Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spidey in de krant

Nog even voortbordurend op mijn post over de Tumblr van The Daily Bugle

Wanneer de voorpagina’s van The Bugle in de Spider-Man-strips voorkomen, bekijk ik die altijd aandachtig. Niet alleen om het fotowerk van Peter Parker te bewonderen, juist ook om te lezen hoe er over de avonturen van de superhelden in New York geschreven en op ze gereageerd wordt. Noem me ouderwets, maar juist doordat over die avonturen bericht wordt in een legitiem medium als de krant, lijken ze juist reëler. Wat in de krant staat is immers waar, nietwaar? Daarbij kan ik al genieten van hoe zo’n krantenpagina is vormgegeven.

Hier enkele sprankelende voorbeelden:

ASM-Ann-15-cover
Niet alleen de cover van tekenaar Frank Miller laat ons een prachtige voorkant van de krant zien, krantencovers zijn de rode draad in deze annual uit 1981 geschreven door Dennis O’Neil, waarin Spidey en the Punisher elkaar flink tegenwerken als het om het tegenhouden van Doctor Octopus gaat. De running gag in dit verhaal is dat de voorpagina van The Bugle telkens aangepast moet worden omdat de activiteiten van Spider-Man en Punisher het nieuws telkens veranderen. Uiteindelijk besluit Jameson, dan nog de hoofdredacteur van de krant, om toch maar te gaan voor deze voorkant waarin hij Spidey weer eens zwart maakt. Eerder heeft Robbie Robertson hem al gewaarschuwd dat het publiek moe is van Jameson’s tirade en dat een dergelijk stuk zeker de verkoop van de krant zal schaden. Dit wordt uiteindelijk bevestigd door een krantenverkoper:

ASMan-Ann-15-30Zo zie je maar dat ook het berijden van je stokpaardjes uiteindelijk verveling bij je publiek kan opleveren.

De voorpagina uit Amazing Spider-Man #252 waarin The Bugle bericht over de vermissing van de meeste Marvel-helden. Dit speelt zich af tijdens het Secret Wars-verhaal waarin een grote groep superhelden en schurken zijn ontvoerd door opperwezen the Beyonder. Hij laat de helden een robbertje knokken op een verre planeet. Let vooral op Jameson’s commentaar op het gebruik van fotomontages tegenover echte foto’s:

ASM-252-krant

En dan deze bijzondere voorpagina’s uit Amazing Spider-Man #240. De credits van de strip zijn verwerkt als krantenkop. Rechtsonder zie je een afbeelding van Jim Shooter, toen de hoofdredacteur van Marvel. Linksonder zie je een afbeelding van hoe schrijver Roger Stern er toen uit zag:

ASM-240-krant

De hand en dialoog zijn afkomstig van Adrian Toomes, aka the Vulture.

Overigens begonnen de meeste Spidey-comics een tijdje geleden met een soort van webpagina van The Daily Bugle. Daarin wordt kort samengevat wat er in de voorgaande delen is gebeurd. Een handig middel om de lezers even bij te praten. Voorheen deed Marvel dit door de hoofdpersoon zelf te laten terugblikken of –denken aan wat er vooraf ging. Een vervelende constructie als je bijvoorbeeld alle delen van een vervolgverhaal in één keer leest, omdat je dan veel herhaling voor je kiezen krijgt. Een voorbeeld uit Amazing Spider-Man #588:

ASM-588-intro

Tegenwoordig doen ze nog steeds zo’n samenvatting, alleen ziet het er niet meer uit alsof het een voorpagina van de krant betreft. Da’s eigenlijk wel jammer.

Categorieën
Spidey's web Strips Video

Spidey’s web: Stan Lee over de creatie van Spider-Man

marvel75

Marvel Comics viert dit jaar zijn 75-jarige bestaan en daar gaat de uitgeverij groot mee uitpakken, als we deze trailer mogen geloven. Ze nemen voor de geboorte van de uitgeverij het moment dat Marvel Comics #1 voor het eerst in print verscheen, in september 1939. De uitgeverij heette toen overigens nog Timely Comics. Pas bij het eerste nummer van The Fantastic Four in 1961 was er sprake van uitgeverij Marvel Comics.

Ik kan me nog herinneren dat het 25-jarig bestaan van Marvel in 1986 werd gevierd, maar kennelijk klinkt anno 2014 75 jaar beter. En waarom ook niet: met de introductie als personages als Prins Namor en Captain America werd de basis gelegd voor het fictieve universum waar Stan Lee, Jack Kirby, Steve Ditko, Bill Everett en niet te vergeten John Romita Sr. in de jaren zestig de architecten van waren. Lee was natuurlijk de grote inspirator voor het Marvel Universum. Zonder hem was de uitgeverij nooit zo groot geworden, had de wereld geen kennis gemaakt met Spider-Man, the Hulk, Daredevil, Iron Man en noem maar op en hadden we nu geen 75-jarig jubileum te vieren.

