Categorieën
Strips

Stripboekenbal in Hollands Diep

Wat hebben IJsbrand Oost, Hanco Kolk, Hein de Kort, Gerrit de Jager, Gerben Valkema, Jeroen de Leijer, Daan Jippes, Erik Kriek, Fred de Heij, Jan Vriends, Mark Retera, Gerard Leever, Alex Turk, Floor de Goede, Pieter Hogenbirk, Peter Koch, Mars Gremmen en Ype Driessen met elkaar gemeen? Al deze stripmakers staan in het laatste nummer van Hollands Diep.

Voor Hollands Diep schreef Ger Apeldoorn speciaal Het stripboekenbal. Hierin komen verschillende stripfiguren uit de lage landen samen in de stadsschouwburg. Ieder stripfiguur is door zijn eigen tekenaar in de strip gezet.

Hun gastheer is Arnon Grunberg. Grunberg? Wat heeft die nu weer met strips te maken? Nou eigenlijk weinig, behalve dan dat Hanco Kolk hem zeer verdienstelijk opvoerde in Van Instanbul naar Bagdad (2010). Ook mocht hij in 2010 op de Stripdagen in Haarlem een lezing geven over de graphic novel, maar desondanks staat Grunberg niet bekend als een stripliefhebber of -kenner.

Volgens de redactie van Hollands Diep ‘is Grunberg de enige schrijver die ook stripfiguur is’, vandaar dat hij als gastheer mag optreden. Conform de werkelijkheid blijkt Grunberg in het verhaal van Apeldoorn in de stripwereld en vreemde eend in de bijt te zijn. Hij krijgt het dan ook flink te verduren.

Fragment uit Het stripboekenbal.

Laatste nummer
Deze Hollands Diep is overigens de laatste. Hoofdredacteuren Ruud Hollander en Martine Kamsma schrijven:

We hebben het economische tij niet mee. Na bijna vijf jaar is gebleken dat we, ondanks een hoge oplage en veel waardering van lezers en vakjury’s, het hoofd niet boven water kunnen houden. In dat opzicht is er sinds de jaren zeventig, toen het oude Hollands Diep werd opgeheven, weinig veranderd.

Weer een mooi cultuurmagazine dat in het stof bijt. En eentje die nog aandacht besteedt aan strips ook. Erg jammer.

Categorieën
Strips

Nieuwe strips in Eppo

In het laatste nummer van 2011 kondigde de redactie van Eppo alvast aan wat we dit jaar in het stripblad mogen verwachten.

Floris van Dendermonde. Illustratie: Remco Lee Polman

Blueberry komt na 20 jaar weer terug in de Eppo. Het nieuwe deel, ‘De jonge jaren van Blueberry’ gaat in nummer vier van start.

Remco Polman tekent de nieuwe gagstrip Floris van Dendermonde. Behalve deze humorstrip zullen ook Kinky en Cosy van Nix de lachspieren stimuleren. Kinky en Cosy zijn natuurlijk de bekende en gestoorde zusjes die de boel stevig op stelten zetten.

Van Daniel van den Broek verschijnt in 2012 het eerste lange verhaal van Rick Turpin. Ook nieuw is de strip Ward naar het scenario van Willem Ritstier: Op een zeereis over de Grote Oceaan raakt de familie Kessel verstrikt in een mysterieuze kluwe van halfvergane schepen. In deze wrede omgeving moeten ze vechten voor hun leven. Ze krijgen onverwacht hulp van Ward en zijn mannen, maar of ze daar echt blij mee moeten zijn? Marissa Delbressine heeft inmiddels de eerste dertig pagina’s van de strip getekend.

Er zijn ook genoeg oude bekenden. Zo keren Hel, Haas en XIII terug met een nieuw avontuur. Halverwege het jaar begint het nieuwe verhaal van Lucky Luke, getekend door Achdé.

Naast nieuwe strips komt Eppo ook met nieuwe rubrieken en portretten. Al zal de frequentie van dergelijke redactionele bijdragen wel lager liggen dan in voorgaande jaren zodat er meer ruimte over blijft voor de strips.

