Categorieën
Strips

Stripliefde: Piet Pienter en Bert Bibber

catherine_dejongheIedere dinsdag en vrijdag publiceer ik een aflevering van Stripliefde, de rubriek waarin striplezers zich uitspreken over hun favoriete strip of strips.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Catherine Dejonghe, 47 jaar, PR-medewerker ’t Mannekesblad.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Een  van mijn favoriete strips is Systeem Kleerkast van de reeks Piet Pienter en Bert Bibber.
Tijdens mijn jeugd las ik vooral Jommeke en Suske & Wiske. Ik ben opgegroeid in West Vlaanderen en daar zijn Piet Pienter & Bert Bibber nooit zo populair geweest als in het Antwerpse.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Zo’n drie jaar geleden leerde ik mijn vriend kennen en die is uitgever van oa Piet Pienter en Bert Bibber dus …… Het allereerste boek dat ik vast kreeg was Systeem kleerkast.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
De strips hebben onmiddellijk mijn hart verovert door de ongekende soort humor die erin verweven zit, elke strip lees je drie keer of meer en telkens ontdek je nog nieuwe dingen. De grappige woordenschat die Pom gebruikt in bijvoorbeeld de reclameborden langs de weg, zijn soms hilarisch. Zonder dan nog te spreken over het goede persoonlijk contact met de Meester zelf maakt elk boek dubbel waardevol 🙂

Het feit dat er enkel 45 verhalen op de markt zijn maakt het ook heel plezant voor een beginnende verzamelaar als ik , om die bijéén te krijgen!

pietpienter

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De Chninkel

Op de planeet Daar wordt al eeuwig oorlog gevoerd tussen drie onsterfelijke rassen. Het dwergenvolkje de Chninkels leven als slaven en fungeren als kanonnenvlees tijdens de vele veldslagen tussen de drie onsterfelijken. J’on de Chninkel weet zo’n veldslag wonderwel te overleven. Tot hem verschijnt de Schepper der Werelden en geeft hem de opdracht mee om vrede te brengen over Daar. Hij moet binnen vijf zonnekruisingen zijn taak volbrengen, anders vernietigt de Schepper de boel. J’on gaat tegen wil en dank op pad, bijgestaan door de aapachtige Bom-Bom en G’Wel, een blonde, sexy Chninkel, met wie onze held natuurlijk veel liever de koffer in duikt dan dat hij zijn zware taak uitvoert.

chninkel_coverAldus in het kort de premisse van de striproman De Chninkel, geschreven door Jean van Hamme en getekend door Grzegorz Rosinski, waarvan zojuist een jubileumeditie is verschenen bij Casterman. Het is dit jaar namelijk een kwart eeuw geleden dat De Chninkel voor het eerst uitkwam en het album wordt door velen als echte stripklassieker beschouwd. Het album heeft in ieder geval altijd goed verkocht. Ik had het verhaal nog niet gelezen, maar was er nieuwsgierig naar geworden door de goede en uitgebreide special die erover in Brabant Strip Magazine stond. (Ga dat interessante striptijdschrift lezen, mensen!) De special bevat interviews met de makers en is ook in het mooi uitgegeven album opgenomen, evenals wat schetsen en voorstudies van Rosinski.

Gekleurd
Van Hamme en Rosinski kenden elkaar al van de stripreeks Thorgal toen ze aan De Chninkel begonnen. Rosinski gaf aan dat hij graag eens een strip in zwart-wit wilde maken. Er valt een hoop te genieten aan De Chninkel: het tekenwerk van Rosinski is prachtig en het album is sfeervol ingekleurd door Graza. Oorspronkelijk verscheen de strip dus in zwart-wit, waarbij Rosinski zwaar gebruikmaakte van diverse rasters om zijn tekeningen van grijstinten te voorzien. De inkleuring is echter goed gelukt en voegt echt iets toe aan de vertelling, al waren de zwart-wit platen overigens ook oogstrelend. Wat mij verder aan het verhaal aansprak is de groei die J’on doormaakt. Ziet hij zichzelf in het begin nog als nietsbetekenend mannetje, zonder zelfvertrouwen en zonder geloof dat hij zijn taak goed zal kunnen volbrengen, langzaamaan zien we zijn zelfvertrouwen toenemen.

Onlogisch

G'wel, J'ons vriendinnetje. Er zit ook wat erotiek in de Chninkel.
G’wel, J’ons vriendinnetje. Er zit ook wat erotiek in de Chninkel.

Tot zover het goede nieuws. Een paar strips daargelaten, ben ik over het algemeen niet zo’n fan van het fantasy-genre. Bij films als Bored of the Rings haal ik graag mijn slaaptekort even in, en de verbeeldingen van elfjes en dwergjes in strips zijn vaak zo verschrikkelijk clichématig dat je je soms afvraagt waarom het fantasy heet als de makers zelf geen fantasie hebben om met iets nieuws te komen. Ook bevatten die zelfverzonnen mythologieën dikwijls onlogische elementen die vragen oproepen. In De Chninkel is bijvoorbeeld sprake van drie onsterfelijke rassen, waarvan een Zembria de cyclopen wordt genoemd. Dit zijn halfnaakte amazones die hun linkeroog hebben dichtgenaaid. Een van de bestaande Amazonemythen vertelt dat deze krijgers hun rechterborst verwijderden om beter te kunnen boogschieten. Van Hamme dacht daar een leuke variatie op te maken door zijn amazones dus met één oog te laten vechten. Een gek idee, want wie maar door een oog kan kijken, kijkt zonder diepte. Dat lijkt me lastig zwaardvechten op je paard als je geen diepte kunt zien. Een erg onlogische keuze van de auteur dus.

