Categorieën
Mike's notities Video

Column: Eindelijk (niet meer) uitgerookt

Ik heb naar dit moment uitgekeken: dat ik mijn stamkroeg instap en voor het eerst in mijn leven niet word verwelkomd door een dikke laag kankerverwekkende rook. Op 1 juli is het zover, want dan gaat het rookverbod voor de horeca in. Of nu ja, dan is mijn stamkroeg gesloten omdat het dinsdag is, maar de rest van de week kan ik longveilig in de kroeg zitten. De rokers zullen meteen denken: daar heb je weer zo’n zeikerd over roken en kanker. Bla bla bla. Als je niet in de rook wilt zitten, dan ga je toch lekker niet uit? Dat werd me dikwijls gezegd de afgelopen jaren. Rokende vrienden en andere stamgasten beseffen niet dat zo’n uitspraak tegen de borst stuit omdat het idee maar thuis te moeten blijven uit gezondheidsoverwegingen een grote beperking van de bewegingsvrijheid is. In wezen wordt er gezegd dat niet-rokers maar niet naar de kroeg moeten gaan. Dat iedereen die niet geconfronteerd wil worden met mogelijk kankerverwekkende rookwolken maar alvast geraniums moet kopen omdat zijn sociaal leven er qua saaiheid niet onder zal doen als dat van de gemiddelde bejaarde. Vrijheidsbeperking
Natuurlijk is het tegenargument dat de rokers met deze nieuwe wet worden beperkt in hun bewegingsvrijheid. Dat is tot op zekere hoogte waar. Maar objectief gezien wordt het de rokers alleen verboden om in een openbare, sociale gelegenheid iets te doen wat de gezondheid van anderen en henzelf ernstige schade toebrengt. Je mag toch ook niet stomdronken autorijden? Ik ben mijn hele leven al een anti-roker. Nadat ik praktisch de baarmoeder werd uitgerookt, had ik mijn portie nicotine voorgoed gehad. In mijn naaste omgeving heb ik menigeen zien vechten tegen zijn rookverslaving. Ook zijn bekenden van me aan kanker overleden.
Roken is een vreemde gewoonte. Ik kan er met mijn volle verstand ook niet bij dat iemand vrijwillig de dood in zijn lichaam toelaat. Ieder haaltje aan zijn sigaret opnieuw. Maar goed, iedereen mag van mij doen wat hij wilt, zolang anderen daar maar geen last van hebben. Dat geldt laatste geldt dus niet voor roken in het café of in een restaurant, want daar hebben anderen gewoon last van. Punt uit.
Einde-lijk
Het tijdperk van in naar rookstinkende kleding thuiskomen is voorbij. Ook die nachtelijke traanmomenten in de kroeg, omdat m’n ogen overgeprikkeld waren van alle rook, het soms benauwde hoesten, en de brandplekken in kleding en armen – het is verleden tijd. En dat werd ook tijd. (Dramatische passage, hè?)
Ik ben benieuwd hoe de overgang de komende maanden zal verlopen. Wellicht dat een aantal rokers nu besluit thuis te blijven. Dat betekent niet meteen dat het aantal kroegbezoekers afneemt, want je hebt kans dat veel niet-rokers nu eerder een drankje zullen gaan halen nu ze de tent niet meer uitgerookt worden. Uiteindelijk zullen de rokers ook niet eeuwig thuisblijven. Het is namelijk helemaal niet gezellig achter die geraniums. (Schreeuwt hij uit ervaring.)
Longfilmpje
Daarom een toost, omdat de Nederlandse overheid eindelijk een keer in staat is geweest om een beslissing te nemen waar we wel iets aan hebben. En laten we tijdens het drinken onderstaand videootje in gedachten houden. (Hoewel tot mijn verbazing uit onderzoek blijkt dat dit soort beelden rokers zelden aanzetten om te stoppen. ) Proost!

Lees ook:

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Voetbal kan nuttig zijn

Ja, ja, er wordt voor het Europees Kampioenschap gevoetbald. Dat hoef ik niemand te vertellen. Misschien dat een paar Eskimo’s niet op de hoogte zijn van het geweld op het grasveld, maar daar blijft het dan ook bij. Toch wil ik er zo min mogelijk van weten. Tot vorige week zaterdag was iedereen in de ban van Oranje. Iedereen? Nee, een klein groepje bleef weerstand bieden tegen de hysterische oranjekoorts die heerste in dit neder land, en ik was er een van. Ik geef toe: mijn dagen van volledige afkeer tegen het balspelletje heb ik achter me gelaten. Het is best leuk om af en toe een goede wedstrijd vol mooie acties te zien. Al snap ik de mentaliteit van sommige voetbalsupporters nog steeds niet. Die slopen zelfs de stad als hun ploeg gewonnen heeft. Vieze kleur
Oranje is, op de kleur van pistache ijs na, de lelijkste kleur in de wereld. Niet alleen associeer ik deze kleur met het stelletje uitvreters van Oranje-Nassau, het doet ook gewoon zeer aan je ogen. Vooral in fel zonlicht krijgt mijn huig een onaangename prikkel bij het zien van oranje. Eenendertig Koninginnedagen verder, ben ik er echter aardig resistent tegen geraakt.Alom aanwezig
Ik vond het leuk om te horen als Nederland goed voetbalde, maar ik hoefde het niet te zien. Al ontkwam je er niet aan om er iets van mee te krijgen. Liep je door een willekeurige straat in Amsterdam en was er een wedstrijd op televisie, dan kon je precies horen hoe het ervoor stond. Begrijp me niet verkeerd: ik gun iedereen zijn pleziertje. Ook was het goed om de medeburgers van dit land enthousiast te zien, ook al was er slechts sprake van schijnsaamhorigheid. Na het EK zal de eenheid die Nederland heette weer een lappendeken vol sociale verschillen, vervreemding en wantrouwen zijn. Maar zolang het Nederlands elftal meespeelde was daar even geen sprake van. Voetbal brengt mensen bij elkaar. Alleen jammer dat die zestien miljoen coaches die Nederland telt er zo mee moesten dwepen. “Onze jongens?” Sorry, daar zat niets van mij bij. Groot voordeel
Toch heeft het EK één groot voordeel voor de niet-voetballiefhebber. Dat ontdekte ik laatst toen ik met een stel vrienden naar de film ging. De bioscoopzaal was nagenoeg leeg. We konden rustig genieten van The Incredible Hulk. Lekker ruim zitten in een lege zaal. Wat dat betreft mag van mij het EK nog wel wat langer duren. Toch jammer dat Nederland verloren heeft.
Lees ook:

Categorieën
Boeken Mike's notities

Column: Niet langer gewenst

De bibliotheek om de hoek. Vroeger kwam ik er geregeld. Boeken lenen, cd’s huren, research voor een artikel doen. De lokale bibliotheek heeft een bescheiden maar voedzame collectie boeken over film, waar ik jarenlang dankbaar gebruik van maakte. Toch was de liefde voor de bibliotheek op een gegeven moment op.

Steeds vaker was dat ene boek dat ik graag wilde lenen er niet. En de wachtlijst was lang. Langer dan mijn ongeduld toeliet. Terwijl ik daarom steeds minder in de bieb kwam, ging ik vaker bij de boekwinkel langs. Al die boeken lagen daar gewoon klaar om gekocht te worden. Niks wachtlijsten. En schone, ongelezen exemplaren. Laten we eerlijk zijn: biebboeken kunnen behoorlijk smerig worden van alle handen, hoestende monden en koffiespetters die de lezer over de bladzijden heen stort.

Ik Jan Cremer Derde Boek
Dure hobby trouwens, dat boeken kopen. Laatst nog twintig euro neergeteld voor het derde deel van Ik Jan Cremer. Maar goed, dan krijg je ook meteen ruim vijfhonderd bladzijden vol met woorden. Koopje dus. Volgens mij had het werkje gezien de omvang beter Ik Jan Cremer Derde, Vierde en Vijfde Boek kunnen heten.

Ik Jan Cremer Derde Boek.

Boeken kopen levert, naast de kosten, nog een dilemma op: waar laat je al die dikke boeken? Wie op die manier zijn leeshonger vaak stilt, krijgt uitpuilende boekenkasten. Of bezoekt regelmatig de tweedehands winkel om de gelezen exemplaren van de hand te doen. Wat ik overigens niet doe, want ik kan moeilijk afscheid nemen van boeken. Een boek uit de bibliotheek, daar heb je na het lezen geen last meer van. Terugbrengen en klaar. Prima oplossing totdat je nog iets wil nalezen.

Terug naar de bibliotheek
Anyway, recent was ik voor het eerst sinds lange tijd weer terug in de oude vertrouwde bibliotheek – die alles behalve oud en vertrouwd was. Er liepen veel onbekenden rond, het oude personeel herkende mij niet meer en de boekenkasten stonden anders dan ik me kon herinneren. De rij computers die toegang tot het internet verschaffen voor een betaald tijdslimiet kende ik al, maar de jonge koppies die glazig naar het beeldscherm staarden waren onbekenden van mij. En ze keken naar me alsof ik hun heiligdom bezoedelde met mijn aanwezigheid.

Misschien hadden ze ook door dat ik daar helemaal niet voor de boeken of het interpret kwam. Ik kwam slechts langs om een kopietje te maken. Dit ging niet lukken, want het kopieerapparaat was defect. De boodschap was duidelijk: ik was niet meer welkom. De liefde was over, ik had de bibliotheek beledigd met mijn te lange absentie. Ik had haar verraden voor de boekwinkel en online verkopers. Ze wilde daarom niets meer van me weten. Laat staan dat ze mij ten dienst wilde zijn.

Ik vond het prima zo. Soms werkt een relatie gewoon niet. Dan moet je het boek sluiten en voorgoed wegleggen. (Ik koop wel een extra boekenkast.)

Lees ook:

Categorieën
Mike's notities Video

Video: De beeldvorming van allochtonen

Nee, maak je geen zorgen. Dit blog is niet opeens een podium geworden voor allerlei politiek correct geneuzel over integratie, de allochtonenproblematiek of vage videomanifesten van Politieke Muppets. Natuurlijk heb ik wel een mening over dit soort zaken (wie niet?) en laat ik die bij tijd en wijle ook merken. Dit keer even niet.Onderstaande videoreportage heb ik geschoten voor Intermediair en behandelt de presentatie van de tweede Oriëntatiegids Multicultureel Talent. (Probeer dat maar eens vijf keer achter elkaar te zeggen zonder dat je tong dubbelslaat.) Samen met mijn favoriete freelancer Hester van den Blink vroeg ik de aanwezigen en de gasthoofdredacteur van de gids of een boekwerkje waarin multicultureel talent wordt aangeprezen, nodig is en of een exclusieve gids voor mensen met een bepaalde komaf niet stigmatiserend is. Oftewel: (hoe) kan zo’n gids de beeldvorming van allochtonen beïnvloeden? Kortom, een video over de representatie van allochtonen. (En stiekem dus een promofilmpje voor de betreffende multiculti gids, maar dat even ter zijde).

(Soort van) gerelateerd – Alles des Rita’s:

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Verloren voorwerpen

Indy was here…?
Gebroken klassieker.
Een verloren Wachttoren op de vuile vloer van Amsterdam Centraal.
Kennelijk had iemand geen boodschap aan De Verlichtende Boodschap.

Categorieën
Mike's notities

High school blues

Nu mijn zusje midden in de eindexamenperiode zit, vraag ik me af wat er is gebeurd met al die kennis die ik heb vergaard gedurende die lange lesuren op de middelbare school. Ik prijs me gelukkig met het feit dat ik me nog maar weinig kan herinneren van het klasbezoek zelf. Het idee dat je oneindig lang naar een docent moet luisteren die iets vertelt, is een gedachte die mij niet direct kan bekoren. Ik herinner me geschiedenislessen waarin ik pagina’s vol schreef met gedicteerde feiten die nooit relevant leken te zijn voor mijn eigen leven. Ik herinner me momenten van paniek waarin de gepresenteerde nieuwe wiskundeformule een onoplosbaar mysterie leek. Gelukkig waren er ook de lessen Engels waarin we het filmoeuvre van Monty Python voorgeschoteld kregen en lessen kunstgeschiedenis waar mijn passie voor beeldanalyse zachtjes werd aangewakkerd. Veel van de dingen die ik toen in mijn hoofd heb gestamd, zijn verloren gegaan. Kennis is vooral vergeten omdat ik er daarna niets meer mee heb gedaan. Want wat je niet gebruikt, zakt weg in het zwarte gat in de hersenen waarin alle nutteloze data verdwijne. Over het algemeen was het lesgedeelte van de middelbare school geen pretje. De buitenschoolse activiteiten vormden wat dat betreft een mooi contrast. Samen met vrienden in de kroeg, gezellige pauzes, bij elkaar thuis rondhangen, feestjes, video’s kopiëren met m’n beste vriend, culturele avonden organiseren, een schoolkrant vol schrijven…

De laatste dag
De morgen van de uitslag van het eindexamen kreeg iedereen die gezakt was voor twaalf uur een telefoontje. Ik kon niet wachten en was om half elf al op school om de uitslag te vernemen. Het idee om het laatste jaar vwo over te moeten doen had inmiddels nachtmerrieachtige proporties gekregen. Marloes kwam op me afgerend om te vragen of ik geslaagd was. Ik wist nog van niets. Ik liep met haar en beste vriend A. richting het hoofdgebouw. Onderweg kwamen we Esther H. tegen. Zij was geslaagd, en zei dat ik dat ook was. Goed om te horen, maar ik moest het toch even zelf zien. Bij de administratie lag de lijst met uitslagen. De woorden van Esther bleken waar: ik kon na zes jaar m’n middelbare schoolcarrière afsluiten. De rest van de dag bleef ik op school hangen om vrienden en klasgenoten te feliciteren met hun resultaten. Een enkeling had nog een herkansing te doen. In de avond bij Esther H. en vrienden feestgevierd en dat later voortgezet in de kroeg. Een uitbundige sfeer. Gedronken en met veel mensen gepraat over De Toekomst die dankzij de geslaagde uitslag toegankelijk was geworden. Thomas en ik feliciteerden elkaar wel vijftig keer die avond. Toen de kroeg werd gesloten, wilde niemand echt weg. Net als bij een goed boek, wil je het lezen van de laatste bladzijde zo lang mogelijk uitstellen. Met enkele vrienden fietste ik richting huis. De meeste mensen van toen zijn in de nacht der vergetelheid verdwenen. Een paar ervan zie ik nu nog. Maar de hechte sociale groep waar ik toen deel van uit maakte, raakte al snel onthecht.
That’s the way the cookie crumbles.

Overgangsritueel
In Amerikaanse tienerseries zie je zelden iemand echt in de boeken zitten. De kern van de series draait om de sociale wereld rondom de lessen. De hartstocht, de pijn, relaties, familieperikelen… de bouwstenen waaruit het dagelijks leven bestaat. Het is niet voor niets dat als de camera een blik werpt in het klaslokaal, het niet lang duurt voordat de bel gaat om het lesuur uit te luiden. Studerende en luisterende mensen bieden immers een saai beeld. Het eindexamen gaat dan ook niet om cijfers. (Sindsdien is er nooit meer naar de behaalde cijfers gevraagd.) Het eindexamen is een overgangsritueel. Een test die je moet doormaken om je te harden voor wat erna komt. Misschien dat ik daarom zo verdomd weinig kan herinneren van lange uren in het klaslokaal en de eindeloze huiswerkuren. (Niet dat je mij daarover hoort klagen. 🙂 )

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Column: ‘Verdonk liegt’

Ik kijk met verbazing door het raam van de treindeur. Met grote letters staat er “Pas op: Verdonk liegt” op het raam geschreven. Op een schuifdeur staat dezelfde tekst. Duidelijke taal – precies zoals Rita dat wilt. Maar net als de boodschap van Rita is deze mededeling onduidelijk en tja, populistisch. Waar liegt Rita over, vraag ik me af. “Ja, waarover niet?” zal de gemiddelde criticaster wellicht uitroepen. Maar dat is mij iets te simpel.
Had de schrijver niet iets duidelijker kunnen zijn? Of bedoelt hij dat Rita gewoon overal over liegt? Maar had dan geschreven: “Pas op. Verdonk liegt over alles!”. Als de auteur de letters iets kleiner had gemaakt dan had dat er makkelijk op gepast. En anders zijn er nog ruiten genoeg in de trein. Daar kun je een heel politiek pamflet op kwijt als je wilt. Wie ben ik immers om iemand de vrijheid van meningsuiting te ontzeggen? Daar hebben we namelijk de mensen van het O.M. voor.
Misschien is deze noodkreet in een vlaag van woede gepend. Misschien weet deze schrijver niet dat er veel middelen zijn om je mening te uiten. Via blogs bijvoorbeeld, of youtube-filmpjes en cartoons. (Nou ja, voorlopig nog via cartoons, wie weet hoe lang dat nog mag in dit land.) Toch jammer dat de graffitischrijver zijn actie niet goed heeft doordacht. Zou hij een PVV’er zijn? Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Column: Lot, toeval en/of karma

Met haastige hartslag ren ik de roltrap op. De sneltrein staat op het punt van vertrekken en ik verdom het ook deze te missen. Het is vrijdagavond, ik ben moe en wil naar huis. Bovengekomen zie ik hoe mijn medeforenzen zichzelf in de trein proppen. Misschien een idee om mensen eerst allemaal uit te laten stappen? De dikke achterwerken schudden bij het instappen van ‘nee’. Ach, when in Rome, denk ik, terwijl ik mezelf tussen het natte klamme vlees wurm. Gehaald. Nu nog een zitplaats in deze veekar zien te vinden. In loop langs volle banken, grote voeten en bagage als ik twee treinstellen verder een unieke lege zitplaats vind. Mazzel. Met een gevoel van licht geluk zet ik mezelf neer en pak het boek over Andy Warhol uit mijn tas. Drie kwartier te gaan en ik heb geen zin om te staren naar de vermoeide gelaten van mijn collega-reizigers. Er zit namelijk niets tussen van eind twintig, met sprekende ogen en volle lippen. Dus waarom zou ik.De trein schokt en zucht als een oude bejaarde die in beweging komt. Maar deze bejaarde is in de war en rijdt de verkeerde richting uit. Ik kijk uit het raam en zie het oude PTT-gebouw voorbij rijden. Ik zit in de verkeerde trein. Geen idee waar naartoe. ‘Kaartjes alstublieft.’Met het schaamrood op de kaken beken ik aan de geuniformde kaartenknipper dat ik per ongeluk in de verkeerde trein ben gestapt. Vanonder de pet komen staren twee starre ogen me aan. Natuurlijk, per ongeluk, denk ik. Wie gaat er voor zijn lol in de verkeerde trein naar… Waar naartoe? Naar Nijmegen zitten. ‘Uitstappen op Amstel, kaartje kopen naar centraal’, zegt de kaartenknipper terwijl hij zijn naam eer aan doet. En ik voel me weer vier jaar oud en sta met gebogen hoofd voor juffrouw Hetty die voorzichtig de twee potloden uit mijn neusgaten probeert te trekken. ‘Niet meer doen hè?’
‘Nee, juffrouw Hetty.’Als de trein halt houdt, stap ik snel de anonimiteit in. Niemand die weet waarom ik hier op dit perron sta. Ik houd mijn nieuw gekochte kaartje in de hand alsof ik bang ben hem te verliezen en wacht op de trein naar Amsterdam Centraal. Ach, zo kom je nog eens ergens. Misschien moeten we allemaal een keer de verkeerde trein nemen. Wie weet waar je eindigt. Er loopt een meisje met een slank figuur langs me. Ze draagt een grote blauwe tas en een pakketje in cadeaupapier om haar arm. Ze ziet me niet staan, wat me alle tijd geeft haar te observeren. Maar tegen de tijd dat het grote gele monster aan komt rijden, ben ik haar allang uit het oog verloren. Het heeft geen zin om een plaatsje in de coupé te zoeken, moet toch immers zo uitstappen. Het meisje van zojuist zit alleen op het balkon in een tweezitter. ‘Mazzel’, denk ik. Ik plof naast haar neer en ze kijkt nieuwsgierig naar me op. ‘Hoi,’ zeg ik.
‘Hoi,’ antwoordt ze. Daarna blijft ze me aankijken, alsof ze nog iets verwacht. Een verklaring voor waarom ik naast haar ben ga zitten. ‘Ik had de verkeerde trein gepakt,’ probeer ik uit te leggen.
‘Oh, grappig.’
‘Ja. Grappig,’ ratel ik. De automatische piloot klikt aan.
‘En wat doe jij?’ vraag ik.
Ze vertelt dat ze sinds een maand voor een reisbureau werkt. Ze heeft toerisme gestudeerd omdat ze niet zo heel goed weet wat ze wilde gaan doen. Maar zie hield van reizen, dus vandaar. Het meisje beantwoordt mijn vragen alsof dit derdegraadsverhoor de normaalste zaak van de wereld is. Ze heeft een zachte stem. Met haar mooie lippen articuleert ze ieder woord. Wanneer Amsterdam Centraal in zicht komt, vraagt ze wat ik doe. We lopen samen naar de centrale hal. Opeens moet ik denken aan het gesprek wat vriend P. en ik laatst hadden. Over karma en vrouwen. Ben ik in de verkeerde trein gestapt zodat het lot me op het goede spoor zou zetten? Omdat ik dit meisje móest ontmoeten? Of is het allemaal gewoon toeval? Hoe dan ook, daar staan we dan. Onderaan de roltrap zullen onze wegen scheiden. Tenzij ik iets zeg. Maar wát? Ik zeg niets bijzonders. Zij ook niet trouwens. Gewoon ordinaire beleefdheden ter afscheid van een gesprek tussen vreemden. We lopen allebei een andere kant uit. Voorgoed? Thuis check ik haar profiel op Hyves. Ik gebruik daarvoor de inlogcode van vriend P.: ik heb zelf namelijk geen pagina bij de virtuele netwerkmaffia. (Wil je echt weten waarom, lees dan deze column.) Ik check haar relatiestatus: bezet. Niks lot, maar toeval. Of toch karma?Meer in de rubriek De Eeuwige Forens.

Categorieën
Mike's notities

Springlevend

Nog niet dood, part deux

‘The key isn’t winning… or losing. It’s making the attempt. I may never be what I ought to be, want to be… but how will I know unless I try? Sure, it’s scary, but what’s the alternative? Stagnation… a safer, more terrible form of death. Not of the body, but of the spirit. An animal knows what it is. And accepts it. A man may know what he is… but he questions. He dreams. He strives. Changes. Grows.’
Christopher Claremont, Wolverine (1982).

Jeugdzonden
Een paar dagen geleden kwam ik Miss Z. tegen. Een oude vriendin die ik al jaren niet meer had gezien. Verwaterd contact. Ik moest dan ook twee keer kijken voor ik de vriendelijke moeder van midden dertig met het jonge meisje in het kinderzitje op haar fietsstuur herkende als Miss Z. Niet dat ze echt veel was veranderd. Hoewel: de vrolijke vrije geest die ik kende was moeder geworden en verantwoordelijk voor het opvoeden van een kleine spruit. Het vrolijke kind keek me nieuwsgierig door haar brilglazen aan terwijl ik met haar moeder sprak over wat ze allemaal had uitgespookt in de afgelopen tig jaar. En of ze nog steeds met D. omging. Tien jaar geleden had ik een korte film gemaakt met de naam De Schilder. D. speelde de gelijknamige detective die zijn naam had gekregen vanwege het feit dat ‘als hij met je klaar was, je over de hele straat was uitgesmeerd.’ Een van de cinematografische jeugdzonden uit mijn begintijd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. ‘En ben je nu al een beroemd filmregisseur?’ vroeg Miss Z. ‘Still working on it…’ grapte ik. Het leek misschien dat in de afgelopen tien jaar niet veel van mijn plannen terecht was gekomen – ik woon zelfs nog in hetzelfde huis als toen – toch was mijn wereld danig veranderd en sinds de HKU was er heel wat gebeurd. Goed, de eerste grote speelfilm moest ik nog draaien, maar ondertussen heb ik wel een paar leuke producties op mijn naam staan. Focus
Toch zette deze korte maar gezellige ontmoeting me aan het denken. Ik ben de laatste tijd meer gefocust op de dingen die ik belangrijk vind. Daarbij heb ik rust gevonden om andere zaken als ondergeschikt te beschouwen, me daar minder druk om te maken. Levenstijd is schaars en moet daarom grotendeels nuttig besteed worden, vind ik. Geduld en doorzettingsvermogen zijn twee eigenschappen die in symbiose een sterke levenskracht kunnen zijn.
Koninginnenacht zit ik samen met wat vrienden in mijn stamkroeg. Om 12 uur drinken we op mijn gezondheid. Weer een jaartje op de teller. Vriend Paul vraagt wat me plannen zijn voor het komende levensjaar: een nieuwe leukere baan staat hoog op het lijstje; een paar goede videoprojecten maken, Project Manic af schrijven en me richten op publiceren van teksten. Dat leek me wel weer ambitieus genoeg voor één jaar. Niet vragen maar doen
Een paar uur later zit ik aan de bar, om mij heen veel tieners en twintigers. Ik spreek die avond met een lange blondine van 17, een Jonge Bekende van begin 20 en een meisje van 22. Geen idee hoe het komt, maar ieder gesprek loopt uit op het vergelijken van levensfilosofieën. Ze proberen allemaal op hun eigen manier hun identiteit vast te stellen en de zin van het leven te bespreken: Waarom Zijn We Hier? Wie Ben ik? En Wat Hierna? De laatste twee antwoorden heb ik voor mezelf al eerder bedacht. De eerste, de grote Waarom Zijn Wij Hier-vraag beantwoord ik voorlopig met de tegenvraag ‘Waarom niet?’. Met de laatste slok bier spoel ik alle zwaarmoedigheid die bij het filosoferen komt kijken, weg en stap rond half drie de avondlucht in. De tijd van levensvragen is voorbij. De tijd van actie en streven naar is aangebroken.
Lees ook: Nog niet dood

Categorieën
Mike's notities

Bezet

Koninginnenacht/dag

Soms lijkt het wel of mensen over lijken zullen gaan om een stukje stoep te bemachtigen. Iedereen wil op de beste plek zitten om de inventaris van zijn rommelzolder aan verdwaasde medemensen kwijt te kunnen. De avond van de 29e zitten de meeste amateur handelaren al klaar met hun spullen en anders hebben ze in ieder geval hun stukje handelsparadijs op aarde al afgebakend om deze de volgende dag te bezetten. Weken later staat de stoep nog vol met het woord “bezet”. Rare traditie eigenlijk dat Koninginnedag. Brengt echt het gekste in Nederlanders naar boven.

Categorieën
Mike's notities

Column: Dag Jacqueline!

Ik zit in de Zuidtangent die door het opengebroken Haarlem dendert. De zuchtende bus blijkt een voorbode van een zware dag. Zwaarmoedigheid drukt mijn schouders.Verveeld kijk ik uit het raam. Er loopt een slank meisje over straat, ze heeft opvallend lang witblond haar. Het zou toch niet? Ik kijk nog eens goed. Verrek: het is Jacqueline Govaert – de warme stem van Krezip. Ze kijkt wat chagrijnig; houdt haar paraplu stevig vast. Ik wist dat ze in Haarlem woonde, maar dit is de eerste keer dat ik haar in het wild op straat zie lopen. Even denk ik terug aan het jubileumconcert in december – mooie avond was dat. Terwijl Jacqueline door de voortrijdende bus steeds kleiner wordt, groeit er een glimlach op mijn gezicht. Ik voel me een stuk beter dan zojuist. Dag Jacqueline. En bedankt!

Categorieën
Mike's notities

Het sollicitatiegesprek: Wie de schoen past…

De telefoon gaat. Ik ben uitgenodigd voor het sollicitatiegesprek bij een grote uitgeverij. Nog een paar dagen de tijd om een passende garderobe aan te meten. Aangezien het gaat om een journalistieke functie hoef ik niet in het pak. Gelukkig maar, ik heb geen pak en niet zonder reden. Een stropdas staat me niet. Bovendien passen de functies die het dragen van een pak vereisen ook niet goed bij me. Een colbertje daarentegen wel, dus die kan ik zo uit de kast halen. Net als een bijpassende broek.Mijn tevredenheid maakt plaats voor zorg op het moment dat ik mijn ogen naar beneden richt. Die schoenen kunnen eigenlijk niet. Ik kan moeilijk op mijn gympen binnenwandelen. En bellen naar de secretaresse om te vragen wat de mensen daar dragen lijkt me een beetje stom overkomen. Dan maar schoenen kopen. Bah, ik háát schoenen kopen. Winkel in, winkel uit. Uitzoeken, passen, afkeuren. Te groot, te klein, verkeerde kleur, te duur, te stom. Er is altijd wel een reden om ze niet te nemen. Maar de tijd dringt: morgen heb ik het gesprek al. Bovendien heb ik meer te doen dan alleen shoppen voor schoeisel. Dan maar minder kritisch. In de uitverkoop vind ik een paar naar Italiaans model. Met van die punten. Gatverdamme. Ik zou er niet eens in begraven willen worden, maar zie geen andere keus. Ze zitten redelijk, maar lopen niet echt lekker. Toch maar meenemen. Thuis test ik mijn nieuwe stappers op het tapijt, maar de tijd ombreekt om ze echt in te lopen. De volgende dag zitten de namaak Italianen in mijn schoudertas. Onderweg lees ik me in over de functie waarna ik solliciteer. Het is goed dat ik al bekend ben met het blad. Dat scheelt veel. Voor het gebouw van de uitgever verwissel ik van schoenen. Een beetje ongemakkelijk loop ik het pand binnen. De receptionist vraagt of ik even wil wachten. Ik staar naar de schoenpunten. Ze glimmen in het zonlicht en trekken veel te veel aandacht naar zich toe. Mijn toekomstige werkgever loopt me tegemoet. De eerste indruk is heel belangrijk bij een sollicitatiegesprek. Bij het opstaan trek ik mijn jasje recht. Ik schut met een semi-droge hand. Hij vraagt of ik hem wil volgen. Terwijl ik dat doe, kan ik niet laten even naar zijn schoenen te kijken. Hij draagt een stel afgetrapte Adidas. Balen. Die had ik ook nog wel liggen.Deze tekst schreef ik recent voor het weblog van IntermediairForward.nl. De gebeurtenissen beschreven in de tekst zijn enkele jaren geleden gebeurd, maar dat mag de pret niet drukken wat mij betreft.