Onder de loep
Ik zal de rubriek (Stripplaatje) onder de loep voor mijn rekening nemen. Hierin neem ik een stripplaatje als uitgangspunt voor een beeldcolumn. Ik neem het beeld nauwkeurig onder de loep en vertel het een en ander over de strip waar dit plaatje uit afkomstig is.

Categorieën
Daily Webhead Mike's notities Strips Video

Mijn 2011

Mijn 2011 is een korte impressie van memorabele momenten van het afgelopen jaar. Ik heb me beperkt tot de foto’s die ik voor Daily Webhead heb gemaakt. Het overzicht is daarom ook niet volledig, maar wel lekker kort.

De muziek in de video is een mooie track van Marco Raaphorst.

Interviews
2011 was een druk jaar, ook wat betreft interviews. Nu is interviewen mijn vak, dus drukte is vooral goed.

Ik heb een paar fijne gesprekken gevoerd die me bij zullen blijven. Het eerste schiet me het interview met Craig Thompson binnen. Ik sprak hem op de Boekenbeurs in Antwerpen voor de VPRO Gids. Een leuke vent van ongeveer mijn leeftijd wiens Blankets grote indruk op me heeft gemaakt.

Het interview met Youp van ’t Hek maakte ik voor HumorTV.nl – een site voor de VARA. Na alle sterallures van de meeste VARA-prominenten waar ik in de afgelopen twee jaar mee te maken kreeg, was de ontspannenheid van Youp een verademing. Hij had alle tijd voor ons. Na het gesprek hebben we nog gezellig koffie gedronken. Wie overigens geen sterallures hebben zijn Paul Witteman en Frank Evenblij. Naar het gesprek met Evenblij had ik echt uitgekeken: ik vind hem een van de grote beloftes van de Nederlandse televisie. Het was ook een boeiende en ontspannende dialoog.

Hoe leuk die video-interviews ook zijn, mijn voorkeur gaat op dit moment toch uit naar geschreven interviews.

De gesprekken met Peter Pontiac en animator Rosto staan me ook nog helder voor de geest. Ik hou van eigenzinnige kunstenaars en praat graag met ze over hun werk, hun motieven en dromen. Pontiac kreeg dit jaar natuurlijk veel aandacht omdat hij de Marten Toonderprijs had gewonnen. Prima als zo’n oeuvreprijs de spotlight op een bijzondere stripmaker richt.

Met het interview met Peter de Wit heb ik wederom een naam op mijn verlanglijstje kunnen doorstrepen. Dat lijstje is overigens nog lang genoeg om me voorlopig bezig te houden.

Op stripgebied was er ook zeer droevig nieuws: de dood van Minck Oosterveer heeft me geraakt. Aan het begin van het jaar sprak ik hem uitvoerig over zijn plannen voor de Amerikaanse comicsmarkt. Hij was net aan het doorbreken in de Verenigde Staten en toen verongelukte hij met de motor. Ik hoorde het op maandagmorgen toen de NOS mij belde voor een paar quotes over Minck.

Anders kijken
De expositie van het werk van Saul Leiter zal me nog lang bijblijven. Vooral omdat ik door zijn foto’s weer anders naar de wereld ben gaan kijken. Dat is wat ware kunst met je doet. Er waren ook een paar strips die ik las die grote indruk hebben gemaakt. Een paar ervan heb ik gerecenseerd, maar ik ben tot mijn spijt er niet aan toe gekomen om ze allemaal te behandelen. Misschien iets voor de toekomst.

Voornemens
Voornemens heb ik niet zo veel. Minder moeten, dat wordt mijn credo voor de komende maanden. Meer met mijn hoofd tussen de bomen. Dat soort dingen.

Rest mij niets anders meer dan de bezoekers van mijn blog hartelijk te bedanken voor het lezen van mijn stukken en het reageren op de site. En iedereen een avontuurlijk, liefdevol en 2012 zonder domrechts toe te wensen.

