Categorieën
Juniorpress Minneboo leest Strips

Minneboo leest: X-Men – From the Ashes

X-Men-verhalen die meer dan dertig jaar oud zijn, zijn ook nu nog heel goed te lezen dankzij het puike schrijfwerk van Chris Claremont en het vakwerk van Paul Smith.

Om het jaar eens lekker te beginnen besloot ik begin januari Vandal Com-X te bezoeken. Een paar jaar geleden sloot de winkel in op de Rozengracht in Amsterdam en tegenwoordig kun je geregeld het afhaalpunt bezoeken om je strips op te halen. Het afhaalpunt zit op een industrieterrein bij het IJ in de buurt. Ik trof een goedgemutste Otwin aan die vanaf hier de bestellingen van de striplezers verpakt om te verzenden.

Ik was wederom op zoek naar Essential-bundels van Marvel Team-Up, maar ik ging met een stapeltje andere comics naar huis.

In een bak met aanbiedingen trof ik X-Men: From the Ashes aan. Een bundeling verhalen uit 1983 geschreven door Chris Claremont en grotendeels getekend door Paul Smith. Verhalen uit de bloeiperiode van de X-Men, die dus toch alweer meer dan dertig jaar oud zijn. Deze bundel werd overigens in 1990 gepubliceerd en voor zover ik dat heb kunnen nagaan, is hij niet meer zo heel makkelijk te krijgen. Een mooie aanwinst voor mijn collectie dus, ook al ken ik de verhalen al van de Nederlandse uitgaven van Juniorpress indertijd.

In de bundel lopen een paar prominente verhaallijnen, zoals de introductie van Madelyne Pryor. Een pilote die verdomd veel op Jean Grey lijkt. Scott Summers valt als een blok voor haar, maar vraagt zich ondertussen af of Pryor niet de reïncarnatie is van Grey die enkele jaren eerder overleed in the Dark Phoenix saga. Al snel lijkt het erop dat Phoenix trouwens terug is om de aarde te vernietigen, maar of dat ook werkelijk het geval is? Ondertussen staat Wolverine op het punt om te trouwen met zijn geliefde Mariko, maar dat loopt alles behalve rooskleurig.

Wolverine zien we niet zo vaak huilen
Wolverine zien we niet zo vaak huilen

Rogue, tot dan toe een kwaadaardige mutant die hoorde tot de Brotherhood of Evil Mutants, klopt bij Charles Xavier aan voor hulp: ooit nam ze de krachten over van Carol Danvers, maar ook haar persoonlijkheid en ze dreigt daardoor langzaamaan gek te worden. Wie ook behoorlijk aan het veranderen is, is Storm. Ze voelt zich steeds minder verbonden met de aarde en de natuur. Dat heeft niet alleen zijn weerslag op haar krachten, maar ook op haar karakter. Ze wordt steeds koel bloediger en haar karakter krijgt een scherp randje. Dat zien we uiteindelijk terug in de visuele metamorfose die ze ondergaat.

Storm toont haar nieuwe look, maar niet iedereen is daarvan gecharmeerd.
Storm toont haar nieuwe look, maar niet iedereen is daarvan gecharmeerd.

Over het puike schrijfwerk van Claremont heb ik de loftrompet wel eerder gestoken en Paul Smih (1953) kwam al eens ter sprake toen ik het over Iron Man had. Toch wil ik je wat meer van zijn werk laten zien, want hij wordt nog steeds door veel fans als een van de betere X-Men tekenaar gezien. Wie From the Ashes leest, ziet meteen waarom. Smith heeft de menselijke anatomie goed in de vingers en laat de personages overtuigend acteren. Maar wat ook opvalt zijn z’n inventieve pagina-indelingen en vakmanschap wat de visualisatie van het verhaal betreft. Kijk maar eens naar deze effectieve pagina waarin Storm Callisto, de leider van de Morlocks, een doodsteek geeft:

storm-versus-callisto-620Dat Smith zich laat inspireren door het medium film is duidelijk te zien. Niet alleen door de onderste strook waarin Storm zelfverzekerd naar ‘de camera’ loopt. Ze loopt hier letterlijk over Callisto heen. Door het kikkerperspectief komt ze extra imposant over. De hele scène is op een dramatische wijze gevisualiseerd, ieder plaatje is een belangrijk onderdeel van het geheel. Een belangrijk moment in de ontwikkeling van Storm, en een onomkeerbaar moment dat toont hoe radicaal haar karakter aan het veranderen is.

Ook in bovenstaande pagina uit X-Men #173-174 dat zich in Japan afspeelt en waar Wolverine het opneemt tegen de Japanse mafia en The Silver Samurai, zien we invloeden van de wide-screen Japanse martial arts cinema terug. Overigens moet ik daarbij wel vermelden dat Frank Miller indertijd hetzelfde deed in de miniserie over Wolverine in Japan. Dus misschien heeft Smith het van hem afgekeken.

De bundel begint al meteen goed, met deze splash page waarin Kitty Pryde duidelijk laat merken dat ze het niet eens is met Xaviers beslissing haar bij de New Mutants in te delen:

kitty-prydeIk ben altijd een groot fan geweest van Kitty Pryde: de superslimme tiener die kan faseren en die een draakje genaamd Lockheed heeft als huisdier. Toen ik als tiener deze verhalen in Nederlandse vertaling las, zag ik in Kitty het ideale vriendinnetje. In de vertaling van bovenstaande tekst was trouwens ‘Kitty vecht terug’. Die titel dekt de lading van dit verhaal prima, maar ik moet Ger Apeldoorn toch eens vragen waarom hij daarvoor heeft gekozen, want ‘Professor Xavier is een eikel/lul’ zou toch dichter bij het origineel zitten.

Wolverine en Rogue zijn samen op pad.
Wolverine en Rogue zijn samen op pad.

