Categorieën
Strips

‘Veel kranten denken dat de boekenrecensent er ook wel een stripje bij kan doen’

Een tijdje geleden vroeg Santiago Martín van de site StripSter of hij me mocht interviewen over mijn werk als stripjournalist. Omdat hij in Slovenië woont, werd het een schriftelijk interview dat vandaag op de site is geplaatst.

Hier enkele fragmenten uit het interview.

Kun je iets over je ontwikkeling als (strip)lezer/criticus vertellen?

Foto: Roos Manintveld

Ik heb filmwetenschap gestudeerd aan de UvA en daar heb ik als criticus veel aan gehad. Films analyseren is bijna hetzelfde als strips analyseren. Deze twee media zijn erg aan elkaar verwant. Ik ben mijn hele leven al striplezer dus toen ik besloot om me als journalist te specialiseren, was de keuze snel gemaakt.
Ik lees veel van wat er uit komt. Nu komt er natuurlijk heel veel uit en je kunt niet alles bijhouden. Omdat ik voor media schrijf die eisen dat een stuk tot op zekere hoogte actualiteitswaarde moet hebben, ben ik veel bezig met wat er nu uit komt. Daar gaan de meeste artikelen over.
Verder heb ik een aardige stripverzameling die gestaag groeit. Ik lees ook boeken en blogs over strips. Mijn ambitie is om een van de beste stripjournalisten van Nederland te worden.

Zijn Nederlandse stripjournalisten vrienden of vijanden onder elkaar?
Echte stripjournalisten, dus journalisten die gespecialiseerd zijn in strips, zijn er maar weinig. Er zijn ook niet zo heel veel plekken om professioneel over strips te publiceren. Het grote probleem is meer dat veel kranten en tijdschriften denken dat de boekenrecensent er ook wel een stripje bij kan doen en dat is natuurlijk onzinnig. Je moet mij als striprecensent ook geen toneelstuk laten recenseren. Niet mijn vakgebied, net zo min dat Arie Storm, om maar een bekende naam te noemen, het gereedschap in huis heeft om een graphic novel te beoordelen. Die mensen missen achtergrondkennis over strips en denken te vaak alleen in tekst. Overigens ervaar ik mijn mede stirpjournalisten niet als vijanden, dat zou een ongezonde houding zijn. Het is natuurlijk wel zo dat als Joost Pollmann een stuk heeft gepubliceerd in de Volkskrant er minder ruimte is voor een artikel van mijn hand.

Hoe gaat het met het Nederlands stripklimaat?

Jan Kruis met Jean-Marc van Tol.

Dat is een lastige vraag om zo maar te beantwoorden. Er is de laatste jaren meer aandacht voor de strip in de media, dat is goed lijkt me. Recent waren er 8 afleveringen Beeldverhaal op televisie bij de VPRO. Erg leuk om een enthousiaste Jean-Marc van Tol door de stripwereld te zien reizen.
We hebben 2½ jaar een stripintendant gehad die allerlei projecten heeft opgestart om strips onder de aandacht te brengen. Sommige projecten zijn wat mij betreft beter geslaagd dan het andere. Dankzij Gert Jan hebben wat meer stripmakers het subsidiepotje van BKVB gevonden waardoor ze tijd hadden om aan hun albums te werken.
Ik vind het ook heel positief dat er zoiets is als een BNS en dat deze organisatie steeds meer van zich laat horen. Ik denk dat er nog wel een grote inhaalslag gemaakt moet worden als het gaat om de professionalisering van de stripmakers. Die moeten zich meer als ondernemers gaan opstellen om hun brood te verdienen.
Wat ik ook positief vind is dat de Eppo alweer een paar jaar bestaat. Daar wordt ook een specifiek lezerspubliek mee bediend.
Dat betekent overigens niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn is wat de Nederlandse stripwereld betreft. Stripspeciaalzaken hebben het zwaar, evenals reguliere boekwinkels waar soms ook een aardige stripafdeling is, zoals Selexyz in Amsterdam. De distributie van strips is nog steeds een probleem door de lage oplagen van de albums en de relatief hoge kosten van de distributie. Het is daarom terecht dat er de laatste tijd aandacht voor is. Dat zowel het Stripschap als Lambiek Ron Poland recent een prijs gaven voor zijn harde werk als distributeur is een teken aan de wand dat dit probleem eens op de agenda moet komen.
Ook is het jammer dat bepaalde initiatieven niet de tijd krijgen om zich te ontplooien. Van Eisner kwamen maar vijf nummers uit bijvoorbeeld. Ook ZozoLala is verdwenen. Dat geeft maar aan dat de stripmarkt een moeilijke is.