Categorieën
Strips

Aimée de Jongh iedere dag in de Metro

Stripmaker en animator Aimée de Jongh staat vanaf aanstaande maandag iedere dag in dagblad Metro met haar strip Snippers.

De strookjesstrip zal gaan over de dagelijkse beslommeringen van huisgenoten Aimée en Stef.

Op de site van Snippers is de eerste aflevering al te lezen. Deze komt volgens De Jongh niet in de krant te staan.

Semi-autobiografische strips zijn De Jongh overigens niet vreemd. In de tijd dat webcomics nog een hype waren, verwierf De Jongh bekendheid door wekelijks online een dagboekstrip te publiceren. Jarenlang maakte ze de strip Aimée TV. Recent publiceerde ze in eigen beheer Mijn eerste keer over haar eerste keer naaktmodellen tekenen.

De Jongh mag gerust een rijzende ster in de Nederlandse stripwereld genoemd worden. Ze had een druk jaar. Ze studeerde af aan de Willem de Kooning Academie als animator. Haar korte animatiefilm One past two werd officieel geselecteerd voor het Nederlands filmfestival. Kortgeleden verscheen 2017, een comic geschreven door cabaretier Thijs van Domburg die geldt als prequel van zijn show Van nare mensen en de dingen die kapot gaan. Ook is ze druk bezig met haar eerste striproman.

Eerder dit jaar sprak ik met haar voor Het Parool over haar toekomstplannen.

Categorieën
Strips

Eric Heuvel krijgt Stripschapprijs 2012

Eric Heuvel krijgt in 2012 de Stripschapprijs, dat heeft het Stripschap dinsdag bekend gemaakt. Heuvel verwierf grote bekendheid met educatieve en historische strips en is ook de tekenaar van January Jones.

Sinds kort hebben Martin Lodewijk en Heuvel de avonturen van January Jones weer opgepakt voor publicatie in stripblad Eppo.

Heuvels grootste bekendheid (en internationale doorbraak) haalde de stripmaker met
de educatieve strips, in samenwerking met Ruud van der Rol. De ontdekking behandelt de Tweede Wereldoorlog en de bezetting in Nederland, terwijl het vervolg De zoektocht dieper ingaat op de holocaust. De albums werden vertaald in het Duits, Engels (voor Engeland en de Verenigde Staten), Pools, Hongaars, Japans, Deens, Spaans, Italiaans en Portugees (voor Brazilië).

De Terugkeer behandelt de geschiedenis van Indonesië tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Eerder dit jaar sprak ik Heuvel uitvoerig over het maken van educatieve strips voor Het Parool.

De jury van de Stripschapprijs noemt Eric Heuvel ‘een unieke verschijning in de Nederlandse stripwereld, wiens hoge productie en arbeidsethos er voor zorgt dat de ouderwetse, degelijk vertelde strip, met een vleugje humor, een flinke dosis avontuur en een grote Nederlandse nuchterheid, nog steeds springlevend is.’

Wat de commissie van de Stripschapprijzen waardeert in zijn werk is de heldere en degelijke vertelstijl, die visueel boeiend is en tegelijkertijd toegankelijk. Eric Heuvel werkt in een typisch Nederlandse variant van de ‘klare lijn’-stijl, geïnspireerd door het werk van Hergé, zonder het slaafs te volgen. (Zie hier voor de volledige motivatie.)

De Stripschapprijs wordt sinds 1974 op voordracht van een onafhankelijke commissie toegekend door Het Stripschap, Nederlands centrum voor belangstellenden in strips.

De stripprijs wordt in 2012 voor de 39e keer uitgereikt. Dat gebeurt op zaterdag 10 maart tijdens De Stripdagen in Gorinchem, tegenwoordig de vaste stek van de stripbeurs van het Stripschap. Er zal ook een overzichtstentoonstelling van het werk van Heuvel komen. Het is voor het eerst dat het Stripschap een dergelijke tentoonstelling verbindt aan de prijs.

