Categorieën
Mike's notities Video

Halloween video

De Amerikanen trekken duidelijk de kar met snoepgoed als het om Halloween gaat. Op YouTube zijn een paar aardige video’s te vinden omtrent mijn favoriete feestdag. Hieronder staan er een paar. Stephen Lynch zingt over Halloween:

De geschiedenis van Halloween volgens National Geographic. Vooral het creatieve gebruik van oude prenten en nieuw geschoten beeldmateriaal om het verhaal te verlevendigen, spreekt mij erg aan.

Halloween awakening: Een hij-doet-het-zelf-wel pompoen.

Een Buffy Halloween. In zo’n overzichtje mag een video’tje van Buffy the Vampire Slayer natuurlijk niet ontbreken. In de tv-show werd ieder seizoen een speciale aflevering gewijd aan Halloween. Er zijn meerdere zelfgeknutselde video’s online te vinden. Deze bevat het nummer ‘This is Halloween’ zoals het in The Nightmare before Christmas is gebruikt:

En tot slot, omdat Halloween vooral om te lachen is, de recente clip van Panic At The Disco: It’s Almost Halloween. Het nummer heeft een aardige sixtiesvibe en is zo slecht nog niet. De humor van de clip zit vooral in het hoge amateurgehalte. Ook zijn er een paar aardige beelden te zien van een studenten Halloweenfeestje – want hoe goed je ook je best doet om je stijlvol aan te kleden, na een paar uur drank en hossen zien de meeste Halloweenkostuums er toch wat lullig uit. Enjoy.

Categorieën
Mike's notities

Concert: Aimee Mann in de Melkweg

Maandagavond 20 oktober was ik samen met L.D. naar het concert van Aimee Mann in de Melkweg. Wie dat is? Luister de soundtrack van Magnolia maar eens.
Aimee Mann was de inspiratiebron voor regisseur Paul Thomas Anderson en hij schreef het script van de film met haar muziek op de achtergrond. Met die soundtrack heb ik al menig troostende uurtjes beleefd. Nu zou ik mezelf niet direct een fan van Mann noemen, maar toen L.D. vroeg of ik mee wilde gaan naar het concert, aarzelde ik niet. Ik was nieuwsgierig naar Aimee Mann live. Autogordels, altijd
Blij dat ik ben gegaan: het was een van de relaxte concerten die ik ooit heb bijgewoond. Mann had het duidelijk naar haar zin en maakte tussen de liedjes door grapjes met het publiek. Zo vertelde ze met een brede grijns dat het nummer ‘Wise Up’ is gebruikt in een Portugese tv-spot om mensen erop te wijzen toch vooral de autogordel om te doen. Ze sloot het nummer dan ook af met de boodschap dat we toch vooral onze autogordels niet moesten vergeten te dragen. Toen halverwege de show de technische staf van de melkweg een microfoon bij het drumstel moest repareren, stond Mann geduldig te wachten samen met het publiek. “No pressure at all….” riep iemand uit het publiek.Toegiften
Mann werd bijgestaan door een driekoppige band die zichtbaar lol in het spelen hadden. De organist leek op het knappe broertje van Herman Brusselmans, terwijl de basgitarist wel wat van een jonge Kees van Kooten weghad. Aan het einde van de show kwamen Mann en haar band nog terug voor een paar warme toegiften, waaronder het verzoeknummer ‘One’ in een relaxte jazzy versie. The Submarines
In het voorprogramma stond de Amerikaanse band The Submarines. Ik had nog nooit iets van deze band gehoord, maar zijn dromerige flowerpowerachtige nummers lagen erg goed in het gehoor. Dus meteen maar een cd’tje gekocht.Nagenieten op YouTube
Vroeger moest je het doen met je herinnering van een concert en de eventueel gekochte cd. Tegenwoordig kun je een dagje later het merendeel van de avond terugvinden op YouTube. Er werd tijdens het concert dan ook ijverig met mobieltjes en andere apparatuur opgenomen. De YouTube-video’s bekijkend besef ik me des te meer wat een meerwaarde het aanwezig zijn in de zaal heeft. Bij een fijn live-optreden zoals gisteravond voel je de warme klanken van Aimees stem in je lijf resoneren. Dat gevoel mis je toch achter de monitor. Aan de andere kant is het wel leuk om nog even digitaal te kunnen nagenieten.Hieronder enkele van de YouTube-video’s:
Save Me:

Red Vines:

31 Today:

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Column: Wereldrokersdag

Ik had er nog nooit van gehoord, maar 12 oktober was het WereldRokersDag.
Samen met L. liep ik zondag door Amsterdam. Op de ruit van café De Pels stond de WereldRokersDag aangekondigd. Buiten zaten een stel verslaafden hun rookgerij weg te paffen terwijl een fotograaf de demonstratie vastlegde.Waarom 12 oktober? Op de site rokersbelangen.nl wordt dat uitgelegd:

12 oktober (1492) is de dag dat Columbus voet zette op het eiland San Salvador. De eilandbewoners, die hij er aantrof boden de verre reiziger geschenken aan, waaronder enkele gedroogde bladeren: tabak. Dit is de eerste keer in onze geschiedenis dat in het teken van vriendschap en vertrouwen een rokertje werd aangeboden.

