Categorieën
Strips

Craig Thompson: ‘Je kunt in fictie meer over jezelf onthullen’

In de sprookjesachtige striproman Habibi behandelt Craig Thompson onderwerpen als vrouwenonderdrukking, seksualiteit en religie.

De Boekenbeurs in Antwerpen is voor Craig Thompson (1975) het voorlopige eindstation van een promotietour van twee maanden. Hij reisde door thuisland de Verenigde Staten en deed in de afgelopen weken Italië, Frankrijk en Duitsland aan om naar eigen zeggen honderden interviews te geven over zijn nieuwste striproman Habibi. ‘Het leukste aan zo’n tour zijn de ontmoetingen met de lezers, behalve als ze zich misdragen zoals daarnet,’ vertelt Thompson. Een fan werd opdringerig bij de signeersessie toen de lijn werd getrokken bij klant nummer vijftig en hij buiten de boot zou vallen. De rest van de sessie waakte een beveiliger over de stripmaker.
‘Het toeren is niet altijd plezierig. Het is erg vermoeiend, maar noodzakelijk en het hoort bij het proces van het strip maken. Het is net alsof je in een band zit. Je wordt bekend door op te treden, niet alleen door een album uit te brengen.’

Seksueel trauma
Dat nieuwe album is Habibi: een gelaagde striproman van ruim 670 pagina’s over de bijzondere liefdesrelatie tussen Dodola en Zem, twee weeskinderen die ontsnappen aan slavernij, samen opgroeien en vervolgens elkaar een tijdlang uit het oog verliezen. Als ze elkaar terugvinden is Dodola het favoriete haremmeisje van de sultan en gaat Zem door het leven als eunuch.

‘Nog voordat mijn eerste strip Good-bye, Chunky Rice (1999) uitkwam, wilde ik al een boek over seksueel trauma maken, maar ik bezat het gereedschap nog niet om dit verhaal te vertellen. Ik moest eerst een betere stripmaker worden en meer zelfvertrouwen krijgen voordat ik zo’n duister project kon aanpakken,’ vertelt Thompson. ‘Ik denk dat iedereen seksueel trauma ervaart. Verkrachting, molestatie en misbruik komen overal ter wereld voor. Daarnaast zijn er verschillende lagen van meer subtiele vormen van misbruik of trauma waar mensen mee te maken krijgen als ze opgroeien en zich seksueel ontwikkelen. In mijn jeugd is er iemand die dicht bij mij staat verkracht. Ook al was het een tweedehands trauma en is het mij niet direct overkomen, die gebeurtenis heeft echt mijn leven gevormd. Ik móest dat in een boek verwerken.’

Worsteling
Personages die op gespannen voet met hun seksualiteit leven is een terugkerend thema in het werk van Thompson. In het autobiografische Blankets (2003) verhaalt hij zijn worsteling met ontluikende seksualiteit en een streng christelijke opvoeding, terwijl hij zijn eerste grote liefde memoreert. In Habibi biedt Dodola haar lichaam aan om te overleven terwijl Zem zich zo erg voor zijn seksuele gevoelens schaamt dat hij zich laat castreren. ‘Ik denk dat mensen zich op verschillende momenten in hun seksuele leven, kunnen herkennen in de archetypes van de prostituee en de eunuch. Soms ben je de prostituee, dan ben je losbandig of je bent middels seks wanhopig op zoek naar een diepere betekenis. En dan zijn er momenten in je leven waarin je volledig bent afgesneden van je seksualiteit, zoals een eunuch of een celibatair priester.’

De stripmaker erkent dat zijn fascinatie met het onderwerp deels te maken heeft met zijn religieuze achtergrond: ‘Religieuze dogma’s kunnen je seksleven in de weg zitten, net zo goed als dat ze spiritualiteit in de weg zitten. Religie kan spiritueel castrerend zijn. Iedereen is spiritueel of men dat nu erkent of niet. Geloof kan een barrière vormen en mensen afsnijden van hun eigen idee van spiritualiteit.’

Goddelijkheid
Thompson beschouwt zich tegenwoordig agnost: ‘Ik geloof dat er iets is dat veel groter is dan mijzelf. Je moet leren om goddelijkheid in jezelf en alle mensen te herkennen. Dat is in essentie wat liefde is.’

Behalve seksueel trauma behandelt Thompson ook onderwerpen als milieuvervuiling en de grote verschillen tussen arm en rijk in het gelaagde Habibi. Met dit boek kon hij een persoonlijker verhaal vertellen dan met Blankets of zijn geïllustreerde reisdagboek Carnet de voyage: ‘In een autobiografie ben ik het enige personage waar ik echt voor kan instaan. De andere mensen in dat verhaal zijn eigenlijk verwaterde versies, het zijn mijn percepties van die personen. In fictie staat ieder personage voor een bepaald facet van de auteur. Ieder personage, zelfs de nare figuren, zijn een deel van je, dus onthul je meer van jezelf. Van het maken van Carnet de voyage heb ik geleerd dat je in memoires de meest pikante zaken achterwege laat. De beste dingen van het leven, de meest kwetsbare en rauwe dingen, zijn te privé om te onthullen. Anders doe je te veel mensen pijn. Je kunt dus meer onthullen in fictie.’

Craig Thompson. Foto: Michael Minneboo

Duizend-en-één-nacht
In Habibi verwijst Thompson veelvuldig naar verhalen uit de Bijbel en de Koran, en legt deze naast elkaar om de overeenkomsten te benadrukken. ‘Ik zie religie als een menselijke constructie die een barrière vormt tussen mensen en culturen. Je moet die grenzen opheffen, want er zijn veel meer verbindingen dan scheidingen. Religies die voortkomen uit Abraham – judaïsme, christendom en islam – zijn in de kern allemaal hetzelfde omdat ze voortvloeien uit dezelfde verhalen, terwijl mensen altijd de verschillen benadrukken.’

