Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies en kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Er was eens is een boeiende stripreeks over het leven van de joodse ijzerhandelaar Joseph Joanovici. Volgens de een was hij een collaborateur, volgens de ander een verzetsstrijder. De strip van Fabien Nury en Sylvain Vallée toont dat de man beide was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het leven zwaar en om zijn vrouw en twee dochters te beschermen laat Joanovici zich in met zowel de nazi’s, het Franse verzet en met criminelen.
Eerder schreef ik al een recensie over deze reeks naar aanleiding van het derde deel. Nu is het vierde deel: Te wapen! verschenen bij de Standaard Uitgeverij. We hebben er een jaar op moeten wachten: een korte weergave van het voorafgaande aan het begin van het album had ik daarom fijn gevonden.
Uiteindelijk worden het zes afleveringen, de laatste is reeds in het Frans gepubliceerd bij Glénat.
In Te Wapen! sluit, in de nadagen van de oorlog, het net zich rond Joanovici. Hij moet harde beslissingen nemen en zowel de nazi’s als het verzet op een bepaalde manier verraden om zijn huid en dat van zijn gezin te redden. In een indrukwekkende scène moet hij ook letterlijk zijn handen vuil maken en onschuldigen offeren.
Met deze daad overschrijdt Joseph onherroepelijk een grens. Zijn ziel zal niet onbezoedeld uit de strijd komen en is nog maar de vraag of hij met zijn acties niet juist verliest wat hij het hardste probeert te beschermen, namelijk zijn gezin.
Fabien Nury en Sylvain Vallée. Er was eens 4: Te wapen!
Standaard Uitgeverij.
ISBN 9789002248610, € 12,95
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Marvel Comics: The Untold Story van Sean Howe, doet precies wat de titel belooft, namelijk de geschiedenis van Marvel uit de doeken doen. Howe laat geen enkele steen ongemoeid en naast de prachtige anekdotes van creatieve uitbarstingen, heel wat narigheid van de uitgeverij die ons Spider-Man, de Hulk, Fantastic Four, Iron Man en heel wat andere boeiende superhelden bracht. Op dit moment verslind ik het boek.
Deze week heb ik het hele hoofdstuk over Jim Shooter gelezen. Shooter was in de jaren tachtig editor-in-chief bij Marvel, oftewel: de hoofdredacteur van alle titels die uitkwamen. Ik heb altijd veel bewondering voor Shooter gehad, niet in de laatste plaats omdat ik als kind en later de strips die onder zijn supervisie uitkwamen erg goed vond, maar Howe schroomt niet om de minder goede kanten van Shooters perfectionistische karakter te beschrijven. Goh, die man heeft wel een paar rare fratsen uitgehaald zeg. Hij liet professionele tekenaars, mensen die echt wel weten hoe je en scène moet visualiseren, vaak pagina’s overdoen. Zoals ik het begrijp, werd hij door een groot deel van de staf gehaat.
Marvel Comics: The Untold Story is op vele momenten smullen maar voor een fanboy als ik ook erg ontluisterend: levende en dode striplegendes worden weer gewoon feilbare mensen. Des te meer wordt duidelijk dat de uitgeverij jarenlang gerund werd door directeuren die de ballen verstand van strips hebben. Marvel is namelijk jarenlang van het ene conglomeraat naar het andere doorverkocht en zeker in de periode dat het bedrijf naar de beurs ging, moesten aandeelhouders tevreden worden gehouden. Meer winst was het credo en dat ging altijd ten koste van de kwaliteit van het product en vooral ten koste van het werkplezier van de creatieven die het product maken.
Chris Claremont, de schrijver die zestien jaar lang van X-Men een succesvolle serie maakte, werd op een gegeven moment zonder bedankje aan de kant geschoven. De Amerikaanse stripgeschiedenis zit vol met dat soort nare voorbeelden, met als grootste voorbeeld wellicht wel Jack Kirby die jarenlang streed met Marvel om zijn originele tekeningen terug te krijgen. Goed, Kirby draaide op een gegeven moment wel door en claimde dat hij zo’n beetje het hele Marvel universum in zijn eentje had bedacht en dat Stan Lee’s rol nihil was in de creatie van Spider-Man, Fantastic Four en De Hulk. Wanneer er tegenstrijdige berichten zijn over hoe iets heeft plaatsgevonden, meldt Howe beide versies van de geschiedenis.