Nu bestaat de WereldRokersDag al een paar jaar – sinds 2004 geloof ik. Speciale dagen die gewijd zijn aan een bepaalde groep in de samenleving of die een bepaalde ziekte onder de aandacht moet brengen kennen we natuurlijk al langer. Arme rokers
Misschien kunnen de rokers, die zich natuurlijk hartstikke gediscrimineerd voelen sinds het rookverbod in de horeca is ingegaan, wel een hart onder de riem gebruiken. Dus als je een roker tegenkomt in de komende dagen, geef hem of haar maar een lekkere knuffel. Want dat hebben ze verdiend! Ze zorgen ervoor dat de overheid accijns binnenkrijgt, want dat roken is een dure hobby. Goed, dat bedrag wordt deels gecompenseerd door de hogere ziektekosten die rookgerelateerde ziekten met zich meebrengen, maar dat even ter zijde. Daarbij leven rokers gemiddeld ook nog eens korter dan de niet-rokers. En sinds het rookverbod in de horeca zal dat gemiddelde steeds meer gaan verschillen ten opzichte van de sterfteleeftijd van niet-rokers.
Maar even zonder gekheid. What’s next: WereldJunkDag? WereldJunkfoodDag? Dag van het Terrorisme?
Ach, kan mij het ook schelen. Steek er nog lekker eentje op, buiten op het terras. Neem ik binnen nog een cappuccino.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Column: Het is een kwestie van vertrouwen…

Nu de Nederlandse overheid Fortis en de ABN-Amro heeft gekocht van ook mijn belastingcenten, betekent dit nu dat ik niet meer hoef te betalen voor mijn creditcard, m’n betaal- en spaarrekeningen? Zijn we nu immers niet allemaal mede-eigenaar geworden?Vast niet. Nationaliseren
Maar gek is het wel, als een regering de baas wordt van iets wat in wezen tot de vrije markt behoort. Maar ja, die staat op instorten. De financiële markt in ieder geval. Hoewel ik niet precies begrijp wat er nu precies wordt bedoeld met een crisis. Of wat dit tot gevolg heeft voor het leven van alledag. Een crisis, die hadden we toch al in 1929 gehad? Ik weet alleen maar dat ik de laatste tijd verdacht veel het hoofd van de financieel profeet Willem Middelkoop op televisie zie. Vast een aardige vent, maar ik heb mijn portie Middelkoop voor de komende paar jaar wel weer gehad. En nu we toch bezig zijn: mijn portie Balkenende, Bush, McCain + Palin ook. En Bos mag ook door de bomen ongezien worden wat mij betreft. Het is mooi geweest. De poppenkast mag dicht. Jan Klaassen naar huis. Oogjes dicht en snaveltjes toe. Vindt u het goed als ik deze crisis oversla? Het is mij allemaal te abstract – ik krijg er geen greep op. Terwijl mensen zich hier zorgen maken over hun spaarcentjes, angstig gemaakt door grote lege woorden van politici en specialisten in de media, staat de wereld elders in brand. De berg lijken wordt alsmaar groter, mede door het toedoen van het Nederlandse leger. Kut, daar betalen we ook allemaal aan mee. Is ons wat gevraagd?

Ongevraagd
Wordt de mensen überhaupt nog wel eens wat gevraagd? Nee, dat zou te veel gevraagd zijn. Democratie is net zoiets als de economie en God. Zolang je erin gelooft, werkt het. ‘Het is een kwestie van vertrouwen’, zeggen de specialisten. Het huidige kabinet vertrouw ik niet – ik krijg bij hen nooit het gevoel dat ze er voor de mensen zitten die ze horen te vertegenwoordigen; leugens vermomd als zoete koek lust ik niet. En van rookgordijnen moet ik hoesten. Daarbij komt nog dat ik een atheïst ben, dus geloven doe ik ook niet makkelijk. Voor mij dus geen profeten (financieel of anderzijds) die me met sussende woorden weer doen slapen.

Op naar het café om de hoek, koffie drinken. Geen koffiedik kijken.

Lees ook: Koffie & Jezus.

Categorieën
Mike's notities

Kuttent.nl aflevering 3: Winkel van Sinkel in Utrecht

Aflevering drie alweer van de reeks kuttent.nl. Dit keer neergepend door Karin van het blog Met-K.com. Soms moet je ook gewoon geen appeltaart willen eten… Gisterenochtend dacht ik heerlijk te kunnen uitslapen. Dat had ook gekund, daar ik al om acht uur een blaas moest ledigen en daardoor met wakkere blik naar mijn alarmklokje keek. De hele week ontzettend, ontzettend vroeg opgestaan, en ik overdrijf niet want kwart over zes is gewoon be-lach-e-lijk vroeg, waardoor mijn interne klok bedacht dat er ook vast in het weekend vroeg opgestaan moest worden.

MAAR DAT HAD IE DUS MIS!

Ik zag, toen ik mijn woonkamer betrad, een donkere kamer. Zo’n kamer die me waarschuwde dat daarbuiten, achter het gesloten gordijn, alles grijs en grauwig was. Met donkere regenwolken. Zulke wolken die ik met de kinderen aan het plakken was toen we thema ZOMER hadden en wolken plakten waar regen in zat. Regenwolken dus.Ik vertelde M dat ik toch erg hoopte dat die regenbuien richting China afdreven. Ik wilde drogigheid in Utrecht, als ik na mijn boskippen de trein ging pakken. Gelukkig was het in de middag droog. We ploften neer bij de Winkel van Sinkel. Een strategische plek, want ik ben praktisch ingesteld, M wat minder, zodat we binnen/buiten zaten. Je wist het per slot van rekening maar nooit met die wisselvalligheid. We bestelden een cappucino. We kregen smerige cafe lattés. De krullenbol die het kwam brengen lachte niet. Ik vroeg aan M of ze er sjaggerijnig uitzag. Dat zag ze. Ik vertelde ook dat ik inmiddels een bui had.

‘Geeft niet, geeft niet. Gooi het eruit. Dat is goed. Eruit gooien.’