De sfeer en setting in het boek, de woestijnlandschappen, de harem van de sultan en de architectuur van het paleis en de steden, doen erg denken aan een romantisch beeld van het Midden-Oosten zoals we dat kennen uit verhalen als Duizend-en-één-nacht – een overduidelijke inspiratiebron voor Thompson. ‘In Habibi wilde ik aan de ene kant de stereotypen die we kennen uit oriëntalistische sprookjes als Duizend-en-één-nacht gebruiken terwijl ik tegelijkertijd de thema’s uit die verhalen op een dieper en reëel niveau wilde onderzoeken. Ik had veel plezier in het goochelen met die twee elementen.’

Vrouwen
De stripmaker toont een patriarchale maatschappij waarin de vrouw een ondergeschikte rol speelt. In de eerste scène wordt Dodola al op negenjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan een oudere man. Geeft de stripmaker daarmee commentaar op Arabische cultuur? ‘Dit is niet specifiek voor de islamitische samenleving, maar een universeel verschijnsel. Het is 2011 en over de hele wereld is er geen sprake van echte gelijkwaardigheid tussen de seksen. Zelfs in zogenaamd beschaafde culturen als Amerika zijn er nog steeds minder kansen voor vrouwen.’

Erotiek
Nu Habibi na jaren arbeid af is, is de stripmaker nog niet klaar met het onderwerp seksualiteit. Een van zijn volgende projecten wordt een strip over seks. ‘Ik onderzoek de historie van erotiek en erotische kunst, want naar mijn mening is dat nog niet op de juiste manier in strips behandeld. En dat moet, want strip is een veel geraffineerder medium om erotiek te verbeelden dan bijvoorbeeld fotografie dat makkelijk pornografisch en uitbuitend kan zijn. Dat zit in de natuur van deze twee media. Fotografie steelt een beeld. Het neemt, terwijl tekenen juist geeft. Tekeningen kunnen veel menselijker zijn.’

Craig Thompson: Habibi
Een deken van sneeuw (Blankets)
(uitgeverij Oog & Blik/De bezige bij)

Dit artikel is in VPRO Gids #50 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Tijd voor Plunk in Lambiek

Pak je agenda of smartphone en zet bij vrijdag 16 december met grote letters PLUNK! Want om 17 uur die dag is de boekpresentatie van Plunk! Deel 3 in Galerie Lambiek.

Het derde album heet De Plunk Generatie en wordt uitgegeven door het jonge Strip 2000. Gelijktijdig met Plunk! #3 verschijnt bij deze uitgeverij ook de herdruk van Tom Carbon deel 2. Naast een nieuwe cover heeft het album een compleet nieuwe inkleuring gekregen.

Luc Cromheecke en Laurent Letzer, de bedenkers van Plunk, zijn ook bekend van de strip Tom Carbon. Beide strips verschenen jarenlang in het weekblad Robbedoes/Spirou. Plunk, het grappige buitenaardse wezentje verscheen voor het eerst als bijfiguur in Taco Zip, de strip die in de jaren tachtig dagelijks verscheen in de Volkskrant. Vandaag de dag verschijnt Plunk in het stripblad Eppo. Meer over de geschiedenis van Plunk en de samenwerking tussen Cromheecke en Letzer kun je in dit interview lezen.

Wie vrijdag naar Lambiek komt krijgt bij aanschaf van het nieuwe album ‘een leuke verrassing’ aldus de medewerkers van Lambiek. Ik ben benieuwd.

Categorieën
Strips

Het is weer tijd voor Strip Turnhout!

Dit weekend, op 9, 10 en 11 december vindt de 19de editie van het Strip Turnhout-festival plaats. Het grootste en oudste stripfestival van België. En wat mij betreft ook een van de leukste stripfestivals van de Lage Landen. Het belooft een mooi weekend te worden.

Groot-Brittannië is gastland dit jaar. In samenwerking met The British Council nodigt de organisatie tal van tekenaars en uitgevers van over het kanaal uit om zich tijdens het festival aan het Vlaamse publiek voor te stellen. Strippublicist Paul Gravett, ook organisator van het Londense Comica-festival, treedt op als curator. Posy Simmonds, de grand old lady van de Britse strip, is eregast op het festival. (Daar ben ik zelf in het bijzonder blij mee; ik spreek haar zaterdag uitgebreid voor een artikel in de VPRO Gids.) Behalve Simmonds zullen nog tal van andere Britse stripmakers hun opwachting maken in Turnhout.

De andere eregasten van het festival zijn Merho en Steven Dupré (1967). Dupré stripmaker ontvangt op zaterdag 10 december uit handen van Vlaams cultuurminister Joke Schauvliege de Bronzen Adhemar/Vlaamse Cultuurprijs voor de Strip. Dit is de hoogste onderscheiding in de wereld van het Vlaamse beeldverhaal. Aan de prijs die al sinds 1977 wordt uitgereikt is een beeldje van Marc Sleens Adhemar (naar een ontwerp van Frank-Ivo Van Damme) en een geldbedrag van 12.500 euro verbonden. Dat bedrag moet toch genoeg zijn voor een rondje voor de hele zaak, dunkt mij.

En niet vergeten: Michiel van de Pol krijgt zaterdag ook de Willy Vandersteenprijs uitgereikt.