Vroeger verdienden de stripmakers die interessante personages bedachten nooit het geld dat die personages opbrachten. Alles viel contractueel onder ‘work for hire’ dus de uitgeverij bezat de copyrights. Stan Lee bedacht veel van zijn superhelden in samenwerking met mensen als Kirby en Steve Ditko, maar de rechten van al die superhelden liggen bij Marvel. Mensen als Kirby en Ditko verdienden dus niets aan de mega-opbrengsten van de Marvel-films bijvoorbeeld.
Dankzij alle vunzige details die Howe bovenhaalt, gaat de glans wel een beetje van Marvel af.
Natuurlijk: de comicsindustrie is een commerciële onderneming. Tegenwoordig wordt er veel meer geld binnengehaald met licenties en films over de superhelden dan de strips zelf. Wie ook nu nog Marvel Comics leest, krijgt door de vele crossovers, herstarts van series en ander stuntwerk het idee dat de marketingafdeling van de uitgeverij de strips schrijft.
Zo is men nu weer eens aan het stunten met Spider-Man. Na Amazing Spider-Man #700 zullen ze de serie stoppen en met Superior Spider-Man beginnen. En er wordt gehint dat Peter Parker de overgang misschien niet overleeft. Alweer. Scribent Dan Slott promoot zijn verhalen flink op Twitter, maar ondertussen zijn de fans onrustig en angstig over wat de marketingmensen nu weer hebben bedacht. Want, dat het hier vooral om marketing gaat mag duidelijk zijn. (Ook al beweert Slott in een interview met Newsarama.com – spoilers! – dat de veranderingen in Amazing Spider-Man niet plotseling uit de lucht komen vallen en dat dit event al lang geleden gepland is.) Alle eventcomics, iets waar Shooter wel zo’n beetje mee begonnen is trouwens, hebben maar een doel voor ogen: meer boekjes verkopen.
Marvel NOW!
De veranderingen in Spider-Man zijn onderdeel van de Marvel NOW!-Campagne: schrijvers en tekenaars van de ene serie worden opeens op een andere serie gezet. Superheldenteams worden lekker door elkaar gehusseld om een nieuwe dynamiek in de verhalen te brengen. Zo bevat het nieuwe team van The Avengers enkele X-Men, terwijl in X-Men er een tienerversie van Jean Grey rondloopt. (Grey stierf eerder in 2004 en schijnbaar ook in de jaren tachtig). Series worden stopgezet en krijgen een doorstart zoals Superior Spider-Man.
Het lijkt allemaal wat op naar wat DC Comicseen jaar geleden heeft gedaan: alle bestaande series stopzetten en met nieuwe 52 series bij nummer 1 beginnen. Een nieuw instapmoment om de mythe van hun superheldenstal te volgen. Nu zou dat ook meteen wat aanpassingen van deze helden betekenen, een soort van modernisatie waardoor de personages meer van deze tijd zijn.
Hoewel ik niet voor alle 52 nieuwe series kan spreken, viel de vernieuwing in Batman mij behoorlijk tegen. Deze week las ik de eerste bundel nieuwe Batman-verhalen The Court of Owls. Afgezien van een paar aanpassingen van zijn kostuum, dat nu wat meer lijkt op het pak uit de films van Christopher Nolan, zie ik weinig vernieuwing in de wereld van Bruce Wayne.
Spoilers!
Toch is het volgen van dergelijke verhaallijnen het leukst als je de comics per deeltje koopt. Dat doe ik al jaren niet meer: ik lees altijd trades die een paar maanden later uitkomen. Verzamelde comics zijn goedkoper dan ieder deeltje los kopen. Maar je betaalt daar als fan wel een prijs voor: over veel van de belangrijke plotpunten in Spider-Man hoor ik al via het web. Dat hoort nu eenmaal bij deze tijd en bovendien is het niet zo’n ramp: wat er gaat gebeuren zegt nog niets over hoe het gaat gebeuren.
Of Spider-Man nu sterft en hoe je de strip ook noemt waarin hij de hoofdrol speelt: uiteindelijk worden de ergste fouten, euh veranderingen, toch wel weer teruggedraaid, dus ik maak me er nog niet heel druk om.
Sommige fans wel trouwens: ik vind het altijd een genot om boze, verbaasde en andersoortige reacties online te lezen. De vele haatvideo’s over Brand New Daywaren indertijd zeer vermakelijk en ook SevenWebheads maakte een onderhoude vlog over het laatste nummer van Spider-Man. Wie niet wil weten wat voor twists Dan Slott heeft bedacht, moet vooral de video niet kijken. Voor de rest: enjoy!
Ode aan stripmakers
Nog even terugkomend op het boek van Sean Howe: ik vind Marvel Comics: The Untold Story voor fanboys en stripliefhebbers zeker een aanrader. Ondanks alle nagerigheid is het boek toch vooral het verhaal van de stripmakers die de superhelden van Marvel al jaren tot boeiende personages maken. Het is een ode aan hun bloed, zweet, tranen en geniale uitspattingen.
Een nadeel van het boek is wel dat er geen illustratiemateriaal in staat. Dat heeft van alles met copyrights te maken. Gelukkig heeft Howe een zeer levendig Tumblr-blog en Facebook-pagina waarop allerlei juweeltjes uit de archieven van Marvel te zien zijn.
Sean Howe. Marvel Comics: The Untold Story Harper Collins. SBN: 9780061992100; ISBN10: 0061992100
De afgelopen dagen las ik Heinz bij de lunch. Ik eet namelijk graag licht en luchtig en de humor van René Windig en Eddie de Jong past daar goed bij. En als de grappen wat te flauw worden, het stripduo heeft de neiging om situaties tot het uiterste uit te melken, staat het zoutvaatje in de buurt.
In 2009 is uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij begonnen met de integrale heruitgave van de Heinz-strips. In de serie Heinz van H tot Z zullen uiteindelijk vijf delen uitkomen. Deel drie, deeltje I, ligt vanaf november in de winkels. Net als zijn voorgangers is het een mooi uitgegeven boek. Dik met een harde kaft met noten achterin. Maar daar moet dan ook wel een flinke prijs voor worden betaald, namelijk 45 euro. Ik vermoed dat de uitgever voornamelijk de nostalgische lezer voor ogen heeft die alle Heinz-strips compleet wil hebben.
Leuk aan de geschiedenis van Heinz is dat deze kat zijn striploopbaan begon als bijfiguur in de strip Rocking Belly. De titelfiguur van deze strip was een bestaande punker en leadzanger van de Rockin’ Belly Bende, waar stripmaker Windig ook lid van was. De verhalen speelden zich deels af in een kraakpand waar de kat Heinz woont. Eerst verscheen de kat geregeld op de Goochem-pagina van Het Parool om later op de strippagina zijn eigen strip te krijgen. En niet alleen in Het Parool: jarenlang zijn de avonturen van Heinz in tientallen kranten, ook buiten de landsgrenzen, te lezen.
Deel i Wat vooral opvalt als je de strookjes weer leest is hoe goed deze de tand des tijds hebben doorstaan. Het merendeel van de avonturen van deze stripkat zouden nu nog heel goed gepubliceerd kunnen worden. Niet zo gek dus dat forensenkrant Metro de strips opnieuw publiceert.
Waar de stripjes wel gedateerd zijn, bijvoorbeeld omdat ze refereren naar de Teenage Mutant Ninja Turtles of carpoolstroken, biedt het notenapparaat achter in het boek uitkomst. Sowieso worden daar de vele intertekstuele verwijzingen die de strip rijk is uit de doeken gedaan, wat de heruitgave in het bijzonder de moeite waard maakt.
Heinz op herhaling is prima te verteren. Het mag dan oude wijn in nieuwe zakken zijn, de wijn is goed geconserveerd.
Windig & De Jong. Heinz van H tot Z: Deel Drie (november 1992 – december 1994) Oog & Blik/De Bezige Bij ISBN 978 90 5492 327 5, € 45
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Twee recente, prachtige afleveringen uit de stripserie S1ngle van Hanco Kolk en Peter de Wit. Ik lees de gagstrip over drie vrijgezelle vriendinnen al jaren met veel plezier, en ben soms toch weer blij verrast door scènes als deze waarin de heren in één plaatje en woordeloos een heel verhaal vertellen. En bovendien een zeer herkenbaar verhaal. Vakwerk.
Dit jaar kwam S1ngle XL uit bij uitgeverij de Harmonie. Uiteraard zijn Fatima, Stella en Nienke nog steeds op zoek naar de Ware liefde, maar ook naar de Ware paar schoenen. Hopeloze romanticus Fatima (hoofdrolspeelster in de hier gepubliceerde strookjes) is mijn favoriet van de drie, ook al tekent Kolk steevast maar een oog van haar. In S1ngle XL schrijft ze haar naam in het zand van het strand. Een golf gaat eroverheen en er blijft alleen Tim staan, waardoor de blondine ervan overtuigd is dat dit de naam van de Ware zal zijn. Ze gaat hierin zo ver dat als ze eens een leuke vent tegenkomt, ze niets met hem wil beginnen omdat hij Harold heet. Het Tim-project loopt als een losse rode draad door het album dat met een cliffhanger eindigt als Fatima eindelijk oog in oog met een Tim staat. Tussendoor leveren de seksistische fratsen van chirurgen Van Swieten en Bernard, de dates van Nienke en de onenightstands van Stella, aardige lachmomenten op.
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Het gebeurt niet vaak dat een Spider-Man-comic begint met een stukje poëzie, maar Bill Mantlo is dan ook geen gewone schrijver. Zijn tussendoortje Een huis is geen thuis (Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #120, in Nederland uitgegeven als Peter Parker, De Spektakulaire Spiderman #45) is ook geen doorsnee Spider-Man-strip, maar een sociaal drama, expressief in beeld gebracht door Keith Giffen.
In deze comic krijgt Spidey het aan de stok met een bende die door een huisbaas is ingehuurd om zijnhuurders te verjagen. Op een avond ontwaart Spider-Man een opstootje voor een oud, vervallen gebouw. Een paar opgeschoten jongeren worden bedreigd door een oude man. De oude man heeft een hakmes in zijn hand. Voordat de oude man kan uithalen, trekt Spidey het mes uit zijn handen via een webdraadje.
Van een van de aanwezige agenten hoort hij dat de straatbende en de oude man buren zijn. Ook al verpesten ze het leven van de medebewoners, ‘Die jongens hebben ook recht op een huis,’ aldus de agent. Dat dit zaakje stinkt, mag duidelijk zijn en al snel krijgt Peter Parker de opdracht met een collega de bewoners van het pand te interviewen voor een artikel in The Daily Bugle. Niemand durft echter met de journalisten te praten, behalve de oude man van de avond ervoor. Die vertelt hen dat het gebouw al jaren verwaarloosd wordt door de eigenaar. Die wil het pand afbreken om er luxe flats voor in de plaats te laten bouwen, maar dat kan pas als de huidige bewoners vertrekken. En dat vertikken ze. Daarom huurde hij tuig in om de brave burgers weg te jagen. De angst die in het pand begon te heersen maakte van de oude man een weduwnaar.
Angst
Spidey besluit een oogje in het zeil te houden en blijft bij het gebouw rondhangen. En aangezien hij aan muren kan kleven doet hij dat dus letterlijk. Als hij even afgeleid wordt door een overval in het naburige park, komt de bende in actie. Als Spidey weer bij het gebouw terug is, ligt de oude man dood op de stoep. Gesprongen denkt men, maar Spidey weet wel beter: deze man is naar beneden geduwd. Hij neemt het op tegen de bende en schakelt de leden ervan een voor een uit. De leider bewaart hij voor het laatst. Voor het eerst ervaart het tuig zelf hoe het is om angst te voelen. Spidey weet hem zo bang te maken dat de jongen alles bij de politie bekent. Helaas is pand dan al afgebrand.
Een huis is geen thuis is een mooi voorbeeld van sociaal engagement in een superheldenstrip. Dat was indertijd niet ongewoon, de Spider-Man-verhalen stonden vaak met beide benen in de grimmige realiteit die New York toen was. Iets wat tegenwoordig bijna niet meer voorkomt.
Dikke schaduwen
De strip valt in het bijzonder op door de expressieve tekeningen van Keith Giffen. De personages geeft hij expressieve koppen, soms wat karikaturaal, maar effectief. Ook plaatst hij reeksen close-ups achter elkaar om emoties te benadrukken en de spanning te verhogen.
Giffen tekende Spider-Man als een van de eerste met grote witte ogen op het masker. Todd McFarlane zou dat later ook doen. Hij tekende het webhoofd nog veel spinachtiger dan zijn collega, maar het kan heel goed zijn dat hij deels door Giffens werk is geïnspireerd.
De tekenaar benadrukt de sombere sfeer in het verhaal door gebruik te maken van dikke slagschaduwen. Soms net iets te veel overigens, het ene plaatje waarin de huurbaas van Peter Parker in beeld komt, lijkt Mrs. Muggins eerder een vent dan een vrouw op leeftijd.
De laatste scène gaat over een huurdersvergadering waar Peter Parker ook aanwezig is. Huurders komen samen tegen de hebzucht van de verhuurders die steeds hogere prijzen voor hun krotten vragen. Hoe ze die willen bestrijden? Door een petitie te tekenen voor veilige en betaalbare huizen. In wezen is dit verhaal nog steeds relevant, en door de crisis misschien meer dan ooit.
Het is juist door dit soort verhalen dat als tienjarig kind leerde hoe de wereld in elkaar steekt. Wat dat betreft was het lezen van Spider-Mans avonturen naast ontspanning, soms net zo leerzaam als op school zitten. De strippagina als schoolbord.
Kasplantje
Schrijver en jurist Bill Mantlo was een van de juweeltjes van de Amerikaanse stripindustrie. Hij leeft nog steeds, maar werd in 1992 aangereden door een auto en is lange tijd in coma geweest. Hierdoor heeft hij zodanige hersenbeschadiging opgelopen, dat hij constant verzorgd moet worden. Verhalen schrijven is er ook niet meer bij.
Bill Mantlo en Keith Giffen. Een huis is geen thuis in: Peter Parker, the Spectacular Spider-Man 120 (1986) Marvel Comics/Juniorpress
Bovenstaande prent is afkomstig uit het tweede album van Jodocus de barbaar dat net is verschenen. In deze stripreeks neemt Marq van Broekhoven de fantasystrip op de hak. Ik schreef al eerder een recensie van het eerste deel. Jodocus heeft soms last van visioenen. In de tekening komen dat talent en Jodocus’ verlangen voor prinses Yazine samen in een ‘natte droom’.
In De blauwe wijven zijn Jodocus en zijn geliefde prinses Yazine nog steeds op de vlucht voor de soldaten van haar vader, de verschrikkelijke magiër Azaroth. Yazine denkt dat Jodocus haar geliefde prins Folio is, en de verliefde barbaar laat haar in die waan. Ondertussen wordt de echte Folio gevangengehouden door Azaroth en duiken de legendarische blauwe wijven opeens op in het dorp van Jodocus.
Het is geen groot geheim dat ik het werk van Van Broekhoven met plezier lees. Ik ben fan van zijn autobiografische reeks Marq denkt en ook Jodocus kan ik zeer waarderen, niet in de laatste plaats omdat het plezier dat Marq in het strip maken heeft van de pagina’s valt af te lezen. Hij neemt dan ook de tijd om zijn verhaal te vertellen: voor de openingsscène uit Jodocus de Barbaar #2: De blauwe wijven, die bestaat uit een melige dialoog tussen een postbezorger en een broeder van het klooster der Kabrijnen, trekt hij gerust zes pagina’s uit. En dat allemaal om broeder Marcus bij de lezer te introduceren. De broeder die stiekem verhaaltjes over barbaren, prinsessen en magiërs zit te pennen in plaats van de heilige schrift te kopiëren. Deze broeder Marcus lijkt opvallend veel op hoe Van Broekhoven zichzelf in zijn autobiografische strip neerzet. Oplettende lezers snappen dat de stripmaker op sluwe wijze zichzelf in het verhaal introduceert.
Marq van Broekhoven. Jodocus 2: De blauwe wijven Uitgeverij Strip 2000 ISBN 978907060251 €8,95
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Ik had het niet zien aankomen. Natuurlijk, ieder seizoen van Buffy the Vampire Slayereindigt met het einde van de wereld. Of beter gezegd: met het proberen te voorkomen van de Apocalyps. Dus waarom zou seizoen 8, uitgegeven in even zo veel strip paperbacks, anders eindigen? Toch, de dood van Rupert Giles kwam onverwachts. Ik was geschokt!
In Buffy the Vampire Slayer #39 draait Angel, onder invloed van een boosaardige entiteit, Giles de nek om. Het is een offer van de leermeester die Buffy al die jaren heeft bijgestaan. De schok van de dood van Giles brengt Buffy ertoe om de Seed of Wonder te vernietigen. Het voordeel hiervan is dat de toegang tot heldimensies is afgesloten. Het grote nadeel is dat alle magie uit de wereld zal verdwijnen.
Het hoe en waarom is eigenlijk niet wat mij schokte: het feit dat Giles stierf wel. Giles (gestalte gegeven door Anthony Stewart Head) is al sinds seizoen 1 de Watcher van Buffy. De echte vader van Buffy was voor het merendeel afwezig in de serie, dat maakte Giles tevens Buffy’s alternatieve vaderfiguur. Ik vond het altijd een sympathieke gast, juist omdat Giles zoals iedere ouder feilbaar bleek te zijn. Hij heeft zelfs in zijn jeugd gestoeid met zwarte magie, wat hem alles behalve een vlekkenloze reputatie gaf en bovenal tot een gelaagd en uitgediept personage maakte. We kenden hem niet alleen als de wijze man die alles weet over magie en de heldimensies (altijd handig als je een Vampire Slayer traint), maar ook als een volwassene die zijn rol in de wereld moest vinden toen Buffy steeds meer op eigen benen ging staan. Bovendien kon hij heel aardig zingen. Ik kende Giles al zo lang, het is alsof er een vriend is heengegaan.
Te cartoonesk
Ik zal hem zeker gaan missen, ook al werd de moord enigszins afgezwakt door het tekenwerk van Georges Jeanty. De kracht van de continuering van de televisieserie in stripvorm zit hem deels in het feit dat de acteurs goed zijn nagetekend. De stijl van Jeanty schommelt tussen realisme en een wat meer cartooneske tekenstijl, en juist daar wringt de schoen. Doordat Giles wat meer cartoonesk is getekend op het vierde plaatje (linksonder) wordt voor mij de afstand tussen realisme en hetgeen wordt afgebeeld groter, waardoor de inpakt van de daad minder hard aankomt.
Dat kan een bewuste keuze zijn geweest van de tekenaar, maar ik vind het vooral jammer, omdat Giles hierdoor meer een stripfiguur wordt en minder een mens van vlees en bloed. De stripversie komt daardoor verderaf te staan van het personage dat ik al jaren ken en waar ik me verbonden mee voel.
Mijn gevoel spreekt wat dat betreft stripgoeroe Scott McCloud tegen. Die beweert in Understanding comics dat een meer abstractere tekenstijl identificatie bevordert. De cartoonstijl heeft volgens McCloud twee interessante effecten. Ten eerste wordt een gezicht naarmate deze abstracter wordt uitgebeeld universeler. De realistische weergave kan maar een specifiek individu zijn terwijl de meer abstractere weergave lijkt op veel meer verschillende mensen. Ten tweede bevordert een gesimplificeerde weergave, waarbij vele kleine details niet getoond worden, de identificatie tussen de lezer en het getekende gezicht. Dit komt omdat we in ons hoofd van het eigen gezicht ook maar een schetsmatige weergave hebben. Ik ben het in dat geval dus niet met McCLoud eens. Identificatie gaat veel verder dan de vorm van een personage en in dit specifieke geval moet het personage juist zoveel mogelijk lijken op de acteur die al jaren Rupert Giles gestalte geeft.
De dood van Giles is door de geestelijk vader van het Buffy universum goedgepraat. Joss Whedon legde zijn daad aan Entertainment Weekly als volgt uit:
I have several reasons for that, some of which I can’t reveal because ripples from that event are going to be a part of both [the Buffy “Season 9” comic and the new Angel comic]. Part of it was really just feeling that Giles’ place in the comic book did not sit the way it did in the show. To have this paternal, expositional guy there — it wasn’t really something that played in the comics the way it did when Tony Head [i.e. actor Anthony Stewart Head] does it. I wanted to make all this matter and have something that would send emotional ripples through all the characters. Also, I’m a prick. But I did tell Tony it was going to happen before it did. At first he said, “Oooh,” a little worried. Then I said, “Angel’s gonna kill you.” He said, all excited, “Oooh! That’s great!” [Laughs]
Vanuit het perspectief van de schrijver komt Whedon met allemaal legitieme redenen voor zijn beslissing, daar niet van, maar hoe je het ook wendt of keert: Rupert Giles is dood. En dat vind ik zeer spijtig. Ik ga de beste man, zijn zangpartijen, gestotter en wijsheid missen, zo veel is zeker. Moge hij in vrede rusten en niet terugkomen als vampier of zombie.
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Sjef van Oekel keert terug in de stripwereld. Niet alleen worden de zeven Van Oekel-albums opnieuw uitgebracht, maar ook zullen beide makers, Theo van den Boogaard en Wim T. Schippers, hun samenwerking hervatten.
Eind augustus verschijntIk word niet goedgepland, een bundeling van de eerste drie stripalbums met bonusmateriaal over het opgewonden standje in smoking dat van ontregelen zijn beroep heeft gemaakt. Volgend jaar staat een bundel met de resterende vier albums gepland. Op 5 juni verscheen Van den Boogaards Streken van een serial tekenaar: een diverse bloemlezing van nieuw materiaal en ongepubliceerd werk.
Van den Boogaard ontvangt in zijn atelier aan de Herengracht in Amsterdam. De muren hangen vol met zijn werk, van gedetailleerde tekeningen van stations die hij in opdracht van de NS maakte, tot originele pagina’s uit de Van Oekel-strips. De atelierruimte is als een portfolio waar je doorheen kunt lopen. ‘Zo is het ook bedoeld’, laat de tekenaar weten.
Telefoon!
Van den Boogaard lardeert zijn antwoorden enthousiast met autobiografische anekdotes en scènes uit de Van Oekel-strips: ‘Wim en ik zaten eens in Keyzer toen er een ober naar ons toekwam met een telefoon in zijn hand: “Meneer Schippers, telefoon.” “Ja, dat is een telefoon,” speelde Wim quasi gestoord. “En dit is een tafel en dat is een lamp.” Ik lag dubbel en riep: “Daar maak ik een Sjef-grap van. Alleen heeft de mop zijn climax aan het begin. Thuis verzon ik de oplossing: Sjef zegt tegen die ober: “Leg onmiddellijk de hoorn op de haak. Er kan namelijk ieder moment voor me gebeld worden, ziet u.” Dat was een van de meest volmaakte samenwerkingen tussen ons,’ vertelt de stripmaker met zichtbaar plezier.
Schippers en Van den Boogaard brainstormden vaak samen over een Van Oekel-verhaal. ‘In het begin zat ik geduldig af te wachten wat er kwam. Later opperde ik zelf ook dingen, al zat ik er wel eens naast, want Wim houdt er een specifieke gedachtegang op na.’ In principe schreef Schippers een toneelmatig script dat bestond uit korte beschrijvingen en dialogen. Van den Boogaard vulde dat scenario visueel in. Zo tekende hij in het verhaal waarin Sjef wordt aangesproken door een godsdienstwaanzinnige allerlei bijbelse verwijzingen. ‘Ik begon in de onderwereld, de metro dus, en dan komt Van Oekel bovengronds, in het licht. Ik kleedde dat dan verder helemaal aan met verwijzing naar de Ark van Noach, water in wijn veranderen, et cetera. Zo liet ik de decors er een heel verhaal omheen vertellen, al tastte ik het hoofdverhaal van Wim niet aan. Zijn teksten zijn namelijk heel uitgewogen.’
Tegenslag
Het idee om de oude Van Oekel-albums weer op de Nederlandse stripmarkt uit te brengen is gekomen door Franse en Spaanse heruitgaven vorig jaar. ‘Ik heb De Vliegende Hollander benaderd. We wachten al jaren op antwoord van de Bezige Bij, maar die vond het opnieuw uitgeven te riskant.’ Volgend jaar staat een bundel met de resterende vier albums gepland.
Aan de albums over Sjef kwam in 1994 een einde, midden in een reisverhaal: ‘Er gingen toen allemaal dingen tegen zitten. Veel mensen denken dat we vanwege het proces met Dolf Brouwers zijn gestopt, maar dat is niet zo.’ Brouwers, die Van Oekel op televisie gestalte gaf en wiens evenbeeld in de strips gebruikt wordt, klaagde de stripmakers aan vanwege vermeende royalty’s en omdat hij niet meer in obscene scènes afgebeeld wilde worden. De kwestie is toen geschikt zegt Van den Boogaard: ‘We kunnen op wat voor manier ook doorgaan met die strip.’ Toch kwam de klad erin. De Franse uitgeverij wilde meer seks terwijl de stripmakers het op dat moment leuker vonden om Van Oekel in restaurants te laten zitten en hotelmoppen te maken. Een animatiefilm ging niet door.
Assistentie
Ook sloegen assistenten van Van den Boogaard hun eigen vleugels uit en liet een volgende assistent op zich wachten. Van den Boogaard staat bekend om zijn gedetailleerde tekeningen van herkenbare straattaferelen in klare lijn-stijl. De achtergronden laat hij door assistenten tekenen op basis van een schetsopzet, waar hij zelf dan weer de personages in tekent. ‘Het is anders teveel werk voor één man, tenminste, zoals ik het wil maken.’
Van Oekel komt het beste tot zijn recht in een realistisch decor, vindt de tekenaar: ‘Die geniale grappen van Wim worden sterker als ze zich in een reële wereld afspelen. Dan krijg je het gevoel dat het jezelf ook kan overkomen.’ Maakt de realistische tekenstijl de oude verhalen nu niet visueel gedateerd? Van den Boogaard: ‘Ik heb altijd precies de mode gevolgd. Ik was er trots op dat ik als eerste die witte sokjes met de hoogwaterbroeken en die veelkleurige jasjes uit de jaren tachtig had getekend. Dat werkt nu misschien tegen me. Aan de andere kant kijken mensen nog steeds naar Laurel & Hardy-films. Ik geef dus gewoon een tijdsbeeld.’
Schippers en Van den Boogaard wilden al jaren weer een nieuw Van Oekel-album maken. ‘Wim zou het liefste het lange verhaal waar we toen mee bezig waren voortzetten maar ik wil liever met iets anders beginnen. Dat moeten we nog even overleggen.’ De stripmaker heeft een assistent op het oog waarmee de plannen gerealiseerd zouden kunnen worden.
Streken Streken van een serial tekenaar, de onlangs verschenen nieuwe solobundel van de stripmaker, is een diverse bloemlezing van nieuw materiaal en werk dat niet eerder werd gepubliceerd. Nieuwe cartoons met Witje, het meisje dat steevast naakt rondloopt zonder dat iemand dit opmerkt, staan er ook in. Van den Boogaard tekende de strip Witje vanaf 1967 voor Hitweek. ‘Met Witje kan ik veel kanten op. Ik kan allerlei flauwekul ideeën, actueel of niet, aan haar ophangen.’ In de bundel zitten ook pastiches op de Rijdende rechter. ‘Die wilde ik tekenen in de stijl van Hein de Kort, maar dat bleek toch te moeilijk. Ik ging weer te veel preciseren,’ zegt de stripmaker.
Van den Boogaard heeft zijn werklust weer hervonden: ‘Mijn vriend overleed in 2000 en bovendien was ik maanden bezig met ingewikkelde posters voor het bedrijfsleven.’ Van den Boogaard raakte in een depressie, maar heeft zich er uiteindelijk uit getekend: ‘Meestal teken ik uit herinnering of foto’s, maar toen ben ik de molen gaan tekenen waar een vriendin van mij woont en die door Mondriaan tig keer is geschilderd. Daardoor ervoer ik een contemplatieve rust. Ik moet tekenen om een beetje rechtop in het leven te blijven. Zien dat er iets uit mijn poten komt. Als ik goed heb zitten tekenen ga ik met een ontzettend goed humeur de deur uit.’