Ik had trek. Lekkere trek. Appeltaart-met-slagroom-trek. M wilde geen appeltaart want er zaten krentjes in. Hij bestelde een brownie. Niet erg handig want zijn mond zat erna vol met chocola en hij had geen servetje. Omdat die krullenbol met sjaggerijnige blik geen servetje gaf. En bovendien maakte ze het kleverige tafeltje ook al niet schoon. Maar dat was nog niet zo erg. Het ergste was dat ik aan mijn appeltaartje zat te peuzelen en niet één, niet twee, maar drie haren opvrat. Nou ja, ik kokhalste wat, spuugde een homp appeltaart uit en pleurde de rest aan de kant. Maar ja, krullenbol met sjaggerijnig hoofd zou hier niet gezelliger van gaan kijken. En ik ook niet.Ik bracht de appeltaart naar binnen.

‘Ik wil niet vervelend doen, maar ik zit net appeltaart te eten en eet bijna drie haren op. Je kunt je voorstellen dat ik geen appeltaart meer hoef. Alsjeblieft, voor jou.’

Het meisje achter de kassa keek me aan alsof ik niet alleen zwaar overdreef maar ook alsof ik niet zo moest zeuren. Maar nadat ik het bewijsmateriaal had laten zien trok ze een walgelijk gezicht.

‘GATVERDAMME!’
riep ze door de tent heen. De mevrouw die net wilde bestellen kreeg argwaan.

‘Wil je een nieuwe?’

Ik keek haar zwijgend aan met een blik in mijn ogen zo van:

‘Wat denk je zelf?’

Het meisje zou iemand naar ons tafeltje sturen. En alles verrekenen. Oke dan. Ik ging weer zitten. We waren vervolgens op dreef. Toen de krullenbol het geld terug gaf vertelde M nog even, om het in te wrijven, dat de capucino’s ook al zeer verkeerd waren.De score van de Winkel van Sinkel:
Appeltaart is met stip 5 kutten!
Koffie 4!
Bediening: 4 kutten!Wil je een leuke baan bij de Winkel van Sinkel? Ze zoeken een nieuwe kok.Wat is kuttent.nl?
Kuttent.nl is eigenlijk een grapje. Collega-journalist Gerard en ik besloten na een slechte restaurantervaring om verschillende eettentjes door heel Nederland testen op hun kut-gehalte. De rubriek Kuttent.nl was geboren. Iedere tent zou beoordeeld worden op een schaal van één tot vijf. Een restaurant met vijf kutten zou in deze berekening de slechtste zaak zijn die je je maar kon voorstellen. Diarree gegarandeerd, zeg maar.Meer Karin vind je op haar eigen weblog, maar ook deze week op EeuwigWeekend.nl. Daar wordt namelijk haar fotowerk geëxposeerd.Update:
Bovenstaand stukje maakt (soms heftige) reacties los bij lezers van Ekudos.nl.
Lees ook:

Categorieën
Film Filmrecensie Mike's notities

Een kunstminnend weekend in Arnhem

L. en ik besloten dat een weekendje Arnhem in een rustiek hotel precies was wat we nodig hadden. Dus togen we op vrijdagavond, net na de spits, met de auto naar de hoofdstad van Gelderland.We kwamen ’s avonds laat in het centrum van Arnhem aan. We parkeerden bij Hotel Molendal, gelegen aan de rand van het Sonsbeekpark, op een steenworp afstand van de binnenstad. Er stond een prettige tweepersoonskamer op ons te wachten op de derde verdieping. Hotel Molendal is het voormalige woonhuis van André de la Porte. Deze villa in Jugendstilstijl werd in 1904 als eerste in de omgeving gebouwd.

Uitzicht vanuit de hotelkamer.

Zaterdag brachten we een paar uur door in het Sonsbeekpark, waar veel beelden geëxposeerd staan, een hertenkamp is en twee watervallen. Het viel me hier op hoe heuvelachtig Arnhem en omgeving eigenlijk zijn. Heel anders dan de platte randstad. Stadspark
Het Sonsbeekpark is ’s lands eerste monumentale stadspark. Een belangrijk onderdeel van het park is de St Jansbeek. Vroeger stonden hier zeven molens langs de St Jansbeek. Tegenwoordig staat er daarvan nog één. De Witte molen heet ie. L. en ik bezochten ook even het bezoekerscentrum dat naast de molen staat. Het was die dag open monumentendag. In het park en bezoekerscentrum waren dan ook een hoop bezoekende bejaarden te vinden.

De Witte Molen.

L. en ik zochten weer snel de buitenlucht op en vonden rust bij de waterval.Door het gehele park hingen allerlei installaties en kunstwerken als onderdeel van een expositie van het Museum voor Moderne Kunst. Het was erg verrassend om dergelijke beelden tussen de bomen te ontdekken.Processies
Later die middag bezochten we het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) waar de tentoonstelling Carried Away/Procession Art werd gehouden. De tentoonstelling bestaat uit het werk van internationale en Nederlandse kunstenaars die processies organiseerden, of zich hebben laten inspireren door processies, politieke parades, carnavalsoptochten, marsen of begrafenisstoeten. Sommige moderne sculpturen konden mij wel bekoren, zoals het werk van Stephen Wilks die levensgrote varkens naar George Orwells boek Animal Farm maakte.Magisch realisme
Het meest onder de indruk was ik echter van de tentoonstelling over het magisch realisme, waar werk hing van de oude meesters Pyke Koch, Edgar Fernhout, Carel Willink, Dick Ket, Wim Schumacher en Charley Toorop.

Detail van het zelfportret van Edgar Fernhout (1912-1974).

Mocht je ooit een bezoekje brengen aan het MMKA, dan raad ik je bij deze de aspergequiche in het restaurant af. Die had dezelfde nare smaak als de olieverf schilderijen die in het museum hingen.

De beeldentuin rondom het museum kan ik je echter wel aanraden. Daar is onder andere deze prachtige deur te aanschouwen.

Een – wat mij betreft – grappig uithangbord in het centrum van Arnhem.