Bijbels
Daarbij leunt Van Hamme naar mijn smaak te veel op de Bijbel als template, waardoor de parallellen tussen De Chninkel en de Heilige Schrift, die we anno 2013 toch wel mogen beschouwen als het oudste fantasyboek ter wereld, snel gaan vervelen. Het is overduidelijk dat J’on als een soort Messias door het leven gaat. Vooral omdat er al in zoveel heldenverhalen met verwijzingen uit de Bijbel wordt gespeeld en me elke superheld een verwijzing naar de Messias meent te zien, is deze aanpak enigszins als sleets te duiden.

De Schepper der Werelden wordt verbeeld als een zwarte monoliet en die lijkt zo nagetekend uit 2001: A Space Odyssee. Deze God is net zo onverdraagzaam, rancuneus en kleinzielig als de schepper uit het Oude Testament. Zelfs als onze kleine Chninkel zijn taak op tijd volbrengt, doodt De Schepper der Werelden wraakzuchtig de levende wezens op de planeet Daar. Eigenlijk zijn die Goden maar enorme zeikerds.

De Messias uithangen is niet zonder risico's. Je weet altijd waar je baantje eindigt.
De Messias uithangen is niet zonder risico’s. Je weet altijd waar je baantje eindigt.

Natuurlijk zijn die parallellen bewust zo geschreven door Van Hamme. Tegen interviewers Tom Vermeeren en Gert Bussens zei hij hier het volgende over:

‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door mythologie en andere sterke verhalen. En de Bijbel is nu eenmaal een boek waarin veel boeiende verhalen te lezen zijn. Ik ben niet gelovig maar toch hebben die godsdienstige verhalen me altijd gefascineerd. Mijn idee was om een mix te maken van thema’s uit het Oude en het Nieuwe Testament. Uit het Oude Testament waren me vooral de bloederige massamoorden bijgebleven en uit het Nieuwe Testament de figuur van Jezus als Messias, als de Verlosser die het ene mirakel na het andere doet en de mensen met verstomming slaat. Ik wilde een verhaal vertellen met als vertrekpunt de “marketingstrategie van een god”, ik noem het meestal “theologische marketing”. Dat is een term die ik zelf heb bedacht. In heel veel primitieve beschavingen is het toch zo dat de goden eerst fouten uitlokken bij de aardse stervelingen, om vervolgens boos te kunnen worden. En tenslotte sturen ze allerlei straffen op hen af om te tonen wie er echt de baas is. Daaruit ontstaat de angst en de vrees van de gelovigen die hun hele leven keihard hun best doen om in de gratie van die goden te blijven en zo verdere straffen in de toekomst te vermijden. Tegelijk bewonderd en gevreesd worden is toch dé ultieme sleutel van elke dictatuur. Zo verzon ik de wereld Daar waarin een opperwezen dat zich manifesteert als een grote monoliet het slavenvolkje van de kleine Chninkels uitkiest als uitverkoren volk om de wereld te redden.’

In het antwoord van Van Hamme lees ik een duidelijke kritiek op de Bijbel en het godsbeeld dat in de Heilige Boeken wordt geschetst en in dat uitgangspunt kan ik mij als atheïst goed vinden. Die kritiek is ook wel in de strip terug te vinden bijvoorbeeld in de wijze mannetjes die denken te weten wat hun god denkt, zitten er zoals altijd naast en heulen onder een hoedje met de machthebbers. Toch: hoewel naar mijn smaak de parallellen tussen Jezus en J’on weer te duiden worden gelegd, is naar mijn gevoel de godskritiek weer iets te subtiel, die had wat meer uitgesproken mogen zijn. Vooral door Van Hammes suggestie in de epiloog dat Daar eigenlijk onze aarde is, zwakt zijn in het interview gemaakte punt wat af.

Maar daar kunnen de lezers van De Chninkel onderling uren over discussiëren, wat al aangeeft dat het een interessant en gelaagd verhaal is. Dat verklaart wellicht  waarom de strip al jaren als klassieker wordt gezien.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Kuifje

Santiago neemt even pauze van zijn Facebookpagina en leest Kuifje.
Santiago neemt even pauze van zijn Facebookpagina en leest Kuifje.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ik ben Santiago Martín (Granada, 1969) alias Santi. Ik ben werkzaam als docent Spaans aan de Faculteit Sociale Wetenschappen te Ljubljana, Slovenië. Daarnaast teken ik strips voor verschillende Sloveense uitgeverijen. Mijn stripwerk kun je volgen op Facebook.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Strips zoals Kuifje, Asterix en Obelix, Lucky Luke, Guust Flater en Paling & Ko zijn mijn favoriete strips en lees of bekijk ik ze weer om de zoveel tijd. De strip Cokes in Voorraad is een van de mooiste strips van Hergé.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Het werk van Hergé heeft mijn entrée tot de stripwereld bepaald en mij tegelijkertijd naar andere strips en stripauteurs geleid.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Met Kuifje kwam ik in aanraking toen ik ongeveer 8 of 9 jaar oud was. De eerste stripalbums die ik las waren De scepter van Ottokar en Cokes in Voorraad. Het waren twee in één. Ik werd meteen verliefd op de combinatie nauwkeurigheid, humor en avontuur.