Ik ben in het bijzonder benieuwd naar het programma-onderdeel strips op het podium. Zoals ‘De Vlaamse strip in het buitenland – succesvol of niet?’
Steven Dupré, Mara Joustra van uitgeverij Oog & Blik en Els Aerts van het Vlaams Fonds voor de Letteren praten over het succes van de Vlaamse strip in het buitenland.

En ook ‘Strips en de nieuwe media: vriend of vijand?’ lijkt me boeiend.
Hoe moet de stripwereld omgaan met de nieuwe media. En wat is de toekomst van strips op papier? Canan Marasligil bevraagt hierover de Britse stripauteur Kevin O’Neill, webcomicartist Daniel Merlin Goodbrey en Johan De Smedt, hoofdredacteur strips van Standaard uitgeverij.

Er zijn tijdens het festival in de stad Turnhout verschillende tentoonstellingen te bezichtigen. Zoals ‘Anima Eterna’ van Judith Vanistendael en ‘Allemaal Beestjes’ van Marc Sleen in het restaurant Cachet de Cire en het Natuurpuntmuseum. Een overzicht van de expo’s vind je hier.

Ook leuk: Marq van Broekhoven doet zijn Jodocus Show. Hij leest voor uit zijn werk en kruipt in de huid van verschillende personages. Het eerste album van Jodocus de Barbaar zal dit weekend ook gepresenteerd worden. Zelf hoop ik nog een paar interessante smallpress-boekjes te scoren.

Net als in 2009 zal er een unieke stripveiling gehouden worden. De opbrengst van deze veiling gaat integraal naar Sensoa, het Vlaams service- en expertisecentrum rond seksuele gezondheid en hiv.

Nou ja, dit is nog maar het topje van de spreekwoordelijke stripberg. Bekijk de site van Strip Turnhout voor alle details.

Driemaal Nieuw Gehoer
Ik ga dit jaar voor de derde keer naar Turnhout. De voorgaande jaren waren erg leuk en de ontmaagding van Studio Nieuw Gehoer staat me nog helder voor de geest. Overigens wordt de site van Nieuw Gehoer al jaren niet meer geüpdatet, maar de heren van dit bijzondere collectiefje zijn natuurlijk wel aanwezig. Sommigen brengen ook boekjes uit.

Categorieën
Strips

Serge Baeken over Het vrouweneiland: ‘Het valt daar behoorlijk tegen’

Het Vrouweneiland van Studio Vitalski mag gerust als een van de zotste boeken bestempeld worden die ik dit jaar las. De Vlaamse Vitalski, nachtburgemeester van Antwerpen, muzikant, komediant, schrijver en broer van stripmaker Serge Baeken, schreef het scenario. Een dertigtal tekenaars maakten daar in zo’n honderd nachtelijke sessies een strip van. Een onnavolgbaar verhaal dat boven alles een parodie moet zijn op de avonturenstrip.

Baeken, Bert Lezy en Jangojim hebben het meeste bijgedragen aan dit vierhonderd pagina’s dikke boekwerk, maar ook Steven De Rie, Brecht Evens, Kim Duchateau, Tim Visual en andere talenten hebben pagina’s bijgedragen.

Ik sprak Serge Baeken tijdens de laatste editie van de kunststripbeurs. Het boek lag toen vers van de pers in de stand van Uitgeverij Xtra.

Het vrouweneiland, waar gaat dat over?
Professor Pierre Lasson hoort van het vrouweneiland waar indertijd ook Columbus naar op zoek was. Samen met een paar anderen volgt hij het spoor dat daar naar toe leidt. Na heel veel omzwervingen komen ze op het vrouweneiland. Het blijkt daar behoorlijk tegen te vallen. Het tweede helft van het boek gaat dan ook over hoe ze van het eiland proberen af te komen.

Er zitten geen leuke vrouwen op dat eiland?
Er zijn twee kampen vrouwen en er breekt een revolutie uit. De mannen zitten eigenlijk middenin het geharrewar. Pierre Lasson is het hoofdpersonage, maar je hebt ook Brilaap, de Toffe Leguaan, het zwevende hoofd van Kapitein Wilbur, vriend Boris – ieder reageert anders op de situatie, hoewel die voor iedereen gelijk is. De Toffe Leguaan wordt bijvoorbeeld enorm geadoreerd door beide vrouwenkampen terwijl ze de anderen helemaal links laten liggen. Maar ik moet je wel waarschuwen: het einde is zeer teleurstellend. Ik weet nog het moment dat ik alle vierhonderd pagina’s na elkaar las en dacht: “Oh, nee, eindigt het écht zo?”

Hoe is Het Vrouweneiland ontstaan?
Eigenlijk bestaat er al een hele versie van Het vrouweneiland die Vitalski helemaal alleen gemaakt heeft. Het is een boek van ongeveer zestig pagina’s dat hij in eigen beheer heeft uitgebracht. Mensen vonden die strip te donker. Misschien was hij ook een beetje te klein uitgegeven. Maar het verhaal bleef wel hangen en Vitalski vond het de moeite waard om het wat dieper uit te spitten. Van die zestig pagina’s is uiteindelijk een verhaal van vierhonderd pagina’s gemaakt.
Vitalski schreef voor alle tekenaars het scenario. Hij maakte A4’tjes waarop hij snel schetste wat hij nodig had. Daarvoor hadden we ontwerpen gemaakt van de figuren. Iedere tekenaar mocht toen het deel van het scenario kiezen dat het beste bij hem paste. Je hebt immers altijd specialisten. Bijvoorbeeld mensen die goed paarden kunnen tekenen of goed vrouwen kunnen tekenen. Ook waren er mensen specifiek bezig met nautische instrumenten, dat was ook een specialisme dat we veel nodig hadden. Je wist daardoor niet precies met welk deel van het verhaal je bezig was. Je kon de style sheets van een ander gebruiken, maar wel helemaal in je eigen stijl tekenen.