Factory Girl
In de avond besloten we deze kunstgerichte dag af te sluiten met een voorstelling van Factory Girl. Deze film uit 2006 van George Hickenlooper vertelt over het leven van Edie Sedgwick. Deze schoonheid verliet de kunstacademie om het te gaan maken in New York en raakte verstrikt in het web van de wereld van Andy Warhol. Het is een film die vooral de negatieve kanten van haar leven belicht en waarin alle personages heel zielig worden voorgesteld. Op het moment dat acteur Hayden Christensen (Skywalker in de nieuwe Star Wars-trilogie) in de film verscheen en een belabberde poging deed om Bob Dylan te imiteren, had Factory Girl voor mij volledig afgedaan. Hoe een regisseur deze non-acteur kon casten om iemand met de statuur van Dylan neer te zetten, was mij een compleet raadsel. In I Am Not There waren daar nog zes acteurs voor nodig. Allemaal met meer ervaring en veel meer talent dan Anakin Skywalker. Christensen probeert op krampachtige wijze de stem van Bob Dylan na te doen, maar lijkt eerder een monotone voice-over van een derderangs film noir detective op te roepen. Nee, Factory Girl zou wat mij betreft nooit op de lijst van beste film verschijnen. Mocht je de flick toch per se willen zien: ga de bioscoop dan niet in zonder wat prozac-pilletjes.
Een pluspunt aan de voorstelling was dat ik ter promotie van de film een blik Campbell Tomato Soup kreeg van de caissière. De Warhol-fan in mij maakte een klein huppeltje bij de aanblik van dit soepblik.Veluwe
De zondag stond vooral in het teken van de Nederlandse prairie: de veluwe. We pakten twee Witte Fietsen waarmee we het gebied doorkruisten. Bij het Kröller-Müller Museum parkeerden we de stalen rossen om daar een paar uurtjes heerlijk te dwalen door de beeldentuin.
‘Kijk uit attention’ van Krijn Giezen (1939) is sinds een ongeval helaas afgesloten voor het publiek.
Paviljoen voor de 5de Internationale Beeldententoonstelling in het Park Sonsbeek te Arnhem, 1966; herbouwd in de beeldentuin van het museum, 2005-2006.Net als ET
Toen het museum ging sluiten, liepen we naar de fietsenrekken waar normaliter de Witte Fietsen staan. Die waren echter allemaal al meegenomen, of hadden een lekke band. Er zat niets anders op dan de 2,5 kilometer terug te lopen naar de auto. Toen we echter stuitten op een hek en een bordje met ‘verboden toegang’ moesten we van het aangewezen pad afwijken. Al snel liepen we niet meer in de goede richting. Een aardige man en een kaart bood uitkomst. We waren inderdaad een stukje verkeerd gelopen. De avond viel en het zou weldra donker worden. Heel toevallig stonden er twee witte kinderfietsen op ons te wachten in de berm. Niet veel later raceten we door het Veluwse landschap op veel te kleine fietsjes. In mijn hoofd hoorde ik de melodie van de film ET, want het deed me denken aan de fietstocht van Elliot en co. Goed, Elliot had een crossfiets en een alien in het mandje aan het stuur die de fietsen door de lucht liet vliegen, maar voor de rest voelde het precies hetzelfde. 🙂 Een aardige melige afsluiter van een weekend vol kunst – in Arnhem.
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Vrijdagmiddag: Niet-nostalgisch weerzien

Vrijdagmiddag leek Amsterdam niet meer droog te zullen worden. Ik toog met een zware weekendtas vol mooie verwachtingen van het aankomende weekend in Arnhem door het centrum op weg naar het Crea Café.
Toen ik nog studeerde aan de UvA kwam ik daar vaak. Gezellig wat drinken met studiegenoten, films bespreken én kennismaken met medestudentes. Crea was ook een prima plek om zo nu en dan, anoniem tussen de drukte, wat te lezen of gewoon uit het raam te staren en te genieten van een warme cappuccino. Ik was er jaren niet geweest. Er waren wat tafeltjes en nieuwe gezichten bijgekomen, al herkende ik de barman meteen. Die stond er toen ook al. Misschien was hij nu bedrijfsleider. Ik hoopte het voor hem. Studiegenoten
Ik had een afspraak met L.D., een oude bekende van mijn studietijd. Zij deed tv, ik film. We hadden elkaar al zo’n twee jaar niet gesproken, tot die verrassende ontmoeting op Festival de Beschaving een paar weken eerder. Toevallig bedacht ik me net die week dat ik haar weer eens moest bellen. Misschien kwam het omdat ik een favoriete tv-serie uit die tijd op dvd aan het kijken was, dat ik zo aan oude studiegenoten zat te denken. Veel van hen had ik uit het oog verloren. Zo gaat dat. Maar het tij is soms te keren. Binnenkort moest ik ze maar eens mailen om te horen wat ze tegenwoordig allemaal doen. L.D. was inmiddels afgestudeerd en druk bezig met een paar mediaprojecten. Het was leuk om haar weer te zien. Binnen een half uur waren twee jaar overbrugd en praatten we met elkaar alsof er nooit een contactstilte was geweest. Terwijl we meer over het nu dan het verleden praatten, kwamen er allerlei studenten om ons heen lunchen – de nieuwe garde. De vroeg-twintigers leken jonger dan ooit. Het decor was hetzelfde als toen, en de handelingen die erin plaatsvonden ongetwijfeld ook. Toch voelde ik een onoverbrugbare afstand tussen hun wereld en de mijne.Heden
Die middag kwam het verleden niet tot leven; de stemmen van toen bleven verstomd. Nostalgie is voor oudere mensen. Daar waren L.D. en ik nog niet aan toe. We waren bezig met het leven na de studie. Het vinden van de juiste plek in de wereld, nieuwsgierig naar waar de reis naartoe ging, niet waar we al geweest waren. De fundamenten van de toekomst waren gelegd, maar er moest nog serieus aan worden gebouwd.

