nemen. En wellicht bieden al die warme woorden nog een soort van troost voor de nabestaanden.

Mijn Facebookprofiel, mocht ik die tegen die tijd nog hebben, mag wat wij betreft verwijderd worden. Maar wat te doen met mijn blog na de dood? Zelf vind ik het wel mooi als mijn schrijfsels online beschikbaar blijven. Ik geloof dat er na de dood niets is, en ik laat geen kinderen na. Toch wil ik wel mijn vingerafdruk op het venster van de wereld achterlaten. Gewoon om te laten zien dat ik er geweest ben. Voor zolang zo’n blog in de lucht blijft natuurlijk, want ook je digitale notitieblok heeft niet het eeuwige leven. Als op een gegeven moment de rekening van de provider niet meer betaald wordt, gaat ook hier de stekker eruit.

Wat dat betreft is niets voor eeuwig.

En heb jij al nagedacht over hoe je virtuele nalatenschap eruit moet zien?

Marco Raaphorst, Karin Ramaker en Peter de Kock schreven al eerder over dit onderwerp.

Categorieën
Media

Werk vinden via het web

Als freelance journalist heb je niet zo veel aan standaard carrièresites als Intermediair, VK banen of Monsterboard. Ik in ieder geval niet. Ooit heb ik me wel bij de laatste twee ingeschreven en mijn cv geplaatst. Vandaag kreeg ik opeens van VK banen een emailalert voor de functie IC verpleegkundige.

Pardon? Met de beste wil van de wereld lukt het me niet eens om een plant in leven te houden, laat staan dat ik iets positiefs in de verpleging teweeg zou brengen. Hier had ik de alert toch niet op ingesteld? Een snelle blik leerde mij dat bij deze vacature ook de categorie media was aangevinkt. En daar had ik me wel voor aangemeld. Maar wat deze vacature met media te maken heeft, zie ik niet zo snel:

Ons team bestaat uit IC en CCU verpleegkundigen die samen verantwoordelijk zijn voor de zorg voor onze patiënten. Wij zoeken enthousiaste IC verpleegkundigen met interesse in de cardiologie. Ben je bereid je kennis en ervaring te delen met je collega’s en je verder te ontwikkelen als IC verpleegkundige en heb je een positieve instelling, dan ben jij de collega die we zoeken.

Solliciteren via een netwerk. Het ligt mij niet zo. Ik vergeet namelijk vaak dat ik daar iets mee kan. LinkedIn bijvoorbeeld. Ik kreeg een connectieverzoek van een oud-collega van me binnen. Natuurlijk voegde ik haar toe en toen kwam ik erachter dat er nog een hele rij verzoeken op me zaten te wachten. Geen email alert gekregen of simpelweg vergeten?

Nu is mijn contract bij de VARA recent verlengd en gaat het op dit moment fijn met freelance opdrachten, dus nodig heb ik LinkedIN even niet. Maar je weet natuurlijk nooit wat de toekomst brengt. We leven in tijden van crisis nietwaar? En de Publieke Omroep moet bezuinigen, dus voordat je het weet komt er een eind aan het webproject dat ik voor de VARA doe en moet ik weer naar een andere bijbaan uitkijken.

Misschien toch maar dat LinkedIn verder gaan onderzoeken. Of niet, want volgens mij zijn Twitter en Facebook handiger tools om via je netwerk werk te vinden.

Categorieën
Media

Lachen met Lucky TV

Dinsdag was Sander van der Pavert te gast bij De Wereld Draait Door. Van der Pavert is de man achter Lucky TV, de rubriek waar DWDD mee afsluit. Vorige week had hij namelijk een reeks grappen gemaakt over de Algemene beschouwingen waarin Job Cohen nogal te kakken werd gezet.

Geert Wilders karikatuur. Bron: Eppo.

Het was sowieso al lachen met die algemene beschouwingen. Politiek Den Haag liet maar weer eens zien dat we van het kabinet noch de Tweede Kamer structurele oplossingen mogen verwachten om de crisis op te lossen of andere problemen die in de maatschappij spelen. Liever maken ze elkaar uit voor rotte vis. Hofnar van de Kamer is natuurlijk nog steeds Geert Wilders die liever een show opvoert dan dat hij serieus polemiek bedrijft. Sterker nog: je zou bijna vermoeden dat Widers en Rutte onderling hadden afgesproken om er een circus van te maken zodat er weinig tijd was om inhoudelijk op de Kabinetsplanning in te gaan.

Maar ik dwaal af.

Sander van der Pavert is een held. Ik moest erg lachen om de drie video’s van Lucky TV die aan tafel werden besproken dinsdag. Kijk maar of jij er ook zo om kan lachen. (Helaas krijg je wel eerst een reclamespot voorgeschoteld, maar daar kan ik helaas niets aan doen. Iedere video van de NPO die langer dan 3 minuten duurt krijgt zo’n gedrocht ervoor geplaatst. Schandelijk, ik weet het. De NPO gaat commercieel. Bah. )