De cover van From the Ashes bevat Uncanny X-Men #168-176. werd in december 1989 getekend door Arthur Adams. De illustratie geeft de belangrijkste personages uit deze bundel weer: De X-Men, Phoenix en de Morlocks. De grote schurk die achter de schermen de gebeurtenissen manipuleert, is niet afgebeeld. Wie dat is, zeg ik nu natuurlijk niet. Ook al zijn deze verhalen uit 1983 en er van spoilers alleen maar sprake kan zijn als je deze strips voor het eerst gaat lezen. Dat kan namelijk nog steeds, want ze zijn in andere herdrukken ook nog steeds beschikbaar zoals de Essential-serie. En anders kun je ze zeker online nog vinden als torrent.

x-men-from-the-ashes

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest Flo #7: Ego

Het goede nieuws is natuurlijk dat uitgeverij Strip2000 doorgaat ondanks het plotseling overlijden van uitgever Peter van der Heijden. Dat is fijn; ik draag de uitgeverij en de medewerkers een warm hart toe.

Vandaag viel er weer een dik strippakket van ze op mijn deurmat en daar zat de nieuwe Flo tussen. Het is alweer het zevende album, Ego getiteld. Vanaf de cover lacht het guitige hoofd van Floor de Goede je al tegemoet. Ik vind het een mooie illustratie. Eentje die nieuwsgierig maakt en vrolijk stemt.

De cover nodigt in ieder geval uit om grappige selfies te maken.

flo ego coverWat me wel meteen opviel is van hoe ver terug deze dagboekstripjes alweer zijn. Ze werden tussen oktober 2007 en juni 2008 gepubliceerd op Flo’s website. In die tijd had Flo nog een relatie met Poep (Bas) en waren Ype en Willem ook nog Ype + Willem. Dat maakt voor de mensen die strip alleen via de boekjes volgen niet uit natuurlijk, maar wie dagelijks op de site van Flo kijkt, is het alsof je in de teletijdmachine van Barabas bent gestapt. In een van de strips denkt Flo erover om die nacht de maansverduistering te gaan bekijken, maar als hij ziet dat deze pas om 4.26 plaatsvindt, besluit hij dat dit te laat voor hem wordt. ‘Ik kijk wel weer in 2015!’ Ik ben benieuwd of hij dit jaar zijn woord heeft gehouden.
[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Boeken Minneboo leest Strips

Minneboo leest: België gestript

België gestript van Geert De Weyer geeft op thematische wijze een grondig overzicht van het Belgische beeldverhaal.

Als stripjournalist en stripliefhebber word ik altijd blij van naslagwerken over het beeldverhaal. Door het lezen van een boekwerk ben je een stuk wijzer over strips uit een bepaalde periode, land of genre. Zie het als een gedegen spoedcursus. Tenminste, als het boek goed is geschreven en de informatie klopt natuurlijk.

Geert de Weyer
Geert de Weyer

Recent verscheen België gestript van stripjournalist Geert De Weyer. Een collega van mij dus, die ik tot op heden nog niet heb ontmoet, maar wiens werk ik wel ken. Hier op de plank staan zijn 100 stripklassiekers die niet in je boekenkast mogen ontbreken en Loslopend wild: De nieuwe generatie Vlaamse stripauteurs. Loslopend wild is een boek met interviews met belangrijke Vlaamse stripmakers die toen onder de nieuwe garde werden geschaard, zoals Kim, Brecht Evens, Ilah, Serge Baeken en Judith Vanistendael. Loslopend wild geeft een goede indruk van het werk, denk- en werkwijze van bovengenoemde makers.

En nu is er dus België gestript. Op het moment van schrijven ben ik dat boek nog aan het lezen (dit stuk staat immers gepubliceerd in de rubriek Minneboo leest), maar ik wil je er toch alvast op attenderen omdat dit het perfecte boek is om een stripliefhebber als jezelf of iemand anders cadeau te doen voor de feestdagen. Bovendien weet ik nog niet of we er in de VPRO Gids ruimte voor gaan hebben.

Rare jongens die Fransen
belgie gestript coverDe Weyer behandelt de rijke geschiedenis van het Belgische beeldverhaal en dat doet hij met thematische hoofdstukken. De Weyer begint met een overzichtshoofdstuk waarin hij een kleine geschiedenis van de Belgische strip behandelt. Daarna is er aandacht voor het stripblad Spirou/Robbedoes en vervolgens de geboorte van Kuifje. Andere thema’s die aan de orde komen zijn de verbeelding van minderheden in de strip, de rol van de vrouw in de strip en de rol die de Franse censuur heeft gehad op de Belgische strips. Want die laatste was aanzienlijk. Niet alleen komen er door de Fransen lange tijd nagenoeg geen vrouwen in de strips voor, als ze er wel zijn hebben ze een onbeduidende rol en zijn ze in ieder geval niet sexy afgebeeld. Borsten waren al helemaal uit den boze, maar ook een vrouwelijke enkel of een knie kwamen al niet door de censuur. De Fransen probeerden hun eigen stripmarkt te beschermen dus legden zijn allerlei eisen op aan de Belgische strips onder het mom van bescherming van de tere kinderziel. Nu moeten we volgens De Weyer daar de Fransen niet helemaal de schuld van geven, want veel Vlaamse stripmakers hadden ook een streng katholieke, dus conservatieve inborst. Gelukkig is het uiteindelijk sinds eind jaren zestig nog goed gekomen met de vrouwen in de strip en kennen we tegenwoordig boeiende stripheldinnen.

Mag dat wel?
Een ander thema dat mijn aandacht meteen trok zijn de vele stripparodieën die in de loop der jaren zijn verschenen. Niet al dat spul is even onschuldig. Vooral in de jaren tachtig was er wildgroei aan seksparodieën zoals Suske en Wiske: De Glunderende gluurder van een groepje tekenaars bestaande uit Aloys Oosterwijk, Ben Jansen, René Meulenbroek en Hanco Kolk. De Weyer behandelt niet alleen de verschillende soorten parodieën en hommages die er zijn, maar ook hoe de gerechtelijke macht telkens verschillend oordeelt over wat nu wel en niet mag.