Het terras van Crea, vlak voor het lunchuur.

Studietijd
L.D. miste het studieleven niet zo. Ik eigenlijk ook niet. Wie mist er immers dagen blokken voor tentamens en lange, soms saaie hoorcolleges? Nou ja, de avondjes gezamenlijk films kijken, het bezoeken van lezingen, filmtheorieën bediscussiëren en de sociale contacten miste ik wel. En het na college rondhangen in Crea was altijd aangenaam. Studie-uitstelgedrag was namelijk een heerlijke bezigheid. Vrijheid om je eigen tijd in te delen: de natte droom van menig dertiger met een vaste baan. L.D. en ik namen afscheid met het voornemen snel weer te bellen. Terwijl ik richting het Spui en The American Book Center liep, ook ontdekt tijdens mijn studietijd, begon het weer zachtjes te regenen.Lees verder: Vrijdagmiddag (2): Geestverruimende middelen en nachtwezens in The ABC.

Categorieën
Mike's notities

Fuck multitasken: Een paar maanden later

Terwijl ik gezellig met een vriendin in het Crea Café zat te praten, werd ik gebeld door een redacteur van Rondom 10, het discussieprogramma van de NCRV. Hij zocht mensen voor de uitzending over ‘infostress’ en had op mijn blog een column gelezen waarin ik het multitasken vaarwel zei. De redacteur wilde weten of ik nog steeds last had van een overdosis informatieprikkels, of ik me liet afleiden door mijn omgeving of dat alles sinds die column beter was geworden.De column was uit maart dit jaar. Is er in de tussentijd veel veranderd in mijn leven wat betreft het multitasken? Eigenlijk wel. Ik werk tegenwoordig niet meer op een drukke redactie vol ruis afkomstig van hardwerkende collega’s. Ik werk lekker thuis in alle rust achter mijn Mackie. Toch staan er de laatste tijd weer heel wat Firefox-windows open en is de straat waarin ik woon zelden gespeend van rumoer. Maar als ik me echt wil concentreren op een tekst, dan gaan radio en e-mail uit. Ook de telefoon mag een paar uurtjes offline als ik rustig wil werken. Dat bevalt best moet ik zeggen. Lege momenten
Toch is mijn leven tegenwoordig lang niet multitask-vrij: ik gebruik internet voor mijn stukken, dus het online woordenboek en google staan altijd paraat. Ook is schrijven met de juiste muziek vaak een must. Op momenten dat ik even over een zin of paragraaf moet nadenken, klikken mijn vingers al naar m’n netvibespagina om nieuwe blogsposts te checken of naar mijn inbox om te zien of er nog nieuwe mail is binnengekomen. Het zijn dus vooral de lege momenten waarin ik op zoek ga naar nieuwe prikkels.
Willen we allemaal het leven ten volle benutten. Geven we ons daarom over aan gelijktijdige informatiestromen? Is het dus slechts een kwestie van er zoveel mogelijk uithalen? Of zijn we allemaal bang om ons te vervelen?
Tijdelijk
Overigens denk ik dat al het gepraat en gepubliceer over lifehacking, tips en software om met de informatiestroom om te gaan, een tijdelijke trend is. We zitten in een overgangsfase waarin we vooral aan het wennen zijn aan de nieuwe applicaties die de nieuwe media met zich mee brengen. De jongere generatie kan al schijnbaar veel beter omgaan met de verschillende informatieprikkels. Dat is een van de conclusies die in de uitzending van Rondom 10 naar voren kwam. Ik denk dat dit ook klopt. Het is dus gedeeltelijk een generatiekloof. Toch heb ik goede hoop voor mezelf en mijn generatiegenoten. Uiteindelijk zullen we beter leren omgaan met de nieuwe media en samenvallende informatiestromen. Overigens hoeft dit niet meteen te betekenen dat we allemaal ultieme multitaskers worden. Er zijn dan ook al tegengeluiden te horen tegen het multitasken.Aandacht als oplossing
Volgens Marjoleine de Vos in de NRC van zaterdag 6 september, moeten we dat multitasken helemaal niet als een ideaal zien. Zij pleit er voor dat we weer één taak tegelijk uitvoeren:

‘Seriële volle aandacht (SVO), dat moet het nieuwe ideaal zijn. Niet langer het ouderwetse ideaal van je hele leven aan één ding wijden – dat is voorbij, althans voor de meeste mensen. Net zoals het levenslange huwelijk voor de meeste mensen niet meer bestaat. Maar zoals het ‘vrije huwelijk’, met afgeschafte jaloezie en meerder partners tegelijk en naar believen, voor bijna niemand werkte, zo werkt ook de vrije aandacht, de altijd verdeelde, niet. Seriële monogamie is het antwoord van veel mensen op de teloorgang van het ouderwetse huwelijk geweest, seriële volle aandacht zou wel eens het antwoord kunnen zijn op de multitask-ellende.’