En toch heeft voormalig stripintendant Gert-Jan Pos veel kritiek op zijn werk en houding gekregen. Hierbij enkele opmerkingen die op het Forum op StripSter aanwezig waren. Hoe denk jij erover? Hij had bijvoorbeeld zich minder moeten “concentreren op stripmakers die al heeeeel lang stripsmaken” (Johan de Neef). “Er is nog steeds weinig aanbod aan strips in de winkels” (Eric Hebben). “Gert-Jan Pos had zoeits als een FACTS.NL op poten moeten zetten” (Gerben den Heeten).
Natuurlijk krijg iemand als Gert Jan veel commentaar, iedereen die zo’n positie bekleedt krijgt dat. En hij heeft hier en daar ook wat steekjes laten vallen, maar ook veel goede dingen gedaan. Het is naief om te denken dat een intendant in twee jaar wel even alle problemen van de Nederlandse strip oplost. Belangrijker vind ik dat iemand met het hart op de goede plek zich heeft ingezet voor de strip. Natuurlijk mag je wel kritisch kijken naar de projecten die hij heeft opgezet of waar hij bij betrokken was, vooral omdat er overheidsgeld mee gemoeid is. Openheid van zaken mag geeist worden.
Had hij meer aan het distributieprobleem moeten doen? Jazeker! Dus ik ben het wel eens met die stelling dat we weinig strips in de reguliere winkel tegenkomen, al is dat ook weer afhankelijk van waar je shopt.
Is na Mooi is dat! zo’n boek als Filmfanfare een beetje teveel van hetzelfde? Dat vind ik wel, maar het leverde wel weer aandacht voor de strip op. Al moet je je afvragen of je strips alleen onder de aandacht wil brengen als medium dat geschikt is om verhalen uit andere media te adapteren. Ik ben het trouwens met de stelling dat hij zich alleen heeft geconcentreerd op oude rotten niet juist: je ziet dat Gert Jan ook veel is bezig geweest met jong talent. En de Kunststripbeurs blijkt toch iedere keer een succes te zijn.
Jammer dat niet een ander het stokje na Gert Jan mocht overnemen. Dan hadden we weer andere invalshoeken gekregen om het medium mee te benaderen. Iedereen heeft immers zo zijn stokpaardjes. De strip in Nederland kan nog steeds hulp gebruiken.

Hoe zie jij in de praktijk dat een striptekenaar “zich meer als een ondernemer moet gaan opstellen om zijn brood te verdienen”. Welke stappen moet hij hierbij zetten?
Dat is een nogal uitgebreide vraag, maar belangrijk is dat je als stripmaker moet beseffen dat je je professioneel moet opstellen en dat je door het maken van strips geen dikke boterham verdient. Dat geldt in ieder geval voor de meesten. Je kunt niet van de albumverkoop leven, er zijn maar weinig plekken waar je je strips kwijt kunt. Neem Erik Kriek die net een prachtig boek over Lovecraft heeft gemaakt. Hoeveel talent Erik ook heeft als stripmaker, hij verdient zijn geld met het maken van illustraties. Ook komt het niet vanzelf aanwaaien, je zult net als iedere freelancer de boer op moeten gaan. Een portfolio samenstellen, jezelf presenteren. Een goede website beheren, je werk onder de aandacht brengen en zorgen dat je opvalt. Dat soort dingen.

Lees de rest op StripSter.

Categorieën
Strips

De boeddha in Toonder verstript

Dit persbericht kwam van de week bij me binnen. De titel intrigeerde me. (Dat geldt lang niet voor alle persberichten, maar dat geheel terzijde.)

Bodhitv.nl, de jongerensite van de Boeddhistische Omroep toont vanaf zondagavond 27 mei het werk van striptekenaars en illustratoren die zich lieten inspireren door de boeddhistische kant van Toonder.

Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de grote verhalenverteller en belangrijke Nederlandse stripmaker Marten Toonder werd geboren.
De BOS zendt op zondagavond 27 mei een portret van hem uit: Toonders denkraam. In hoeverre haalde Toonder zijn inspiratie uit de I Tjing en het boeddhisme, de astrologie en de werken van Gustav Jung?

Bodhitv.nl, de jongerensite van de BOS, vroeg daarom striptekenaars en illustratoren die affiniteit hebben met het boeddhisme zich laten inspireren door de boeddhistische kant van Toonder. Bekijk het grappige, ontroerende en mooie werk diezelfde zondagavond 27 mei op Bodhitv.nl.

Op het web:
De boeddha in Toonder verstript
vanaf zondagavond 27 mei te zien op bodhitv

Op tv:
Toonders denkraam
Uitzending: zondag 27 mei, 18.05, NL 2
Herhaling: vrijdag 1 juni, 14.55, NL 2

Een beetje summier persbericht eigenlijk. Ik had graag gelezen welke stripmakers er bijvoorbeeld allemaal aan het project hebben meegedaan. Ook had ik graag wat meer over Toonders denkraam gelezen. Gelukkig is er op de site van BOS meer informatie te vinden over de documentaire:

Een portret door verhalenverteller door journalist en programmamaker Hans Polak. Toonder leek in verschillende werelden te leven: de praktische en de magische. In hoeverre haalde hij zijn inspiratie uit de I Tjing en het boeddhisme, de astrologie en de werken van Gustav Jung?

Een zestal vertellers onder wie zoon Eiso Toonder, Toonders leerling Dick Matena, zijn biograaf Wim Hazeu en uitgever Hans Matla schetsen het meerkantige karakter van de schepper van figuren als Tom Poes, Wammes Waggel, professor Sickbock en Bulle Bas. Toonder is door sommigen een visionair genoemd. In ieder geval had hij een grote invloed op de taal, letterkunde en het op volwassenen gerichte beeldverhaal.

 

Categorieën
Strips

Winnaars Benelux Beeldverhalenprijs 2012 bekend

Dit jaar vond alweer voor de derde keer de Benelux Beeldverhalenprijs plaats in het NRC. De winnaar is de Belg Frederik van den Stock (Antwerpen, 1986) geworden met zijn strip Consumenten.