Werkte je ook mee aan pagina’s van je collega’s?
Sommige pagina’s zijn met meer dan een tekenaar gemaakt. Ook omdat aan het einde het boek nog zwaar geëdit is en we prenten die we te lelijk vonden vervangen hebben.
We hebben in totaal vijf jaar aan het project gewerkt. Telkens wanneer Vitalski een donderdagavond vrij had of een dinsdag, kwamen we allemaal samen. Mensen werden 24 uur van tevoren op de hoogte gesteld en dan zagen we wel wie er kwam. Het scenario is ook per sessie geschreven, hoewel Vitalski het verhaal wel al helemaal in zijn hoofd had. Dus het parcours dat de personages afleggen wist hij al wel.

Heb je hem nog geholpen bij het scenario?
Nee, dat staat hij niet toe. Hij staat maar weinig inmenging toe in het script.

Bemoeide hij zich heel erg met de uitvoering ervan?
Nee, dat niet. We hanteerden twee normen: het moest leesbaar zijn en de personages moesten herkenbaar blijven. Als een pagina aan een van deze vragen niet voldeed moest er nog hard aan gewerkt worden.

Baeken in actie tijdens Strip Turnhout 2009. Foto: Michael Minneboo

Moesten jullie het scenario van Vitalski woord voor woord uitvoeren?
Hoewel Vitalski summier tekent, is hij heel duidelijk in zijn regie. Dus de figuren van links naar rechts verplaatsen of een tekstballon op een andere plek neerzetten, dat mocht allemaal niet. In het begin schreef hij zelfs de tekst al op de pagina en dan moest je daar omheen tekenen. Dat bleek onwerkbaar. Het eerste hoofdstuk dat we zo maakten, hebben we later moeten aanpassen. Het is sowieso een strip die we in wezen drie of vier keer getekend hebben.
We hebben de strip eerst ingekleurd, maar later weer ontkleurd want de uitgevers zeiden dat het anders te kostbaar zou worden. Zo zijn we doorgegaan. Soms was een pagina per ongeluk al door iemand anders getekend en hadden we dus twee dezelfde pagina’s. Dan moesten we dus kiezen.

Is er toen nog om gevochten?
Nee, het ging er allemaal vreedzaam aan toe. Sommige dingen werden wel opgelost met een duel. (lacht)

Toen kwamen de zwaarden uit de kast?
Nee, gewoon met pistolen.

Waar hebben jullie het album getekend?
Bij Vitalski thuis. We gebruikten zijn huiskamer en keuken. We zaten overal aan tafeltjes te tekenen. Wie het eerste kwam had de beste plaats. Ik was meestal als eerste.

Tot hoe laat gingen jullie dan door?
Je kon zolang door tekenen tot Vitalski zei dat het klaar was. Toen begon hij ook vervelende muziek te spelen. Hij is doorgaans een goede dj, dat maakte ook de sfeer in de studio meestal goed. Maar als hij op een gegeven moment slechte muziek begon te spelen en begon met ijsberen en op ruimen, werd het ongezellig. Dan wist je dat je snel de pagina moest afwerken en dat het gedaan was voor die nacht.

Hoeveel sessies hebben jullie in totaal zitten tekenen?
Ik schat zo’n twintigtal per jaar. In vijf jaar dus zo’n honderd sessies. Ja, dat klinkt wel aannemelijk.
Het goede van het boek is dat je niet kan voorspellen hoe de volgende pagina er uit zal zien. Wanneer je de bladzijde omslaat wacht je telkens weer een verrassing.

Zaterdag 10 december vindt tussen 16 en 17 uur op Strip Turnhout een massasigneersessie plaats van Het vrouweneiland op de vakbeurs. Zie hier voor meer informatie over het festival.

Peter Moerenhout schreef een tijdje geleden een lovende recensie over het album.

Categorieën
Strips

Tip voor Sint en Kerstman: Geef strips cadeau

Sigmundklaasje. Illustratie: Peter de Wit, afkomstig uit 'Sigmund: 21ste sessie'.

Het is 5 december. Wie moet er nog koortsachtig een surprise inpakken, een gedichtje schrijven en misschien zelf nog wat cadeautjes kopen? De Sint en Kerstman in ons maakt overuren. Wat te halen voor je geliefde, vrienden, kinderen, vaders, moeders, schoonmoeders, schoonvaders, neven, nichten, ooms en tantes? Heel simpel: koop strips.

Je kunt natuurlijk ook dit jaar weer een paar sokken kopen of een boekenbon of zo’n lekker chemisch ruikend parfum, maar het is natuurlijk veel beter en origineler om iemand blij te maken met een goede strip.
Het medium is zo rijk, er is voor iedereen wel een album, graphic novel, serie of cartoonbundel te bedenken.

Advies
Geen idee waar je moet beginnen? Geen probleem. Check de recensierubriek van mijn site of de recensies van Zone 5300 bijvoorbeeld. Ook vind je op Stripelmagazine.be een aardige voorraad recensies.

Geen zin om al die teksten door te bladeren? Maak het jezelf nóg makkelijker en stap een stripspeciaalzaak binnen. Waarschijnlijk heeft de verkoper aan een half woord genoeg. Je hoeft alleen maar te vertellen voor wie je iets zoekt en voilà, je gaat met een origineel Sinterkerstcadeau de deur uit.