Dat betekent in de praktijk dus veel signalen negeren, planmatig werken en je niet laten afleiden. Maar hoe lang kun jij het sms-signaal van je telefoon negeren voordat je je werk laat liggen en het berichtje leest? Als ik het bericht heb gelezen, voel ik ook vaak de drang om meteen te antwoorden.Uitzending
Overigens zul je mij niet in de uitzending van Rondom 10 terugzien: mijn mening kwam te veel overeen met een van de gasten die al was uitgenodigd en ze zochten zoveel mogelijk uiteenlopende visies. Het was in ieder geval interessant om eens ondervraagd te worden over het onderwerp.
Na het telefoongesprek ging ik weer fijn verder met mijn een-op-een gesprek in het café – wat mij betreft nog steeds de prettigste manier van communiceren. Wordt ongetwijfeld vervolgd…
Hoe staat het met jou en multitasken? Ga je er goed mee om met alle informatieprikkels of concentreer je je op één ding tegelijk?
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Kuttent.nl aflevering 2: Panache in Breda

Collega-journalist Gerard en ik besloten na een slechte restaurantervaring om verschillende eettentjes door heel Nederland testen op hun kut-gehalte. De rubriek Kuttent.nl was geboren. Iedere tent zou beoordeeld worden op een schaal van één tot vijf. Een restaurant met vijf kutten zou in deze berekening de slechtste zaak zijn die je je maar kon voorstellen. Diarree gegarandeerd, zeg maar.René van Densen, bedenker en moderator van Kutbinnenlanders.nl had recent een gastronomische kut-ervaring en wilde deze graag delen met de rest van bloglezend Nederland. Aflevering 2 van de reeks Kuttent.nl was een feit. Lees en huiver. Deze tekst is niet geschikt voor gevoelige lezertjes. Als vegetariër die plots zin heeft gekregen in friet en een snelle hartige hap erbij kun je meestal niet heel veel kanten op, afhankelijk van de grootte van de stad waar je je in bevindt. In de middelgrote- tot kleine steden is het behelpen met een kaassoufflé en misschien per ongeluk een verdwaalde extra optie in een vergeten snackbar in of andere uithoek. Als zodanig ben ik dan ook redelijk wat gewend qua uithoek-snackbars. Als zo’n zaak een smoezelig voorkomen heeft en een interesse-prikkelende naam ben ik al snel bereid naar binnen te stappen. Wat ik echter in Breda bij ‘Panache’ aantrof, heb ik nog nooit meegemaakt.Achterbuurtbewoners
Met een verdwaalde tafel-met-kruk aan de wand is de voornaamste eet- en zitplaats in dit smalle tentje pal aan de bestel ‘bar’. Bij binnenkomst keken verlopen achterbuurtbewoners – een term die ik niet licht gebruik – compleet met groezelige kleding en gouden kettingen, lauwtjes op en een licht sjacherijnig kaal personeelslid nam uitgebreid de tijd voordat hij kwam vragen wat ik zoal moest. Ik had vooral het snackbarretje een kans gegund wegens de vermelding ‘groentekroket’ op hun kaart, dus bovenop een portie friet speciaal bestelde ik dat.
De bediening duurde lang en mijn ‘kok’ liep erg geïrriteerd rond dus dwaalden mijn ogen maar wat rond. Drie deuren met grote, opvallende opschriften trokken de aandacht: ‘privé’, ’toiletten’ en, ik kon het even niet geloven maar echt waar, ‘danger’. Hoewel ik in een licht avontuurlijke bui was, merkte ik dat mijn lichaam de toiletruimte wou verkennen dus liet ik deze laatste mysterieuze deur ongemoeid. Het zou duidelijk toch wel eventjes duren voordat ik mijn ‘snelle’ hap tot mij kon nemen, dus was een sanitaire stop een prima optie, dunkte me.De grote boodschap
Interieur van het toilet: uiterlijk redelijk schoon voor een snackbar. Na een korte zit-sessie merkte ik echter plotseling op dat er nergens een toiletrol te bekennen was. Geen hand-afveeg servetten, niks, nada. Gezien de Grote Boodschap die zojuist onder mij het diepe in geplonsd was, baarde dit mij licht zorgen. Doorspoelen van eerder genoemde boodschap bleek ook onmogelijk aangezien het water de waterdruk van een druppelkatheder bleek te hebben.
Voorzichtig, met de onderbroek zo los mogelijk in mijn broek om textielmatige afveegresultaten te voorkomen, liep ik het toilet weer uit om aan de norse kale man te vragen waarom er geen toiletpapier aanwezig was. Een bozig verhaal werd mijn deel: “Ja, als ik dat daar hang kan ik iedere avond om de drie kwartier met mijn hele arm in die plee gaan zitten wroeten,” (Smakelijk) “we krijgen hier enkel van dat stappubliek hè en dat komt hier dan eigenlijk allenig om te kotsen en weetikwat.” Ondanks enkele rechtstreekse verzoeken aan de man of ik anders toch even een paar velletjes mocht om nog even terug in het toilet zo een en ander af te ronden, drong het maar niet tot hem door dat ik slachtoffer aan het zijn was van het gedrag van de kwaaien onder zijn klandizie. Na een minuut of tien gaf ik de hoop op een zinnige uitkomst van deze situatie op en wandelde naar buiten, om enkele deuren verder – in overigens een prachtig establissement met warm jong fris personeel en een fraai verzorgd toilet – de kwestie af te handelen.Was ik een verstandig man geweest, dan was ik daar gebleven, maar ik had reeds in Panache besteld, en bovendien was mijn avontuurdrift inmiddels aardig geprikkeld, dus ik wandelde tegen beter weten in terug de snackbar in.Spetters vet
“Groentekroketten zijn op,” zei de man die duidelijk op mij gewacht had om dit me mede te kunnen delen. “Ik dacht dat we ze nog hadden maar dat blijken goulashkroketten te zijn. Zelfde kleur hè.” Ik besloot, wellicht aan de overmoedige kant, een broodje gebakken ei te nemen bij mijn friet speciaal. Terwijl het bereid werd, tuurde ik de tent wat meer rond en telde zo’n elf (vermoedelijke) overtredingen van de keuringsdienst van waren. Hoewel de cola-automaat naast het afwas-gedeelte van de aanrecht / bakplaat stond, was de zijkant duidelijk met forse spetters vet besmeurd. Boven de automaat klonk plots een harde knetterpats. De kale man zag mij even schrikken. “Da’s de elektronische vliegenvanger,” verduidelijkte hij me.De frieten werden op zich nog optimistisch op een fraai bordje opgediend, met heus bestek (dat schoon was, moet worden gezegd). Jammer alleen dat het een wat viezige, nietniet- of netteveel-gebakken substantie was, waar de ‘speciaal’ niet veel meer aan kon redden. PatsZZZZ vloog nog een vlieg zijn felblauwe electronische dood tegemoet. Na een, vooral door stevige trek gevoedde, dappere poging zoveel mogelijk van de friet naar binnen te krijgen werd ook het witte bolletje gebakken ei geserveerd, ditmaal op enkel een servetje.
PatsZZZZ.
Geen extra’s
Het eigeel droop aan alle kanten van het broodje bij de lichtste aanraking al over mijn vingers, over het servetje, op de bar, noem maar op. Peper, zout of iets anders ‘extra’s’ was duidelijk te veel moeite om voor de gebruikelijke klandizie te doen. Evenals de kwestie rondom het toilet, waar de man zich toch nog een beetje – in herhaling vervallend hier en daar – voor zat te verontschuldigen. “Dan kun je nagaan dat hij nu op zich schoon is,” zei hij nog, “want dat hoeft eigenlijk ook niet van de baas. Dat papier, dat mág echt niet van hem, maar zoals het toilet er eerst uitzag, man, je had je ogen niet geloofd.” PatsZZZZ.Het had iets ontroerends, deze man die onder blijkbaar tyrannieke omstandigheden in een hopeloze snackbar er toch optisch nog iets van probeerde te maken. Zo waren de muren, de bar, de grill enzovoorts duidelijk wel net genoeg schoongemaakt om schoon te lijken. Hoewel ik zelfs nog flink moeite moest doen om zijn aandacht te trekken om af te mogen rekenen, was hij vermoedelijk de meest competente en goedbedoelende medewerker van het hele establissement. Ik besloot het groezeligste snackbarretje dat ik in heel mijn leven heb mogen bezoeken, te verlaten zolang ik mijn maaltijd nog binnen kon houden, en niet verder te vragen naar wat er zich achter de ‘danger’ deur bevond. Dat kon inmiddels enkel nog tot de verbeelding spreken, immers. Terwijl ik naar buiten liep, vloog nog een vlieg vrijwillig naar het hiernamaals.
PatsZZZZ.Eindscore Panache: vier kutten.Lees ook: Aflevering 1: De Smikkel te Haarlem (als je durft!)