Hij krijgt er 1000 euro voor. Nummer twee, Rik Buter met Het Verloren Paradijs, krijgt 500 euro en nummer drie, Marissa Delbressine met Modelgezin, 250 euro.

Eerste strook van 'Consumenten'.

Beeldromans!
De Benelux Beeldverhalen Prijs is in 2010 opgericht om beginnende stripmakers uit de Benelux te stimuleren. Men heeft in het in NRC over ‘beginnende makers van beeldromans (stripromans, ofwel graphic novels)’, maar ik vind eigenlijk dat het gewoon weer over strips moeten hebben, dit klinkt toch pretentieus. En de inzendingen zijn ook maar twee pagina’s lang, dat kun je toch geen beeldroman noemen? Misschien dat graphic novel stimulerender werkt op beginnende makers dan strips…

Anyway, muggenzifterij. Het is toch weer een kans voor jonge makers om hun werk te laten zien aan een groot publiek. Volgens NRC kwamen er dit jaar 129 inzendingen binnen die werden beoordeeld door een vakjury, bestaande uit initiatiefnemers Rienk Tychon en Gert Jan Pos, striptekenaar Hanco Kolk, stripwinkelier Linda Torfs en Jan Paul van der Wijk, artdirector van NRC Handelsblad.

De jury heeft een longlist van 40 inzendingen gemaakt die vanaf 31 mei worden geëxposeerd in kunstcentrum 37PK in Haarlem.

Op de site van NRC staan de strips van de winnaars en andere inzendingen. Je hoeft het natuurlijk niet met de jury eens te zijn – sommige reageerders onder het artikel zijn dat ook niet. Wat ik wel mis is een mooi juryrapport. Ik had graag gelezen waarom deze stripmakers hebben gewonnen en waar precies op is beoordeeld. Dat staat allemaal wel in de papieren versie van NRC, maar ontbreekt online.

Kijk en oordeel zelf.

Categorieën
Strips

Stripdagen Haarlem 2012: Kijk! Lees! Arabische strips!

Tijdens de elfde editie van de Stripdagen Haarlem, die in het eerste weekend van juni plaatsvindt, staat de Arabische strip centraal. Programmadirecteur Joost Pollmann licht toe.

Affiche getekend door Peter van Dongen.

In de thematentoonstelling Chouf! Qra! (Kijk! Lees!) wordt het werk van tien stripmakers uit de Arabische wereld getoond, waaronder Marokko, Egypte en Soedan. Van hen zijn strips, cartoons en andere publicaties te zien, evenals stripbladen en albums.

Al sinds de eerste editie in 1992 van Stripdagen Haarlem kijkt het stripfestival ver buiten de landsgrenzen. Eerder kwamen onder meer Brazilië, Scandinavië en Indonesië aan bod. Waarom eigenlijk? ’Op een paar liefhebbers na weten mensen vaak niets over strips uit andere landen. Het is gewoon nodig dat men weet dat het er is en wat er allemaal is. Ik heb daarom ook nu weer geprobeerd om zoveel mogelijk tijdschriften en boeken te verzamelen,’ vertelt Joost Pollmann, programmadirecteur en samensteller van de expositie. ‘Oost-Europa hebben we in de vorige editie toegankelijk gemaakt met een online database en een tentoonstelling. Nu geven we een beeld van de Arabische strip, die op dit moment erg in ontwikkeling is. Er ontstaan nieuwe initiatieven, er komen nieuwe stripbladen uit en een jonge generatie stripmakers laat van zich horen. Die ontwikkeling staat eigenlijk los van de Arabische Lente, al is de aandacht die de regio’s daardoor krijgen een gelukkig toeval voor ons. Het lijkt nu alsof we daarop inspelen, maar ik was al een jaar met mijn onderzoek bezig voordat de volksopstand in Tunesië begon.’

Censuur
Behalve laten zien wat er allemaal is, hoopt Pollmann ook zekere vooroordelen te ontkrachten: ‘Mensen hebben veel vooroordelen en aannames, die worden natuurlijk ook erg gepusht door een zekere blonde politicus. Een zo’n hardnekkig misverstand is dat het maken van afbeeldingen in islamitische landen verboden zou zijn. Maar is er is juist ontzettend veel beeld, alleen in de moskee mag het niet. In de gebedsruimte zijn vooral arabeske en abstracte vormen te zien. Daarbuiten wordt er gewoon gefilmd, getekend en gefotografeerd.’

Censuur kennen de landen wel, hetzij vanuit de heersende macht of vanuit de religie, al verschilt de mate van land tot land. Onder Mubarak werd in 2009 de striproman Metro van Magdy El Shafee een jaar na publicatie verboden. Deze grafische roman over het drukke en rumoerige leven in Caïro, met corrupte politici en criminele jongeren, beviel het regime van Mubarak niet. El Shafee werd door zijn verboden boek voor buitenlandse stripliefhebbers en journalisten een boegbeeld voor de Egyptische stripcultuur.

‘Het ergste geval van censuur is natuurlijk Ali Ferzat uit Syrië,’ vertelt Pollmann. ‘De geheime politie sloeg de cartoonist in elkaar, brak zijn vingers en dumpte hem langs de weg. Naar verluidt was de directe aanleiding voor deze aanval een cartoon waarop Assad bepakt en bezakt probeert mee te liften met Khadaffi, die per jeep de stad verlaat. Het is ironisch dat voordat Assad aan de macht was, hij een fan was van het werk van Ferzat.’