De personages uit de strip Nero van Marc Sleen.
De personages uit de strip Nero van Marc Sleen. Een van de bekendste Vlaamse strips.

Overigens merkt De Weyer in zijn inleiding terecht op dat de Waalse strip doorgaans op meer aandacht kon rekenen dan de Vlaamse: ‘Van dit boek verschijnt ook een Franse editie. Dat is nieuw. Er zijn al naslagwerken over de Belgische strip geschreven, maar zelden of nooit gingen die over de vaderlandse strip. Ze gingen vooral over het Franstalige gedeelte van ons landje. Voor een stuk begrijpelijk, want op enkele grote uitzonderingen als Vandersteen, Marvano, Griffo, Vance en Morris na, zijn slechts een tiental Vlaamse stripauteurs er echt in geslaagd internationaal door te breken. De rest, zo leer u al snel in dit boek, stak het hoofd diep in de Vlaamse klei. En dat had zo zijn gevolgen. De Franstalige en Vlaamse strip ontwikkelden zich los van elkaar.’ België is dus eigenlijk een land met twee stripculturen en hoe die zich precies tot elkaar verhouden en hoe we die culturen moeten zien, valt goed te lezen in België stript.

België gestript is levendig geschreven en staat vol met pakkende illustraties en citaten. Het boek is ook prachtig vormgegeven. Alleen de coverillustratie van Stedho is al een lust voor het oog. De uitsnede in de vorm van België vormt een slimme visuele grap. Wie de cover dicht heeft, wordt door enkele bekende stripfiguren vastberaden aangekeken. Wie daarna het achterste schutblad bekijkt, ziet dat uit het gat enkele stripschurken als Krimson en Gargamel kruipen.

belgie-gestript-stedho

Het enige puntje van kritiek dat ik op dit moment heb is dat biografieën van de belangrijkste stripmakers ontbreken. Daarmee had het boek een mooie afsluiter gehad. Aan de andere kant zijn er zoveel Belgische stripmakers die zo’n tekstje verdienen dat het boek dan waarschijnlijk een kwart dikker was geworden. En met z’n 350 bladzijden is België stript al behoorlijk zwaarlijvig.

Geert De Weyer. België gestript
Dragonetti, € 49,95
352 pagina’s
ISBN: 9789462102026

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Een tweede jeugd

Stripmaker Rabaté laat met zijn album Een tweede jeugd overtuigend zien dat het nooit te laat is om opnieuw te beginnen.

rabate-tweede-jeugd-scherenGelukkig duurt het nog wel een tijd voordat ik mezelf bejaard moet noemen. Als tiener kwam ik veel bij mijn grootouders over de vloer. Mijn opa en oma hadden een bootje waar ze vaak mee gingen varen en soms voer ik met ze mee over de rivieren en vaarten van Noord-Holland. Vaak bezocht ik ze thuis  en maakte oma Zweedse pannenkoekjes. Of ik hielp opa met het overzetten van zijn 8mm-films. Nadat opa weduwnaar werd, bezocht ik hem bijna wekelijks om te zien hoe het met hem ging, of om hem te helpen met zijn pc.

De oma van mijn moederskant was zo lief om mij een tijdje in huis te nemen toen ik terugkwam uit de Verenigde Staten en tijdelijk zonder woning zat. Ik weet nog dat ze dit eerst met enige tegenzin deed, want ze had haar leventje goed voor elkaar. Toch merkte ik dat ze het al snel heel leuk vond om weer iemand in huis te hebben tegen wie ze kon praten. Toen ik drie maanden later een woning voor mezelf had gevonden, vond ze het jammer dat ik vertrok.

Ik ben blij dat ik mijn grootouders dus nog goed heb leren kennen. Ik mis ze ook nog vaak. Sinds al mijn opa’s en oma’s zijn overleden, heb ik minder contact met de bejaarde medemens dan ooit tevoren. De ouderen die ik nu ken, maken nog steeds een zeer kwieke indruk. Volgens mij voelen de meeste mensen zich niet zo oud als hun leeftijd aangeeft. Dat is een hoopvolle gedachte.

Een-tweede-jeugd-coverNaaktportretten
Misschien vind ik daarom het stripalbum Een tweede jeugd van Pascal Rabaté (Frankrijk, 1961) zo fijn. In Een tweede jeugd leeft de bejaarde weduwnaar Émile Garreau een rustig maar gezapig leventje. Samen met zijn beste vriend Edmond gaat hij vaak vissen. Tijdens een van hun visuitjes vertelt Edmond dat hij weer aan het daten is. Sterker nog: hij gaat met de dames naar bed. Op zijn leeftijd! Hij schildert zelfs naaktportretten. Tijdens het schilderen valt hij dood neer.

Na het overlijden van zijn vriend vraagt Émile zich af of hij ook nogmaals stapjes op het liefdespad zal zetten, maar de herinnering aan zijn overleden vrouw houdt hem tegen. Hij besluit zelfmoord te plegen, maar voordat het zover is bezoekt hij een plek uit zijn jeugd om afscheid te nemen. Daar loopt hij een hippiecommune tegen het lijf en hierdoor krijgt Émile hernieuwde zin in het leven.

rabate tweede jeugdEen tweede jeugd vind ik een mooie ode aan het idee dat je iedere dag opnieuw kan beginnen, ongeacht je leeftijd. En dat je in de winterjaren van leven nog best kan seksen. Wie terugschrikt van het idee van bejaardenseks, raad ik dan ook aan om het album te laten liggen, want Rabaté heeft er geen moeite mee om dit te tonen. Waarom zou hij ook?

Ik hoop dat ik als bejaarde nog net zo’n kwieke indruk maak als Émile. Gelukkig duurt het nog wel even voordat het zover is.