Categorieën
Mike's notities

Kroegliedjes: ‘Barstool’ van Gary Jules

Sommige liedjes weten je te ontroeren, zonder dat je precies weet waarom. Het nummer ‘Barstool’ van singer-songwriter Gary Jules is zo’n nummer.
Barstool‘ staat op het album Trading Snakeoil for Wolftickets uit 2001. Jules nam het album naar eigen zeggen voor 100 dollar op in een kelder en bracht het in eigen beheer uit. Trading Snakeoil for Wolftickets werd een kritisch succes en werd later door een officieel label in Europa uitgebracht. ‘Barstool’ staat bijna aan het einde van deze makkelijk in het gehoor liggende verzameling liedjes, en wordt gevolgd door het veelbekendere ‘Mad World’ uit de film Donnie Darko (Richard Kelly, 2001). Levenswijs orakel
‘Bartstool’ begint met een relaxte strijk van de vingers over de snaren van een akoestische gitaar. Daarna telt Jules af. Jules zingt over hoe hij een oude man treft aan de bar. Deze man vertelt hem een verhaal in ruil voor een drankje. In het echt zijn dronkaards met wijze raad, wiens woorden rieken naar alcohol, vaak afstotelijk. In liedjes zijn het levenswijze orakels die precies het juiste weten te zeggen. In ieder geval als de woorden zijn opgetekend door Jules.

You just stay in the bar
For as long as you can
As long as you’re drinking
Then you’ve got the world in your hand

De barkruk biedt een vrijhaven van al het gedoe in de wereld. Hier komen gekwetste zielen tot rust, en kunnen ze hun zonden wegdrinken met een glas whisky – of een fles als ze veel hebben weg te spoelen.

There’s no shame in hanging your world by a string
And you know there’s no harm in not thinking a thing
But trying to find a place for yourself in this world
Is like trying to make a wife of an American girl
If you’ll trade me a drink for a story or two
Then you’ll know what you need to do

Comfort in herkenning
Echte antwoorden heeft de oude man niet. Wel spijt en een gebroken hart:

(You know love is for sissies
It’s whiskey that makes you a man)

Had je iets anders verwacht van een dronkaard? Maar dat maakt niet uit. De melodie, de woorden, ze bieden troost. Soms geven holle frasen het juiste comfort. En als je aangeschoten bent, klinken dingen al snel goed.Weten dat anderen net als jij het leven iedere de dag improviseren en niemand echt weet waarom alles is zoals het is, is een geruststellend gegeven. De oude man wankelt, gewapend met drank in zijn buik, de kroeg uit, klaar om de wereld wederom te trotseren. Hij laat Jules achter met de rekening. Jules heeft niet genoeg geld bij zich en schuift aan bij een iets jongere man dan hij die aan de bar zit en begint op zijn beurt een verhaal te vertellen:

You just stay in the bar
For as long as you dare
As long as you’re tipping
Then you’ve got a good friend somewhere

Ijzersterk is het einde van ‘Barstool’: het lijkt plotseling op te houden in een open noot. Na een korte stilte volgt er een coda waarin de piano het thema nog eens herhaald. Net als de geschetste situatie in de woorden. Prachtig nummer vind ik het. Hier een audioclip van YouTube:Lees ook:

Categorieën
Daily Webhead Mike's notities Video

Berlijn (5): Video-impressie

Tijdens mijn verblijf in Berlijn heb ik een aantal foto’s geschoten van de street art aldaar. (Lang leve de Sony Ericsson met cybershot.) Hieronder een video-impressie van wat L. en ik in Berlijn gezien hebben.

