Tijdens de Algemene Beschouwingen deze week bleef een echte confrontatie tussen Balkenende en Bos uit. Dat was ook te verwachten overigens. Balkenende weet ook wel dat het beter is om zich te beroepen op schijnbaar behaalde successen en niet de strijd aan te gaan met een frisse en redelijk ongeschonden tegenstander.
Toch waren er zeker interessante momenten. Op een gegeven moment kwamen de toestanden in de Zorg ter sprake. Balkenende merkte terecht op dat er inderdaad in veel verzorgingstehuizen onder de maat wordt gepresteerd. Het personeel is daar slechts ruim de helft van de tijd echt bezig patiënten te verzorgen. Maar, zo vertelde onze Grote Roerganger, er waren ook verzorgingstehuizen bij waar veel beter gescoord werd. Wel 70 % tot iets daarboven.
Mijn vrienden van de Oppositie vonden dit niet genoeg en eisten dat er meer geld zou komen voor de zorg. Balkende wilde niets horen van het bedrag dat Bos noemde en hield voet bij stuk: het zou raadzaam zijn om de goedlopende zorginstellingen als voorbeeld te nemen en zo te analyseren wat er mis was met de slecht draaiende te huizen voordat we weer blindelings geld gingen pompen in de Zorg.
Eigenlijk klinkt dat best logisch. Een goede analyse kan geen kwaad en wellicht levert dit kennis op die de andere zorginstellingen zou kunnen helpen de operatie soepeler te laten verlopen. Ik merkte tot mijn grote schrik dat ik voor het eerst in vier jaar eens was met de minister-president van dit koude kikkerland. (In dit geval slaat het woord ‘koud’ op de manier waarop ik de houding van dit kabinet interpreteer, maar dat even terzijde). Ik vond dat de Oppositie op dit punt te veel doorzeurde over het vrijmaken van meer geld voor de Zorg. (Al wil ik daarmee niet zeggen dat ik niet geloof dat die mensen beter betaald moeten worden, of dat een toename van het aantal personeelsleden niet zou helpen. Het verhaal van Balkenende zat echter goed en logisch in elkaar.) Die avond zonden verschillende actualiteitenprogramma’s een impressie uit van het debat. Alle typerende quotes van Balkenende werden op een rij gezet. Onder andere zijn uitspraak dat hij de VOC-mentaliteit miste in Nederland werd uitgezonden. Ook Balkenendes uitspraak: ‘Ik ben toch niet gek!?’ passeerde de revue. Door deze slimme montage werd het beeld van Balkenende geschetst dat we allemaal zo goed kennen: de man met het bord voor zijn hoofd, die, als een debat een beetje zwaar wordt, met het hoge stemmetje gaat beweren dat hij toch niet gek is. Toen ik deze montage zag, kon ik met alle eerlijkheid die vraag niet in het voordeel van de premier beantwoorden. Daar kan beter iemand uit de Zorg zich over buigen. Zo iemand die gekwalificeerd is om dwangbuizen uit te delen. Dankzij de beeldvorming, veroorzaakt door de montagesequentie, leek Balkenende een wauwelende idioot. Zo herkende ik hem weer. Ik voelde me gelijk een stuk beter. Het moment dat hij een besluitvaardig leider had geleken die een interessant punt maakte leek alweer ver weg. Kennelijk was mijn begrip voor onze premier een moment van zwakte geweest. Dankzij de goede editor van het actualiteitenprogramma werd ik op mijn dwaling gewezen.
Mijn dank daarvoor. Voor meer ongezouten politieke meningen, surf naar http://poliziek.nl.