De stijl van deze stripauteur vind ik bijzonder fijn. Rabaté brengt de complexiteit van de realiteit terug tot een gestileerde, geschetste wereld. De tekeningen zien eruit als hij het allemaal direct op papier heeft gezet. Dat geeft het verhaal extra frisheid.

Een tweede jeugd is dit jaar opnieuw uitgebracht door Scratch. De strip is ook verfilmd trouwens, maar ik hou het in dit geval liever bij het boek.

Rabaté. Een tweede jeugd
Uitgeverij Scratch.

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Styx van Peter Pontiac

Inmiddels ligt Styx Of: De zesplankenkoorts van Peter Pontiac (1951-2015) in de winkels.

Al jaren wilde Peter Pontiac een graphic novel over de dood maken. Hij had een aardige bibliotheek van tientallen kunsthistorische titels over dit onderwerp en een knipselmap vol met informatie. De dood was een onderwerp dat hem eindeloos fascineerde, maar hem ook angst in boezemde.

Tja, bij wie niet. Het is niet mijn favoriete gedachte, denken aan de eerste dag dat ik er niet meer zal zijn. Of nee, het moment dat ik doodga… Man, ik ben er als de dood voor.

Illustratie: Peter Pontiac. Bron: Voordekunst.nl
Illustratie: Peter Pontiac. Bron: Voordekunst.nl

Toen ik Peter in 2011 interviewde naar aanleiding van het winnen van De Marten, zei hij het volgende over zijn voornemen een boek te maken over Magere Hein:

‘ Ik wil het [boek] absoluut maken, zodat wanneer de dood mij komt halen het 1-1 staat omdat ik hem al een keer te pakken heb gehad. Daarbij vind ik het heel erg leuk om skeletten en schedels te tekenen. Er is een prachtig vers van Dylan Thomas waarin hij zijn woede tegen de dood verwoordt: “Rage, rage against the dying of the light.” De klootzak die denkt ons te kunnen halen en het godverdomme ook nog doet. Die emotie zou ik er zeker in verwoorden, maar ook de positieve kant van de dood. Het is natuurlijk tragisch als iemand sterft, maar het is absurd om te doen alsof de dood een vijand is, want er pleit ook van alles voor dat hij een vriend is. In de eerste plaats in de gevallen waarin het leven al helemaal niet leuk meer is, maar wat zou het leven zonder de dood zijn? Hij is de lijst om het schilderij.’

Pontiac was tijdens het ziekzijn druk bezig met zijn graphic novel, maar dinsdag 20 januari overleed hij toch aan een falende lever. Peter had Hepatitis C en levercirrose. Ooit opgelopen door een vervuilde naald toen hij nog drugs gebruikte. Toen Pontiac overleed was hij ongeveer halverwege zijn boek over de dood.

styx_zes_plankenkoorts_pontiacToch is het boek er nu: Styx, Of: De zesplankenkoorts. Het is niet zo zeer een boek geworden over de dood, maar over Peters strijd met zijn leverziekte en zijn aankomende sterven. Zoals de meeste strips die hij maakte, vertelt Pontiac een persoonlijk en autobiografisch verhaal. Halverwege het boek houden de strippagina’s op. De laatste potloodpagina’s die Pontiac in staat was te tekenen, staan er nog in, gevolgd door een tekst van Joost Pollmann die de situatie uitlegt. Pollmann is niet alleen stripkenner, hij is ook een van de broers van Pontiac. Na Pollmanns uitleg volgt Pontiacs correspondentie met zijn familie, uitgever en vrienden. Hierin worden de laatste jaren dat Pontiac met het boek bezig was en steeds zieker werd, geboekstaafd, inclusief schetsen. Het is een aangrijpend, ontroerend en pijnlijk verslag geworden.

Op dit moment ben ik halverwege dat gedeelte, maar ik heb het boek even weggelegd. Het lezen er van valt mij zwaar. Ook al gebruikt Pontiac geregeld woordspelingen en andere humoristische technieken om het geheel  wat te verlichten, het is allemaal geen lichte kost. Omdat de reacties van de correspondenten ontbreken, zijn Peters e-mails een lange monoloog geworden. Het is als het ware een dagboek en misschien wel te intiem.

Het boek is samengesteld door vormgever Fake Booij en de weduwe van Pontiac.

Styx, Of: De zesplankenkoorts is niet het meesterwerk geworden dat Pontiac beoogde. Dat kon ook niet door zijn vroegtijdig overlijden. Ik ben ervan overtuigd dat als Peter de graphic novel had kunnen afronden, het resultaat niet onder had gedaan voor zijn meesterwerk Kraut. Toch is het fijn en interessant dat boek er toch is gekomen, voor de nabestaanden en voor Pontiacs fans.

Peter Pontiac. Styx, Of: De zesplankenkoorts
Uitgeverij Podium, 160 pagina’s, € 29,50
Omslag: Fake Booij en Peter Pontiac
ISBN: 978 90 5759 641 4

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Tex Willer

Nog nooit had ik een strip over westernheld Tex Willer gelezen, maar ik kende de held wel van stripwinkel Lambiek. Als daar een Tex Willertje gepakt wordt, draait men een jointje. Ze pakken dan een klein album, qua grootte vergelijkbaar met een dunne pocket, en leggen daar de wiet, shag en vloei op om vervolgens een jointje te draaien. Daarom heeft deze stripheld voor mij altijd de associatie met wiet. Tenminste, tot ik deze week eindelijk eens een album las.

Op stripfestival Breda sprak ik met Erik van Helvoort en Ben Kamphuis van uitgeverij HUM!. Een kleine uitgeverij die ook de heruitgaven van Philemon voor haar rekening neemt. Ze geven ook sinds een paar jaar albums van Tex Willer uit.

De westernheld is overigens al eerder in het Nederlands verschenen. Daarover kun je meer lezen op de site TexWiller.nl.