kuifje_bobby

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

 

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een gesprek met Oom Ben

Er was een tijd waarin Spider-Man-verhalen dubbel en dwars de moeite van het lezen waard waren. Dat tijdperk eindigde zo’n beetje nadat schrijver J. Michael Straczynski ermee ophield en Brand New Day aanbrak. Daarna zaten er soms nog wel heel genietbare verhalen tussen, maar zo goed als de reeks comics van Straczynski en John Romita Jr. is het niet meer geworden.

Een zo’n juweeltje is het verhaal ‘Happy Birthday’ dat in Amazing Spider-Man 498 t/m 500 (2003) is gepubliceerd. In dit verhaal zien we niet alleen op originele wijze enkele interessante momenten uit Spider-Mans carrière, ook krijgt Peter de kans om nog één keer met zijn Oom Ben te praten.

ASM_498-heroes_web

Hierin krijgen Peter Parker, The Fantastic Four, Thor, Iron Man en Cyclops te maken met een invasie van the Mindless Ones. Deze zijn in onze dimensie geraakt en dreigen de hele stad te vernietigen. Mr. Fantastic bedenkt een wapen waarmee hij ze denkt terug te sturen naar waar de Mindless Ones vandaan komen, maar het blijkt een val te zijn: door het wapen te activeren komt Dormammu weer tot leven die de aarde wil vernietigen. Doctor Strange komt net te laat aan om de helden te waarschuwen en gaat de strijd aan met zijn aartsvijand Dormammu. Spidey bemoeit zich ermee, want hij wil de Doctor niet alleen laten vechten tegen de machtige Dormammu, maar door de acties van het Webhoofd komen Strange en Spidey buiten onze dimensie terecht. Sterker nog: ze bevinden zich in the void: de dimensie voor het ontstaan van alles, voor tijd en ruimte. Ja, ja, het klinkt allemaal ver van je bed, maar blijf nog even lezen, true believer.

The Thing en Spidey aan het vechten met de Silent Ones.
The Thing en Spidey aan het vechten met de Silent Ones.

Dr. Strange is dankzij zijn magie in staat Spidey en hemzelf naar onze aarde terug te transporteren, maar daar bevinden ze zich buiten de tijd. Ze zien een potentiële toekomst waarbij Dormammu en zijn Mindless Ones alles vernietigd hebben en de superhelden dood zijn. Maar omdat ze buiten de tijd bestaan, flitsen ze soms terug naar het heden waaruit ze zijn vertrokken. Dit betekent dat Spidey zich zowel in de toekomst als het verleden bevindt, en als Spidey van het pad afdwaalt, bevindt onze held zich op verschillende momenten in zijn carrière. Hij bevindt zich zowel in de toekomst op het moment waarop zijn oudere ik aan zijn einde zal komen en in het verleden, in het het moment waarop de radioactieve spin de jonge Peter Parker zal bijten en hem zijn spinnenkrachten zal geven. Durft Spider-Man in te grijpen en te voorkomen dat de spin hem zijn krachten geeft, zodat Parker een normaal leven kan leiden? Het zou de jonge Peter veel leed in de toekomst besparen. Door zijn acties als Spider-Man kwamen immers Gwen en haar vader George om het leven. Ook verloor Peter zijn geliefde Oom Ben door zijn eigen stommiteit. Niet gebeten worden door de spin zou kunnen betekenen dat ze allemaal nog leven. Maar ja, dat betekent ook dat al die mensen die Spider-Man zou redden, niet gered zullen worden. Wat weegt zwaarder?

Dr. Strange roept Spidey op om zijn stem naar de toekomst te volgen en terug te keren naar het moment voordat Reed Richards zijn wapen gebruikt en alles naar de verdommenis helpt, zodat hij Reed kan tegenhouden. Straczynski laat Peter een reis maken door de tijd, en dat betekent dat hij bepaalde momenten uit zijn verleden nog eens moet doormaken. Hij bekijkt deze niet van een afstand, maar maakt deze dus mee alsof ze nu gebeuren.

Zo zien we zijn eerste gevecht met the Sandman uit Amazing Spider-Man #4, zijn eerste ontmoeting met the Vulture, the Lizard en Electro. Het gevecht tussen de Hulk en Spidey in de grot uit Amazing Spider-Man #14. En zo gaat het nog even door. Spidey vecht zich als het ware door het verleden naar zijn toekomst, en hoewel hij doodmoe is van al het geweld, zet hij door. Als het hem echter weer niet lukt om Gwen Stacy te redden, wil hij het opgeven.

Dan spreekt Doctor Strange onze held vermandend in astrale vorm toe:

ASM_500_strange_web

Het Webhoofd besluit door te zetten en in een prachtige spread van John Romita Jr. zien we hoe hij al zijn vijanden nog eens confronteert (klik vooral op het plaatje voor de grotere versie):

asm_500_johnromitajr

Uiteindelijk is Peter weer terug op het moment dat hij het samen met Thing opneemt tegen de invasie van Mindless Ones, vlak voordat Richards zijn machine gaat gebruiken. Uiteraard lukt het Peter om Reed Richards ervan te overtuigen zijn machine niet te gebruiken en hoewel zijn tijdreisverhaal ongeloofwaardig klinkt, geloven de andere helden het Webhoofd op zijn woord. Als dankzij ingrijpen van de helden en Dr. Strange de wereld gered is, geeft Strange Peter een magisch cadeautje: het is immers Parkers verjaardag. Later die avond op het dak maakt hij dit cadeautje open: het geeft hem op magische wijze de kans om 5 minuten door te brengen op de manier waarop Peter wenst. En dan verschijnt oom Ben op het dak. Wat volgt is deze prachtige en ontroerende scène die ik je niet wil onthouden:

ASM_500_ben1_web ASM_500_ben2_web ASM_500_ben3_web

Ik geef toe dat ik bij dit soort momenten ook een traantje wegpink. Dit prachtige verhaal, waarin sciencefiction elementen moeiteloos worden gecombineerd met een emotionele dimensie, staat in schril contrast met de verschrikkelijke manier waarop het huidige creatieve team Spider-Mans vijftigste verjaardag ‘vierde’ in Amazing Spider-Man #700.

Straczynski en JRJR (wiens tekeningen geïnkt werden door Sr!) gaven de Spideyfans en Peter Parker met Amazing Spider-Man #500 het perfecte cadeautje: op een interessante manier wordt er teruggeblikt op zijn leven. Uiteraard komen in het leven van Spider-Man vooral de moeilijke momenten aan bod, want op dat soort momenten laat een held zien wat hij waard is. Tegelijkertijd verstrekt het Peter in zijn overtuiging Spider-Man te blijven en te beseffen waarvoor hij het allemaal doet. En als dank voor al zijn moeite krijgt hij de kans om nog een keer met zijn geliefde oom Ben te spreken. Wie zou dat niet willen? Nog een keer een goed gesprek voeren met een overleden naaste?

Categorieën
Strips

Sexy juffrouw Jannie door Franquin

juffrouw_jannie_franquinEen sexygetekende juffrouw Jannie door André Franquin. Ze ligt lekker op het strand, tenminste, dat stel ik me zo voor, terwijl ze ligt te dromen van haar heimelijke liefde Guust Flater. Ik ben dol op de levendige, zwierige lijnvoering van Franquin. Een groot stripmeester. Een tijd geleden schreef ik een aflevering van de rubriek Stripplaatje onder de loep over Guust voor Eppo. Die zal ik binnenkort eens publiceren. De afbeelding stond op de Franse Facebookpagina Comics Vintage.

Categorieën
Boeken Strips

Een echte showcase van Frits Jonker

Zaterdag bezocht ik samen met Linda kadowinkel Gifted in Amsterdam. Linda moest daar wat kaarten van Kadolab afleveren die besteld waren en die ze samen met haar collega ontwerpt en maakt. Tot mijn grote vreugde verkopen ze in Gifted ook strips, waaronder van Peter Pontiac, Zone 5300 en er staat zelfs een hele vitrine waarin het werk van Frits Jonker staat tentoongesteld. Een echte Frits Jonker ShowCase dus.

showcase_fritsjonker
Jonker is typograaf, letteraar en beeldfetisjist. Hij heeft een ietwat curieuze, maar boeiende hobby. 14 februari 2005 begon Jonker met ShowCase, een ‘fanzine’ in de vorm van een strook ter grootte van een derde van een A4-velletje: handgeletterde verhalen over alles wat hem interesseert. Unieke hersenspinsels over en met kunst, typografie, wetenschap, levensvragen en zaken waar geen directe aanleiding toe is. In de strookjes tref je bijvoorbeeld een aflevering aan waarin Frits alleen olifantjes tekent, of bepaalde beeldmerken opnieuw heeft ontworpen. Ook plaats hij wel eens beeldmateriaal dat hem boeit, zoals een stripplaatjes. Deze ShowCases fotokopieert Frits in maximaal 25 exemplaren en verspreid hij gratis onder vrienden en kennissen.

Gemiddeld maakt hij een aflevering per dag. Inmiddels zijn het er meer dan 2200 afleveringen. De eerste 1900 werden in 2012 door uitgeverij Xtra gebundeld in een telefoonboekdik boek getiteld ShowCase. Dat boek zie je op de foto staan, met in de vitrine allerlei extra’s die in de doos van ShowCase zitten, waaronder twee boekjes met portretten die Frits maakte op basis van profielfoto’s op Facebook, andere mini-boekjes, ansichtkaarten en een mp3-CD met daarop onder andere een aflevering van VPRO’s Vrije Geluiden, een in de jaren tachtig en negentig wekelijks uitgezonden radioprogramma geschreven door Jonker en gepresenteerd door Albert Ballintijn.

Ik probeer me te beperken tot ongeveer één aflevering per dag en dat betekent dat ik voor mijn gevoel vooral afleveringen niet maak. En afleveringen die ik niet maak zijn trouwens ook nog eens de beste. (pag. 276)

Eigenlijk is Jonker een blogger zij het dan dat zijn blog op een papierenstrookje verschijnt. Inmiddels zet Jonker zijn ShowCase ook online, wat hem een echte blogger maakt. Al ziet hij dat zelf misschien anders. Labels zijn in deze ook niet belangrijk. Een bijzonder boek is ShowCase in ieder geval wel.

Ik hoop Frits binnenkort te interviewen voor een Daily Webhead-video, want ik vind ShowCase een erg boeiend project.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Journalistieke strips, Blacksad, DMZ, Blueberry, IRS en Storm

Jules leest zijn
Jules leest zijn Alain Chevallier.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Jules Calis, 28 jaar, illustrator en journalistiek striptekenaar.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Sowieso journalistieke strips die dicht op de werkelijkheid zitten (en dan bedoel ik vooral het tekenwerk, als het heftig of realistisch is werkt het op mij beter, dan een meer cartoonachtige journalistieke strip), werken van Patrick Chappatte, werken van Joe Sacco, strips door Dan Archer die ik als journalistiek striptekenaar ook hoog in het vaandel heb staan en uiteraard Maus.
Daarnaast: Storm, Blueberry, IRS en Blacksad.
En DMZ door Brian Wood en voornamelijk Ricardo Burchelli.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Journalistieke strips grijpen je als lezer echt bij je lurven. Je beseft dat de verhalen echt zijn gebeurd. De boeken van Joe Sacco hebben ook nog eens zo’n impact omdat het echt pillen zijn die je leest en je veel als lezer incasseert. Niks geen heldendom maar de rauwe werkelijkheid. BAM dit is oorlog!
Storm is een heerlijke strip om je mee te laten voeren naar de meest bizarre werelden en avonturen.
Blueberry is een perfecte anti-held, verhalen zitten goed in elkaar, zijn avontuurlijk en daarnaast een ontzettende inspiratie voor me.
IRS en Blacksad, want ik heb ook een voorliefde voor crime-noir en detectives.
De noir stijl (vooral bij Blacksad en enigzins zie ik het ook erg terugkomen bij Blueberry) geven contrast aan de platen en komen dus ook op de lezer af. Ook iets waar ik me meer in zou willen verdiepen qua techniek.
DMZ trouwens omdat ik het idee van een tweede Amerikaanse Burgeroorlog uniek vond en de eerste vier verhalen ook erg sterk zijn.
De Nachtuil verdient trouwens ook nog een eervolle vermelding!

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
De eerste van de favorieten was Storm en de legende van Ygdrassil. Toen was ik nog een manneke van 6 en vond dinosauriërs te gek. Daarna natuurlijk veel strips gelezen maar nooit echt geweldig gefascineerd geraakt. Wel bizar omdat ik me herinner dat ik echt veel meer plaatjes keek en de tekst bijna niet las.
Pas rond mijn twintigste begon ik andere strips te ontdekken, waarderen, analyseren en bestuderen. Mogelijkheden begon ik meer te begrijpen. Vanaf mijn 25e ben ik echt weer begonnen met tekenen, illustreren en verhalen maken. Door tips van anderen, bibliotheken, stripwinkels, stripdagen en beurzen  heb ik veel meer strips leren kennen.

Tot slot wil ik graag nog even de foto nader toelichten. Ik las als manneke van 8 af en aan en af en aan: Alain Chevallier, De dolende rijder. Ik weet niet waarom ik er zo door gefascineerd was. Toen was ik ook nog behoorlijk autofan en ik denk dat ik de actie me ook wel aansprak. Anyway, ooit ben ik dat album kwijtgeraakt en ook dat drong pas een half jaar geleden tot me door. Uiteindelijk vond ik het album in de tweedehandsbak van de Utrechtse stripwinkel Blunder, dus die heb ik meteen meegenomen en dolblij dat ik het weer heb.

Illustratie: Joe Sacco.
Illustratie: Joe Sacco.

Jules bedrijft zelf ook stripjournalistiek. In april berichtte ik over zijn verslaggeving van het Sound Central Festival. Die strip staat inmiddels op zijn site.

In de rubriek Stripliefde vertellen iedere dinsdag en vrijdag striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips Video

Video: Een van de grootste stripverzamelingen ter wereld

Over stripliefde gesproken: de 51-jarige stripverzamelaar Bob Bretall, begon met comics verzamelen nadat hij Amazing Spider-Man #88 had gelezen. Inmiddels heeft hij 90.000 comics en een huis vol nevenartikelen.

stripverzameling

Spider-Man is nog steeds zijn favoriete held, ook al leest hij de huidge Spidey-comics niet:

“He was the guy that got me into collecting. I always thought he was a very relatable hero, he had problems of his own to overcome but he always did the right thing. I love the line by Stan Lee: ‘With great power there must also come great responsibility’. Those early Marvel comics were not ‘written down’ to kids and had a lot of really advanced stuff in them. I’d often find myself going to the dictionary when reading comics as a kid. Spider-Man will always have that spot as my favourite even though I no longer read new Spider-Man comics coming out today.”

Wat ik hartverwarmend vind aan deze video is dat Bretall zijn verzameling daadwerkelijk leest. Hij koopt ze niet om ingeseald in een kluis te stoppen in de hoop dat hij ze ooit met winst kan verkopen. Zijn strips zien er gelezen uit en hij leest ze nog dagelijks. Het is een levende collectie van iemand die echt van strips houdt. Dat sluit geheel aan bij mijn filosofie: strips zijn er om te lezen, niet om in te beleggen. Nu ben ik wel zuinig op mijn strips en ik houd ze graag goed, maar ik ben niet iemand die per se een eerste druk hoeft te hebben. De meeste Spidey-comics die ik heb zijn herdrukken bijvoorbeeld of trade paperbacks. Ik heb zelfs Batman #1 uit 1939 in de kast staan. Wel een herdruk natuurlijk, dus geen zeldzaam en waardevol exemplaar, maar dat neemt niet weg dat ik het eerste verhaal van de vleerman dus gewoon kan lezen. Het gaat mij om de verhalen. Een goed verhaal, mooi tekenwerk: dát maakt een strip in mijn ogen waardevol. Niet wat er op een veiling voor geboden wordt.

Zie het oorspronkelijke Daily Mail artikel voor foto’s van Bretalls huis.

(Via Spider-Man Crawlspace)

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Kick-Ass 1, Hitgirl, and Kick-Ass 2

Dave Lizewski is just another ordinary American Teenager: he likes girls (but can’t get a date) and he loves videogames and comic books. One day he has an epiphany. ‘Why hasn’t anyone tried to be a superhero in real life?’ he asks himself, and decides to become one. Dressed up in a green bodysuit and a ski mask and armed with just a pair of batons he calls himself Kick-Ass. After walking around in his suit for weeks without doing anything really, his first act as a superhero is an attempt to stop three loitering hoodlums painting graffiti. They beat Dave into a pulp and stab him. When Dave stumbles into the street, he gets hit by a car. This experience answers his question: nobody dresses up as a superhero in real life because when they do, they get their ass kicked.

kickass1

In the hospital it takes numerous operations – they fit three metal plates inside his head – and after weeks of recovery and physical therapy Dave is well again. Before we know it, he’s back hitting the streets. After one of his fights ends up on YouTube, Kick-Ass is an overnight success, and more people start to dress up as superheroes. Like the mysterious Red Mist, who seems to steal the spotlight from Kick-Ass, and Dave doesn’t like that one bit. Soon he’ll learn there’s more to Red Mist than he suspects. Of all the hero-wannabees Hit-Girl and her partner in crime Big Daddy seem to be the genuine article. Although Hit-Girl is only ten, she’s a lethal weapon all by herself and soon things get very, very violent when they take on the mafia.

Original ideas
Kick-Ass
is the brainchild of comic book writer Mark Millar and artist legend John Romita Jr. Millar is known for ultraviolent comic books that deal with marvel1985coverinteresting concepts. In Marvel 1985, a limited series Millar wrote a couple of years ago, the baddies from the Marvel Universe all of a sudden show up in the real world and make havoc. Young Toby Goodman has to travel to the fictional world of Marvel to get help. In Superman: Red Son Millar explores the notion what would have happened if Superman’s rocket landed in Russia instead of Kansas, making him a communist hero. Millar also wrote hits like Wanted, which was turned into a film starring Angelina Jolie, and worked with John Romita Jr. on Wolverine: Enemy of the State.

Romita Jr. is one of the best artists working in the comic book industry today. For the past thirty plus years he’s drawn every major Marvel Comics character including Iron Man, Spider-Man and currently Captain America. Romita is a brilliant visual storyteller: he always puts ‘the camera’ in the right spot and makes sure he presents the story in a clear, exciting way. One can read his comics just by looking at the drawings.

The first Kick-Ass comics inspired a film by the same name by director Matthew Vaughn, but this was not just a carbon copy adaptation. The comic book series had only just begun when the film was being written and shot, so the screen story deviates a bit from the comic book. Which is a good thing, because that way both stories are worth looking into. This summer the sequel Kick-Ass 2 is coming out, and that flick is based on the comics part two and part three in the series, respectively titled Hit-Girl and Kick-Ass 2.

Kick-Ass-hit-girl-schopt-ko

Hit-Girl is a great follow up to the original Kick-Ass comic and deals with the daily adventures of the title character. Although Mindy McCready as Hit-Girl could slice a mafia hoodlum in half with her sword without breaking a sweat, she has a hard time leading a normal life and blending in with her high school classmates. How can she outsmart Debbie Forman, smart-mouthed queen bee of the seventh-graders, if she doesn’t even know what Justin Bieber’s latest album is called and what the hell The Hunger Games are? This is where Dave Lizewski comes in. While Hit-Girl teaches him a thing or two about crime fighting, she learns from Dave what TV series are hip and what songs to put on her iPod.

When Red Mist and the Genovese gangster family try to get revenge on Hit-Girl and Kick-Ass for what they did to the Family in the first comic series, it’s just a matter of time before Mindy and Dave have to suit up once more.

Real-life superheroes
In the third story, Kick-Ass 2, Millar and Romita take the concept of real life superheroes up to a new level when Kick-Ass joins a superhero team. Besides chasing criminals, they also consider more mundane actions such as distribute blankets to the homeless and volunteer at a local hospice. (Stuff we never see DC Comics’s Justice League do.) This shows that Millar is really into tabs on the real-life superhero thing, which is a phenomenon that exists for real in the United States: people dress up as superheroes not so much to fight criminals but to help homeless people or volunteer to help other people in need.

Since Kick-Ass 2 is a comic book, soon things get really ugly and violent when Red Mist, now calling himself The Motherfucker, wants to be the biggest supervillain known to men. He and his group of hired thugs start a violent rampage targeting Kick-Ass’s family and friends and they leave a nasty, bloody trail of victims.

kick-ass-hit girl

The Kick-Ass stories are a wonderful, satirical take on the superhero genre, with a lot of humorous nods and winks at the comic book scene and contemporary popular culture. The humour makes the ultraviolent action sequences digestible for most readers. However, I had the feeling that in Kick-Ass 2 the creators went a bit overboard when for no particular reason the Motherfucker shoots a bunch of kids and adults in a quiet street in the suburbs. Although the depiction of violence has always been a big part of the story in the series – for example: when the mafia in the first series interrogates Dave they torture him and electrocute his scrotum – in Kick-Ass 2 the violence seems even harsher, even more in your face than before and this time it’s presented with little humour to lighten things up. I would say this kind of satire is probably not for the faint of heart.

Still, the artwork looks great, and on the whole, the Kick-Ass series is definitely worth reading for anyone who loves superheroes or likes to take a piss at dressed-up comic book characters. Needless to say: I am looking forward to the third series and the upcoming movie.

This review is published on the ABC blog.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Preacher

Leen leest Preacher.
Leen leest Preacher.

Er blijven nog steeds nieuwe inzendingen binnenkomen voor de rubriek Stripliefde. Erg leuk om al die titels te lezen en de foto’s te zien. Heb je al meegedaan en ken nog andere stripliefhebbers? Schroom dan niet om ze op de rubriek te wijzen. Hoe meer titels, hoe meer vreugd.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Leen Steen, mijn leeftijd gaat je niks aan en ik ben concertpromoter en schrijver.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Preacher en eigenlijk alles waar Garth Ennis het scenario voor geschreven heeft. Delen van Hell Blazer, The Punisher, etc.
Verder alles van Tardi, vooral Isabelle Avondrood. Maar ik lees ook nog altijd graag Asterix,(maar niet in de nieuwe vertaling want die is walgelijk) en Guust Flater.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Een goede strip is meer dan alleen de tekeningen. Net zoals bij film staat of valt het met het scenario. Mooi camerawerk is fijn, maar als er een beeldendiarree wordt opgedist met actie die alleen in dienst staat van het effect en het verhaal of de dialogen niet goed en verrassend zijn, is ’t niks… De Scenario’s van Ennis zijn geniaal.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Een vriendin van me las een aflevering van Preacher op het terras van Ro-Town toen ik haar daar ontmoette. Ik wierp een blik en was hooked; op beide want ik houd van vrouwen met goede smaak.

Preacher1

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending.

 

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Todd McFarlanes Spider-Man

Een van de tekenaars bij Marvel die altijd veel indruk op me heeft gemaakt is Todd McFarlane. Toen hij Amazing Spider-Man begon te tekenen bij nummer 298 (1988), leek het alsof hij uit het niets kwam, maar dat kwam vooral omdat ik de strips van The Incredible Hulk die hij daarvoor getekend had, nog niet kende.

webslingerend_mcfarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

McFarlanes benadering van Spider-Man was radicaal anders dan de tekenaars die hem voorgingen. De meeste van hen streven namelijk een zekere vorm van realiteit na, terwijl Todd gaat voor comic book expressionisme. Zijn stijl kent veel overdrijving en heeft soms karikaturistische trekjes. Spider-Man zag er daarvoor nog nooit zo spinachtig uit. En als McFarlane hem tekende schoot hij meters webdraden af. Vanuit een esthetisch oogpunt interessant, maar in de praktijk niet heel erg praktisch aangezien Parker nogal eens klaagt hoe duur het is om zijn webvloeistof te maken.

McFarlane zegt in een interview het volgende over zijn unieke benadering:

‘I felt we were now in the 1990s and it was time to update some of the characters that had originally been envisioned in the sixties or seventies. I looked at John Romita’s Spider-Man as a young fledging artist looks at Norman Rockwell. You can try to knock off Norman Rockwell, but you can’t win that fight. The best you can hope for is that people will compare you favourably with Rockwell. As much as I admired Romita, I didn’t want to be compared to him. A lot of artists tried to follow Romita when they did Spider-Man and they put a heavy emphasis on the word ‘man’. I decided to be different and focus on the word ‘Spider’. When Peter Parker put on his costume, I cheated on the anatomy and I cheated on the dynamics. I made the costume a little blacker and put a lot more webs on it, I drew the eyes a lot bigger. I wanted him to really look like a spider. On top of that, I also took Peter Parker and Mary Jane out of their 1968 wardrobes and into the kind of clothes people were actually wearing in the 1990s. It seemed more dramatic than it actually was, probably because up to that point everybody was loyal to the Romita look. No one was pushing the character forward because they were afraid of messing with an icon.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

Een kwestie van speculeren

Spidey in een smoking. ASM #322.
Spidey in een smoking. ASM #322.

Het is interessant om McFarlane te horen vertellen over zijn tekenstijl, waarmee hij zichzelf mooi in de kaart speelde. McFarlanes Spidey was bijna meteen een fanfavoriet, waardoor hij een paar jaar na Amazing gedaan te hebben getekend (en geïnkt!) zijn eigen serie kreeg waarvoor hij ook zelf de verhalen mocht schrijven. Spider-Man #1 (1990) verkocht een gigantisch grote hoeveelheid, namelijk een kleine 3 miljoen exemplaren! Dat kwam niet alleen omdat iedereen zo dol was op McFarlane: beginjaren negentig had je de investeringsbubbel in comics. Verzamelaars lieten zich helemaal gek maken door het idee dat je veel geld kon verdienen met strips te sparen. (Iets waarvan Catawiki de kopers laatst ook van probeerde te overtuigen.) Uitgevers speelden hierop in door nieuwe series te beginnen zodat de speculanten nummers 1 konden kopen, ze brachten comics met speciale covers uit, verkochten strips in plastic zakjes… Het kon niet op. Verzamelaars kochten vaak meerdere exemplaren van dezelfde comic: eentje om te lezen en eentje om onaangeroerd te bewaren in de hoop deze later voor veel geld van de hand te kunnen doen. De verkoop steeg als in het begin als een tierelier om daarna als een kaartenhuis weer in elkaar te vallen. Want, ja, je kunt tegenwoordig 1 miljoen dollar krijgen voor een Action Comics #1 uit 1938 als deze in zeer goede staat verkeert, omdat die heel zeldzaam is. Probeer nu maar eens geld te verdienen aan jouw exemplaar van McFarlane’s Spider-Man #1 terwijl er nog 2.999.999 andere exemplaren in omloop zijn.

Dieptewerking
Maar ik dwaal af. McFarlane had een duidelijke reden om de dingen op zijn manier op papier te zetten. Neem bijvoorbeeld zijn manier van Spidey’s webdraden tekenen:

‘All I did was change the design of the webbing so that it was thicker and had more mass. I wanted to be able to wrap it around Spider-Man and create a foreground, a middle ground and a background. In comics, you’re dealing with a two-dimensional art form, and one of the things that John Romita taught me was that you create the illusion of depth by establishing as many different planes as you can. I’d put Spider-Man’s arm in front of his face to create depth, and then add another layer of depth by drawing the webbing in front of that. The traditional way of doing the webbing was drawing straight lines with these ‘X’s on it. The problem with that method was you couldn’t shoot the webbing out towards the reader because the ‘X’s just became bigger. All credibility went away. I changed the style of the webbing so that it worked when it was being shot directly into the reader’s face.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

Wat Todd dus vooral probeerde te bewerkstellingen was dieptewerking in zijn tekeningen. En zijn methode werkt heel goed. Veel beter dan een 3D brilletje zou doen. Bekijk bijvoorbeeld de compositie van onderstaande plaatje maar eens goed. McFarlane maakt hier heel goed gebruik van dieptewerking en de standaard leesrichting om het verhaal te vertellen. Daarbij is aan het hoofd van the Tinkerer goed te zien dat Todd een voorkeur heeft voor expressionistische koppen.

ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.
ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.

McFarlanes stijl zal niet ieders smaak zijn, maar een ding is zeker: het was een compleet nieuwe manier om Spider-Man en zijn wereld te tekenen. Een stijl die veel navolging kreeg overigens. De stijl van Erik Larsen die Amazing Spider-Man van McFarlane overnam, is duidelijk schatplichtig aan die van McFarlane. Ook nam Larsen McFarlanes opvallende pagina-indeling over. Oudgediende Sal Buscema, op dat moment de tekenaar van Spectaculair Spider-Man, begon het Webhoofd in vergelijkbare poses als McFarlane te tekenen. Ook nam Buscema diens kostuumaanpassingen over en de meterslange webdraden.

Todd, die later met de strip Spawn goed geld zou verdienen, is ook belangrijk in het web van Spider-Man vanwege een andere creatie van zijn hand, namelijk: Venom. Maar daarover een andere keer meer.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Storm

Kees en zijn Don Lawrence-verzameling.
Kees en zijn Don Lawrence-verzameling.

Iedere dinsdag en vrijdag publiceer ik een aflevering van Stripliefde, de rubriek waarin striplezers zich uitspreken over hun favoriete strip of strips.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Kees Augustinus en ik kom uit de stripkast. Ik ben 42 jaar geleden op de planeet geraakt. Ik heb een klein taxibedrijfje hier in de regio waar ik woon en doe dat werk al 7 jaar waarvan 3,5 jaar voor mezelf.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Ik ben een gepassioneerd verzamelaar met als favoriete tekenaar Don Lawrence en als favoriete serie Storm. Verder heb ik in de verzameling veel werk van Hubinon, Hermann, Vance en Franq. Mijn favoriete tekstdichters zijn M. Lodewijk, Van Hamme en Charlier.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik was al vroeg een liefhebber en ben door mijn broer aan het striplezen geraakt. Hij las de serie Roodbaard van Charlier en Hubinon. Jaren later, ik denk ongeveer 7 jaar geleden, liep ik op de Vogeltjesmarkt in Antwerpen en kocht ik een stapeltje eerste drukken van deze jeugdliefde. Toen was het hek van de dam. Nu ben ik een kamer in huis kwijt aan alle boekjes die ik heb en struin ik markten en het net af om de verzameling up to date te houden en vervanging te zoeken voor delen in mindere staat. Het is een heerlijk tijdverdrijf en het houdt me lekker bezig.

Don-Lawrence-Storm

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.