January Jones. Illustratie: Eric Heuvel

De commissie van de Stripschapprijzen bestaat in 2012 uit de volgende leden:
Tineke Oosterveer, namens de winnaar van de Stripschapprijs 2011, Minck Oosterveer, die op 17 september bij een motorongeluk om het leven kwam.

Kurt Morissens, hoofdredacteur van Brabant Strip Magazine en medewerker van Strip Turnhout, Stripgids en Stripelmagazine.

Siebe Huizinga, hoofdredacteur en striprecensent van de Boekenkrant.

Ineke Horst, stripwinkelier te Dordrecht.

Kees-Willem Bruggeman, lid van het Stripschap.

De commissie staat dit jaar wederom onder voorzitterschap van tekstschrijver Ger Apeldoorn, tevens eindredacteur van Eppo Stripblad en hoofdredacteur van Mad.

Categorieën
Striprecensie Strips

Marvel 1602: Marvelhelden in een historisch jasje

In Marvel 1602 verplaatst Neil Gaiman bekende iconen van het Marvel universum naar het titeljaar, de tijd waarin koningin Elizabeth heerst over Engeland en waar magie, bijgeloof en wetenschap hand in hand gaan.

De oerknal van het Marvel universum zoals de superheldenliefhebber dat nu kent, vond in 1961 plaats toen Stan Lee en Jack Kirby The Fantastic Four creëerden. Dit viertal superhelden moest een antwoord zijn op The Justice League of America van concurrent DC en bood bovendien een nieuwe invalshoek op het genre: Lee bedacht helden van vlees en bloed die net zo goed met dagelijkse problemen te kampen hebben als boze buitenaardse krachten en criminelen. Al snel volgde een succesvol arsenaal aan superhelden met hetzelfde achterliggende idee.
Het einde
In Marvel 1602 verplaatst de gerenommeerde auteur Neil Gaiman bekende iconen van het Marvel universum als Spider-Man, de X-Men, Daredevil, en Dr. Doom naar het titeljaar, de tijd waarin koningin Elizabeth heerst over Engeland en waar magie, bijgeloof en wetenschap hand in hand gaan. Het einde der tijden lijkt nabij: er heersen vreemde weersomstandigheden en steeds vaker duiken er jongeren op met bovenmenselijke gaven die als duivelsgebroed verketterd worden. Als het leven van de koningin wordt bedreigd door gevleugelde handlangers van de gestoorde tiran Von Doom, is het aan inlichtingenofficieel Sir Nicholas Fury, hofmagiër Stephen Strange en hun bondgenoten om de mysterieuze oorzaak van deze gebeurtenissen te ontrafelen en het einde van de wereld te voorkomen.

Gaiman is niet de eerste de beste: zijn Sandman-reeks mag tot de klassiekers onder de comics genoemd worden; als romancier van boeken als American Gods en kinderboeken als Coraline en The Graveyard book heeft hij een stevige reputatie als het gaat om het schrijven van boeiende sciencefictionverhalen. Toch vertilt de Engelse schrijver zich aan 1602, dat door de vele dialoogscènes een log verhaal is geworden en maar langzaam op stoom komt. Gaiman zet een boeiende sfeer neer, maar voor een superheldencomic zijn de actiemomenten schaars en kortstondig.

Het idee om de overbekende iconen in een zeventiende-eeuws jasje te steken roept in beginsel nieuwsgierigheid op: hoe zien de superhelden er in deze setting uit en wat is hun rol in het geheel? Soms weet Gaiman met simpele doch leuke alternatieven te komen: The Fantastic Four hebben hun space-shuttle ingeruild voor een zeewaardig schip en zijn verder redelijk hetzelfde gebleven. Daredevil is een blinde, Ierse troubadour. Peter Parker is het hulpje van Fury, maar is in de versie van Gaiman inwisselbaar met ieder ander personage. Niets van wat Peter uniek maakt zie je in deze strip terug. Een gemiste kans.

Streepjes
Het tekenwerk van Andy Kubert werd niet geïnkt maar direct door Richard Isanove digitaal ingekleurd. Het effect hiervan is dat de lijnen veel zachter zijn. In combinatie met het gekozen kleurenpalet wordt het romantische beeld van de verhaalsetting hierdoor versterkt. Net als bij de comic Origin, waarin boeiend de oorsprong van Wolverine uit de doeken wordt gedaan, gebruikt Isanove diagonale streepjes door alle tekeningen heen om zo ‘een schilderachtig effect’ te creëren. Deze techniek wekt echter vooral irritatie op.

Marvel 1602 werd in 2003 gepubliceerd als achtdelige reeks en kreeg later enkele vervolgen. Nona Arte publiceerde dit jaar de Nederlandstalige trade paperback.

Neil Gaiman, Andy Kubert – Marvel 1602
(Nona Arte, €19,90)

Categorieën
Strips

Eppo’s kerstspecial

Kersttijd is een tijd van tradities. De extra dikke kerstspecial van Eppo begint zo langzamerhand zo’n traditie te worden. Dit jaar is de derde verschenen.

Wat treft de lezer zoal aan in dit 62 pagina’s dikke nummer? Veel kerstafleveringen van de vaste strips in Eppo als De Redactie, Elsje, Haas, Esther Verkest en Gleevers dagboek. Ook de cartoons van Argus vormen een thematisch verantwoord nieuwsoverzicht. Daarnaast bevat dit nummer ook enkele reguliere afleveringen van de vervolgstrips.

Grimmig
Jasons Kerst is een opvallend grimmig verhaal uit de pen van Gerard Leever, getekend door Kees de Boer. Het verhaal is bijna de antithese van de suikerzoete films uit Hollywood die over de kerstgeest gaan. Ook Eric Hercules toont een nogal cynische visie op kerstmis in deze aflevering van 40-Hours. En waarom ook niet: de een gaat helemaal mee in het clichématige sentiment van Kerstmis, bij de ander roept datzelfde sentiment juist weerstand op.

The Spirit
In de rubriek ‘De boekenkast’ vertellen twaalf striptekenaars en auteurs wat hun favoriete kerststrips zijn. Het tijdschrift Robbedoes wordt veel genoemd dat altijd een kerstspecial had. Ger Apeldoorn heeft goede herinneringen aan de kerstafleveringen van Will Eisners The Spirit, een gemaskerde held die iedere week een avontuur van acht pagina’s beleefde in de Amerikaanse zondagskranten. ‘Voor zijn kerstverhalen deed Eisner altijd extra zijn best,’ aldus Apeldoorn. ‘Het basisgegeven was, dat The Spirit met Kerstmis vrij had, omdat de geest van Kerstmis, vaak in de vorm van Santa Claus, dan zijn werk deed.’

Genoeg leesvoer dus voor de Eppo-liefhebber.

Functioneel naakt in 'De red@ctie' van Mars Gremmen.
Categorieën
Strips

Herinneringen van Rudolf Kahl vertaald in Chinees

Cover van 'Herinneringen' in het Chinees. De uitgever had deze voor de grap al eens laten vertalen.

Het boek Herinneringen van Rudolf Kahl gaat in China uitgegeven worden.

In Herinneringen blikt Kahl in woord en beeld terug op zijn jeugd in Duitsland. Hij groeide zogezegd op in de puinhopen van het Derde Rijk.

The People’s Literature Publishing House in Peking gaat het boek uitgeven. De focus van deze uitgeverij ligt bij het uitbrengen van buitenlandse literatuur. Ze geven ook Multatuli, Bernlef, Anne Frank, Leonard Blussé en Lotte van de Pol uit.

Het Letterenfonds levert een bijdrage aan de kosten voor vertaling.

Esther Gasseling van uitgeverij Xtra is al sinds 2007 in gesprek met de Chinese uitgeverij om deze uitgave te regelen. Nu gaat het er dus toch van komen.

 

Categorieën
Film Strips

Screentest van The Green Goblin

Promotiefoto voor Spider-Man (Sam Raimi, 2002)

Kun je je dat plastic masker nog herinneren dat Willem Dafoe ophad toen hij The Green Goblin speelde in de eerste Spider-Man-film? Het masker maakte hem nogal expressieloos. Niet iedereen was er blij mee.

Deze week kwam ik een screentest tegen op Spider-Man Crawl Space, waarin duidelijk te zien is dat men eerst aan een look voor de schurk dacht die veel meer overeenkomt met die uit de comics. Deze optie had Dafoe meer expressiemogelijkheden gegeven dan het plastic masker.

Production designer Neil Spisak zei indertijd het volgende over het aankleden van The Green Goblin:

‘[The Goblin] proved to be a difficult character to translate in that we didn’t want to go too far into unreality. Obviously, it’s based on a comic book, so it’s pushed some, but the idea that there was a human being there was important to Sam. What was clear was that there wouldn’t be a change in the way Norman Osborn looked when he became the Goblin, that it had to do with a mental change and putting on a costume.’ Bron: Behind the mask of Spider-Man, geschreven door Mark Cotta Vaz.

Het kostuum van The Green Goblin uit de Spider-Man comics zou niet misstaan op een Halloweenfeestje. Het wordt echter ongeloofwaardig als een zakenman als Norman Osborn daar in gaat rondvliegen, ook al is hij dan gek geworden.

Om het dragen van superheldenkostuums geloofwaardig te maken in de film, moet er een goede reden gesuggereerd worden, anders rijmt dit niet met de psychologie van de personages. In de film zijn het pak en de glider door Oscorp ontworpen in opdracht van het Amerikaanse leger, om een aanvalseenheid van supersoldaten te creëren. Het pak is een soort van harnas, ontworpen om de piloot van de glider te beschermen. The Green Goblin uit de film heeft daarom een meer technologische look dan zijn evenbeeld uit de comics. Het masker is in de comic flexibel en biedt de drager expressiemogelijkheid. In de film is dit een hightech masker/helm dat nog wel enkele kenmerken heeft van het masker uit de strip: de puntoren, een lange kin, kromme neus en de enge grijns. Het idee zou Osborn hebben gekregen van zijn collectie ceremoniële maskers, die tentoongesteld staan in zijn studeerkamer. In de film wordt dus een logische reden gegeven waarom Osborn het kostuum draagt en voor het uiterlijk ervan: Osborn steelt het pak en de glider nadat hij The Green Goblin geworden is – hij ontwerpt een masker om zijn identiteit te beschermen.

Dat gezegdhebbende, had een variant van het masker dat meer lijkt op wat we in bovenstaande video, me ook interessant geleken. Al zijn de ogen in dit masker wel erg doods.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Mijn eerste keer

Voor alles is er een eerste keer: de eerste zoen, de eerste keer seks, je eerste schooldag, je eerste werkdag… en voor tekenaars is er de eerste keer modeltekenen. Aimée de Jongh (1988) maakte over deze gebeurtenis een kort stripverhaal dat ze op Strip Turnhout presenteerde.

In de anekdotische smallpress-uitgave Mijn eerste keer vertelt de stripmaakster met humor hoeveel moeite ze had met het tekenen van haar eerste mannelijke naaktmodel – haar eerste confrontatie met het naakte mannenlichaam. De cover maakt meteen de oorzaak van haar probleem duidelijk: Aimée staart met het schaamrood op de kaken naar het geslachtsdeel van het model. Subtiel laat ze in de eerste schetsen de plek tussen zijn benen geheel leeg: de zestienjarige tekenares kan er in eerste instantie nog niet goed mee omgaan.

De Jongh tekent de strip in haar bekende snelle lijnvoering die ieder plaatje een levendige dynamiek geeft. Mijn eerste keer is een fijn tussendoortje. Het wachten is nu op De Jonghs eerste serieuze striproman.

Mijn eerste keer en andere smallpress-boekjes van Aimée de Jongh zijn te bestellen bij Amazing & Uncanny Comics. Daar zijn ook de smallpress-uitgaven van Kenny Rubenis te bestellen. Amazing & Uncanny comics is een initiatief van De Jongh en Rubenis. Ze geven samen hun werk uit.

Categorieën
Strips

Michiel van de Pol: ‘Sommige dingen beleef je in eenzaamheid’

Zaterdag kreeg stripmaker Michiel van de Pol ((1965) de Willy Vandersteenprijs uitgereikt. Zijn striproman Terug naar Johan was volgens de jury het beste Nederlandstalige beeldverhaal van de afgelopen twee jaar.

Van de Pol kreeg de tweejaarlijkse Vandersteenprijs, vernoemd naar de geestelijk vader van Suske en Wiske, uitgereikt tijdens het Gala van de Vlaamse strip tijdens het Strip Turnhout festival. ‘Het was echt een enorme verrassing, ik wist niet eens dat mijn uitgever het boek had ingezonden. Zo’n prijs is een steuntje in de rug, het is altijd fijn als mensen waarderen wat je doet,’ vertelt de stripmaker die nu vijfduizend euro rijker is. Aan de Vlaams-Nederlandse stripprijs is ook een tentoonstelling over het winnende album verbonden die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

De Vandersteen-jury prees ‘de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neerzet. Met een schijnbaar nonchalante eenvoudige stijl creëert hij meerdimensionale personages van vlees en bloed.’

Autobiograaf
Van de Pol debuteerde in 1996 met de gagstrip Mol in het Sjors en Sjimmie Stripblad. Naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste zoon startte hij een dagboekstrip die in 2000 gebundeld werd als Medicijnman: of het getekende leven van Michiel van de Pol. ‘Bij de geboorte van Kas ben ik eerst over hem strips gaan maken. Ik wilde een verslag maken van zijn ontwikkeling. Na een tijdje was dat niet meer genoeg als onderwerp en gingen die strips meer over mezelf.’

Vijf jaar geleden won de Nederlandse stripauteur met zijn humoristische autobiografische strip Cartoondiarree de Stripstrijd van Het Parool. De strip sierde twee jaar lang de krant. Kenmerkend aan zijn cartoons en strips is de groteske tekenstijl. Van de Pol: ‘Ik gebruik humor om de boel te relativeren, want ik vertel in wezen heel serieuze dingen.’

Hormonen
In Terug naar Johan uit 2010 verhaalt Van de Pol op ontroerende en humoristische wijze hoe hij en jeugdvriend Johan tijdens de puberteit langzaam uit elkaar groeien. Geleid door zijn hormonen begint Michiel zich steeds meer te interesseren voor meisjes en seks, terwijl Johan zich verdiept in insecten en het in elkaar zetten van elektronica. ‘Ik had indertijd het gevoel dat ik allerlei heftige gevoelens alleen doormaakte. Ik praatte daar nooit met mijn vrienden over,’ zegt Van de Pol. ‘Aan het einde van het boek kom ik erachter dat Johan hetzelfde doormaakte als ik, maar op dat moment is er al een onherstelbare breuk in onze vriendschap ontstaan. Die breuk was niet nodig geweest als we erover hadden gepraat. Sommige dingen beleef je in eenzaamheid.’

Van de Pol begon in zijn strips met het registeren van gebeurtenissen, maar gaandeweg is hij de dingen steeds meer naar zijn hand gaan zetten. De stripauteur noemt zijn striproman dan ook semi-autobiografisch: ‘Ik maak gebruik van autobiografische elementen, maar ik ga daar in grote vrijheid mee om. Ik ben altijd dicht bij de waarheid gebleven, maar vind het interessant om te zien hoe ver je kunt gaan in het verzinnen van dingen terwijl je toch het gevoel hebt dat het waarachtig blijft. Het personage Johan is bijvoorbeeld samengesteld uit verschillende personen. Er zit veel van mijn broer in Johan, onder andere dat hij een schrift vol met pornografische afbeeldingen bijhoudt. Ik vond dit bij Johans karakter passen en dat het een extra dimensie aan het verhaal gaf.’

Jeugdliefde
Hoe reageert Michiels directe omgeving op het autobiografische werk? ‘Ik heb er geen slechte ervaringen mee, maar ik vond het behoorlijk eng om het boek Michieltjes jongenshart door mijn vrouw te laten lezen. Dat ging namelijk over een vorige liefde waar ze niets van afwist. Uiteindelijk vond ze het heel mooi. Het is eigenlijk ook een soort van liefdesverklaring aan haar. ‘ Voor zover Van de Pol weet heeft Johan het album over hun vriendschap nooit gelezen.

Op dit moment werkt Van de Pol druk aan zijn volgende boek dat Scherpschutters zal heten. Hierin behandelt hij de relatie met zijn vader die 25 jaar geleden is overleden. ‘In een zin samengevat gaat het boek over het feit dat je meer op je vader lijkt dan je in eerste instantie zou willen. In het begin stonden we heel erg tegenover elkaar, we konden helemaal niet met elkaar opschieten. Ik zette me erg af tegen mijn vader. Hij had een hartkwaal en ik heb epilepsie. Onder invloed van onze beider kwalen komen we langzaam maar zeker nader tot elkaar.’

De nieuwe striproman komt juni volgend jaar uit bij Oog & Blik/De Bezige Bij.

Dit interview stond in Het Parool van donderdag 15 december.

Categorieën
Strips

Merho wint de StripVos 2011

Tijdens het Gala van de Vlaamse Strip kreeg de Antwerpse stripmaker Merho (pseudoniem van Merhottein, 1948) de StripVos. Deze carrièreprijs wordt uitgereikt door het Stripgilde, de beroepsvereniging van striptekenaars in Vlaanderen.

De Stripvos wordt uitgereikt door het Stripgilde aan personen of instellingen die met hun activiteiten van grote betekenis zijn of zijn geweest voor de Vlaamse stripwereld.

Merho is de geestelijk vader van de strip De Kiekeboes, een van de populairste strips in Vlaanderen die volgend jaar alweer 35 jaar bestaat. De Kiekeboes gaat over een doodgewoon doorsnee gezin dat in de meest ongelofelijke avonturen terechtkomt.

Uit het juryrapport:
Robert Merhottein, alias Merho, is in de loop der jaren een vaste waarde geworden in het Nederlandstalige striplandschap. Zijn reeks Kiekeboe, die het levenslicht zag in 1977, en aanvankelijk op heel wat weerstand en weinig vertrouwen stuitte is intussen uitgegroeid tot één van de best verkochte reeksen in Vlaanderen. Robert dankt zijn succes aan een ijzersterk geloof in het eigen concept, aan een intelligente verhaalopbouw en een accuraat inspelen op de trends en eigenheden van de tijd, zonder dat zijn verhalen daarbij gedateerd worden. In zijn strips worden de maatschappelijke tendensen op een slimme manier in de verhaallijnen verwerkt en bovendien durft hij er heikele maatschappelijke thema’s een plaats in geven. Robert is een vakman, die vanuit een sterke discipline zijn reeks heeft uitgebouwd. Zijn grafische aanpak is efficiënt en consequent. Bovendien zijn de Kiekeboes de laatste succesvolle reeks die volledig op eigen benen kan staan zonder de ondersteuning van andere media. Zijn frisse humor, zijn woordspelingen en zijn creatief taalgebruik doen hem uitstijgen boven de mainstream familiestrip.

Museum K
In de Warande, het pand waar ook Strip Turnhout plaatsvond, is tot en met zondag 8 januari 2012 een tentoonstelling te zien waarin de relatie tussen De Kiekeboes en de wereld van de kunst in kaart gebracht wordt. Museum K is een weergave van de verwijzingen naar de wereld van de kunst die in de strips van Merho zitten. Merho is namelijk een groot bewonderaar van cabaretiers, schilders, filmmakers, acteurs en kunstenaars allerhande. Zijn strips bulken van de verwijzingen naar die wereld. Van Museum K is ook een boek verschenen.