Spaghettiwestern
Willer werd in 1948 al gecreëerd door schrijver Giovanni Luigi Bonelli en tekenaar Aurello Galleppini, ook wel bekend onder de naam Galep. Italianen dus, wat Tex Willer tot een spaghettiwestern maakt. Volgens de site ComicVine.com had Willer in de eerste strip een partner genaamd Occhio Cupo, (Zwart Oog), een zwaardvechter die leek op een musketier. Die was eigenlijk bedoeld als hoofdpersoon, maar toen het publiek vooral warm werd van Willer, was het al snel exit voor Occhio Cupo. Willer was eerst een outlaw maar later werd hij een ranger. Samen met vriend Kit Carson, en zijn eigen zoon Kit Willer, vecht Tex tegen misdadigers. Hij is ook goed bevriend met de indianen.

In Italië komt er elke maand een deeltje van de westernreeks uit en eens per jaar een heel dik album. Dit is dus vergelijkbaar met Amerikaanse comics. Genoeg keuze dus voor de Nederlandse uitgeverij die vooralsnog twee albums per jaar uitgeeft. Het vierde album Tex Willer: Aasgieren en Outlaws is zo’n lang verhaal van ruim 227 pagina’s en is net uitgekomen.

tex_willer_coverIn Tex Willer: Aasgieren en Outlaws  nemen Willer en co het op tegen de bende van de mysterieuze Prediker. Zijn volgelingen zijn keiharde criminelen die stelen en moorden. Op een dag vinden ze de zoon van Willer halfdood in de woestijn. Ook ontvoeren ze een jonge vrouw. Vooral Monkey, de lelijke aanvoerder van de bende, fantaseert over een schone toekomst met haar. Zij ziet dat minder rooskleurig in. Toevallig hadden Willer en Carson de opdracht gekregen om de dievenbende aan te pakken, dus het een en ander loopt mooi samen.

Rechtlijnig
Willer komt op mij over als een typische, klassieke westernheld: blank, rechtlijnig, beetje saai maar schiet altijd raak.
Het viel me op dat deze strip, die nu geschreven werd door Claudio Nizzi en getekend is door Bruno Brindisi, een heel rustig verteltempo heeft. Een dialoogscène met het bevriende opperhoofd Membrenito neemt zeven pagina’s in beslag. Zo kom je wel aan de ruim tweehonderd pagina’s verhaal! Niet dat je je als lezer verveelt overigens. Het is een fijn leestempo. Bovendien tekent Brindisi in een doeltreffende realistische stijl. Alleen bij het uitdrukken van emoties gaat hij wat te nadrukkelijk te werk, waardoor de gezichten soms karikaturaal worden.

Ik hoorde van de mannen van HUM! dat sommige mensen de strip niet meenamen omdat hij kleurloos is, maar het zwart-wit werk ziet er juist goed uit. Aasgieren en Outlaws biedt mooi leesvoer voor wie van westerns houdt.

Overigens houden Italianen van Tex Willer: ik vond deze Italiaanse motion-comic op YouTube:

https://www.youtube.com/watch?v=iP8__t9csrY

Categorieën
Minneboo leest Strips

Fred de Heij over Pulpman #17

Met pretoogjes meld ik bij deze dat er een nieuwe Pulpman uit is. Dit tegendraadse, erotisch getinte stripblad is het geesteskind van Fred de Heij en wordt door hem samen met Ger van Wulften en Esther Gasseling van uitgeverij Xtra gemaakt.

Nummer 17 is extra dik en groot geworden en bevat onder andere een spoof op Bride of Frankenstein, een nieuw lang verhaal dat een vervolg is op De schuilplaats, Pulpman als detective in een zaak over kutselfies en een strip geschreven door Frits Jonker. Allemaal door De Heij getekend, dus dat is smullen. Maar we hebben er dan ook bijna twee jaar op moeten wachten, want de laatste Pulpman dateert alweer uit december 2013.

Reden voor een feestje dus besloot ik De Heij even te bellen.

pulpman_17_coverHet heeft een tijdje geduurd voordat er weer een nieuwe Pulpman was. Waarom?
‘Absoluut. Op een gegeven moment had ik tegen Ger (van Wulften, red.) gezegd: volgens mij moet het anders. Hij moet dunner worden, vaker uitkomen en minder tekst bevatten en meer strips. Toen kwam Ger een paar weken later weer langs en vertelde wat hij had bedacht: Pulpman moest dikker worden, meer tekst bevatten en minder vaak uitkomen. Precies het tegenovergestelde van wat ik bedacht had dus. Ook goed natuurlijk. Inmiddels had Frits Jonker zich ook aangeboden en toen heeft Ger hem gevraagd om hoofdredacteur te worden. Dat is uiteindelijk op niks uitgelopen. Al die zaken hebben de nieuwe Pulpman vertraagd terwijl het werk allang klaar lag.’

Was jij het eens met Frits Jonker als hoofdredacteur? Ik dacht eerst dat het een grapje was toen ik er over las in de nieuwe Pulpman, maar dat is dus allemaal echt gebeurd?
‘Ja, dat is allemaal zo gebeurd. Kijk, als Frits zegt dat hij er een heel ander blad van wil maken, dan vind ik dat uitstekend. Maar Ger en Esther waren het daar toch niet mee eens. Alles wat we voor Pulpman doen is non-profit, dus ik vind als je tegen iemand zegt dat hij zijn gang mag gaan, dat je hem ook carte blanche moet geven. Als het dan helemaal niet wordt wat je ervan verwacht, geeft dat wat mij betreft niet. Dan maak ik gewoon een stripje om die flauwekul van Frits recht te trekken. Dat etherische gelul dat hakken we wel weer de pan in, denk ik dan. Maar Esther en Ger zagen die plannen van Frits toch niet zo zitten. Daardoor is de boel vertraagd.’

Eigenlijk is Pulpman jouw blad, dus ik vind het interessant dat je dan bereid bent de teugels aan iemand anders te geven om te zien wat dat oplevert.
‘Ja dat vond ik ook interessant. Maar ja, het is ook Gers blad en als uitgever heeft hij daar ook iets over te zeggen. Maar Frits z’n argument dat we die paar lezers die we hebben toch niet voor het hoofd kunnen stoten, is ook weer ijzersterk. Frits wilde meer diepgang, allemaal diepgang… (lacht).’

Het nieuwe nummer is qua formaat ook groter.
‘Ja, hij is een tikje groter. Ook wilde Ger hem ietsje anders hebben, daarom heb ik de cover dit keer niet geschilderd en is het een pentekening geworden. Kleine veranderingen die verder niemand opvalt. Nou ja, het formaat zal wel opvallen.’

Vind je het fijn dat hij iets groter is geworden?
‘Dat maakt mij niet uit.’

Wat wordt nu de frequentie? Wanneer komt de volgende?
‘Als we genoeg materiaal hebben. Ik heb alweer pagina’s gemaakt voor een volgende, dus we gaan rustig door, maar aan de ontstaansgeschiedenis van deze kun je wel aflezen dat er altijd iets kan gebeuren waardoor publicatie wordt uitgesteld. Ik doe daarom nooit uitspraken over wanneer de volgende komt.’

Bij Eva op shoot... Wie wil dat nu niet?
Bij Eva op shoot… Wie wil dat nu niet?

De strip Bij Eva op schoot, een spoof op de talkshow van Eva Jinek, hoe kwam je daar op?
‘Ik vind satire leuk en de Mad bestaat niet meer, dus dacht ik dan maak ik zelf maar wat.’

En toen dacht je Eva Jinek is wel een lekker ding?
‘Nee dat dacht ik niet. Ik zat vorig jaar een keer bij vrienden te praten en toen ze ik dat die bank waar ze bij Jinek allemaal op zitten zo stom vond. Toen zei een vriendin van me: “Dat doet ze speciaal voor jou, want ze wil haar benen laten zien.” Toen dacht ik: “Daar heb ik een onderwerp voor mijn stripje!”

Ja, want je tekent Jinek heel sexy met een diep decolleté.
‘Dat kwam dus eigenlijk door die vriendin van me, door wat zij zei.’

Wie zie je als de doelgroep van Pulpman?
‘Mezelf.’

Er staat nu ook ‘100% Fred de Heij’ op de cover. Het is eigenlijk een Fred de Heij fanclub-blad door Fred de Heij.
‘Ja dat heb ik er niet opgezet. We hadden ook stripmateriaal van andere tekenaars, maar uiteindelijk hebben Ger en Esther besloten alleen pagina’s van mij te publiceren. Vandaar 100% Fred de Heij.’

Is dat vanaf nu ook de koers die jullie gaan varen of kan de volgende Pulpman weer helemaal anders zijn?
‘De volgende keer kan er maar één pagina van mij bij zitten. Dat vind ik juist het leuke: we hebben geen koers. Het mag allemaal ontsporen, wat mij betreft.’

Portret van Elsa Lanchester als de Verloofde van Frankenstein. © Fred de Heij/ Xtra
Portret van Elsa Lanchester als de Verloofde van Frankenstein. © Fred de Heij/ Xtra

Ik vond je satire op Bride of Frankenstein erg grappig. Ik heb de Pulpman op Stripfestival Breda meegenomen en zat hem op weg naar huis in de trein te lezen. Maar dat is toch best lastig om in het openbaar een Pulpman te lezen.
‘Ja dat kan ik me voorstellen. Je wilt toch rekening houden met het andere publiek.’

Ja, er wordt toch hier en daar gepenetreerd op de strippagina’s.
‘Ja, ja, ik zou het ook niet in de trein lezen.’ (lacht)

Ik ben benieuwd hoe het verhaal Roca Verde verdergaat, dus ik hoop dat jullie een beetje opschieten.
‘Ik heb dat verhaal al helemaal uitgeschreven en daar ben ik dus al een heel stuk mee opgeschoten. In de volgende Pulpman stoppen we minstens een stuk of 45 pagina’s van die strip.’

Detective Pulpman onderzoekt kutselfies. © Fred de Heij/ Uitgeverij Xtra
Detective Pulpman onderzoekt kutselfies. © Fred de Heij/ Uitgeverij Xtra

Zit die term Graphic novel je trouwens nog steeds dwars omdat je in dit nummer Pulpman een cursus over de graphic novel laat geven en hij het nogal belachelijk maakt?
‘Het heeft me nooit echt dwarsgezeten. We waren toen op de Avond van de Graphic Novel bij de UvA. Ze hadden mij gevraagd om in het panel te zitten, maar daar had ik helemaal geen zin in. Dat werd toen Peter Breedveld dus dat was een veel betere keuze. Die heeft een mening en die uit hij ook graag. Dat heb ik helemaal niet. Graphic Novel zegt mij ook helemaal niks. Je probeert iets wat helemaal niks is, op te kloppen.’

Nou, je geeft je mening toch duidelijk via het personage Pulpman.
‘Absoluut. Laten we dan zeggen dat ik geen zin heb om in het openbaar te spreken.’

Goed. Ik ben blij dat er weer een nieuwe Pulpman in de winkels ligt en ik hoop dat het niet al te lang duurt voordat de volgende eraan komt. We wachten in spanning af.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Douwe Dabbert #6 – De schacht naar noord

cover-douwe-dabbert-06In alweer het zesde album van de reeks Douwe Dabbert krijgt de vriendelijke dwerg een verzoek van zijn vijand Wredulia. De heks is er ernstig aan toe en smeekt Douwe om naar het noorden af te reizen om een voorwerp te halen dat Wredulia weer krachten moet geven.

Hoewel hij eigenlijk beter zou moeten weten, besluit Dabbert de valse heks toch te helpen. Hij komt op de Noordpool terecht en sluit al snel vriendschap met een dodo, een vogelsoort die in onze wereld allang is uitgestorven, maar in de verhaalwereld van Douwe Dabbert eigenlijk ook.

dabbert_dodoIk moet bij de dodo altijd aan Boudewijn Büch denken en zijn fascinatie voor deze vogel. Welk museum het precies was, weet ik niet meer, maar ik kan me een scène herinneren waarin Büch nog een echt dodobotje mee krijgt van de curator van het museum. Ze hadden er nogal wat in de la liggen, maar Büch was er dolblij mee.

De dodo in De schacht naar noord is ook een zeer sympathiek en behulpzaam wezentje, dus ik snap Büchs enthousiasme wel.

Thom Roep & Piet Wijn. Douwe Dabbert #6: De schacht naar noord.
Uitgeverij Don Lawrence Collection, €7,95
Hardcover + dossier € 14,95.

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Cythraul – De grot der herinnering

Sherpa geeft klassieke albums van Andreas opnieuw uit en dat is goed nieuws voor de liefhebber van zijn fantastische fantasierijke verhalen.

Als jonge striplezer haalde ik veel strips uit de bibliotheek. De bieb in Hoorn had een aardige diverse collectie reeksen en albums. Zo ontdekte ik onder andere De duistere steden van Schuiten en Peeters en het werk van Andreas Martens die onder zijn voornaam publiceert. Vaak begreep ik de verhalen niet helemaal, maar genoot ik wel van de prachtige tekeningen van deze professionele stripmakers.

Cythraul_cover

Andreas Martens (1951) is een Duitse striptekenaar en stripscenarist, vooral bekend van reeksen als Rork, Arq en Capricornus. Hij maakt fantasierijke verhalen die niet altijd even makkelijk te duiden zijn, maar waarin het unieke handschrift van de tekenaar altijd goed herkenbaar is.

Cyrrus_Mil_coverUitgeverij Sherpa heeft recent twee klassiekers van Andreas opnieuw uitgegeven: Cyrrus – Mil, misschien wel Andreas’ meest raadselachtige vertelling, en Cythraul – De grot der herinnering. Hierin heeft een acteur een moord gepleegd en is op de vlucht. Hij komt op de nacht van Samhain (Halloween) op een het Bretonse platteland terecht en vindt onderdak bij een vriendelijk echtpaar dat hem vertelt over een plaatselijke legende van een rijke druïde die met zijn schat is begraven en wat de vermoedelijke locatie daarvan is. Uiteraard gaat de acteur de volgende dag op zoek en al snel vermengt zijn leven zich met de oude legende. Gaandeweg onthult Andreas het hoe en waarom van de moord, maar daarmee is de kous nog niet af.

Cythraul - detail.
Cythraul – detail.

De grot der herinnering is gebaseerd op bestaande Keltische verhalen en legenden en een ode aan Bretagne, het Franse schiereiland waar Andreas al meer dan dertig jaar woont. Het verhaal is een stuk toegankelijker dan Cyrrus – Mil. Dat verhaal is even indrukwekkend gevisualiseerd, maar door ingewikkelde tijdsparadoxen een behoorlijke puzzel.

Bij het lezen besefte ik dat Cythraul – De grot der herinnering  een van de albums is die ik destijds in de bibliotheek in Hoorn leende. Deze strip stamt uit 1981 en is nu in een oplage van 750 exemplaren verschenen. 75 exemplaren werden voorzien van twee extra prenten: een ingelijmde prent gesigneerd door de tekenaar en een losse prent die tussen pagina’s 32 en 33 gevoegd kan worden. Deze plaat maakte deel uit van de oorspronkelijke publicatie in Kuifje weekblad maar was niet bestemd voor de albumuitgave.

Andreas. Cythraul – De grot der herinnering.
Sherpa, € 24,95

Andreas Cyrrus / Mil
Sherpa, € 24,95

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Boeken Minneboo leest Strips

Minneboo leest: High Five van Serge Baeken

baeken-hig-five-coverEnorme bewondering heb ik voor de discipline en het grafisch talent van Serge Baeken (Turnhout, 1967). De Belgische illustrator en stripmaker heeft – traditiegetrouw zou ik bijna zeggen – in twee jaar tijd wederom een vuist dik boek vol getekend. Het vijfde alweer.

High Five: Collected Works and Sketches 2012-2014 heet de papieren baksteen die bij uitgeverij Xtra is verschenen. Het boek zit vol katten, karikaturen, breekbare naakten, markante monsters, portretten en uiteenlopend opdrachtwerk. Wederom een genot om door te bladeren.

Eerder schreef ik al mijn lofuitingen over tekenbeest Baeken die een uiteenlopende stijl hanteert en zijn hand niet omdraait voor realistische of meer cartooneske, stripachtige illustraties. Zijn werk is dan ook een graag geziene gast op de pagina’s van de Tijd en de Morgen.

sugar-serge-baekenAan het begin van High Five gaat Serge er meteen vol in met vijfenzeventig pagina’s naaktstudies van een uiteenlopende reeks vrouwelijke modellen. Vaak met veel gevoel en trefzeker op papier gezet in potlood, soms met (gewassen) inkt. De sectie wordt afgesloten met naakttekeningen van een mannelijk model en een spread met aangeklede modellen.

Er is een korte sectie gewijd aan katten, zowel realistisch getekend als meer cartoonesk. Vorig jaar kwam van Baeken het prachtige stripalbum Sugar uit en deze collectie katten tekende hij tijdens signeersessies in de verkochte exemplaren.

Monsterlijk
De sectie met monsters kan mij in het bijzonder bekoren. Baeken maakte de illustraties voor het album Monsters van Jay Phlitman & Kim Kang. Geen idee hoe dat klinkt, maar de tekeningen zien er in ieder geval tof uit. Baekens creaties zijn niet zo zeer angstaanjagend, maar roepen eerder een glimlach of vertedering op. Monsters om te knuffelen zeg maar, totdat ze opeens je hoofd eraf bijten natuurlijk.