Categorieën
Strips

Michiel van de Pol wint Willy Vandersteenprijs met Terug naar Johan

Michiel van de Pol. Bron: Oog & Blik.

De jury van de Willy Vandersteenprijs kent de prijs voor beste Nederlandstalig beeldverhaal 2010 -2011 toe aan de Nederlandse stripauteur Michiel van de Pol (1965) voor zijn album Terug naar Johan, uitgegeven bij Oog & Blik/De Bezige Bij. Van de Pol volgt daarmee Brecht Evens op die in 2009 de eerste editie van de prijs won met zijn graphic novel Ergens waar je niet wil zijn. Op zaterdag 10 december ontvangt Van de Pol op het Gala van de Vlaamse Strip tijdens het Strip Turnhout festival, de prijs die de naam draagt van Willy Vandersteen (1913-1990).

Zoals algemeen bekend was Vandersteen de geestelijke vader van Suske en Wiske.

Michiel van de Pol debuteerde in 1996 met de gagstrip Mol in het Sjors en Sjimmie Stripblad. Naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste zoon startte Van de Pol een dagboekstrip dat in 2000 gebundeld werd door uitgeverij De Prom (De Medicijnman). Zes jaar later won de Nederlandse stripauteur met zijn autobiografische strip Cartoondiarree de Stripstrijd van Het Parool. De strip verscheen twee jaar lang in de Nederlandse krant. Michiel van de Pols werk verscheen o.a. in NRC Next, Eisner en Zone 5300. In 2010 verscheen bij uitgeverij Oog&Blik/De Bezige Bij Terug naar Johan, waarin de stripauteur terugkijkt naar zijn vervlogen jeugdjaren.

Uit het juryrapport: “In het boek maakt Van de Pol de lezer deelgenoot van zijn jeugdvriendschap met Johan en de impact van een ontluikende puberteit op die vriendschap. De jury prijst de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neer zet. Met een schijnbaar nonchalante eenvoudige stijl creëert Michiel van de Pol meerdimensionale personages van vlees en bloed. Het werk van Michiel van de Pol is een mooie vertegenwoordiger van de sterke aanwezigheid van de autobiografische graphic novel in Vlaanderen en Nederland. Bovendien prijst de jury van de Willy Vandersteenprijs auteur Michiel van de Pol als exponent van een stripgeneratie die koppig en met veel doorzettingsvermogen hun eigen ding blijft doen in financieel vaak weinig stimulerende omstandigheden.
Bijzondere appreciatie drukt de jury daarnaast uit voor twee albums die tot in de laatste fase mee in de running waren, met name het aangrijpende Van Istanbul naar Bagdad van auteurs Hanco Kolk en Arnon Grunberg en de heerlijk onderkoelde gagstrip Sigmund van Peter de Wit‘.

De Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Strip Turnhout en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling over het winnende album die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie voor de tweede opeenvolgende en laatste keer uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Ineke Horst (uitbaatster stripwinkel Sjors Dordrecht), Noël Slangen (communicatiespecialist, stripliefhebber), Jan Smet (stichter Bronzen Adhemar, Stripgids en stripfestival Turnhout), Frank Van Leemput (advocaat, stripliefhebber) en Hein Van Putten (art director De Volkskrant, stripliefhebber).

Terug naar Johan
Persoonlijk kan ik me prima vinden in het oordeel van de jury. Ik vind Terug naar Johan een interessant en aansprekend boek, het beste wat Van de Pol tot nu toe heeft gemaakt.

 

Categorieën
Strips Video

Video Beeldverhaal: Jean-Marc van Tol gidst door het Manga Museum

Strippagina’s horen niet individueel aan een muur te hangen. Wat je in je huiskamer doet moet je zelf weten, maar een klein onderdeel van een verhaal uitlichten voelt gewoon niet goed. Strips zijn immers sequential art, dus de kunst zit hem in de reeks van plaatjes die te samen een verhaal vormen. Daarbij vind ik staand lezen niet fijn. In een museum ben ik dan ook snel verveeld met de vele bordjes vol uitleggende teksten naaste de schilderijen.

Stripmusea hangen natuurlijk vol met pagina’s. Het is best interessant om originele pagina’s te bekijken. Je kunt zien wat de stripmaker heeft aangepast, waar er iets uit de pagina is vervangen voor een nieuwe versie. Heel leerzaam allemaal. Maar toch, strips moet je toch vooral lezen in boekvorm.

Stripliefhebber Noël Slangen houdt in Stripgids #27, die net vers van de pers is gerold, een soortgelijk pleidooi: Een originele pagina betekent niets als ze ons niet doet terugdenken aan een spannend, boeiend of roerend verhaal. Het zijn ambachtelijke half-fabrikaten bedoeld om een verhaal op te roepen,’ schrijft Slangen.

Nee, ik heb niets tegen stripmusea. Allerminst: het stripmuseum in Groningen, hoewel verkeerd gesitueerd daar bovenin het noorden en vooral bedoeld voor gezinsbezoek, geeft een aardig beeld van de Nederlandse mainstream strip. Ook is het altijd leuk om te zien welke merchandise er rondom strips is gecreerd in de loop der jaren. Poppetjes, speelgoed, posters, en dat soort dingen. Het interessants vind ik echter de video’s waarin je over de schouder met de tekenaar meekijkt terwijl hij een pagina tekent. Het maakproces dus.

In de extra video van het televisieprogramma Beeldverhaal, gidst Jean-Marc van Tol ons door de hallen van het Kyoto International Manga Museum. Er komt geen expert aan het woord, Van Tol licht enkele boeiende feitjes uit over de Japanse strip. Het is overigens een museum waar je ook gewoon een strip uit de kast kunt pakken om deze ergens te gaan lezen. Dat blijft toch de beste manier om strips te leren kennen.