Voor een versie van betere kwaliteit (Pal DV – quicktime), klik hier.

Street Art Berlin from Michael Minneboo on Vimeo.

Het hele Berlijn-reisverslag op een rij:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (4): Ich bin kein Berliner…

Hoewel de meeste Berlijners die we spreken goed Engels spreken (beter dan mijn Duits in ieder geval), loopt de communicatie niet geheel vlekkeloos.L. en ik verblijven in een bescheiden hotel in de wijk Prenzlauern Berg. De eerste avond maak ik een ‘goede indruk’ bij onze Duitsche receptioniste, als zij al kauwend onze sleutel aanneemt en ik haar ‘gesundenes fressen’ toewens. Ze schrikt hier duidelijk van en kijkt me verbaasd aan. Ik stamel in het Duits dat we dit in Holland tegen elkaar zeggen als we gaan eten. ‘Wij zeggen dat alleen als dieren eten,’ zegt de receptionist. ‘In Duitsland zeggen we Bon appetit!’ Oh. Ik zal wel te veel Jiskefet gekeken hebben. Lost in translation
Misschien moet ik het vanaf nu maar bij Engels laten, want van die vier verplichte jaren Duitse les op het vwo is verdammt wenig overgebleven. Koffie bestellen gaat nog, maar complexe zinnen met meer dan vier woorden, spreek ik vooral in onverstaanbaar gestamel uit. Wat dat betreft was mijn omgang met de locale bevolking in Edinburgh indertijd een stuk makkelijker. ‘Ich bin kein Berliner…’Duidelijke taal
Op de tweede dag gaan we in een eetgelegenheid zitten voor de lunch. Het restaurant zit vast aan een creatief centrum dat veel weg heeft van het Westergasfabriek-terrein in Amsterdam. De ober met Egyptisch voorkomen ploft de menukaarten op tafel en blaft ons in snelgesproken Duits af, alsof het hem irriteert dat we de taal niet goed spreken. Tegen een stel jonge Duitse meiden doet hij even later poeslief. We staan op en besluiten onze lunch ergens anders te eten. Dat doen we in een gezellig (selfservice) bakkerijtje in een van de straten die in het Franse kwartier liggen. Het is dat er om ons heen Duits wordt gesproken anders zouden we ons in Parijs wanen. Dikke vrouw
Berlijn lijkt op iedere straathoek wel een verrassing in petto te hebben. Zo staat in dezelfde Franse buurt een boekenboom. Wie zich aanmeldt bij de betreffende stichting kan mag daar een boek uithalen mits je er een boek voor teruglegt. Niet ver van de boekenboom zien we een verontrustende polaroid op straat liggen van een naakte dikke vrouw die met haar kruis richting de cameralens, op bed ligt. De polaroid ligt op de stoep en lijkt welhaast met opzet zo neergelegd. Het schokkende beeld blijft nog lang op mijn netvlies plakken. Wat we ook geregeld tegenkomen is een ouderwetse kauwgomautomaat. De kauwgomballen lijken niet meer ververst te zijn sinds het vallen van de muur. Waarschijnlijk worden ze niet meer als zodanig gebruikt, maar doen ze dienst als object trouvé. Gezellige emo-bar
Ook kent Berlijn veel gezellige drinkgelegenheden. Om de hoek van ons hotel is een smal, maar diep café waar muziek uit de jaren zestig, zeventig en tachtig wordt gedraaid. Het tafelblad is een elektronisch mens-erger-je-niet-spel. De muren zijn behangen met gekleurde doeken, een poppenmeisje met een bloem in haar hand zit op de kast en knikt ons mechanisch toe. Het publiek is van alle leeftijden in dit café. L. en ik vinden het er gezellig en drinken rondje met ze mee. Opvallend detail is dat de mensen hier roken. Dat is weer even wennen. Als L. haar cola op heeft doemt de barman bij ons tafeltje op. Hij is lang, draagt een zwart t-shirt en heeft emo-haar. Of we nog iets willen drinken. Hij kijkt zo indringend dat we haast niet durven te weigeren, maar het is mooi geweest voor vanavond. Als we een paar minuten later het pand uit lopen, staat de barman plotseling achter mij. Hij wenst me vriendelijk een prettige avond. De lange weg naar huis
Ik moet weer aan het café denken als L. en ik op woensdag weer in de trein naar Nederland zitten. De leukste plek om uit te puffen was duidelijk het binnenplaatsje met die mechanische muppet.
Echt kennis maken met de Duitsers is niet gelukt – de ervaringen met bar- en hotelpersoneel waren wisselend. Verder hebben we niet veel mensen op straat gesproken. Daarvoor waren we ook te kort in de stad. Gelukkig hebben we samen veel lol gehad. Wat ik vooral meeneem uit Berlijn is een goede indruk van de straatkunst aldaar. De street art alleen is al een goede reden om nog eens terug te komen. Overigens hebben we natuurlijk ook de nodige toeristenclichés bewandeld. Bekende monumenten als de Reichstag en de televisietoren op Alexanderplatz hebben we wel gezien, maar we zijn er niet binnen geweest. De rijen met toeristen voor de gebouwen waren daarvoor veel te lang. Ook de volgende keer dan maar.
Tot mijn verbazing ontdekte ik bij mezelf een fascinatie voor de geschiedenis van de Muur. Je kunt er immers niet omheen als je in Berlijn bent. Thuis zal ik eens flink gaan googlen. En die Spider-Man-strip erop naslaan.Het reisverslag over Berlijn wordt besloten met een video-impressie.
Het hele Berlijn-reisverslag op een rij: