Categorieën
Media Mike's notities

Porno op papier

Volgend jaar is vanaf 22 maart de expositie Porno op papier: Taboe en tolerantie door de eeuwen heen te zien in Museum Meermanno.

Hier alvast het persbericht over de expositie die ik zeker wil gaan zien:

Huis van het Boek, het gezamenlijk initiatief van Museum Meermanno en de Koninklijke Bibliotheek, nationale bibliotheek van Nederland (KB), presenteert dit voorjaar de expositie ‘Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen’. In deze expositie in Museum Meermanno komt het spannende, doorgaans verborgen verhaal van de Nederlandse pornografie tot leven. Aan de hand van honderden boeken, tijdschriften en podcasts ervaart de bezoeker de relatie tussen porno en de maatschappij. Slingerbewegingen tussen taboe en tolerantie, openheid en geslotenheid komen door de eeuwen heen steeds terug. Deze geschiedenis is niet alleen het verhaal van pikante en verboden teksten en plaatjes, maar ook een van de macht van de kerk en de politiek, van kritiek, wetgeving en censuur en het verzet daartegen. Deze expositie is toegankelijk voor mensen van achttien jaar en ouder.

Akademie der Dames

Kritiek op de machthebbers
Amsterdam stond aan het einde van de zeventiende eeuw bekend als de ‘seksshop van Europa’ en er werden gezagsondermijnende erotica gedrukt voor het hele continent. Rond 1900 ontstond, ook door de opkomst van de nieuwe druktechnieken en de fotografie, een hausse aan nieuwe realistische literatuur die onder de bekende toonbank werd verkocht. De overheid reageerde met de strenge zedenwetgeving van 1911.

Seksuele revolutie
Pas met de seksuele revolutie van de jaren zestig trad de overheid minder streng op. Een belangrijk moment is het Chick-arrest waarin de Hoge Raad in 1970 oordeelde dat Nederland geen aanstoot meer nam aan pornografie. Daarmee werd ruim baan gemaakt voor een bovengrondse porno-industrie.

De actualiteit
Er wordt sindsdien veel gesproken over de ‘pornoficatie van de samenleving’. Volgens sommigen bevinden we ons nu in een tijdperk van verpreutsing en worden de verworvenheden van de jaren zestig ‘verkwanseld’. Anderen zien juist een nuttige correctie op de mores van de jaren zestig die vooral veel vrijheid voor mannen betekenden en veel minder voor vrouwen. Tegelijkertijd is er een vrij recente tendens van pornografie die zich specifiek richt op vrouwen. Denk aan boeken als Vijftig tinten grijs, tijdschriften als Oh Magazine: lekker voor vrouwen en de zogeheten porna. De discussie over seksisme en machtsongelijkheid en de rol die pornografie daarin speelt, staat volop in de belangstelling.

Wat is er te zien?
Veel onbekend drukwerk dat voor het eerst tentoongesteld wordt. Zoals pornografisch materiaal dat in de jaren dertig door de Rotterdamse politie in beslag is genomen. En ook boeken als het zeventiende-eeuwse De doorluchtige daden van Jan Stront, het achttiende-eeuwse maatschappijkritische Het gestoorde naaypartijdje van Willem de Ve tot de expliciete twintigste-eeuwse boeken en tijdschriften als Ik Jan Cremer, Chick, Gandalf en de Playboy. Ondanks strenge wetgeving en handhaving is veel bewaard gebleven in bibliotheken en bij particuliere verzamelaars. De makers van de tentoonstelling kunnen rijkelijk putten uit de collectie Sliggers, die in februari wordt overgedragen aan de Koninklijke Bibliotheek (KB), nationale bibliotheek van Nederland. Bert Sliggers, voormalig conservator van Teylers Museum, is gastconservator van deze tentoonstelling.

En één boek!
Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen is te zien in Museum Meermanno in Den Haag van 22 maart tot en met 24 juni 2018. Tijdens de looptijd van de expositie zal tevens een reeks activiteiten worden georganiseerd. Bij Uitgeverij Van Oorschot in Amsterdam verschijnt het grote overzichtswerk Onder de toonbank. Pornografie en Erotica in de Nederlanden dat tijdens de tentoonstellingsopening op 21 maart 2018 wordt gepresenteerd.

Nu weet ik toevallig dat Jos van Waterschoot heeft meegewerkt aan dit boek. Hij schreef een hoofdstuk over pornostrips in Nederland.

Categorieën
Bloggen Mike's notities

Leegte

Ondertussen denk ik wel eens dat ik met bloggen best wel wat minder hard mijn best kan doen. Ik doe het nu 11½ jaar, en eerlijk gezegd heb ik alles wel gezegd.

Ik probeer deze decembermaand bewust onderwerpen die ik al vaker heb aangesneden te vermijden. Dus geen kerstposts, geen terugblikken of lijstjes over 2017.

Goed. Een post was een overzicht van de negen meest gelikete instagramfoto’s van het afgelopen jaar. Dat vond ik nog wel grappig om te publiceren, simpelweg om te zien wat men dan zo leuk vond. Het waren vooral foto’s van het laatste halfjaar en met merendeel was gerelateerd aan mijn boek.

Dat mensen Mijn vriend Spider-Man en alles daaraan verwant tof vinden, was dus fijn.

Maar geen van de guitige en toffe stripplaatjes die ik via dit platform deel, zaten in de top 9. Dat is natuurlijk geen reden om daarmee te stoppen, maar het geeft wel te denken: waarom deel ik dat soort plaatjes eigenlijk? Je bouwt er misschien geek-creds mee op, maar waarom zou je?

Antwoord: het is vooral leuk voor mezelf om te zien wat ik in het afgelopen jaar allemaal heb gelezen en gezien en nu herinnerd te worden aan wat ik tof of bijzonder vond. Instagram is dus gewoon een fotodagboek. Niets meer, niets minder.

Frank Meeuwsen blogde dat alle sociale media hem een beetje te veel werd en verwijderde veel apps van zijn telefoon. Ik snap die houding volkomen. Als ik zo’n stuk lees en daarna meteen dit bericht op NOS.nl, dan denk ik ook meteen dat ik wel een tijdje van Fakebook af wil. Nu we voor de kerstdagen zitten en ik mijn boek verder niet hoef te promoten, kan dat ook best.

En sowieso, wanneer een voormalig Fakebook manager als Chamath Palihapitiya al waarschuwt voor hoe gevaarlijk dit social media platform is…

Van Twitter word ik meestal toch depressief vanwege alle narigheid die daar gepubliceerd wordt. Vooral dat ik telkens tweets moet zien van mensen die ik zelf niet volg, maar die door anderen geliket worden, vind ik vervelend. Wat moet ik met al die loze informatie? Mijn hoofd zit vol genoeg.

Categorieën
Mike's notities Strips

Kadootjes

Van de week bood ik op de tweedehandsafdeling van Scheltema een tas vol oude strips aan.

Dat zijn strips die ik van uitgeverijen krijg toegestuurd en die ik heb gelezen of niet. Ik krijg namelijk veel meer opgestuurd dan dat ik in artikelen kwijt kan of wil. Lang niet alles wat er uitkomt is namelijk de moeite van het lezen waard. Dit is een prima manier om ervoor te zorgen dat ons huis niet dichtslibt met papier. En de strips krijgen zo weer kans om door nieuwe ogen gelezen te worden. Een win-winsituatie.

Sigmundklaasje. Illustratie: Peter de Wit

Ik geef ook wel eens albums weg aan vrienden. Zo ben ik een stapel met Sigmund weet wel raad met-albums aan het weggeven. Dit zijn boekjes waarin Sigmund-strips thematisch gebundeld zijn. Als je de reguliere albums al in de kast hebt staan, dan heb je veel strips dus dubbel. Omdat Sigmund toch wel de beste humorstrip van Nederland is, valt hij bij veel mensen in de smaak. Ik vind het leuk om het juiste thema aan de juiste vriend te geven.

Wie mijn boek zoekt zit in de stripkast bij Scheltema (bijna) altijd goed.

Bij Scheltema sprak ik nog met Co Sack, de man van de strips. Ik was benieuwd of de programmering van de Stripmaand al rond was. Die vindt altijd in januari plaats bij Scheltema en vaak is het een erg leuk en divers programma.

Co vertelde me dat ze me nog een uitnodiging gaan sturen om een lezing te geven. Over superhelden en Spider-Man. Dat lijkt me erg leuk om te doen en het is een goede manier om mijn boek weer eens onder de aandacht te brengen. Een paar maanden geleden was Scheltema de plek van mijn boekpresentatie en wie mijn boek zoekt vindt het daar vrijwel altijd aan in de stripkast op de eerste verdieping.

Toen ik met Co stond te praten, kwam Ron Poland van Strips in voorraad ook binnen met een paar dozen vol strips. En daarna nog Jos van Waterschoot. Hij is de hoofdredacteur van Stripnieuws en werkzaam als conservator Populaire Cultuur bij de Bijzondere Collecties van de UvA. Daar runt hij onder andere een megagroot striparchief. Jos en ik gaan wel eens koffiedrinken en dan neemt hij vaak het nieuwste nummer van Stripnieuws voor me mee.

Op weg naar buiten kwam ik deze Gouden Piet nog tegen.

Scheltema zit goed in de Sinterklaasversiering. Dat is natuurlijk niet zo gek deze tijd van het jaar. Een goudgekleurde Piet is een mogelijk antwoord op een zekere discussie die bijna net zo’n traditie lijkt te worden als de Sinterklaastraditie zelf. Een discussie waar ik verder niets over zal zeggen. Om vriend Frits Jonker even te parafraseren: ik heb geen zin om er een mening over te hebben. Al vond ik die Goudenpiet wel een vrolijk gezicht en vind ik Sinterklaas een sympathieke figuur: de goedheiligman die kadootjes brengt en daarmee de wereld wat vrolijker maakt. Iedereen heeft het in zich om een Sinterklaas voor anderen te zijn.

Een paar jaar geleden bepleitte ik nog op dit blog dat mensen met Sinterklaas en Kerst vooral strips kado moeten doen om op die manier het geluk te verspreiden. Ik weet niet of veel mensen strips aan vrienden en familie kado doen. Maar bij dezen zeg ik het dus nog een keer. En als je een strip uit eigen collectie weggeeft, maakt dat weer ruimte voor nieuw leesvoer in je kast.

Zaterdag voeren er een paar bootjes langs mijn huis met daarin Sinterklaas en heel veel Pieten. De kids hadden veel lol in het Piet-zijn. Daar werd ik wel weer vrolijk van, ook al schijnen kinderen dan weer minder strips te lezen tegenwoordig. Maar daar kunnen de Sinterklazen van Nederland dus verandering in brengen.

Categorieën
Mike's notities

KITT’s scanner

Er stond een mooie KITT replica op de Dutch Comic Con wintereditie.

Al sinds ik de pilotaflevering van Knight Rider zag, ben ik fan van de serie. Ik zag de vier seizoenen gedurende mijn leven ook meerdere malen. Ik las de autobiografie van David Hasselhoff en twee dikke boeken over Knight Rider.

Een KITT-replica zit er voor mij niet in als fan – da’s toch een beetje lastig als je een rijbewijs hebt, want zo’n replica rijdt niet zelf namelijk. Tenminste, nog niet. Misschien dat Google binnenkort met een KITT komt die volledig zelf kan rijden. Tot het zover is, kijk ik mijn ogen wel uit naar KITTs van anderen.

Zoals die van Bert Poelman die gekleed als Michael Knight naast zijn zwarte bolide stond zaterdag. De Pontiac kocht hij voor zo’n vijfduizend euro. Uiteindelijk heeft de auto hem het viervoudige daarvan gekocht voordat ie klaar was. Maar dan heb je ook wel een mooie Knight Industries Two Thousand, zoals KITT officieel heet.

Het dashboard van Michael Knights auto was in 1982 futuristisch, maar ik kon ook uren turen naar de scanner in de neus van het voertuig. Het rode lampje dat telkens heen en weer ging. Fascinerend vond ik dat.

Mijn foto van het dash is mislukt, daarom leen ik die van Sidney Smeets even. © Sidney Smeets. Check zijn instagram: https://www.instagram.com/sidsmeets/

Het zag er ook erg tof uit als de auto door het beeld reed. En er zijn in Knight Rider nogal wat shots waar dat in gebeurt natuurlijk.
Als er in een aflevering een opname van de racende auto versneld was, zag je dat altijd meteen omdat de scanner dan sneller heen en weer ging.

Je kunt nog steeds een flinke boom opzetten over wie nu eigenlijk de hoofdrolspeler is, KITT of Hasselhoff. Uiteindelijk zeg ik: alle twee. Maar voor zover ik weet heeft geen enkele fan nog een Michael Knight replica gemaakt.

Categorieën
Mike's notities Strips

Cosplayparade op de Dutch Comic Con wintereditie

Voor mij bestond de Dutch Comic Con Wintereditie 2017 uit heel veel leuke gesprekken met cosplayers, andere geeks en oude bekenden.

Voor het eerst zat ik op de Dutch Comic Con als auteur mijn debuut Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur te signeren. Eerder deed ik dat al op de Amsterdam Comic Con en dat waren twee heel leuke dagen geworden waarin ik aardig wat nieuwe lezers voor het boek wist te vinden. Op de DCC in Utrecht zat ik op uitnodiging van Seb van der Kaaden in de stand van de Stripglossy.

Voor de Dutch Comic Con beursspecial die gratis werd uitgedeeld en die door het team van de Stripglossy is gemaakt, schreef ik een artikel met negen toffe en gekke Spider-Man-feiten. Altijd leuk als mensen je vragen om je comickennis te verspreiden. Vooral als je net een boek uit hebt over een zeker Webhoofd.

Mooie Spider-Man in de beurrspecial getekend door Romano Molenaar.

Het was erg gezellig om een stand te delen met mensen als Fred de Heij, Willem Ritstier, Aimée de Jong, Mark van Herpen en Meinte strikwerda. Kennu Rubenis en zijn zus Lesley zaten bij ons om de hoek. Ik ken de meeste stripmakers al jaren en dus voelt zo’n dag dan al snel als een soort reünie.

Aan het begin van de dag waren Aimée en ik bijna wakker. Zij tekent al een paar dagen tot in de laatste uurtjes aan een stripproject en ik was gewoon duf.

Dat gevoel werd nog eens versterkt doordat een paar oude bekenden bij de stand langskwamen om een praatje met me te maken. Waaronder Melvin van Dirtees en Frank Mulder van de site De Nachtvlinders.nl. Een erg leuke horrorsite waar ik graag even op rondkijk. Frank was sowieso een held die dag, want hij kocht een exemplaar van Mijn vriend Spider-Man.

Frank Mulder: blogheld en horrorliefhebber met smaak voor goede boeken.

Remco Vlaanderen van Submarine Channel en mijn uitgeverij kwam ook even gezellig buurten. Voor hem was het de eerste keer Dutch Comic Con. Tonio van Vugt en Natasja van Loon, van het magazine Zone 5300 en de Stripdagen Haarlem waren op de beurs als Doctor Who en Wonder Woman. Zo’n team-up zou een interessante comic kunnen opleveren.

WonderTas en Doctor van Vugt. En ja, dat is een sonic screwdriver in zijn broekzak… 🙂

En ik kwam een paar mensen tegen die ik heb leren kennen op de Amsterdam Comic Con. Sommige van hen hadden mijn boek gekocht en hadden er gelukkig een positieve mening over.

Badass cosplayer Yakeem Pfluger, ook bekend als Urban Cosplay Ninja, heb ik ontmoet tijdens de Museumnacht in het Stripmuseum. Dit keer was hij niet als Spidey verkleed, maar als een personage uit een game. (Waar ik de naam van vergeten ben, sorry Yakeem.)

Van de Comic Con zelf kreeg ik niet heel veel mee, behalve dan dat er heel veel toffe cosplayers langs onze stand liepen. Daar zat ook een meisje tussen die als Batgirl verkleed was. Een van de tofste cosplayers vond ik het meisje dat als het personage uit The Ring was verkleed.

Ringu… Brrr… levensecht!
Leuke Supergirl-cosplayer.

De Kerstman kwam ook nog even gezellig langs. In het dagelijks leven leeft hij onder de schuilnaam Stef de Reuver. In de decembermaand is hij in te huren als Sinterklaas of Kerstman. In de Stripglossy staat een groot interview met Stef die een hoog knuffelgehalte heeft.

De Kerstman is ook een soort superheld…

Ook cosplayers Frankjee en Rutger Gret kwamen nog even buurten. Frank was weer verkleed als Popeye en Gret cosplayt al een tijdje als Lucky Luke. Volgend jaar doet hij dat zelfs officieel voor stripuitgever Dargaud.

Popeye, Dr. TWHIP! en Lucky Luke.

Dat we op de beurs dus ook meer andere stripfiguren zagen rondlopen zoals net genoemde personages en dat de Stripglossy een actieve rol had in de organisatie van de Dutch Comic Con dit keer, is wellicht een teken aan de wand, want volgend jaar vinden de Stripdagen van het Stripschap ook plaats bij de Dutch Comic Con. In Rijswijk bleek de beurs en de oude formule toch op sterven na dood te zijn.

Het vermengen van comicfans en het geekpubliek met de meer klassieke stripverzamelaar is wellicht een goed idee. Het verbreedt de doelgroep van de Comic Con en zou voor een kruisbestuiving tussen de twee stripwerelden kunnen zorgen. Mits die vieze bananendozen thuisgelaten worden en het Stripschap ook met nieuwe dingen weet te komen. Anders valt er voor de bezoekers van de Dutch Comic Con, die toch meer geïnteresseerd zijn in comics, geekstuff en tv-series er weinig te halen op dat gedeelte van de beurs.

Maar goed, we gaan het zien volgend jaar in maart. Maybe it will be magic!

Of ik dan ook weer zal signeren weet ik nu nog niet. Wel op de Stripdagen Haarlem een paar maanden later waar Uitgeverij SubQ een stand zal hebben.

Categorieën
Bloggen Mike's notities

Nog niet minder versnipperd

Het op vakantie gaan van bloggen en sociale media is me tot nu toe nog niet erg gelukt, al ben ik wel minder aanwezig op Fakebook en Instagram. Op dit blog ben ik vooralsnog heel actief geweest de afgelopen dagen.

Natuurlijk moet er aangekondigd worden dat ik signeer op de Dutch Comic Con. Ik vind dat erg leuk om te doen en dan moeten mensen ook weten dat je er op zaterdag zit. Om die mensen te bereiken, moet je dan alle sociale mediakanalen tot je beschikking inschakelen. Dat is de tijd waarin we nu leven. Hetzelfde geldt voor het onder de aandacht brengen van mijn boek Mijn vriend Spider-Man. Zolang de eerste druk nog niet is uitverkocht, blijf ik dat natuurlijk doen. Daarbij is het veel te leuk om de foto’s en andere berichten die ik over het boek binnenkrijg niet te publiceren.

Al raak je van al die activiteiten dus niet minder versnipperd.

Blogheld
Toch verlangen andere bloggers net als ik naar de tijd van het oude web. Het ‘nostalgische web’ zo je wilt. Mensen als Frank Meeuwsen bijvoorbeeld. Een van de Nederlandse bloggers van het eerste uur en auteur van het leuke boek Bloghelden dat in 2010 verscheen. Hij is weer een nieuw blog begonnen om op een eigen webstek te kunnen publiceren wanneer en wat hij maar wil. In de afgelopen jaren is hij meerdere blogs begonnen volgens mij, en kwam ik hem daar geregeld tegen. Digging The Digital is zijn nieuwste. Hier publiceerde hij dit interessante stuk over het IndieWeb.

Daar hebben we het namelijk over als je een eigen website op een eigen server hebt, het web dat niet is ingenomen door grote bedrijven als Google of Fakebook.

Click till you die
Edwin Mijnsbergen had daar ook een boeiend stuk over en over hoe de updates vaak door commerciële redenen worden ingegeven. Zelf word ik behoorlijk moe van app-updates. Ik snap dat updates soms noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat je ze veilig kunt blijven gebruiken. Waarom de ontwikkelaars echter telkens de neiging hebben om de werking van apps en de functies ervan ook aan te passen. Vaak zijn dat functies die de sociale interactie bevorderen, zodat je nog langer bezig bent met de betreffende app. Google, Fakebook en andere spelers willen maar dat we steeds langer met ze bezig zijn en daar worden apps op ingericht. We klikken ons nog eens dood.

Ik ben geen fan van al die aanpassingen. Daarbij zijn veel nieuwe functies erg opdringerig. Zo wil Instagram de hele tijd dat ik andere fakebookcontacten uitnodig voor de app. En het stoort mij nog steeds dat een algoritme mijn tijdlijn dicteert.

Hoe veel tijd ze tegenwoordig kwijt aan het uitzetten van dingen, dus met de negatieve kant van sociale media en smartphones, in plaats van dat we deze tools productief kunnen gebruiken? Ik weet het niet precies, maar gisteren besefte ik dat ik iemand ben die leeft bij: If it’s not broken, don’t fix it. Als het werk, laat het zo.

Categorieën
Mike's notities

Laat mij lekker in mijn bubbel

Het maakt niet uit wat je leuk vindt, of waar je fan van bent. Of het nu een bepaald boek is, een strip, een artiest of het oeuvre van een filmmaker: er is altijd iemand die zich geroepen voelt om je te vertellen dat ze het niks vinden. Dat ze niet snappen waarom je dat nu leuk vindt.

Het web hangt aan elkaar van meningen en soms vermoeit mij dat zeer. Als ik een strip gelezen heb die ik fijn vind, die mij een heerlijke leeservaring opleverde omdat ik het verhaal goed vind en de tekeningen, dan voel ik vaak de neiging om daarover een stukje te publiceren. Gewoon om het geluk te delen. Maar dan hoef ik niet van anderen te horen dat zij die strip niet zo goed vonden. Maar te pas en te onpas voelen mensen zich geroepen om daar iets over te zeggen.

Het is niet zo bedoeld door de meninggevers, maar vaak bederft dat toch een beetje de leespret die ik had.

Bubbel
Het is prima als mensen een andere mening of andere smaak hebben. Daar heb ik het niet over. Ik hoef het alleen lang niet altijd te weten dat het zo is. Ik wil graag in mijn eigen bubbel verkeren. Een kleine bubbel van geluk, veroorzaakt door goede verhalen, muziek die ik fijn vind en films die mij boeien. De rest kan me eigenlijk vaak gestolen worden.

Daarom lees ik tegenwoordig steeds minder online reviews. En ook vlogs waarin iets gerecenseerd wordt kijk ik veel minder. Halverwege zo’n video denk ik vaak: ‘Wat kan mij het eigenlijk schelen wat hij of zij ervan vindt. Wie heeft deze vlogger eigenlijk aangewezen als allesweter?’ Die gedachte overviel me toen ik laatst een video zag van Comic Book Girl 19. Ik volg haar al een tijdje maar tijdens haar recensie van IT dacht ik: ‘Tja, nou en?’

Daarmee bedoel ik niet dat die vloggers die video’s niet moeten maken, zeker niet. Moeten ze lekker doen als ze zich daar geroepen door voelen. Ik hoef ze alleen niet te zien.

Nu schrijf ik beroepsmatig al heel wat jaren zelf recensies, maar dat doe ik eigenlijk met steeds grotere tegenzin. Oordelen over andermans werk, is lastig. Maar je kunt je ook afvragen of we daar echt iets mee opschieten. Gaat een stripmaker de volgende keer anders te werk omdat een recensent hem op een fout in het huidige album heeft gewezen? Als de verkoopcijfers goed zijn, vast niet. Bovendien: wat de ene als fout ziet, ziet de ander als een geniale vondst en een reden om nog meer strips van die maker te lezen. Dat laatste geldt in het bijzonder voor producenten van Hollywoodfilms… Die trekken zich volgens mij geen bal aan alle boze reviews die online staan. Die luisteren alleen maar naar de kassa. Pas als mensen ook daadwerkelijk niet meer een kaartje kopen om al die slechte films te zien, zal er wat veranderen.

Van vrienden hoor ik graag hun mening. Ik vraag daar vaak zelf om, maar net zo vaak wisselen we van gedachten via chat of in real life. Met Paul praat ik graag over comics bijvoorbeeld. We kennen elkaar al heel lang en hebben allebei een liefde voor Marvel-comics en comics in het algemeen. Dus als ik een verhaal lees dat ik boeiend vind, dan raad ik dat aan hem aan omdat ik zo langzamerhand wel weet wat hij leuk leesvoer vindt en wat niet. En vice versa.

En natuurlijk geldt dit allemaal niet voor mensen die mijn boek Mijn vriend Spider-Man hebben gelezen en me laten weten wat ze ervan vonden. Dat vind ik alleen maar leuk en fijn. Die meningen stel ik zeer op prijs.

Catwoman
Waar het mij wel om gaat, zal ik illustreren met twee voorbeelden. Deze illustratie van Catwoman plaatste ik een tijdje geleden op mijn blog en ik linkte ernaar op Fakebook.

Catwoman door Jim Balent.

Dat laatste had ik beter niet kunnen doen, want meteen sprongen een paar van mijn Fakebookcontacten in de pen om te reageren. Dat deden deze stripmakers namelijk altijd zodra een afbeelding hen te seksistisch was. Verder reageerden ze overigens nooit ergens op. Een van hen bekritiseerde altijd hoe borsten getekend zijn en de andere tekenaar deed daar dan nog een schepje bovenop. Het zijn hun politiekcorrecte stokpaardjes. Heel vermoeiend.

Ontvrienden lucht op
Ik vind het een mooie illustratie en daarom deel ik haar. Verder heb ik geen boodschap aan de stokpaardjes van de twee reageerders. Dit was al vaker voorgekomen met soortgelijke afbeeldingen. Iedere keer gezeur van dezelfde reageerders waardoor zij mij het plezier van de afbeelding ontnamen. Liever dan mezelf de volgende keer te censureren om van het gezeur af te zijn, besloot ik ze gewoon te ontvrienden.

Wauw, dat luchtte op. Dat zou ik vaker moeten doen, besloot ik.

Euthanasie
Een ernstiger voorbeeld vind ik deze: er stond ergens een artikel over het rouwproces bij euthanasie. Een van de familieleden had euthanasie laten plegen omdat voor hem het leven uitzichtloos was geworden en de schrijver vertelde over hoe moeilijk het rouwproces in deze situatie verliep. Dapper dat iemand de moeite neemt om zo’n stuk te schrijven. Zo leren we weer iets meer over het mens-zijn en kunnen we overwegen hoe we zelf tegen dit soort gebeurtenissen aankijken.

Euthanasie is een gevoelig onderwerp en iedereen vindt daar het zijne of hare van. Juist omdat het zo gevoelig is, mag je je dan wel enigszins respectvol en terughoudend opstellen. Maar nee, mensen hebben online meteen de neiging om te vertellen wat ze ervan vinden en hun afkeuring te laten blijken. Terwijl zelfmoord plegen of euthanasie laten uitvoeren toch echt de zaak is van de overledene en nabestaanden in kwestie, en niet van de reaguurder.

Kortom, je hoeft het ergens niet mee eens te zijn, maar je hoeft dat ook niet te pas en te onpas te laten blijken.

Nu heb ik wel vaker over het online reageren geschreven, maar kennelijk stoor ik me daar nog steeds heel erg aan. Er is ook niets veranderd in de afgelopen jaren. Waarschijnlijk is het alleen maar erger geworden. Een teken voor mezelf om mijn aanwezigheid op sommige platforms te verminderen.

Ik ga weer lekker in mijn bubbel zitten.

Categorieën
Mike's notities

Wonen op een eiland

De afgelopen week waren Linda en ik op Vlieland. Even lekker eruit. Wat een heerlijk eiland is dat.

Er is één dorp op Vlieland.

Er wonen maar 1100 mensen, die vooral leven van het toerisme. Vlieland is ook zeker niet het grootste Waddeneiland, maar biedt veel diversiteit. Je hebt strand en duinen, maar ook bos. En een enorme zandvlakte die de Vliehorst heet.

Het dorp biedt veel gezelligheid in de vorm van cafeetjes en restaurants. Wij aten twee avonden in Plezant omdat het erg heel gezellig was en het eten goed.

Ik vond het heerlijk om de drukte van de grote stad even achter me te laten. Ik woon sinds 2009 in Amsterdam. De stad is in de laatste jaren steeds drukker geworden. Daarom dromen Linda en ik wel van een huis in een bosrijke omgeving. Het liefste ook bij zee. Een eiland als Vlieland biedt dus beiden, maar daar kun je niet zo makkelijk wonen. Er is woningnood. Zelfs de kinderen die er geboren zijn en die naar het eiland terug willen, kunnen niet makkelijk aan een woning komen. En al helemaal niet aan een betaalbare.

Ons vakantiehuisje.
Ons vakantiehuisje had een dakraam in de slaapkamer.

Daarbij rijst de vraag wat we op Vlieland zouden doen om aan de kost te komen. Voor werken in de horeca ben ik niet geschikt, om maar iets te noemen. Uiteindelijk gaat Linda natuurlijk genoeg geld verdienen met haar tasontwerpen. Ik droom ervan om te kunnen leven van het schrijven. Artikelen, maar vooral boeken. Dat laatste is heel lastig in Nederland. Het eerste iets minder lastig, maar niet gemakkelijk weet ik inmiddels na meer dan tien jaar freelancen.

De lokale krant. Erg leuk om dat soort uitgaven te lezen.

Misschien zou ik een leuke boekwinkel op Vlieland kunnen beginnen. Die is er namelijk niet. Er is een Primera waar ook wat boeken worden verkocht en een boeiende winkel met tweedehandsboeken en andere prullaria zoals heksen, magiërs en topless barbaarse vrouwen met enorme zwaarden. Maar een winkel die alleen maar boeken en strips verkoopt, die is er nog niet.

Nu weet ik niet zeker of ik ook daadwerkelijk een boekwinkel wil beginnen, maar het is in ieder geval een onderwerp waar ik wat van weet. En ik hou van boeken en strips, dus dat scheelt ook weer.

Voorlopig wonen we nog wel in Amsterdam, vermoed ik. Toch is het fijn wegdromen op zo’n eiland terwijl je even de vuurtoren bezoekt of in een van de cafés een koffie drinkt.

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Op de bank van The Big Bang Theory

Goed, nog één post over de Amsterdam Comic Con dit jaar. Ik zat namelijk eventjes in het decor van de sitcom The Big Bang Theory.

Nu zal ik maar meteen bekennen dat ik daar nog nooit een hele aflevering van heb gekeken. Slechts hier en daar een stukje. Ik kijk namelijk geen offline tv, alleen uitzendingvermist.nl en Netflix. Bovendien heb ik zo langzamerhand echt wel mijn portie gehad wat betreft Amerikaanse comedy’s met plastic-klinkende lachband. Frasier is de laatste die ik bijna helemaal gezien heb en dat is alweer jaren geleden.

Maar als de organisatie vraag om even op een bank te ploffen voor een groepsfoto, dan doe je dat gewoon als goed opgevoede gast. Ja toch? Samen met (vlnr): Ferdy Lopulalan, Michel Nadorp, Kenny Rubenis, Jeroen van Trierum, Joao Lemos, Michael Minneboo en Yasmin Sheikh.

Niet iedereen heeft zich overigens zo goed vermaakt op deze editie als ik. Patricia scheef dit verslag over haar bezoek.

Categorieën
Bloggen Mike's notities

Discipline

Elke dag een halfuurtje op de hometrainer fietsen zou geen opgave moeten zijn. Zou je denken. Toch blijkt dat in de praktijk lastiger dan ik dacht.

Ik ben geboren zonder sportdiscipline. Ik hou niet van sporten en word al moe als ik anderen zie rennen, ballen of zwemmen. Sport heeft nooit mijn interesse gehad: niet om te volgen en niet om te doen. Daarbij komt dat als ik ga hardlopen, ik snel last van mijn enkels of knieën krijg.

Toch heb ik mezelf voorgenomen om dagelijks of semi-dagelijks op de hometrainer de vele zituren te compenseren. Nu kreeg ik een maand of wat geleden een blessure aan mijn voet en sindsdien zit de klad er een beetje in.

Mijn voorkeur voor deze activiteit is ’s ochtends vroeg zodat ik daarna lekker onder de douche kan en de dag zweetvrij en fris kan beginnen. Deze week hadden we twee ochtenden vroeg werkmannen over de vloer van de verhuurder. Een stukadoor, loodgieter en elektricien. Dan ga je niet rustig op zo’n fiets zitten. Maar eigenlijk is er bijna altijd wel een reden te bedenken om het niet te doen. Vandaag lukte het me gelukkig weer wel om te fietsen.

Voor andere dingen heb ik gelukkig wel genoeg discipline. Voor schrijven bijvoorbeeld. Toen ik nog met mijn boek bezig was, ging ik elke ochtend zitten achter mijn bureau. Of ik er nu puf voor had of niet. Ook op de dagen dat je denkt dat het niets wordt, is het goed om gewoon te gaan zitten. Want als je eenmaal begint, komt het vaak vanzelf goed. Maar als je niet gaat zitten, weet je in ieder geval zeker dat er niets van komt die dag.

Voor bloggen heb ik ook al meer dan 11 jaar discipline, al vraag ik me wel eens af of hier niet spraken is van een verslaving. Al meerdere keren heb ik overwogen om te stoppen met bloggen en soms lukte dat ook voor een korte tijd. Vaak ben ik er in de zomer helemaal klaar mee, zoals vorig jaar. Toen besloot ik op weg naar Zandvoort om er voorgoed een punt achter te zetten. Alle tijd die ik aan online besteed kon ik immers ook aan het schrijven van boeken besteden. Na dit besluit voelde ik een last van mijn schouders glijden.

Daarna begon het na een tijdje toch weer te kriebelen.

Dingen die je leuk vindt zijn natuurlijk altijd makkelijker om te doen dan dingen die je niks vindt. Sporten valt voor mij toch echt in die laatste categorie. Het is niet anders.

Categorieën
Mike's notities Strips

Geslaagde museumnacht in het Stripmuseum

De eerste Groninger Museumnacht was een groot feest. Tenminste, zo heb ik mijn avond in het Stripmuseum ervaren.

Spidey opent de avond.

Ik mocht namelijk twee keer mijn lezing over Mijn vriend Spider-Man geven en de superheld was zelf aanwezig om de avond te openen. Cosplayer Yakeem Pfluger, ook bekend als Urban Cosplay Ninja, bleek een sympathieke twintiger die ook echt een fan was van Spider-Man. Nadat zijn superheldentaken erop zaten hebben we nog even gezellig gepraat en heb ik een exemplaar van mijn boek voor hem gesigneerd.

Spidey is blij met het boek over hem en fancultuur. Gelukkig maar.

Yakeem was aanwezig tijdens mijn eerste lezing, wat het geheel een extra tintje gaf. De tweede ronde was beter bezocht dan de eerste, maar dat kwam omdat de eerste sessie tegelijk plaatsvond met een optreden van Nina Hagen in het Groninger Museum. Tegen zo’n legende kon ik als simpele debutant natuurlijk niet op.

#ninahagen live, awesome! #music #acoustic #groningen #groningermuseum #museumnacht050 #kunstspot

A post shared by Laura. (@laurapopken) on

Gelukkig hadden mijn zusje en haar vriend nog iemand meegenomen zodat er toch aardig wat mensen zaten te luisteren.

Verder was Jan-Willem Spakman de hele avond aanwezig om karikaturen van de aanwezigen te tekenen. Voor mij had hij deze toffe illustratie en een exemplaar van het album Wimpie Comics 1: Recht uit de ondergrond.

Jan-Willem Spakman.

Ook Dim Junius was van de partij: hij gaf een workshop striptekenen.

Tussen de twee lezingen door werd ik geïnterviewd door Laura Popken, student journalistiek aan de Hogeschool Windesheim die aan de slag was voor de site Kunstspot.nl –  een website over kunst en cultuur in Groningen. Ze had een paar goede en spontane vragen voor me. Die kreeg ik later ook nog van het publiek na de lezing. Voordat ik tegen 11 uur vertrok werd ik nog voorgesteld aan een journalist van De Telegraaf. Ik hoop hem binnenkort te spreken voor een artikel in de krant over Mijn vriend Spider-Man.

Minneboo is er klaar voor.
Foto: Dim Junius.
Minneboo raakt niet uitgepraat over Spider-Man.
Foto: Martijn van den Berg.

De museumnacht werd heel goed bezocht. In totaal bezochten 3100 mensen de verschillende musea in Groningen. En in het Stripmuseum was het ook lekker druk. De organisatoren waren dus dik tevreden.

En ik ook. Het was erg fijn om mensen te spreken en ze toe te spreken. En geïnterviewd worden is voor deze journalist nog altijd een bijzondere ervaring. Bovendien: over Spider-Man praat ik graag zoals je weet. En er werden ook nog een paar boeken verkocht die avond. Da’s weer mooi meegenomen.

De avond sloot ik af met een bezoek aan een café gerund door Australische barmannen, bier en een boeiende conversatie met goed gezelschap. Meer kon deze Spidey-fan op dat moment niet wensen.

Categorieën
Mike's notities

De wereld in het klein

Laatst waren Linda en ik in de Stadsschouwburg Amsterdam om de voorstelling Medea van toneelgroep Amsterdam bij te wonen. In de openbaar toegankelijke ruimtes van de schouwburg was de expositie A Slice of Scenography te zien.

Samengesteld door Scenograaf Nicky Nina de Jong voor het Theaterfestival. De Jong wil hiermee het vak en ambacht van de scenograaf inzichtelijk maken.

Deze twee maquettes van toneelstukken vond ik erg mooi. Nu houd ik erg van schaalmodellen en maquettes. Ze hebben iets magisch. De wereld in het klein, vol detail en verwondering. Ze nodigen uit om zelf het verhaal te bedenken.

De voorstelling van Medea hakte erin overigens, maar dat kun je verwachten met Grieks drama. Ik kende het verhaal eigenlijk niet, maar ik wilde al jaren dit stuk eens zien.

Toen ik nog op de Hogeschool voor de Kunsten zat, schreef en regisseerde ik een korte film. Hiervoor hield ik audities onder de studenten van de toneelafdeling van de HKU. Tijdens die ontmoetingen stelde ik ook allerlei vragen aan de acteurs. Een actrice, die uiteindelijk ook de rol kreeg, vroeg ik welke rol ze ooit nog graag zou willen spelen. Medea was het antwoord.

Nu ik het stuk eindelijk zag, en ervoer hoeveel de hoofdrol van de acteur vergt, snap ik waarom ze deze graag wilde spelen.

Regisseur Simon Stone mengt in zijn versie de tragedie van Euripides met het waargebeurde verhaal van een Amerikaanse vrouw die in de jaren negentig haar kinderen ombrengt. Marieke Heebink ontving de Theo d’Or 2015 voor haar vertolking van Anna.