Overigens waren Joe Simon and Jack Kirby verantwoordelijk voor de creatie van Captain America, waar de eerste comic van verscheen op 20 december 1940. Stan Lee, toen nog gewoon Stanley Lieber geheten, was kort daarvoor aangenomen als manusje van alles op het kantoor van Timely. Al snel kreeg hij echter ook schrijfwerk te doen en veranderde zijn naam in Stan Lee. Zo zie je maar dat mensen die onder aan de ladder beginnen uiteindelijk kunnen uitgroeien tot een van de belangrijkste boegbeelden van de Amerikaanse comicsindustrie. Petje af voor Stan, waar ik nog steeds enorme bewondering voor heb.

Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.
Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.

Nu is Lee nooit te beroerd om oude anekdotes nog eens opnieuw te vertellen en dat doet hij altijd met zo veel enthousiasme alsof hij het verhaal voor de eerste keer vertelt. In het eerste interview dat ter gelegenheid van het jubileum jaar is gehouden, vertelt de legendarische Lee over de geboorte van Spider-Man. De inbreng van Steve Ditko, die je gerust Spidey’s tweede papa mag noemen, wordt in de video overigens niet vermeld.

Marvel heeft een speciale sectie van haar site gereserveerd voor het 75-jarig jubileum. Daar staat nu nog weinig op, maar hou het in de gaten voor meer nieuws.

Categorieën
Strips

Uitslag Stripschapprijzen 2013

Zaterdag 8 maart werden de jaarlijkse Stripschapprijzen, ook wel bekend als Stripschappeningen, uitgereikt tijdens de Stripdagen in Gorinchem. Traditiegetrouw laat een persbericht hierover op zich wachten, al kan het natuurlijk ook zijn dat het Stripschap mij niet op de maillijst heeft staan. In ieder geval staat er nog niets op de site van de organisatie. Gelukkig was juryvoorzitter Ger Apeldoorn zo sympathiek om de uitreikingsteksten en uitslag naar me te mailen.

Bij deze de tekst en de uitslag.

De categorie Nederlands Jeugd

Pim-Pam-PluisAlle strips die genomineerd zijn in de categorie Jeugd werden voorgepubliceerd in een tijdschrift. En dat is goed. Als de strip zijn populariteit wil houden bij nieuwe generaties, dan is het belangrijk dat er leuke, verrassende en spanende strips worden gemaakt voor beginnende lezers. En dat die gepubliceerd worden. En dat er uitgevers zijn die ze daarna willen bundelen. Kito en Boris van Aimée de Jongh werd oorspronkelijk gemaakt voor het tijdschrift Knuffel en daarna door Uitgeverij De Eenhoorn in boekvorm voortgezet. Pim, Pam en Pluis van Gerard Leever werd gemaakt voor Roetsj van Uitgeverij Zwijssen en uitgegeven door Strip2000. En Ivo en de Vikingszoon werd voorgepubliceerd in de jeugdkrant BimBam van het Reformatorisch Dagblad en daarna uitgebracht door de Christelijke Uitgeverijen.

Drie albums die je zonder probleem aan een kind kunt geven. Maar één van de drie springt eruit, doordat het niet alleen een leuke strip is maar ook nog tekenlessen bevat waardoor de lezer zijn eigen creativiteit eraan toe kan voegen.

Daarom is de Penning voor het beste Jeugdalbum 2014 voor een stripmaker die hier al vaker heeft gestaan en zijn album voor de allerjongsten: Gerard Leever en Pim, Pam en Pluis.


De categorie Nederlands avontuur en vermaak:

rhondaIn de categorie Entertainment honoreert het Stripschap albums waarmee je lekker in een hoekje kunt kruipen of waar de lezer smakelijk om kan lachen. Daar maken we er veel van in Nederland, maar drie sprongen er dit jaar uit. Rick Turpin van Yvan Claes en Daniël van den Broek is een vrolijk getekende avonturenstrip over een licht gestoorde Engelse aristocraat die verzeild raakt in de Caraïben. Het soort strip waarvan je zou willen dat er veel meer gemaakt werden, maar het is zoveel werk en ook helemaal niet makkelijk. Amoras 1 en 2 van Marc Legendre en Charel Cambré een eigentijdse herschepping van een klassiek stripduo. Eigentijds in elkaar gestoken, maar vooral ook boeiend verteld. Help Me, Rhonda van Hans van Oudenaarden op basis van een gegeven dat hij samen met Hanco Kolk ontwikkelde is een flitsende actiestrip, die op zij eigen manier het genre opnieuw uitvindt.