Op Vimeo zette de tekenaar timelapse video’s waarin hij de creaturen op papier zet, zoals deze:

Verdriet
Ook is er werk opgenomen uit Het verdriet van Turnhout, de stripbewerking die Serge maakte van de roman van zijn vader Robert Baeken. De striproman zal eind mei uitkomen en is voorgepubliceerd in Stripgids. Een waar tour de force: Baeken vertelt het verhaal in spreads van drie doorlopende stripstroken. In wezen leest de strip dus als een doorlopende strook, alsof de camera in een constante beweging naar rechts pant en de acteurs op een podium hun rollen vertolken. In de realistische decors worden de rollen vertolkt door insecten.
Dit vind ik een mooi voorbeeld van hoe krachtig en gedetailleerd Baekens decors zijn:

baeken_verdriet_turnhoutAchter op High Five is een portretfoto van de tekenaar opgenomen. Laat je niet misleiden door zijn strengkijkende boeventronie, want Baeken is een zeer vriendelijk en gastvrij als je hem in het echt tegenkomt. Iemand die je graag een ‘high five’ geeft.

Serge Baeken.
Serge Baeken.

Serge Baeken. High Five
400 pagina’s
Uitgeverij Xtra, € 29,00
ISBN 9789490759759

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Punk Rock Jesus

Een kloon van Jezus. Ja, die kan natuurlijk alleen maar atheïst zijn. En atheïsme is het ware geloof.

Vrijdag had ik een afspraak met Ger Apeldoorn. Ik vind het altijd leuk om met de voormalige X-Mannen-vertaler af te spreken en over strips te praten. Apeldoorn is tegenwoordig niet alleen redacteur bij Eppo, ook schrijft hij nog wel eens een scenario. Hij was ook jarenlang voorzitter van de jury voor de Stripschapprijzen. Aan het eind van het gesprek liepen we nog even stripwinkel Silvester binnen, want Ger wilde de comics waar hij een abonnement op heeft nog even ophalen.

De verkoper bij Silvester is een grote stripliefhebber die dus duidelijk hart voor de zaak heeft. Hij raadt graag titels aan en een van de comics die hij voor me aanwees was Punk Rock Jesus van Sean Murphy. Murpy tekende eerder American Vampire: Survival of the fittest, Joe the Barbarian en Hellrazer. Ik hou van zijn expressieve, ietwat mangaeske tekeningen. Er zit veel energie in zijn tekenwerk.

Murphy heeft overigens wel de rare gewoonte om de neuzen van zijn personages te arceren. Het lijkt nu alsof ze allemaal permanent verkouden zijn.

punk_rock_jesus_001In Punk Rock Jesus wordt Jezus gekloond uit dna dat op de lijkwade van Turijn in achtergebleven. Het hele circus van zwangerschap tot opgroeien wordt nauwgezet in beeld gebracht en live uitgezonden door het bedrijf J2. Jezus als reality soap dus. Een fantastisch concept natuurlijk dat Murphy tot en met de laatste pagina boeiend weet te houden. Niet alleen trakteert Murphy ons op fantastisch tekenwerk, ook zijn personages zijn goed uitgediept en gelaagd. Het verhaal is intelligent geschreven, bevat goede actiescènes maar heeft vooral veel hart.

punk_rock_jesus-thomas-retuDe opgroeiende Jezus, die zijn gehele jeugd gevangen wordt gehouden op een eiland, wordt uiteindelijk een van de belangrijkste spreekbuizen voor het atheïsme en als punkrocker brengt hij zijn boodschap naar een publiek met een welwillend oor. Uiteraard zijn de christenfundamentalisten daar niet blij mee. (Maar goed, waar zijn fundamentalisten nu eigenlijk wel blij mee…) Het is ook moeilijk om al die sprookjesverhalen uit de Bijbel te blijven geloven als de zoon van God inderdaad terugkeert op aarde, zij het dan als kloon. Sommige mensen geloven immers dat dan het einde der tijden zal aanbreken. Maar sowieso is het moeilijk je geloof vast te houden als je sprookjesfiguur in levende lijve voor je staat en niet is wat je al die tijd gefantaseerd hebt. Zeker niet als de zoon van God zegt dat religie een abject verschijnsel is:

Punk_rock_jesus_002

Murphy, zelf ooit katholiek totdat hij het licht zag, geeft mooi en gehaaid commentaar op de uitwassen van dogmatisch denken en de uitbuitcultuur van mediabedrijven. Zijn Punk Rock Jesus beveel ik je bij deze van harte aan, want godverdomme wat is dit een goede strip!

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Knuffelbos – Het boek

Bij de dieren in het Knuffelbos zit duidelijk een steekje los. Absurdistische grappen, platte seks en satanische rituelen: het komt allemaal voorbij in de in maart uitgekomen bundel.

Het Knuffelbos is een gagreeks bedacht door de Belgische cartoonist Jeroom die onder andere in Humo publiceert. Zijn creaties zijn vorig jaar aangekocht door Comedy Central.

Ik moest bij het lezen vooral denken aan de aflevering Woodland Critter Christmas uit de animatieserie South Park. De bosdiertjes lijken knuffelbaar en onschuldig, maar in werkelijkheid zijn het satanisten en proberen ze de anti-christ in de wereld te helpen. Ook de diertjes uit het Knuffelbos lijken onschuldig, maar in werkelijkheid kunnen ze naargeestig en gewelddadig uit de hoek komen.

knuffelbos_das knuffelbos_tijger knuffelbos_hitlerknuffelbos_Mickey_mouse

Mocht je om bovenstaande strookjes moeten lachen, dan kun je met een gerust hart de bundel aanschaffen.

Jeroom. Knuffelbos: Het boek.
Uitgeverij De Harmonie, € 15,00

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.