Wie meer wil weten of manga, behandelt in aflevering 5, verwijs ik graag door naar specialist Aimée de Jongh. Zij publiceerde een paar jaar geleden een mangagids in stripvorm.

Vanavond gaat Beeldverhaal over de underground strip. De aflevering heet Mr. Natural, al komt Robert Crumb helaas niet zelf aan het woord. Ned 2, 23:05.

Categorieën
Strips

Heinz museum gaat dicht

Heinz.

Spijtig maar waar, het Heinz Museum, het leukste museum in Amsterdam, gaat zijn deuren sluiten. Stripmakers René Windig en Eddie de Jong kunnen simpelweg de huur niet meer betalen.

‘We krijgen geen subsidie,’ vertelt René Windig in deze video van de Amsterdamse zender AT5 een gesprek met René Windig. Dat verbaast me niets: bijna niets van waarde krijgt bijna nog subsidie in dit land, alleen de banken mogen geld kosten.

Het Heinz museum opende in 2009 de deuren aan de Nieuwe Amstelstraat. Per 1 januari 2012 gaan ze weer dicht. Maar gelukkig niet voordat er nog een feestje wordt gegeven.

Het was er altijd gezellig, tijdens officiële presentaties, maar ook gewoon door de weeks, als je even kwam kijken hoe de twee stripmakers het maakte.

Gelukkig is er ook nog vrolijk nieuws over Neerlands een na beroemdste stripkat te melden, want binnenkort verschijnen er namelijk twee nieuwe Heinz boeken: Niks mis met golfen en Niks mis met kinderen.

Categorieën
Strips Video

Video: De dood van Spider-Man

Motion comics, ik ben er doorgaans geen fan van. Meestal zijn ze verschrikkelijk knullig en vallen ze onder de categorie poor man’s animation. Ik lees liever de strip, thankyouverymuch. Toch is deze motion comic fan film van The Death of Spider-Man redelijk goed gedaan. De stemmencast is overtuigend, evenals de soundeffects.


Het probleem met motion comics is natuurlijk dat men beweging brengt in stripplaatjes terwijl dat normaliter de taak van de lezer is. Opeens wordt het leestempo bepaalt door de animator, niet door de lezer. Ook worden de plaatjes los van hun context vertoond: je hebt geen idee van hoe de bladspiegel eruit zag.

In The Death of Spider-Man wordt de storytelling redelijk intact gehouden, of in ieder geval niet te veel geschaad door de beweging. Dat komt vooral door de rake dialogen van Brian Michael Bendis, meen ik. De dood van Peter Parker blijft een emotionele aangelegenheid, hoe je die ook in beeld brengt. Ook acteert de stemmencast overtuigend. Al met al is het resultaat veel genietbaarder dan bijvoorbeeld deze poging. Maar The Death of Spider-Man is dan ook niet in elkaar gezet door een amateur op een zolderkamertje maar door een jong bedrijf dat Arrival Point Productions heet. De mensen achter de video willen hiermee duidelijk aandacht voor hun werk genereren.

 A bunch of my very talented geek friends and I thought it would be fun to bring to life the recent “Death of Spider-Man” storyline from Marvel’s Ultimate Comics: Spider-Man as a digital motion comic! It’s such a heart-wrenching tale that exemplifies the heroism, bravery, love, and sense of responsibility of one 16-year-old boy who wouldn’t give up. A lot of very talented people put a lot of work into this labor of love and I’m so proud to have worked with them!!’ Schrijft Andrew Bates op YouTube.

Over de keuze om de motion comic halverwege het verhaal te beginnen ben ik minder te spreken. Bates en zijn team pakken de draad op op het moment dat Peter Parker is neergeschoten door The Punisher. De voorgaande hoofdstukken worden genegeerd en ook niet nader verklaard. In dat opzicht is het ook wel weer een getrouwe adaptatie van Bendis z’n script, want dat zat, zoals ik in deze recensie al aangaf, ook vol met plotgaten en onverklaarde wendingen.

 

Overigens blijft mijn voorkeur uitgaan naar strips op papier.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie Death of Spider-man: Peter Parker verdient een betere schrijver

Een paar maanden geleden was de dood van Spider-Man groot nieuws. Nou ja, de dood van de Spider-Man uit het ultimate universum. De alternatieve, geüpdatet versie van Peter Parker die een jongere doelgroep moet aanspreken. In een verhaal dat meerdere comics beslaat sterft hij uiteindelijk in een gevecht met Norman Osborn. De hardcover trade paperback is net uit: Death of Spider-Man verzamelt Ultimate Comics Spider-Man #156 tot en met #160. Het boekje is zeker niet het beste werk dat Michael Bendis ooit schreef. Dat komt vooral door slecht redactiewerk.

Eigenlijk sloeg ik de strip behoorlijk ontevreden dicht toen ik klaar was met lezen. Waarom? Het verhaal van de dood van Spider-Man loopt parallel aan een verhaal dat Ultimate fallout heet. Nu zijn crossover verhalen heel gebruikelijk in de comicswereld. Meerdere verhaallijnen lopen tegelijk door diverse series om de verkoopcijfers op te peppen. Normaliter wordt er daarbij ook aan de lezer gedacht: die wordt op de hoogte gehouden van wat er in de andere series gebeurt voor het geval dat hij deze afleveringen niet gelezen heeft. Zo kun je rustig je strip lezen en ben je toch van alles op de hoogte. Dit verzaken Bendis en de redacteur waardoor er behoorlijk plotgaten in zijn verhaal zitten.