Illustratie: Kifah al Reefi.

Facebook
Ferzat is een van de stripmakers van wie er werk te zien is in Chouf! Qra! Iedere stripmaker vertegenwoordigd een land, zodat er verschillende aspecten van de Arabische strip worden getoond. Zoals Kifah al Reefi. Hij was een bekend tekenaar in de landen rond Irak en is gevlucht voor Saddam Hoessein die zijn cartoons niet kon waarderen. Hij woont tegenwoordig in Amsterdam-Noord. ‘Zijn geschiedenis is interessant, want exemplarisch voor veel tekenaars uit moeilijke politieke landen. Reefi heeft een prachtige woordeloze stijl, je moet als kijker meedenken om de symboliek van de prenten te interpreteren. Hij tekent veel over identiteitsproblemen en traumatische ervaringen.’

Sara Qaed uit Bahrein publiceert haar politieke prenten over de Arabische Lente op Facebook en Twitter. ‘Voor onze begrippen neemt ze een nogal radicaal standpunt in. Ze is van mening dat het volk is opgehitst door Hezbollah en Iran om de eenheid in het land te verstoren.’

Ook zijn er strips over The 99 te zien: een groep superhelden die genoemd is naar de negenennegentig namen of eigenschappen van Allah. De helden danken hun krachten aan een handvol mystieke Noor Stenen en strijden tegen het onrecht in de wereld. ‘De bedenker hiervan, Dr. Al-Mutawa, wilde iets plaatsen tegenover het negatieve stereotype beeld van de Arabier. Ook wilde hij de Arabische jeugd nieuwe rolmodellen bieden. Overigens zegt hij er wel expliciet bij dat het geen islamitische helden zijn, maar superhelden die islamitische waarden vertegenwoordigen, zoals tolerantie en moed,’ zegt Pollmann. Saillant detail: de comics worden door Amerikaanse vrouwen getekend.


Het is niet alleen politiek of escapisme wat de klok slaat. Recent werd het magazine Tok Tok uit Cairo opgericht. Met een kleine oplage vooral populair bij een hip, jong publiek. ‘Het blad staat vol met alledaagse taferelen. Mannen die twijfelen of ze wel of niet hun baard moeten afscheren, verhalen vol straatscènes waarin men met de scooter door de stad rijdt. En het ziet er allemaal heel luchtig uit. Niet dat dat een reactie is op de zwaarte van het leven daar overigens. Al zijn in de strips agenten en officieren wel prominent aanwezig.’ Mohammed Shennawy uit Egypte is de aanvoerder van Tok Tok, hij is een representant van de nieuwe jonge stripmakers in de Arabische regio. ‘Een heel goede tekenaar, zijn stijl lijkt veel op die van de Franse stripmaker Philippe Vuillemin. Maar dat berust op toeval, hij heeft Vuillemin pas kortgeleden ontdekt.’

Kinderwerk

Cartoon: Sara Qaed

Pollmann schreef een essay dat Forum, centrum voor multiculturele ontwikkeling, tegelijkertijd met de expositie uitbrengt. De stripspecialist geeft hierin voorbeelden van de Arabische stripcultuur. ‘De Arabische landen hebben een veel langere stripgeschiedenis dan dat ik aanvankelijk dacht. In de negentiende eeuw had je al satirische tijdschriften, net als hier. De geschiedenissen verlopen eigenlijk parallel. Wij hadden de Pep, zij Sinbad en andere jeugdbladen. Het merendeel van de huidige markt bestaat uit commercieel product gericht op jonge lezers. Disney is bijvoorbeeld actief in tien landen in het Midden-Oosten, ook Superman is in het Arabisch te lezen. Populaire stripbladen als Majid en Basim worden in oplagen boven de 100.000 exemplaren uitgebracht. De graphic novel-markt, strips voor een volwassen publiek gemaakt door auteurs, is klein maar in opmars. Er zijn veel initiatieven van jonge stripmakers, maar de zichtbaarheid van het medium is over het algemeen niet groot door slechte distributie en kleine oplagen.’

Manga
Natuurlijk moet men oppassen met het trekken van algemene conclusies bij een begrip als ‘Arabische strip’: we praten over stripculturen uit verschillende landen, geen homogeen gebied. Toch vielen Pollmann enkele overeenkomsten op in de twee jaar dat hij onderzoek deed. ‘Als je de typografie even wegdenkt, die overigens wel erg mooi is trouwens, is het opvallend hoe westers de strips ogen. Ik zie qua stijl niet veel verschillen met de Europese strip. Opvallend veel stripmakers tekenen in de manga-stijl. (Japanse strip met een expressieve stijl, red.) Op zich is dat logisch, want manga is op dit moment wereldwijd ontzettend populair bij jongere tekenaars, van Afrika tot Oost-Europa. Ook opvallend is het vrij grote aandeel van vrouwen onder de stripmakers. Ik heb een aantal Libanese stripmaaksters gesproken en van hen heb ik begrepen dat mannen vooral een “echte” loopbaan volgen. Strip maken wordt als beroep niet serieus genomen omdat men in de Arabische landen het medium toch vooral als leesvoer voor kinderen ziet. Precies zoals hier in de jaren tachtig.’

Maar er gloort hoop volgens Pollmann: ‘Naarmate meer tekenaars zich zullen bezighouden met verhalen voor volwassenen, al dan niet met politieke onderwerpen, zullen pers en publiek meer waardering krijgen voor het medium.’

De tentoonstelling Chouf! Qra! is tijdens de Stripdagen Haarlem in Galerie 37 te zien, in oktober en november ook in het Persmuseum te Amsterdam. Joost Pollmann geeft ook een gratis lezing over de Arabische strip in de Stadsbibliotheek van Haarlem op 2 juni om 16 uur.
Zie ook: www.stripdagenhaarlem.nl

En verder biedt de Stripdagen Haarlem:

Stripatlas
De Stripdagen Haarlem werpt de blik ook op de Nederlandse stripcultuur. Via de digitale Stripatlas wordt met één klik duidelijk waar stripwinkels, stripinitiatieven en stripmakers te vinden zijn. Nederland telt namelijk een aantal boeiende strip scenes, van de Inktpot in Utrecht, G’runn in Groningen tot stripantiquariaat Lambiek in Amsterdam. Stichting Beeldverhaal maakte deze geografische inventarisatie, na het festival zal Stichting Stripstift de gegevens updaten en aanvullen. De Stripatlas is bedoeld voor de branche en voor iedereen die op zoek is naar praktische stripinformatie.

Exposities
Traditiegetrouw zijn er veel exposities tijdens de Stripdagen Haarlem over stripmakers en beeldcultuur. Een kleine greep uit het aanbod: Turkartoon in Hotel Lion D’or laat de rijkdom zien van de hedendaagse Turkse strip; in Galerie Année II is een intergalactische expositie naar aanleiding van 15 jaar stripcollectief Lamelos; in een overzichtstentoonstelling van Joost Swarte in Tipitina hangt werk dat niet in zijn recente bundeling (Bijna) Compleet staat en de tentoonstelling bij Mark Keppel Lijstenmakerij & Galerie toont het ontwerpproces van het affiche voor de Stripdagen Haarlem 2012, ontworpen door huisstijltekenaar Peter van Dongen.

Muziek en strips
Zaterdagavond 2 juni is in het Patronaat het Zone 5300 festival. Zone 5300 is een tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa. Op het podium onder meer striptheater met Eefje Wentelteefje en rock uit de Verenigde Staten met Swearing at Motorists/Marble Alley. Tussen en tijdens de optredens zijn cartoonjocks (live-striptekenen op muziek) actief. In samenwerking met de Turkatoon-expositie brengt Zone 5300 een special uit waarin een zestal Turkse striptekenaars voor het voetlicht wordt gebracht die behoorlijk afwijken van het beeld dat we hier hebben van Turkse cartoonisten.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #21 2012.

Categorieën
Strips

Posy Simmonds in het Belgisch Stripcentrum

Typisch Engels zijn de stripverhalen van Posy Simmonds, doorspekt als ze zijn met literaire zinspelingen, klassenconflicten en onderdrukte verlangens. Vanaf mei tot en met november is in het Belgisch Stripcentrum een retrospectief van het werk van Simmonds te zien, getiteld Typisch Engels.

Tijdens het laatste Strip Turnhout festival sprak ik deze grootse dame van de Engelse strip voor de VPRO Gids. Simmonds was jaren een goed bewaard geheim van de Britse strip. Met stripromans over de getormenteerde heldinnen Gemma Bovery (vrij naar Gemma Bovary van Gustave Flaubert) en Tamara Drewe brak ze in het buitenland pas echt door als stripmaker.

Met plezier kijk ik terug op dit gesprek met deze charmante stripmaakster op leeftijd de met zeer trafzekere maar verfijde lijnen tekent.

‘Het tekenen vind ik het leukste gedeelte van mijn werk. Je kunt dan lekker zingen of muziek luisteren. Als ik aan het arceren ben is het fijn om Bach te draaien. Dan kan ik in het ritme van de muziek de lijnen trekken. Als ik iets dramatisch moet tekenen, draai ik iets verdrietigs. Bijvoorbeeld ‘Dido’s Lament’, een prachtige aria van componist Henry Purcell. Goed, ik moet er niet te hoogdravend over doen, want uiteindelijk hebben we het over het schrijven over stripfiguren, maar het helpt wel bij het werk om in de juiste gemoedstoestand te komen,’ zei Simmonds tegen me tijdens het ontspannen gesprek over haar carrière, stripbewerkingen en Brits overspel.

Stripkenner Paul Gravett is de curator van de expositie die mede tot stand kwam met de steun van de Belgische Ambassade in het Verenigd Koninkrijk, de British Council en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De opening is dinsdag 12 juni om 18.30 en Simmonds zal dan natuurlijk aanwezig zijn.

Belgisch Stripcentrum
Zandstraat 20
1000 Brussel
België

Categorieën
Film Strips

Terugblik Imagine: Superhelden, meneer!

Wat een feest was de 28ste editie van het Imagine filmfestival. Een berg leuke films gezien, gepraat met gelijkgestemden en interessante lezingen bijgewoond. En wat is er dan leuker dan na te genieten door even terug te blikken op het hoofdthema van deze editie: de immer inspirerende superhelden!

Superhelden stonden centraal dit jaar. Je weet wel, die vrolijke snuiters in kleurrijke outfits met superkrachten die het onrecht bestrijden. Hoewel, in de documentaire Superheroes van Michael Barnett zijn het vooral brave burgers die de straat op gaan in zelfgemaakte pakjes en dito identiteiten. Ze noemen zich Master Legend, Mr Extreme of Zimmer en ze beschikken weliswaar niet over superkrachten maar wel over een flinke dosis zelfoverschatting.

Tijd voor een biertje
Goed, sommigen van hen zijn kundig in een vechtsport, maar die vormen eerder de uitzondering op de regel. En dan is het nog steeds lastig kogels ontwijken, vooral als je Master Legend heet en je je energie haalt uit het consumeren van grote hoeveelheden bier. Het moment dat de oude man in vol ornaat op een barkruk plaatsneemt, een biertje achterover slaat en vervolgens probeert indruk te maken op een veel jonger meisje staat me nog helder voor de geest.

Ik vond het een aandoenlijke documentaire: hoewel de real-life superheroes handelen met goede bedoelingen, krijg je natuurlijk al snel kick-ass situaties waarin de ‘held’ door dealers en autodieven in elkaar wordt getimmerd. Dergelijke taferelen zien overigens niet in Barretts film, wel superhelden die overlevingspakketjes uitdelen aan zwervers in San Diego en een groep vigilantes die een potenrammer in de val willen lokken. Op YouTube zijn wat dat betreft schokkender beelden te zien van de lotgevallen van deze beunhaashelden.

In de keuken van Stan
In Superheroes wordt striplegende Stan Lee ook gevraagd naar zijn visie over de ‘echte helden.’ Lee kwam tijdens deze editie van Imagine wel vaker in beeld. Hij kreeg de Career Achievement Award en er draaide een boeiende documentaire over de man en zijn leven. Aangezien Lee een van mijn helden is, wilde ik With great power: The Stan Lee Story bijzonder graag zien. Lee’s carrière wordt behandeld, maar ook zien we beelden uit zijn privéleven. Stan is al zestig jaar met Joan getrouwd, en de een-tweetjes tussen hen zijn vermakelijk om te zien. Ze plagen elkaar met veel affectie, en die Joan is net als echtgenoot Stan niet op haar mondje gevallen.

Bijzonder is de scène in de keuken waarin de dood van een van hun kinderen ter sprake komt. De 89-jarige Lee wordt daar nog steeds zichtbaar emotioneel van. Het zijn dit soort kijkjes in Stans privéleven die de film een meerwaarde geven, want verstokte fans weten natuurlijk allang hoe en wanneer hij Spider-Man en de andere helden bedacht. With great power biedt de persoonlijke kant van de striplegende en dat vind ik bijzonder. Lee had overigens wel final cut: hij bepaalde uiteindelijk wat de filmmakers wel en niet mochten laten zien. Verwacht dus geen kritische noten.

Zelf kan ik geen genoeg krijgen van deze energieke, inspirerende opa van de Amerikaanse strip, die nog dagelijks aan het werk is om nieuwe personages te bedenken, media-projecten uit te stippelen of boekjes te signeren op een stripbeurs. Hij vindt het allemaal nog veel te leuk om te stoppen en kan zeer aanstekelijk vertellen over zijn werk. Daarmee onthult Lee waarschijnlijk zijn grootste geheim: wie positief in het leven staat, leeft nog lang en gelukkig.


Stans dankwoord voor zijn award.

Saillant detail: Will Hess, een van de drie regisseurs van de film was op het festival aanwezig. Na de eerste vertoning kreeg de regisseur, zwaar vermoeid door jetlag, een epileptische aanval. De dag erna was Hess gelukkig weer helemaal de oude.

Persoonlijk ben ik hem en zijn partners zeer dankbaar dat deze documentaire is gemaakt. Het werd verdomme een keer tijd dat de man die in de jaren zestig de renaissance van het superheldengenre veroorzaakte een eigen film kreeg. Renaissance? Sterker nog: als Lee niet met zijn meer menselijke helden op de proppen was gekomen, was het superheldengenre allang uit saaiheid overleden. Zo, dat is er uit.

Lachen met en om superhelden
Behalve fictiefilms en documentaires had Imagine ook een paar speciale presentaties in petto. Cabaretier én stripliefhebber Thijs van Domburg is een van de leden van Comedy Train, met als thuisbasis het befaamde Amsterdamse theater Toomler. Als trouwe bezoeker van Imagine raakte Thijs zo geïnspireerd door het thema superhelden, dat hij speciaal voor het festival een voorstelling bedacht: Stand-up Superhero. In ruim een uur kwamen clips uit zo’n veertig superheldenfilms voorbij die door Thijs met veel humor werden gerecenseerd.

Zelf was ik vergeten dat de Captain America in de film uit 1990 een watje was, maar Van Domburg presenteerde een paar clips uit deze film waarin de roodblauwe soldaat van Marvel er flink van langst krijgt. Zijn grootste vaardigheid is de auto uitrennen en faken dat hij moet kotsen. Ook goed gevonden was de samenvatting van de film Wolverine. Wanneer Hugh Jackman het moeilijk krijgt, schieten de klauwen uit zijn handen, strekt hij zijn armen en brult hij heel hard in de camera. Dat doet hij iets van vijf keer, waarmee alle oppervlakkigheid van het scenario aan het licht is gebracht.

Ik vond Van Domburgs show een fijne en frisse manier om naar het genre te kijken. Ik hoop dat ze op Imagine vaker van dit soort dingen gaan presenteren. Aangezien de festivalleiding erg blij was met deze specials in het programma, voorspel ik dat we volgend jaar meer van dit soort dingen gaan zien.

Andere speciale voorstellingen tijdens het festival waren de lezing van Franca Jonquiere over geluid in de film, het interview met de animatieproducenten van Il Luster en natuurlijk mijn goedbezochte lezing over mijn favoriete Webhoofd. Dit soort extraatjes verbreden het aanbod van het filmfestival en bieden ook wat verdieping.

Overigens is Van Domburg een van de genomineerden voor de Comic House debuutprijs. Agentschap Comic House neemt het stokje over van de VPRO en sponsort vanaf dit jaar de Debuutprijs die wordt uitgereikt tijdens de Stripdagen Haarlem 2012. Van Domburg is genomineerd voor zijn strip 2017, getekend door Aimée de Jongh. Het is een prequel van zijn theatershow.

Het superheldenprogramma omvatte nog meer, maar helaas heb ik die films gemist tijdens het festival. Niet getreurd, het filmoverzicht staat gewoon nog online, dus er valt nog een hoop uit de virtuele videotheek op te halen.

Categorieën
Strips Video

Zo tekent Albo Helm een portret

Illustratie: Merel Barends

Striptekenaars in actie. Ik kijk graag als een tekenaar aan het werk is. Toch kun je niet de hele tijd over hun schouder meekijken, dat zou op een gegeven moment irritant worden. En als je te lang in het atelier rondhangt sta je voordat je het weet koffie te zetten en koekjes uit te delen. De beste plek om een stripmaker aan het werk te zien is tijdens een stripbeurs, als je held een krabbel zet in het album dat je net hebt aangeschaft. Maar het kan ook anders, als er een video gemaakt wordt van een tekensessie bijvoorbeeld.

Deze trof ik aan op de site van Albo Helm. Een jaar lang tekende hij iedere dag een portret van iemand die op die dag was geboren en die hem persoonlijk aansprak. Dat leverde 366 tekeningen op die allemaal op Koninginnedag geëxposeerd werden in galerie De Schuur te Utrecht. Speciaal voor de video, gemaakt door Jos Hoes, tekende Helm dit portret van Solomon Burke.

Stripmakers moeten ondernemen
Recent werd kreeg ik een stel vragen voorgeschoteld door Santiago Martin voor StripSter. Een van die vragen ging over het zelfstandig ondernemerschap van stripmakers. Ik vind dat je je als stripmaker als een ondernemer moet opstellen. Een belangrijk element daarvan is je werk onder de aandacht brengen. Dat houdt in dat je in ieder geval een website hebt waar mensen je kunnen vinden en waar je wat van je werk laat zien.

Het kan ook geen kwaad om dit met een video te doen zoals Albo. Goed, een muziekje bij de beelden was wellicht leuk geweest, van Solomon Burke bijvoorbeeld, en nog beter: Albo aan het woord. Aangezien de video bij de expositie bedoeld is, zit er wellicht bewust geen muziekje onder. Bovendien spreken de beelden ook weer voor zichzelf. Soms is het prima om alleen te kijken en te zwijgen en de stripmaker zijn werk te laten doen.

Categorieën
Strips

Stad van Klei geëxposeerd in Horizonverticaal


Stad van klei van Milan Hulsing is een bewerking van een novelle van Mohammed El-Bisatie. Het verhaal speelt zich af in zanderig en warm Egypte, waar ambtenaar Salim het plan heeft opgevat om de salarissen en bonussen van een politiekorps van een verzonnen stad te innen. Zijn bankrekening zwelt langzaam aan, maar zelf krijgt Salim steeds minder grip op de realiteit. Zijn verzonnen stad laat hem niet met rust en zelfs de fictieve politiechef, wiens salaris hij nu int, zit hem op de hielen. Stad van klei laat zien hoe een goed doorgevoerde leugen iemand tot waanzin kan drijven.

Categorieën
Film Strips

Vier minuten vooruitblik op The Amazing Spider-Man

Met nog anderhalve maand te gaan voordat The Amazing Spider-Man op het witte doek slingert, wordt de spanning extra opgevoerd door de filmmaatschappij: een clip van maar liefst vier minuten is op de Amerikaanse buis en op het interpret te zien.

Niet dat we heel veel nieuws zien: ze hebben vooral eerdere trailers door elkaar gehusseld. Goed, het fragment begint met een nieuwe sequentie op een brug waarin Spider-Man een kind uit een vallende auto redt. Daarna is het vooral een kwestie van déjà vu, vermengd met een paar spectaculaire webslinger shots.

Waar we vooral weinig van zien is The Lizard, de schurk uit de film. Logisch, want daar moeten we vooral nieuwsgierig naar blijven. Waar ik nu al te veel van heb gezien, is Peter Parker die zijn masker afdoet. Een van de makken van Ultimate Spider-Man, de reeks waar deze film op gebaseerd is, is dat schrijver Brian Michael Bendis Peter Parker om de haverklap laat ontmaskeren. Er is bijna niemand die niet weet dat Peter Parker en het webhoofd dezelfde persoon zijn. Iets wat ik altijd een zwaktebod heb gevonden. Het ziet ernaar uit dat de film van Marc Webb op dezelfde toer gaat.

Tot zover even mijn zure commentaar. Eerder schreef ik al dat Andrew Garfield me een prima Peter Parker leek, dus met zijn casting ben ik blij als Spider-Man fan. Ook denk ik dat we genoeg spectaculaire actie kunnen verwachten, dus daar zal het niet aan schorten. En het verhaal beoordeel ik pas het liefste als ik de film heb gezien. Het heeft niet veel zin om over trailers, teasers en andere fragmenten te speculeren. Behalve als je het over het kostuum van Spider-Man wil hebben natuurlijk, want dat is nu duidelijk te zien.

Maar daarbij speelt voor mij nog iets: Ultimate Spider-Man is niet de ‘echte’ Spider-Man, maar een alternatieve versie van het webhoofd, dus laat deze verfilming me meer koud dan de serie van Sam Raimi waar tien jaar geleden (!) het eerste deel uitkwam en die gebaseerd was op de reeks Amazing Spider-Man. Raimi gebruikte de verhalen van Stan Lee en Steve Ditko als basis, Webb het alternatieve universum dat door Brian Bendis is geschapen. Bendis heeft een goede reputatie als het om strips schrijven gaat, maar liet met de verhaallijn over dood van Peter Parker toch behoorlijk wat steekjes vallen. Sommige van zijn beslissingen en aanpassingen op het Spidey-concept waren heel slim, met anderen was ik minder gelukkig als lezer.

Uiteindelijk maakt het niet uit: er bestaan nu eenmaal verschillende versies van het Spider-Man-verhaal en die kunnen heel goed naast elkaar bestaan. Jonge lezers zullen zich misschien beter kunnen vinden in de Peter Parker van Bendis, ik hecht meer waarde aan Peter die ik al sinds jaren ken. Mocht de film van Webb tegenvallen, dan duik ik weer gewoon met mijn hoofd in de strips en doe probeer ik The Amazing Spider-Man te vergeten.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Hallie Lama houdt ’t kort

Binnenkort (zo rond de Stripdagen Haarlem) verschijnt er een nieuwe bundel van cartoonist Hallie Lama. Hallie Lama houdt ’t kort wordt alweer zijn vierde publicatie bij uitgeverij Xtra. Nieuwsgierig toog ik naar Hilversum waar ik Hallie er uitvoerig over sprak. Wat mogen we van het werkje verwachten en waar verwijst de titel naar? Bekijk het video-interview.

Net als bij de gesprekken met Erik Kriek bestaat het interview uit twee video’s. Deze gaat over Hallie Lama houdt ’t kort, de ander over Hallie’s cartoonwerk, toekomstplannen en de vrouwen in zijn humoristische wereld. Die komt binnenkort online.

Categorieën
Strips

Michiel van de Pol presenteert Scherpschutters in Haarlem

Check ook Michiels nieuwe site die net online is gekomen.

Categorieën
Strips

Amsterdam Oost verbeeld in stripkrant

Op vrijdag 11 mei 2012 wordt in Studio K in Amsterdam Oost een interessant project gelanceerd: de gratis stripkrant Orient X Press. Orient X Press bevat een keur van geëngageerde actuele, historische of fictieve strips, gemaakt door tien toonaangevende Amsterdamse tekenaars met een band met Oost. Van opmerkelijke verhalen over buurtbewoners tot aan strips waarin de makers hun politieke of maatschappelijke visie op het stadsdeel geven.

De makers van Orient X Press willen hiermee niet alleen een levendig beeld scheppen van Amsterdam Oost als bloeiende culturele broedplaats, maar het publiek tevens op een laagdrempelige manier met de veelzijdigheid van het medium strips laten kennismaken.

Meewerkende artiesten zijn WASCO, Bas Köhler, Remco Polman, Merel Barends, Maia Matches (tevens initiator), Jan Cleijne, Lotte Klaver, Pepijn Schermer, Rey Roman, Larie Cook en Little Starman.

De krant wordt vergezeld van een reizende tentoonstelling, georganiseerd door de voormalige stripintendant voor het Fonds BKVB Gert Jan Pos, die diverse locaties in Amsterdam Oost en de Stripdagen in Haarlem zal aandoen. De lancering gaat gepaard aan een spetterend feest met bekendheden uit Oost, als DJ Kondratieff (alternative disco) en de band Kanipchen-Fit (poëtische ruigmuziek). Bas Köhler zal live tekenen op de scherm en de entree is gratis. De aanvang is om 21.00 uur, op vrijdag 11 mei in Studio K.

Overige tourdates van Orient X Press:
• 13 mei bij de Sketch Battle in CBK Kunstuitleen (Oranje-vrijstaatkade 71): zestien tekenaars, twee overheadprojectors en één megaprijs! Meedoen kan door je nu in te schrijven via een bericht aan: maiamachen@hotmail.com
• Van 1 tot en met 3 juni op de Stripdagen Haarlem: OXP kiosk in de openlucht en ’s avonds in het Patronaat te Haarlem. Kijk ook op de programma van de Stripdagen Haarlem: www.stripdagenhaarlem.nl
• Van 7 juli tot en met 9 augustus: expositie in het Stadsdeelkantoor Oost (Oranje-vrijstaatplein 2)
Meer exposities staan gepland bij ondermeer de Bibliotheek Indische Buurt en bovengenoemde locaties (11 mei tot en met 9 augustus).
De oplage van Orient X Press is 10.000 exemplaren, de krant is vooralsnog eenmalig en wordt verspreid door Dwars Door de Buurt, stripdistributeur Strips in Voorraad en vrijwilligers uit de buurt. De sponsors zijn het Amsterdams Fonds voor de Kunsten en Stadsdeel Amsterdam Oost.