Maar de winnaar van de Penning voor het Beste Album uit de categorie Entertainment is er eentje die de commissie bij de lurven greep en niet meer los liet… Help Me, Rhonda van Hans van Oudenaarden.
De categorie Nederlands Literair:

Typex_Rembrandt-coverJe zou denken dat de Penning voor het beste boek in de categorie Literatuur dit jaar wel naar Rembrandt zou moeten gaan van stripmaker Typex. Zo’n groot boek, zo meespelend verteld, zo eigenzinnig, zo persoonlijk, zo… belangrijk voor het imago van de strip in de media. Daar kun je eigenlijk niet omheen. Maar er zijn meer mooie albums gemaakt dit jaar. Met Elsie en Mairi laat Ivan Petrus Adriaanse zien hoe je een historische strip moet maken zonder de menselijke maat uit het oog te verliezen. En Verdwaald van Shamisa Debroey is even meeslepend als poëtisch. Door alles wat het niet vertelt, vertelt Verdwaald misschien wel meer dan heel veel andere boeken. (pauze) Maar wie houden we voor de mal. Rembrandt is het boek van dit jaar en de Literatuur Penning voor 2014 gaat naar die grote, wilde, creatieve en uiteindelijk toch sympathieke beer… Typex, de man achter Rembrandt.

Categorie productie:

De productieprijs is in het leven geroepen omdat het Stripschap al die mensen wil eren die achter de schermen hun eigen bijdrage aan de boeken geven. Dit jaar heeft de commissie drie uitgeverijen genomineerd, die over de hele linie goed hebben gepresenteerd. De nieuwe heruitgave van Roodbaard is slechts één van veel prachtige boeken waar Uitgeverij Sherpa dit jaar (en de jaren daarvoor) hebben uitgebracht. Strip2000 valt al een paar jaar op door een consequente stijl, die met de jaren alleen maar meer tot zijn recht komt. Een simpele beslissing om iedere auteur zijn eigen kleur rug te geven, is uitgegroeid tot een handvat voor het auteursgerichte uitgavenbeleid. En de manier waarop nieuwkomer Lion zijn goed gekozen en perfect vertaalde comicalbums uitgeeft, is beter dan ze in Amerika doen. Maar de winnaar is een uitgeverij die al 25 lang garant staat voor kwaliteit en toeweiding.

Eén van de meest unanieme beslissingen die de comissie ooit genomen heeft. Kom naar het podium en haal je penning op, Matt Schifferstein en Peter Kuipers van Uitgeverij Sherpa.


Categorie buitenlands:

michel_coverIn de categorie Buitenlands heeft de comissie twee albums genomineerd van uitgeverij Blloan en eentje van Oog & Blik. Dat had ook andersom kunnen zijn, want beide uitgeverijen zijn grote spelers geworden op het gebied van de goed vertaalde en uitgegeven betere buitenlandse strip. Het is te hopen dat ze daar allebei nog lang mee door kunnen gaan, want uitgevers met visie kan de stripwereld goed gebruiken. Met Blast #3 van Larcenet honoreert de commissie alle delen van deze dwarse en zwartgallige reeks, waarmee de tekenaar laat zien dat de grootste galbakken nog altijd uit Frankrijk komen. Abeltje van Dillies en Hautière is lichter, of althans qua tekenstijl. Maar ook deze dierenstrip voor volwassenen heeft een prettig melancholieke toon.

Maar de penning voor het beste album in de categorie Buitenlands gaat voor deze commissie naar een meeslepend, menselijk en integer verteld verhaal over een moeder en haar geestelijk beperkte zoon. Een losse flodder, maar een boek wat je bij blijft, want dat kunnen strips ook zijn. Een strip waarmee je thuis kunt komen, Michel van Zidrou en Roger.

 

Alle stripmakers en uitgevers natuurlijk van harte gefeliciteerd!

Een extra penning was dit jaar voor het Meermanno Museum in Den Haag dat sinds enige tijd heel erg zijn best doet om als het Stripmuseum van Nederland gezien te worden.

Interview Fred de Heij
Rob van Bavel kreeg de Frankfurtherprijs
, Frits van der Heide de Bulletje en Boonestaak Schaal en Fred de Heij kreeg natuurlijk de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre, maar daarover is al eerder bericht. Journalist Floortje Smit van het VPRO radioprogramma Nooit meer slapen interviewde De Heij recent over het winnen van de prijs:

De commissie van de Stripschapprijzen bestond dit jaar uit: Paul Teng, winnaar van vorig jaar, stripwinkelier Klaas Knol, Rudi de Vries, wetenschapper en publicist, recensent Teunis Bunt en Daan van den Bos, lid van het Stripschap. Mocht je het niet met de uitslag eens zijn dan mag je bij deze heren gaan klagen.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Dansen, drinken, betalen

Een tienermeisje verlaat haar ouderlijk huis om door Antwerpen te zwerven. Ze is anoniem in de stad en wordt schijnbaar niet vermist thuis. Een straatrover trekt haar tas van haar schouder, waardoor ze ten val komt. Een ridderlijke man, waar ze meteen romantische gevoelens voor krijgt, helpt het meisje overeind. Als dank voor zijn hulp steelt ze zijn sleutelbos en verblijft ze illegaal in zijn huis als hij op reis is.

dansen_drinken_betalen_coverDansen, drinken, betalen is een samenwerkingsproject van theatermaker Adriaan van Aken, tekenaar Philip Paquet en muzikant Joris Caluwaerts. Bij het stripalbum zit een cd met daarop de soundtrack die bij het verhaal hoort. Actrice Sara Vertongen doet hiervoor het stemmenwerk. Kortom: het is een luisterstrip.

Als kind las en luisterde ik graag naar de luisterstrips van Suske en Wiske: je kon eindelijk horen hoe de stripfiguren klonken. De geluidseffecten krijg je er gratis bij. Als volwassen striplezer ben ik minder enthousiast over het fenomeen. Omdat de soundtrack dicteert hoe snel je moet lezen, of eigenlijk, hoe traag je moet lezen, verlies je als lezer je autonomie. Hetzelfde geldt voor zogenaamde motion comics, waar ik overigens ook geen fan van ben. De meeste motion comics ontstijgen de categorie poor man’s animation namelijk niet. Zelf het leestempo bepalen is een van de sterke kanten van het medium strip.

Ook vind ik de stem van Vertongen te volwassen klinken voor het personage dat ze vertolkt. Je hebt de cd wel nodig om het verhaal goed te kunnen volgen, want er wordt soms meer verteld dan de tekeningen van Paquet laten zien. De muziek is echter wel zeer sfeervol. Groot manco aan het verhaal vind ik de sleutelbos van de man die het meisje overeind helpt. Hoe kan het dat hij zijn sleutels niet mist? Hij zou toch door moeten hebben dat ze weg zijn op het moment dat hij zijn huis binnen wil? En hoe komt hij later opeens wel het huis binnen om het meisje te betrappen?

dansen_drinken_betalen

De strip is een bewerking van een theatertekst uit 2006. Tegenwoordig geeft men een voorstelling van dit verhaal met live muziek, waarbij de tekeningen geprojecteerd worden. Dat lijkt me een betere manier om het verhaal tot je te nemen, omdat de bezwaren van de luisterstrip die ik hierboven vermeldde dan deels wegvallen.

Dansen, Drinken, Betalen. Van Aken, Paquet en Caluwaerts.
Uitgeverij Vrijdag € 19,95

Categorieën
Boeken Strips

Boekenweek met Peter van Straaten

Het is weer Boekenweek en dat vieren we vandaag met enkele zeer scherpe cartoons van grootmeester Peter van Straaten. Een van de beste tekenaars die Nederland heeft voortgebracht.

VanStraaten_boekenweek1 VanStraaten_boekenweek2 VanStraaten_boekenweek3 VanStraaten_boekenweek4

Alle cartoons zijn afkomstig uit Peter’s Zeurkalender 2014 die iedere ochtend mijn dag verblijdt, uitgegeven door uitgeverij De Harmonie. Zie ook deze guitige blogpost.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Olga Lawina poseert voor Van Gogh

In het legendarische Agent 327-avontuur Het oor van Gogh wordt schilder Vincent van Gogh gekloond zodat Paul Poendrop zijn nieuwe schilderijen voor veel geld kan verkopen.

oorvangogh327_eppo2Het is natuurlijk een prachtig idee dat er opeens ‘nieuwe’ Van Goghs opduiken, ware het niet dat er op een van de doeken een mobiele telefoon is afgebeeld. Daarom gaan Agent 327 en Olga Lawina op onderzoek uit. Ze komen terecht op het eiland Profiterolles waar een kopie van het stadje Arles is nagebouwd met figuranten en al. Dit alles moet Van Gogh ervan overtuigen dat hij nog steeds eind negentiende eeuw leeft. Als IJzerbroot en Olga de kloon ontmoeten proberen ze hem natuurlijk te redden, maar niet voordat hij een portret van de schone Olga aan het canvas toevertrouwt.

Verschillende stijlen
Het bovenstaande plaatje spreekt boekdelen: Van Gogh ziet in Olga uiteraard een aantrekkelijk model. Ik vind het mooi hoe de stripmaker het schilderij van Olga in potlood heeft getekend, zodat het een andere textuur heeft dan de rest van het plaatje. Sowieso mengt Lodewijk in Het oor van Gogh allerlei tekenstijlen door elkaar: in de scène waarin een medewerker van het museum de geschiedenis van Vincent van Gogh vertelt, gebruikt Lodewijk tekeningen uit de strip Gauguin en Van Gogh van Dick Matena. Matena’s stijl is compleet anders dan de cartooneske tekenstijl van Lodewijk. Hetzelfde geldt voor de tekenstijl waarin Lodewijk de ‘nieuwe’ Van Goghs heeft getekend.

Na de poseerscène proberen onze helden met de kloon van het eiland te ontsnappen. Van Gogh wil eerst nog even langs zijn kamer om wat spullen in te pakken, waaronder een Kuifje-album. Van Gogh zegt in de toekomst stripmaker te willen worden. Terug in de bewoonde wereld stort hij zich dan ook op een carrière als de tekenaar van het stripfiguurtje Knijntje. Dit alles is vermakelijke gekkigheid die alleen uit de pen van Martin Lodewijk had kunnen komen. Tijdens een interview vertelde hij mij daar het volgende over: ‘Tijdens de research heb ik veel tekeningen van Van Gogh gezien. Hij was een man die zeker de kracht van strips ingezien zou hebben. Ik denk dat hij Kuifje bijzonder had gevonden.’

Theo van Gogh
Lodewijk was al met dit verhaal in het Algemeen Dagblad begonnen toen hij voor onderzoek door het Van Gogh Museum liep. Onder indruk van de collectie bedacht hij dat het eigenlijk jammer was dat Vincent zelf niet door het museum kon lopen. Zo kwam hij op het idee om hem te klonen, dan kon de stripversie van de schilder in ieder geval wel zijn eigen museum zien. Ongetwijfeld haalde Lodewijk zijn inspiratie ook uit het nieuws: indertijd beweerde een Franse sekte dat ze mensen kon klonen. Het uiterlijk van dokter Brigitte Holadier baseerde Lodewijk op de sekteleider. Holadier kloont de nieuwe Vincent met behulp van het afgesneden oor van de schilder en het DNA van Theo van Gogh. De filmmaker en columnist speelt dus ook een kleine, doch belangrijke rol in de strip. Een jaar na het verschijnen van de strip werd hij op brute wijze om het leven gebracht.

Agent 327 loopt door het Van Gogh Museum
Agent 327 loopt door het Van Gogh Museum

Veel van de mensen die toen in het Van Gogh Museum werkten, hebben overigens ook een cameo in het verhaal. Naar aanleiding van het album kreeg Martin Lodewijk in 2004 een tentoonstelling in het Van Gogh Museum. Eigenlijk heel bijzonder dat het werk van een stripmaker naast dat van een beroemd kunstschilder hing.

Martin Lodewijk. Het oor van Gogh.
In 2003 uitgegeven door uitgeverij M, later heruitgegeven door Uitgeverij L.

Dit artikel is gepubliceerd in Eppo #12 (2013).

Categorieën
Bloggen Film Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spin in je koffie

Een koffie met daarin een in melk geboetseerde Spider-Man is mijns inziens niet verkeerd en zal me best smaken.

spidermankoffie

Al vermoed ik dat Spidey niet de verdienste is van de barista van dienst, maar de photoshopper die de het plaatje heeft nabewerkt. Waarom ik dat denk? Op deze watertoren is nagenoeg hetzelfde silhouet afgebeeld:

spiderman_watertoren

Wel een mooi idee trouwens, die Spider-silhouetten door New York:

spidey_brandweer

De foto’s vond ik op het tumblr-blog van The Daily Bugle, in het leven geroepen door Sony Pictures. Precies, de site is onderdeel van de promotiecampagne voor The Amazing Spider-Man 2 en de films die daarna nog zullen komen. Volgens de laatste berichten willen ze nu ieder jaar een film rondom mijn favoriete Muurkruiper de bioscoop in slingeren. In tegenstelling tot de flauwe Earth Hour actie waar ik laatst over berichtte, vind ik deze promotiesite wel leuk, ook al geeft het je natuurlijk wel teveel voorkennis over de film, wat de verwachtingen waarschijnlijk te hoog maakt waardoor de rolprent alleen maar tegen kan vallen.

Behalve bovenstaande foto’s staan er geregeld nieuwe stukken op de site, geschreven alsof het hier echt de krant The Daily Bugle betreft. Inclusief het anti-Spider-Man geraas van J. Jonah Jameson.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review X-Men: Ghosts by Chris Claremont

When I was in my teens I visited my grandmother on a regular basis. When she poured tea in one of those fragile porcelain cups, she’d start talking about the developments in the soap operas she followed. My grandmother was an avid watcher of The Bold and the Beautiful, As the World Turns and Days of Our Lives. So, you understand, she had A LOT to tell me about who dated whom, who wanted to kill whom, and which characters fell in love with each other this week. To be honest: I didn’t know what the hell she was talking about, since I never watched those shows. But to humour her, I never let on I didn’t know who Rich Forrester was.

x-men_ghosts_coverNow, why am I bringing my late grandmother and her daily television fetishes up? When I started reading X-Men: Ghosts, knowing I had to review this book for the ABC blog, I started to worry I might come across like my grandmother, because not only do these X-Men stories involve large casts of characters, writer Chris Claremont has a knack for weaving many threads of plotlines into his stories. He basically writes soap operas about characters wearing longer underwear.

But let’s give it a try nonetheless. What the heck, there are worse things than being compared to my grandmother, who was a sweet old woman.

The X-Men were created in the 1960’s by Stan Lee and Jack Kirby. Getting tired of figuring out scientific experiments and accidents with radiation that could give superheroes their special powers, Lee figured: what if they were born with their powers and these special abilities kick in when they reach puberty. So that’s how the race of homo superior, a.k.a. mutants, was born.

In their first incarnation The X-Men were super powered teenagers who were enrolled at the private school of Professor Charles Xavier, a wheelchair-bound psychic. Under his leadership The X-Men tried to save humanity from all kinds of danger, especially mutants who wanted to conquer the world to make it a safer place for their own kind. You see, regular people are often afraid of these specially-powered beings, which make the X-Men stories full of metaphors about racism and the state of society as is.

To be honest, the X-Men weren’t a big success at the time and after a couple of years Marvel only reprinted old stories for a while. In 1975 Marvel published Giant Size X-Men #1 by writer Len Wein and artist David Cockrum and that started a revitalisation of the title. The new team had an international flavour: members came from all over the globe and they weren’t mere teenagers anymore either. When Chris Claremont took over the reigns as author, the X-Men became one of the most popular comic books. For a long period of time the series was the best-selling title, topping other Marvel publications such as Amazing Spider-Man and Avengers. X-Men: Ghosts collects a year worth of comics of Claremont’s mid-eighties stories. Claremont’s run on the title lasted about 16 years (!) by the way. It isn’t very common that a writer sticks to one title that long in the comics industry.

People who have seen the X-Men-movies will be familiar with most of the characters: there’s Wolverine, Cyclops, Storm, Colossus, Kitty Pryde and Rogue in this version of the X-Men. That’s not really surprising though, since the filmmakers took a lot of their story ideas from Claremont’s stories.

Still, when one starts to read, it takes a while to get into the different storylines that were set out before. But don’t worry: the short synopsis at the beginning of the book helps a bit. Besides, just like a real soap, it only takes a short while before you’re right into the action and know who’s who. Comics have a serial form of storytelling, with issues coming out each month. The stories are always written in a way that accommodates new readers.

Wolverine versus Phoenix
Wolverine versus Phoenix

This collection seems to focus on telepath Rachel Summers: in an alternate future where robotic Sentinels dominated mutants, Rachel Summers was Cyclops and Jean Grey’s daughter. Traumatized by being forced to hunt her fellow mutants as a “hound”, Rachel was later hurled back in time to the present. She became part of the X-Men. However she soon discovered she was not in her own past but in a different timeline: certain details were different, including her mother’s death. In X-Men: Ghosts Rachel claims her mother’s Phoenix power to battle a godlike creature called the Beyonder who threatens to destroy our universe. Trying to make amends for her chequered past, she makes some rash decisions a number of times. Although her actions are meant well, they do not seem to work out for the better. It is up to teammate Wolverine to stop the ever-powerful Rachel from becoming a ruthless killer.

Also, Magneto, for years the nemesis of the X-Men, has become their friend since they learned of his childhood imprisonment in Auschwitz. Magneto decides to reform and when Xavier is mortally wounded, he asks his old friend to look over the X-Men. Magneto may be a good guy now, but being charged with crimes against humanity he still has to stand trial for the international court of justice.

Magneto stands trial.
Magneto stands trial.

For me it was a real treat to re-read these stories from the nineteen eighties. Chris Claremont’s talented writing and great feel for dialogue turns these characters into living and breathing creatures that really have an impact on an emotional level. As far as superhero stories go, Claremont offers a nice mix between personal development of all the characters and action packed battles.

I loved John Romita Jr.’s early artwork. He is still one of the best artists in the business today. Guest artists are Barry Windsor-Smith, Arthur Adams and Rick Leonardi. This paperback also contains two articles from Marvel Age, the official fanzine published by Marvel Comics at the time, focusing on the history of the X-Men and the art team of John Romita Jr. and inker Dan Green. The only problem I had with this trade is that, after the last page is read, the story is far from over and leaves you hungry for more. But isn’t that what soap opera is all about?

This review was written for and published on the blog of the American Book Center.

Categorieën
Strips

Google eert Guust

Ongetwijfeld ben je bekend met de Google doodle. Vandaag siert stripfiguur Guust Flater de homepage van Google.nl. Iedereen die deze zoekmachine bezoekt (en dat is tegenwoordig bijna iedereen die online iets zoekt) ziet de vrolijke Flater op een gemodifeerde fiets.

andre-franquins-57th-anniversary-of-gaston-lagaffe

De reden hiervoor is dat Guust vandaag 57-jaar oud is geworden. Op 28 februari 1957 dook deze luie maar vindingrijke stripheld voor het eerst op in het weekblad Spirou.

Daan was zo aardig me op de Google doodle van Guust te wijzen. Recent publiceerde ik een stukje over de geschiedenis van Flater.

Zo’n Google Doodle blijkt een mooie manier om strips onder de aandacht te brengen, want er wordt door veel media over geschreven. Ook Jean-Marc van Tol, een van de creators van Fokke & Sukke, heeft een mening over de Flater doodle. Hij vindt eigenlijk dat Googles tekening een grote Flater slaat. Lees meer op zijn blog (met dank aan de innemende Mars Gremmen, die me op de blogpost wees).

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Superwas

Een nieuwe aflevering met het thema kostuumdrama. Als superheld kun je natuurlijk niet je kostuum bij de stomerij afleveren of deze in een wasserette in de machine stoppen. Of wel?

Er zijn opvallend veel Spider-Man-verhalen waarin we Peter een wasje zien doen. Hij wast zijn kostuum natuurlijk thuis, meestal met de hand. Waarschijnlijk is hij bang dat de kleuren van zijn kostuum zullen afgeven op de rest van de was.

ASM-255-kostuumwassen
Uit Amazing Spider-Man #255. Tekst: Tom DeFalco. Tekeningen: Ron Frenz.

Overigens is dat Spider-Man kostuum wassen een running gag die door verschillende schrijvers is opgepikt. Denny O’neil maakte het overigens wel erg bont in Amazing Spider-Man #213. Peter denkt lekker goedkoop zijn eigen zeep te maken en wast zijn Spider-Man pak daarin. De resultaten steken echter bleekjes af bij de verwachtingen:

ASM-213-06ASM-213-10
Pagina’s lang slingert hij door New York in zijn uitgebleekte kloffie om daarna maar snel weer een nieuw pak in elkaar te zetten.

Volgens Sam Raimi, die drie Spider-Man-films regisseerde, kan Peter Parker net zo goed zijn Spidey kostuum wassen in een wasserette, zoals we in Spider-Man 2 kunnen zien. Raimi maakt van de gelegenheid gebruik om zijn hoofdrolspeler een beetje voor aap te zetten doordat het kostuum inderdaad afgeeft op Peters witte was.
Het is trouwens opvallend hoeveel YouTube video’s er zijn met het thema Spider-Man en wassen. Overigens betreft het vooral flauwe grappen.

Realisme
Het doen van de was is een zeer alledaagse bezigheid. Door dit soort zaken in de Spider-Man-verhalen te vermengen, geven de schrijvers van Marvel ze een realistisch tintje. Hetzelfde geldt voor scènes waarin Peter Parker te maken krijgt met burengerucht, momenten waarop de huurbaas aanklopt voor de achterstallige huur en die keren dat Peter Parker tijd heeft om een hapje te gaan eten en blijkt dat zijn koelkast alleen nog maar beschimmeld brood bevat omdat hij door alle drukte geen tijd heeft gehad om boodschappen te doen:

Ook uit ASM #255.
Ook uit ASM #255.

 

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Werkontwijkend geflater

Wat mij betreft kunnen we Guust zien als de ultieme luie werknemer. Ieder kantoor heeft wel zo’n type rondlopen, al betwijfel ik of er een grappiger luiaard rondloopt dan de heer Flater.

guustflater_strook
Het onnozele hoofd van Guust Flater in het rechter plaatje spreekt boekdelen en is bovendien de punchline van een geslaagde grap. Chef Pruimpit beveelt Guust om een lijst met adressen uit te tikken. ‘En waag het niet te gaan zitten pitten!’ roept hij de slungelige Guust toe terwijl hij het kantoor uitloopt. Maar Guust, de eeuwige luie werknemer, is niet voor een gat te vangen. Hij verbindt de deur met een stuk bijna onzichtbaar nylondraad en maakt de draad aan zijn nek vast. Daarna knapt hij een uiltje en rust met zijn hoofd op zijn typemachine. Zodra Pruimpit de deur opendoet wordt Guust overeind getrokken en begint druk te typen. Maar de afdruk van de toetsen op zijn neus verraadt hem. Het is een mooi voorbeeld van hoe Guust door middel van een van zijn uitvindingen aan zijn werk probeert te ontkomen.

Franquin
De reeks strips over Guust van de Belgische striplegende André Franquin (1924-1997) mag je gerust als klassieker beschouwen, evenals de reeks Robbedoes en Kwabbernoot die Franquin meer dan twintig jaar tekende. Hoewel het duo bedacht is door Rob Vel, was het Franquin die de avonturen pittiger maakte en Robbedoes meer persoonlijkheid gaf. Ook introduceerde hij het wonderlijke wezen de Marsupilami.

Dankzij zijn zwierige, elastieken lijnvoering hebben Franquins tekeningen en personages een vrolijkmakende levendigheid. Met zijn tekenstijl en meesterschap heeft Franquin een duidelijke stempel op de Europese strip gedrukt.

Ontregelen
Franquin vertelde eens het volgende over de creatie van Guust: ‘Ik heb Guust bedacht om even uit te rusten toen ik problemen had met Robbedoes. Ik heb hem gecreëerd om mijn eigen luiheid te illustreren. Zelfs toen ik depressief was bleef ik hem tekenen: hij bracht me rust.’

De carrière van Gaston Lagaffe (‘gaffe’ betekent ‘flater’ in het Frans) in het tijdschrift Spirou (de Franse versie van Robbedoes) begon bescheiden. Opeens dook hij in 1957 zwijgend in de redactionele pagina’s van het tijdschrift op. Wekenlang verscheen slechts één tekening van hem, omringd met tientallen blauwe voetstappen die willekeurig op de pagina’s waren afgedrukt. In eerste instantie was Guust in het leven geroepen om Spirou op te leuken: hij schopte de layout van het blad in de war door argeloos door plaatjes en tekst heen te lopen.
Al snel kreeg hij zijn eigen strip waarin Guust de post moet sorteren van een fictieve redactie die erg veel op de redactie van het stripblad lijkt. Vooral met zijn bizarre uitvindingen en experimenten weet hij veel chaos te veroorzaken. Zo brengt het instrument de Flaterfoon zulke zware trillingen voort dat het plafond, het behang en het plamuur naar beneden storten. Menig experiment heeft een explosie tot gevolg of verstoort ongewild de contractbesprekingen tussen zijn bazen en Demesmaeker.

Maar bovenal probeert Guust op creatieve wijze zijn werktaken te ontduiken en drijft hij zijn chef – eerst Kwabbernoot, later vervangen door Pruimpit – tot waanzin. Wat dat betreft kan een ieder die zijn baas gek wil maken nog veel van Guust leren.
De problemen die Guust veroorzaakt komen voort uit zijn onhandigheid, zijn dierenliefde en interesse in wetenschap en is geen boze opzet. Dat maakt hem juist tot zo’n beminnelijk personage.

Handtekening
guustflater_handtekEen van de kenmerken van de latere Guust-verhalen is de creatieve manier waarop Franquin zijn strips ondertekende: soms door een snelle handtekening, maar vaak was die handtekening onderdeel van een kleine tekening geïnspireerd op de grap. Die verschillende handtekeningen zijn in 1992 gebundeld door Dupuis in Signé Franquin.

André Franquin: De Flater Bende.
Dupuis, 1976.

Eerder gepubliceerd in Eppo #9 (2013).

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: The Fifth Beatle, The Brian Epstein Story

When I was a teenager I found my father’s Beatles record collection in the attic (we’re talking vinyl, by the way). Ever since then, to me The Beatles has been the most important band on earth, ever. To this day, their music resonates within my soul, forming a large and interesting part of the soundtrack of my life. I guess everyone will be familiar with the Fab Four from Liverpool, so no further introduction is needed. Unfortunately, often the same can’t be said about their manager, Brian Epstein, who is far lesser known than John, Paul, George and Ringo.

The Beatles having a grand ol time. In the reflection of the car window we see Brian Epstein, staying behind.
The Beatles having a grand ol time. In the reflection of the car window we see Brian Epstein, staying behind.

One could fill a library with the large number of books that have been published about the Beatles over the years. In the last couple of years, a couple of comic books about the boys from Liverpool came out and now there is The Fifth Beatle: the Brian Epstein Story to complement the lot. Graphic biographies are quite the trend in comic book land, it seems, and while generally speaking most of them are a bit stale and predictably follow the high and low points of someone’s life, some of them offer a good read. Fortunately, The Fifth Beatle, written by Broadway theatre producer Vivek Tiwary and expertly drawn by Andrew C. Robinson, is one of the latter category.

The book tells the story of the young and talented Brian Epstein who saw the Beatles play in the basement club The Cavern in Liverpool in 1961, when he was twenty-seven years old. Brian was running his family’s music store and had tried his hand at fashion design before that. He decided to manage the Beatles and thanks to Epstein’s perseverance and vision they became an international success. Tiwary tells a very layered tale, not shying away from the dark episodes of Epstein’s life. Epstein was a gay man living in an area in which, according to British law, being gay was illegal. Even though he successfully managed the Beatles and other popular British acts, Brian kept focusing on his mistakes, feeling out of place and lonely, and trying to find a place to belong. He became addicted to drugs. Brian died at age 32, accidentally overdosing on sleeping pills.

The book focuses on Epstein, letting the Beatles play second fiddle, which is fine, because Epstein’s story deserves to be told.

I like the fact that Tiwary uses juxtaposition as a literary device. In a brilliantly executed sequence Epstein is meeting Colonel Tom Parker, Elvis’s manager, for lunch. Parker is depicted as a greedy, ruthless and red-eyed devil who wolfs down his food, while Brian is shown to be a modest, well-mannered gentleman who hardly touches the grapefruit he ordered.

Robinson uses a very lively style that sits between caricature and realism, which works well with Tiwary’s tone of voice, which is serious and witty at the same time.

Cartoonist Kyle Baker got to draw some of the more unfortunate episodes in the history of the Beatles, like their troublesome tour in the Philippines and the backlash from John Lennon’s infamous ‘We’re bigger than Jesus!’ comment. Baker uses a cartoon-y drawing style that pays homage to the Beatles cartoon series, and the overall tone of this section of the book is brighter and funnier. In my opinion, since it doesn’t match with the rest of the book stylistically, it could have been left out.

Brian in awe of the Beatles.
Brian in awe of the Beatles.

‘As it turns out,’ the writer explains in his afterword, ‘almost everything in the pages you’ve just read actually did happen. But conveying the truth – while important – has never been my primary goal. My goal with The Fifth Beatle is to use 130 pages of my words and Andrew C. Robinson’s gorgeous art to reveal not just the facts but the poetry behind the Brian Epstein Story.’ As far as I am concerned, Tiwary succeeded very well in his intention. The Fifth Beatle is an interesting graphic poem.

This review is published on the blog of the American Book Center.