Slordig. Peter Parker verdient een beter geschreven einde.

Een voorwoord had heel gemakkelijk kunnen duidelijk maken dat er überhaupt sprake was van een crossover-verhaal. Maar nee, de dood van Spider-Man is niet eens belangrijk genoeg voor een kleine inleidende notitie. Er wordt slechts kort samengevat wat er in de vorige delen is gebeurd, maar over Ultimate fallout wordt geen woord gerept. Gedurende het verhaal wordt er wel verwezen naar een groot gevecht in de stad waar veel helden bij betrokken zijn, maar een kleine toelichting hierop ontbreekt.

Spider-Man raakt dodelijk gewond als hij een kogel opvangt die voor Captain America is bedoeld. De kogel wordt nota bene afgeschoten door The Punisher. Wie alleen Ultimate Comics Spider-Man leest, en degene met de trade in handen doet dat, weet niet waarom The Punisher op Captain America schiet. Het is voor de lezer ook een raadsel waar Captain America en de andere mensen die bij het schietincident aanwezig waren, gebleven zijn als Peter Parker weer bijkomt. Heeft Captain America, het levende symbool van de Amerikaanse droom, werkelijk de jonge held die zijn leven redde in de steek gelaten? Is hij een kopje koffie voor hem gaan halen of misschien een dokter? Ik heb geen idee, want Bendis maakt er geen woord aan vuil.

Om te weten wat er precies is gebeurd, word ik geacht Avengers vs. Ultimates #4 te lezen. Niet dat dit ergens staat vermeld overigens. Vroeger voegde de redacteur van de comic dit soort informatie toe, maar kennelijk is dat tegenwoordig te veel werk voor de heren.

Maskerloos
Wat mij altijd heeft geërgerd aan de Ultimate verhalen van Spider-Man is dat hij om de haverklap wordt ontmaskerd. Dat begon al bij de eerste delen. Ik geloof dat er in deze versie van New York weinig schurken rondlopen die niet weten dat Peter Parker Spider-Man is. Dat een schurk op de hoogte is van Spider-Mans geheime identiteit, kan een mooi uitgangspunt zijn: als Norman Osborn aan het begin van het verhaal samen met een stel superschurken ontsnapt uit de cel van S.H.I.E.L.D wil hij Peter Parker vermoorden omdat hij weet dat de zestienjarige Spider-Man is – de held die zijn leven zuur maakt. Een grotere dreiging is niet denkbaar.

Maar Peters buren wisten nog van niets van zijn spinachtige eigenschappen. Als Norman Osborn (The Green Goblin), Sandman, Electro, Vulture en Kraven op de deur kloppen van het huis van May Parker en daar Iceman en Human Torch aantreffen, komt Spider-Man doodleuk zonder masker op zijn hoofd de straat in lopen om de schurken uit te schakelen. Weg geheime identiteit. Misschien wordt Peters plotselinge afkeer voor maskers verklaard in die andere serie, maar wederom wordt daar dan geen woord over gerept.

Tot zover mijn geraas over de slechte kant van Bendis schrijfwerk betreffende de dood van Peter Parker.

De tekeningen van Mark Bagley zijn goed, Bendis schrijft goede dialogen. Ondanks de zware verwondingen weet Peter zich door zijn doorzettingsvermogen en een paar scherpe grappen, staande te houden. Bendis heeft de personages goed in de vingers zitten. Hij kent Peter door en door. Dat mag ook wel na meer dan honderdvijftig nummers.

Er zitten een paar mooie elementen in het verhaal. Tante May schiet Electro neer als die een dodelijke stroomstoot aan Peter wil geven. Ook Mary Jane komt Peter te hulp: ze ramt The Green Goblin frontaal met een busje. Het is mooi om te zien dat de vrouwen in Peter Parkers leven een aardige tik weten uit te delen en hun mannetje staan.

Als Peter in de armen van Mary Jane definitief bezwijkt aan zijn verwondingen, is het een emotionele scène die bij deze lezer ook de juiste snaar wist te raken. (Ultimate of niet, het is toch Peter Parker die hier ligt dood te gaan. Dat laat me niet onberoerd.)

Peter offert zichzelf op om zijn naasten te redden. Een heldendood. Jammer dat zijn offer bezoedeld is door het onverschillige redactiewerk van Marvel en het slechte schrijfwerk van Bendis. Van een van de topschrijvers van Marvel mag je beter verwachten.

Categorieën
Strips

Video Beeldverhaal: Jean-Marc van Tol spreekt met Henk Kuijpers

Henk Kuijpers, geestelijk vader en tekenaar van de strip Franka, wordt in aflevering vier van Beeldverhaal geïnterviewd door Jean-Marc van Tol. De aflevering gaat over Kuifje en de klare lijn, en Henk tekent ook in afgeleide daarvan. In de langere versie van het interview, die zoals gebruikelijk op de site van Beeldverhaal is te zien, komen gelukkig ook andere onderwerpen aan bod. We krijgen een mooi beeld van de werk- en denkwijze van Kuijpers.


Kuijpers dacht als jonge stripmaker dat je pagina’s in z’n geheel moest maken. Groot was zijn verbazing toen hij ontdekte dat grote meesters als Franquin ook wel eens een foutje maakten en dan gewoon de schaar ter hand namen op die fout uit de pagina te knippen. Of met typex het vel bewerkten. ‘Strips maken is ambachtelijk werk. Er mag geknipt, geplakt worden en er mag desnoods koffie overheen. Het is toch maar een halfproduct. Zolang het maar bij de drukker weer goed is. Als je je strip binnenkrijgt denk je wellicht dat een strip foutloos geproduceerd is, maar het is gewoon mensenwerk,’ aldus Kuijpers.

Streven naar realisme
Kuijpers documenteert zich grondig voor zijn verhalen. Het is voor hem heel belangrijk dat de avonturen in een realistische omgeving spelen. ‘Realisme bereik je op twee manieren. Op de eerste plaats weet je wat je tekent door het zelf gezien te hebben. Je moet niet een Amsterdamse gracht tekenen als je in Venetië hebt gezeten. In de tweede plaats krijg je dan de details die je zien wilt, de telling details die het verhaal meer maken dan “ze liepen door een straat van links naar rechts.”

Tot mijn grote verbazing kleurt de tekenaar ieder album van Franka nog voor. Daarna gaat het naar de inkleurder die zijn werk digitaal nabootst. Omslachtig lijkt me dat. Het kost Henk dan ook per verhaal anderhalve maand extra. Als hij het direct digitaal zou doen zou hij een hoop tijd besparen en meer Franka strips kunnen maken. Maar Henk is nog van de oude stiel, een ambachtsman die zo zijn gewoontes heeft.

Extraatje
Het is toch iedere keer weer erg interessant en leerzaam om die stripmakers aan het woord te zien over hun vak. Wat me opviel bij dit interview is dat Hergé er soms bij zijn kuifje bijgesleept werd. Omdat Kuijpers geïnterviewd wordt in de aflevering over Kuifje moet het gesprek natuurlijk vooral daar over gaan. Het grote nadeel van een thematisch ingerichte reeks. Persoonlijk vond ik de stukken over het werk van Kuijpers zelf interessanter dan de band met Hergé. Sterker nog, aan veel van de stripmakers die in Beeldverhaal aan het woord komen, zou je een hele aflevering kunnen wijden.

Je merkt bij dit interview overigens wel dat de lage beeldresolutie van uitzendinggemist erg wringt bij de potloodschetsen. Deze zijn ook full screen erg lastig te zien. Zonde.

Zaterdagavond gaat Beeldverhaal over manga. Nederland 2, 23:05.

Categorieën
Strips

Stripmakers spreken zich uit over Filmfanfare

Vorige week was er wat ophef in de media over Filmfanfare, het nieuwe verstrippingsproject van Gert Jan Pos. De initiatiefnemers van dit project hadden verzaakt om de rechthebbende van de films op de hoogte te stellen dat deze verstript zouden worden. Maandag reageerde de BNS, de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers, op de filmmakers die een verstripping van hun werk niet zien zitten.

Stripmakers schaden geen auteursrechten bij Filmfanfare

Binnen de BNS, Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers, hebben zich een honderdtal Nederlandse schrijvers en tekenaars van beeldverhalen aaneengesloten.
De Beroepsvereniging heeft met verbazing kennis genomen van de in haar ogen merkwaardige reactie van filmregisseurs naar aanleiding van het geplande boek Filmfanfare. In dit boek zullen in stripvorm een groot aantal Nederlandse films worden geëerd. Het boek is een samenwerkingsproject van het Filmfonds, uitgeverij de Bezige Bij, EYE en het Fonds BKVB.
Eerst en vooral: Het is onhandig van Eye en het Filmfonds dat ze geen contact met de filmmakers hebben opgenomen voordat de organisatie werd ingezet. Het zou beleefder zijn geweest om de filmmakers op de hoogte te stellen van het project.
Tegelijkertijd hebben wij de overtuiging dat het stripmakers vrij staat een op films, personen of boeken gebaseerde strip te maken, zolang deze bewerking zich maar verre houdt van plagiaat.

We kunnen ons het standpunt van de regisseurs voorstellen indien het ging om een complete verstripping van hun film in de vorm van een boek per film, waarin scène voor scène het verhaal wordt naverteld. Dit is echter niet het geval bij Filmfanfare: Iedere film krijgt een stripbewerking van één pagina lang. Door deze lengte moet de stripmaker de inhoud dusdanig comprimeren en abstraheren, dat er een autonoom kunstwerk ontstaat, weliswaar gebaseerd op een film maar volledig autonoom.

Zolang andermans auteursrecht niet wordt geschaad zijn stripmakers vrij om over welk onderwerp dan ook een strip te maken.

Namens de BNS,
Hanco Kolk en Maaike Hartjes (duo-voorzitters)

Ik heb begrepen dat de BNS de kwestie heeft laten bekijken door een auteursrechtspecialist. Ik ben zelf niet helemaal 100% thuis in het auteursrecht, maar ik weet niet zeker of bovenstaande helemaal hout snijdt. Je gebruikt ook bij een verstripping van één pagina nog steeds andermans ideeën en personages. Mag je zomaar het personage van iemand anders gebruiken voor een eigen strip? In het geval van een parodie wel, maar dat gaan de verstrippingen in Filmfanfare niet worden.

Als je bijvoorbeeld als filmproducent een film wilt maken over beschermde personages als James Bond zul je toch echt de rechten eerst moeten regelen. Dat zal ook voor figuren uit Flodder gelden als je daar een strip over maakt. En hoe in hoeverre is het portretrecht eigenlijk van toepassing als stripmakers bijvoorbeeld acteurs herkenbaar afbeelden in hun strip?

Zo’n boek als Filmfanfare bevindt zich ongetwijfeld in een schemergebied van het auteursrecht en roept allerlei vragen op. Daarom juist hadden de initiatiefnemers van tevoren zaken moeten regelen, dan had de mediafanfare van vorige week vast voorkomen kunnen worden.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.